Tekstweergave van WFNHC_1894_12_29_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
gelijk
men
weet,
later
tot
tuchthuisstraf
is
ver¬
oordeeld.
In
een
bijgevoegd
schrijven
geeft
de
heer
Tanlongo
de
verzekering,
dat
Chiara
in
deze
maar
een
tusschenpersoon
is,
daar
dit
geld
voor
niemand
anders
bestemd
was
dan
voor
den
heer
Crispi.
Nog
blijkt
uit
de
overgelegde
stukken,
indien
deze
althans
waarheid
bevatten,
dat
Crispi
vóór
zijn
optreden
in
het
ministerie-Depretis,
bij
de
nationale
bank
277.000
lire
opnam,
waarvan
in
de
eerste
2
jaren
slechts
33
000
lire
werd
teruggegeven,
terwijl
de
rest
werd
afbetaald
—
waar
het
geld
daarvoor
vandaan
kwam,
is
nog
niet
bekend
—
in
December
1893,
toen
Crispi
weder
minister-president
was
geworden.
Ook
de
naam
van
mevrouw
Crispi
wordt
herhaaldelijk
ge¬
noemd,
en
volgens
de
stukken
zou
de
Bank
ook
baór
meermalen
aanzienlijke
sommen
voor
toilet
en
voor
badreizen
hebben
voorgeschoten.
Welk
een
zitting
het
worden
moest,
waarin
al
deze
dingen
ter
tafel
werden
gebracht,
is
te
be¬
grijpen.
Reeds
lang
voor
de
discussie
begon,
was
de
zittingzaal
vol
afgevaardigden,
die
luidruchtig
en
heftig
sprekende
groepen
vormden.
Onmiddel¬
lijk
na
de
opening
der
zitting
verlangden
Rudini,
Ca7allotti
en
Imbriani
discussie
over
de
openbaar
gemaakte
bescheiden,
waarop
Crispi
met
de
grootste
heftigheid
uitriep:
//Het
geheele
rapport
bevat
niets
dan
gemeenheden
en
leugens
!"
Een
vreeselijk
rumoer
volgde
op
deze
woorden
van
den
minister,
die
echter
met
vaste
en
luide
stem
herhaalde:
//Ik
herzeg:
niets
dan
gemeenheden
en
leugens
1"
Terwijl
een
nog
woedender
getier,
een
gebrul
bijna,
in
de
kamer
opging,
riep
de
president
der
kamer
den
president
van
het
mi¬
nisterie
tot
de
orde.
Maar
de
orde
werd
niet
her¬
steld,
en
den
heer
Biancheri
bleef
niets
anders
over
dan
de
zitting
te
sluiten
en
de
behandeling
der
stuk¬
ken
tot
den
volgenden
ochtend
ie
verdagen.
De
stukken
zijn
echter
niet
//behandeld".
Nog
denzelfden
avond
—
Zaterdag
15
dezer
—
verscheen
er
een
buitengewoon
nummer
van
de
Staatscourant,
waarin
een
koninklijk
besluit
werd
afgekondigd,
waarbij
de
zittingen
der
Kamer
voorloopig
worden
geschorst.
In
het
bij
dit
besluit
behoorende
rapt
port
van
den
heer
Crispi
aan
den
Koning
words
o.
a.
het
volgende
gezegd
:
Eenige
onruststoker-
pogen
schandaal
te
verwekken
en
den
parlemen¬
tairen
arbeid
te
verstoren.
Dientengevolge
is
het
Parlement
niet
in
staat,
een
onbevangen
oordeel
uit
te
spreken.
Derhalve
stellen
de
ministers
een¬
stemmig
voor,
de
Kamer-zittingen
te
schorsen,
tot¬
dat
de
afgevaardigden
weer
de
kalmte
hebben
teruggekregen,
welke
voor
de
beraadslagingen
wordt
geeischt.
Czaar
Nicolaas
heeft
in
een
vergadering
der
commissie
voor
den
Siberischen
spoorweg
verklaard,
dat
hij
het
niet
alleen
als
een
heiligen
plicht
beschouwt,
maar
dat
het
ook
zijn
vurige
begeerte
is,
te
streven
naar
een
spoedige
en
goede
voltooi¬
ing
van
den
trans-Siberischen
spoorweg.
„Dat
is/
zeide
hij,
„een
vreedzame
en
de
beschaving
be¬
vorderende
taak,
welke
mijn
vader
mij
heeft
na¬
gelaten."
Het
gedeelte
van
den
trans-Siberischen
spoor¬
weg
tusschen
Wladiwostok
en
Mouiaviewa
Amours-
fcy
_
377
kilometer
—
is
dezer
dagen
voor
het
verkeer
geopend.
Japanners
en
Chineezen
zijn
weer
slaags
geweest
bij
Haitcheng,
in
Mantschourije.
Zeven
mijlen
bewesten
deze
plaats
heeft
den
19n
1.
1.
eene
afdeeling
van
het
Japansche
leger,
onder
Generaal
Katsura,
eene
Chineesche
troepen¬
macht
van
10,000
man
ontmoet,
aangevoerd
door
Generaal
Sung.
Na
een
verwoed
gevecht,
dat,
volgens
berichten
van
Japansche
zijde,
vijf
uren
duurde,
en
nadat
de
Japanners
viermaal
hadden
storm
geloopen
op
de
stellingen
der
Chineezen,
werdeu
laatstgenoem¬
den
op
de
vlucht
geslagen,
met
verliezen,
die
nog
niet
met
juistheid
zijn
op
te
geven.
Haitcheng
ligt
bezuiden
Mukden
en
is
er
in
zeker
opzicht
de
sleutel
toe.
Zullen
de
Japanners
nu
verder
optrekken
tegen
de
heilige
stad,
of
in
de
richting
van
Peking
afzwenken
?
Deze
onze¬
kerheid
is
een
heilzame
prikkel
voor
China,
om
zich
wat
te
haasten
met
den
vrede.
Overigens
is
het
belangrijkste
van
bet
in
de
laatste
dagen
ontvangen
nieuws
uit
het
Oosten
het
Keizerlijk-Chineesch
bevel
tot
arrestatie
van
tal
van
legerhoofden,
die
door
den
val
van
Port
Arthur
min
of
meer
gecompromitteerd
zijn
:
Taotai
Koeng,
een
bevelhebber
dier
„onneembare"
sterkte,
vier
generaals,
de
oudste
officieren
van
het
garnizoen,
de
legerchef
te
Taliën
wan,
M
eijoekwei,
de
vlootvoogd,
die
reeds
vroeger
een
rol
van
be-
teekenis
in
den
oorlog
heeft
gespeeld
en
nu
ver¬
volgd
wordt,
omdat
hij
zijne
lieden
niet
van
wreed¬
heden
en
plunderingen
heeft
weten
terug
te
lou¬
den,
Jetsjitsjao
bovendien,
een
der
voornaamste
leugenfabrikanten,
opperbevelhebber
der
legeis
van
de
provincie
Tsjili,
die
in
vollen
smadelijken
af¬
tocht
van
Azan
en
Pingjang
en
Antsjoe
maar
altijd
boden
naar
Peking
zond,
zegepraal
op
zegepraal
meldend,
en
admiraal
Ting
ten
slotte,
die
eens
—
nog
vóór
de
Jaloe
was
het
—
zoo
rustig
met
zijn
schildwacht
een
kaartje
legde
en
een
pijpje
rookte
in
zijn
kajuit,
maar
wien
men
nu,
op
de
aanklacht
wegens
lafheid
en
hulpver-
zuim,
van
Peking
uit
wel
eens
een
leelijke
pijp
te
rooken
kon
geven.
—
Zoo
zijn
er
weer
tal
van
mandarijnen
en
giooten
gevallen;
het
is
maar
te
hopen,
dat
men
de
ware
schuldigen
hei
ft
uitgekozen,
al
schijnt
het
bijna
vruchteloos
weik,
uit
zulk
een
bende.
BINNENLAND.
Staten-Generaal.
Tweede
Kamer.
Zitting
van
Dinsdag,
18
Dec.
Het
hoofdstuk
Nationale
schuld
werd
goedge¬
keurd.
Bij
Financiën
vertolkte
de
heer
Van
den
Berch
van
Heemstede
de
vele
klachten
over
de
toepassing
der
Bedrijfs-belasting,
die
ten
goede
kwam
aan
kroeghouders
en
landbouw,
doch
zwaar
drukt
op
den
middenstand,
vooral
ten
plattenlande.
Hij
vroeg
tegemoetkoming
aan
de
klachten,
door
verlaging
der
Personeele
belasting.
De
heer
Roessingh
schetste
het
belang
van
de
afschaffing
der
tollen,
vooral
voor
de
turfgraverij.
De
heer
Sanders
wees
op
de
bedenkelijke
ge¬
volgen
van
speciale
crediet-openingen,
buiten
voor¬
kennis
van
de
bekenkamer.
De
beer
Hintzen
besprak
de
maatregelen,
te
nemen
tegen
weerspannige
of
onwillige
belasting¬
schuldigen,
en
acht
het
optreden
der
bevoegde
autoriteit
in
deze
niet
voldoende,
maar
wenscht
dat
de
fiscus
krachtiger
maatregelen
zal
nemen
om
onwillige
betalers,
zooals
er
te
Rotterdam
in
het
bijzonder
veel
zijn,
te
dwingen,
aan
hunne
verplichtingen
te
voldoen.
Spr.
beval
aan
het
wegvoeren
der
in
beslag
genomen
goederen
van
den
belastingschuldige
naar
een
verkoopplaats
en
de
taxatie
van
den
prijs
die
het
goed
moet
op¬
brengen.
De
heer
Mackay
gaf
tegenover
de
onjuiste
voorstelling,
door
den
Minister
gegeven,
een
over¬
zicht
van
de
juiste
toedracht
in
zake
de
voor¬
schotten
voor
de
kleeding
en
uitrusting
van
mi¬
liciens.
De
gebruikte
gelden
waren
niet
te
wijten
aan
overschrijding
der
begrooting,
en
op
de
be¬
grooting
waren
toegestaan
gelden,
die
ongebruikt
in
de
schatkist
zijn
gebleven.
Spr.'s
doel
was
voornamelijk,
te
doen
uitko¬
men,
dat
de
handelingen,
verre
van
te
wijten
aan
het
Ministerie
van
1888,
veeleer
op
rekening
ko¬
men
van
de
verwarde
administratie
van
het
voor¬
afgegane
Kabinet,
waarin
de
heer
Sprenger
van
Eyk
zelf
zitting
had.
De
voorzitter
stelde
voortzetting
der
werkzaam¬
heden
na
Kerstmis
in
uitzicht,
wanneer
de
debat¬
ten
niet
beperkt
worden.
De
heer
Willinge
drong
aan
op
eenheid
van
rechtspraak
in
belastingzaken;
de
heer
Zijlma
vroeg
herziening
der
wetgeving
op
de
grondbe¬
lasting,
ten
opzichte
van
de
bedijkingen
;
de
heer
Tydeman
vroeg
's
Ministers
meeniug
over
een
ge¬
leidelijke
herziening
der
belasting
op
ongebouwds
eigendommen.
.
.
De
heer
Donner
kwam
op
tegen
bestendiging
der
Staatsloterij.
De
heer
üeldt
verdedigde
de
maandelijksche
uitbetaling
van
tractementen,
vooral
aan
de
kleine
ambtenaren,
en
de
heer
Van
Alphen
vroeg
trac-
tements-verhooging
voor
de
lagere
commiezen
der
belastingen.
De
Minister
handhaafde
de
belofte
tot
herzie¬
ning
van
het
Personeel.
Afschaffing
van
Rijkstollen
is
beloofd
bij
de
Vermogensbelasting
en
die
belofte
zal
nagekomen
worden,
zoodra
gelegenheid
zich
aanbiedt.
De
bestaande
bepalingen
omtrent
executiën
zijn
voldoende
en
er
zijn
voorschriften
gegeven,
hoe
ze
te
handhaven.
Onderzocht
zal
worden,
of
de
vervolgingen
moeten
worden
uitgebreid.
Binnen
niet
te
langen
tijd
zal
herziening
der
belasting
op
gebouwde
eigendommen
worden
voor¬
gesteld.
Spr.
is
geen
voorstander
der
Staatsloterij,
maar
ziet
in
de
naaste
toekomst
geen
kans
tot
afschaf¬
fing-
'
B>
•
f
denken?"
Deze
vraag
was
te
H.
waar
hij
sedert
zes
jaar
zijn
druk
bezochte
en
zeer
gewaardeerde
colleges
hield,
tallooze
malen
opgeworpen
en
het
werd
met
ieder
jaar
waarschijnlijker
dat
het
ant¬
woord
ontkennend
zou
moeten
luiden.
De
mama's
begonnen
dan
ook
den
man
als
huwelijkscandidaat
links
te
laten
liggen,
toen
op
zekeren
dag
oud
en
jong
in
de
hoogste
verbazing
werden
gebracht
door
de
ontvangst
van
een
verlovingskaart,
waarop
de
naam
van
een
jonge
dame
onder
dien
van
den
professor
stond,
precies
alsof
hij
een
gewone
sterveling
was
en
niet
een
van
wien
iets
dergelijks
nooit
verwacht,
ja
bijna
voor
onmogelijk
was
ge¬
houden.
Maar
het
stond
er:
Verloofd:
dr.
Erich
Sylvan
hoogleeraar
a/d
Universiteit
te
H.
en
Martha
van
Classen.
Hoe
was
dat
in
zijn
werk
gegaan?
Aan
vragen
en
opmerkingen
was
geen
gebrek,
maar
een
stellig
antwoord
geven
kon
niemand.
Van
de
dames
was
de
eene
al
even
wijs
als
de
andere.
als
dat
anders
wordt
gedaan.
Dat
ging
niet,
om¬
dat
men
Martha
Classen
bijna
in
het
geheel
niet
kende.
Zij
was
nog
niet
bij
de
verschillende
fami-
lie's
gepresenteerd
en
dadelijk
van
de
schoolbanken
af
verloofd
geraakt.
Men
wist
natuurlijk
dat
zij
de
dochter
van
den
onlangs
overleden
professor
Classen
was,
en
dat
de
heeren
Classen
en
Sylvan
zeer
bevriend
met
elkander
waren
geweest.
Maat
Martha
had
nog
voor
een
bakvischje
doorgegaan,
den
laatsten
win
ter
nog
had
zij
met
een
lange
vlecht
geloopen,
die
op°
dezen
leeftijd
als
distinctief
geldt
en
nu
zou
dat
kind
eensklaps
gaan
trouwen!
Het
was
ongelooflijk
1
ongehoord
1
Maar
de
menschen
moes¬
ten
er
zich
zeer
spoedig
in
schikken,
want
eenige
weken
later,
tegen
Paschen,
werd
in
een
der
stads¬
kerken
in
tegenwoordigheid
van
eenige
weinige
getuigen
het
huwelijk
van
het
veelbesproken
paar
voltrokken
en
na
dit
slotbedrijf
verflauwde
de
belangstelling
en
hield
het
gebabbel,
daar
de
jong¬
gehuwden
nergens
bezoeken
aflegden
en
dus
ook
geen
ontvingen,
langzamerhand
uit
gebrek
aan
stof
op.
[Wordt
vervolgd.)
Maandelijksche
uitbetaling
van
tractementen
zal
hij
overwegen.
Het
volgend
jaar
zal
hij
trachten,
de
tracte¬
menten
der
belasting-commiezen
te
verhoogen.
De
speciale
credieten
zijn
zeer
bedenkelijk;
maar
de
beschuldiging
van
den
heer
Mackay
is
onjuist.
De
Minister
heeft
slechts
het
naakte
feit
medegedeeld,
geen
leedvermaak
uitgesproken
en
integendeel
den
last
op
zich
geladen,
de
Compta¬
biliteitswet
te
herzien.
Het
algemeen
debat
is
gesloten.
Een
nmendem.-Derritsen,
om
de
verhooging
van
tractementen
der
inspecteurs
van
belastingen
te
schrappen
is,
na
bestrijding
door
den
Minister,
verworpen
met
75
tegen
14
stemmeu.
Hoofdstuk
Finaaciëa
is
aangenomen,
en
Oorlog
Aangevangen.
De
heer
Seret
wees
op
de
weifelende
houding
van
den
Minister
in
zake
levende
strijdkrachten,
wat
begrijpelijk
is,
daar
hij
afhangt
van
de
Ka¬
tholieken.
Terwijl
hij
de
docde
weermiddelen
vooropstelt,
stelde
de
Minister
Roëll
de
levende
voorop.
Wij
moeten
niet
enkel
berekend
zijn
op
handhaving
der
neutraliteit
maar
ook
op
verde¬
diging
van
het
grondgebied.
Zitting
van
Woensdag,
19
Dec.
Tegen
Vrijdag,
21
dezer,
stelde
de
Kamer
nog
verschillende
aanhangige
wetsontwerpen
aan
de
orde.
De
Surinaamsche
begrooting
zal
behandeld
worden
bij
Hoofdstuk
Koloniën.
De
heer
De
Beaufort
(Amsterdam)
opperde
het
denkbeeld,
het
West-Indisch
budget
uit
te
stellen
tot
het
begin
van
Januari
en
gelijktijdig
te
be¬
handelen
met
de
wetsontwerpen
betreffende
Op-
sterland
en
Weststellingwerf,
maar
handhaafde
het
niet,
nadat
de
Voorzitter
had
te
kennen
gegeven,
dat
de
Kamer
zeker
niet
in
de
eerste
helft
van
Januari
zal
bijeenkomen
,
en
het
beter
te
vinden,
dit
jaar
nog
de
gewone
wijze
van
behandeling
te
volgen.
Met
den
heer
Gerritsen
is
overeengekomen,
dat
zijn
motie
betreffende
de
loonsregeliug
niet
bij
dc
aatsbegrooting,
doch
later
zal
behandeld
worden.
Daarna
werd
het
debat
over
Oorlog
hervat.
De
heer
firuly
adviseerde
tot
matiging
in
de
uitgaven
voor
den
vestingbouw,
ontwikkelde
zijne
bezwaren
tegen
een
groot
veldleger,
en
streed
voor
iegerorganisatie
bij
de
wet,
steeds
het
shibboleth
der
liberale
partij,
een
beginsel,
thans
tot
zijn
leedwezen
door
geestverwanten
losgelaten.
De
heer
Travaglino
waarschuwde
tegen
onvoor¬
zichtige
verklaringen
omtrent
het
gevaarlijke
twistpunt
van
den
persoonlijken
dienstplicht,
dat
thans
niet
aan
de
orde
is
en
verdrongen
wordt
door
den
wensch
naar
een
bevredigende
kiesrecht¬
regeling.
Hij
waardeerde
's
Ministers
streven
naar
bezuiniging.
De
heer
Van
Vlijmen
betoogde,
met
een
be¬
roep
op
de
gunstige
beoordeelingen
van
ons
In¬
disch
leger,
vooral
door
buitenlanders,
dat
er
geen
reden
is
voor
mismoedigheid
over
onze
doode
en
levende
strijdkrachten,
al
is
er
nog
veel,
dat
ver¬
betering
behoeft.
Hij
verzocht
met
aandrang,
bij
het
vragen
van
militaire
uitgaven
den
zorgwek-
kenden
financieelen
toestand
in
aanmerking
te
nemen
en
op
verlaging
van
het
eindcijfer
bedacht
te
zijn.
Stabiliteit
in
defensiezaken
ware
zeer
ge-
wenscht.
Hij
betreurde
de
vera'
dering
in
de
in¬
stelling
van
het
reservekader.
De
heer
De
Beaufort
hield
vol,
dat
Iegerorga¬
nisatie
bij
de
wet
het
controlerecht
der
Kamer
zal
beperken
en
de
uitgaven
doen
stijgen.
De
heer
Staalman
is
tegen
de
nieuwe
geweren
en
betoogt,
dat
het
zedelijk
gehalte
in
het
leger
bedreigd"
wordt
door
het
gedrag
van
meerderen.
Hij
wil
verbod
van
jeneververkoop
in
de
cantines
en
afschaffing
der
plaatsvervanging.
Tevens
klaagde
hij
over
het
ellendig
verblijf
van
de
miliciens
in
de
strafkamers.
De
heer
Verdijk
vroeg,
naar
aanleiding
van
het
gebeurde
met
een
sergeant
en
een
luitenant
te
Zutphen,
of
het
waar
was,
dat
het
gedrag
van
den
officier
door
den
advocaat
fiscaal
is
afgekeurd
en
of
de
luitenant
met
den
sergeant
een
mede¬
minnaar
was
van
het
meisje.
Wat
heeft
de
Mi¬
nister
tegenover
dien
officier
gedaan?
De
Minister
verklaarde,
bovenal
soldaat
te
wil¬
len
zijn,
geen
diplomaat,
ofschoon
hij
dien
titel
als
eeretitel
aannam.
Omtrent
persoonlijken
dienst¬
plicht
kan
slechts
een
oordeel
geveld
wordeü,
als
het
ontwerp
op
verplichten
krijgsdienst
zal
zijn
ingediend.
Bij
hem
staat
de
zorg
voor
een
mo¬
biel
leger
vooraan,
en
daarnaast
zorg
voor
de
weermiddelen.
Met
den
Minister
van
Marine
zal
hij
overleggen,
in
hoever
herziening
der
vesting¬
wet
ter
hand
kan
genomen
worden,
en
zal
daarbij
streven
naar
bezuiniging.
De
wijzigingen
in
het
reservekader
berusten
op
overtuiging
en
adviezen
der
inspecteurs
van
infanterie
en
a'tillerie.
De
schildering
van
den
heer
Staalman
over
de
zede¬
loosheid
en
het
zedebederf
acht
spr.
in
algemee-
nen
zin
zeer
overdreven.
De
geschiedenis
van
de
officieren
in
den
Helder
komt
neer
op
eenvoudig
scherlsen
met
een
winkeldame,
zonder
te
weten
dat
deze
in
belangwekkenden
toestand
was,
en
terugbrengen
van
sigaren,
toen
men
vernam,
waar
men
gekocht
had.
De
voeding
van
den
soldaat
is
goed:
drankverkoop
in
de
cantine
is
beter
dan
gebruik
van
slechte
jenever
buiten
de
kazerne
Den
heer
Kerdijk
antwoordt
spr.
dat,
als
uit
het
rapport
van
het
Hoog
Militair
Gerechtshof
blijkt,
dat
de
feiten
zijn,
zooals
de
dagbladen
ze
ver¬
meldden,
hij
handelend
zal
optreden.
Het
algemeen
debat
is
gesloten.
Bij
de
onderdeelen
verklaarde
de
Minister
te
zullen
nagaan,
of
de
officieren,
van
administratie
van
Amersfoort
ontheven
kunnen
worden
van
geldelijke
schade,
tengevolge
van
misleiding
door
ondergeschikten.
Een
herziening
van
het
regle¬
ment
op
de
paardenkeuring
is
ontworpen,
maar
spr.
kan
niet
beloven
aankoop
van
alle
paarden
in
het
binnenland
Tegenover
den
heer
Royaards
hield
de
Minister
Januari
1896.
Aan
den
heer
De
Ras
beloofde
hij
het
volgend
j
ar
hulp
aan
gepensioneerde
officieren
vóór
de
wet
van
1877
te
zullen
overwegen.
Een
amendement-//»/•ƒ,
om
het
subsidie
aan
de
vereeniging
voor
oud-strijders
met
ƒ
20,000
te
verhoogen,
is
verworpen
met
42
tegen
25
stemmen.
Aan
de
Tweede
Kamer
is
een
adres
gericht
door
het
bestuur
der
Nederlandsche
Vereeniging
tot
voorkoming
van
ongelukken
in
fabrieken
en
werkplaatsen
te
Amsterdam
om
te
verzoeken
om,
waar
zij
bij
de
regeering
mocht
aandringen
op
het
benoemen
van
eene
staatscommissie,
wier
taak
zou
moeten
zijn
te
onderzoeken
op
welke
grond¬
slagen
eene
algemeene
pensioenverzekering
voor
den
ouden
werkman
zou
behooren
te
worden
ge¬
vestigd,
er
tevens
op
te
willen
wijzen,
dat
niet
mag
worden
uitgesloten
een
onderzoek
naar
de
mogelijkheid
eener
gelijkvormige,
en
zoo
mogelijk
gecombineerde,
organisatie
voor
deze
verzekering
en
voor
die
tegen
de
gevolgen
van
ongelukken,
voor
zoover
deze
levenslang
drukken
hetzij
op
den
verzekerde
hetzij,
door
diens
overlijden,
op
zijn
rechtverkrijgenden.
—
Volgens
een
telegram
dat
het
Bdbl.
en
de
N.
R.
Ct.
uit
Bitavia
hebben
ontvangen,
heeft
Djilautiek
schriftelijk,
beleefd
doch
beslist
gewei¬
gerd
naar
Batavia
te
komen,
voor
hij
de
bedoe¬
lingen
van
het
gouvernement
kent.
—
Het
plan
bestaat
om
als
eene
hulde
aan
generaal
Vetter
en
zijne
dapperen
een
Museum-
Vetter
op
te
richten,
dat
zou
omvatten:
1°.
eene
Portret-galerij
van
eminente
personen,
in
de
eerste
plaats
de
portretten
der
helden
van
de
Lombok¬
expeditie
;
2°.
eene
Koloniale-galerij,
waarin
te
plaatsen:
wapenen,
kleederdrachten,
voortbreng¬
selen
enz.,
gedenkstukken
uit
de
Lombok-expe¬
ditie
en
verdere
merkwaardigheden,
voor
expositie
geschikt;
3°.
Eene
Bibliotheek
van
alles
wat
uit¬
gegeven
is
over
Lombok
en
andere
overzeesche
bezittingen,
als
boeken,
brochures,
reisbeschrijvin¬
gen,
platen,
kaarten,
photografiën
en
wat
meer
kan
medewerken
tot
algemeene
kennis
van
onze
overzeesche
bezittingen.
Bovendien
zou
aan
geaeraal
Vetter
worden
aan¬
geboden
een
album,
bevattende
de
namen
van
de
personen,
die
tot
de
uitvoering
van
het
plan
medewerkten.
De
heer
Caspersz,
oud-majoor
der
genie
van
het
O.-I.
leger,
te
Nijmegen,
wendt
pogingen
aan
opdat
Nijmegen,
van
waar
het
eerste
telegram
van
hulde
aan
den
generaal
en
zijne
dapperen
uitging,
waar
zoovele
oud-officieren
en
ambtenaren
uit
Indië
woonachtig
zijn,
en
waar
de
Indische
brigade
garnizoen
heeft,
tot
plaats
voor
het
mu¬
seum
worde
aangewezen.
—
Aan
den
ge
vierden
zanger,
den
heer
Joh.
Messchaert,
was
het
vereerende
aanbod
gedaan
de
plaats
in
te
nemen,
welke
door
het
overlijden
van
prof
Gunz
aan
het
bekende
conservatorium
van
dr.
Hoch
te
Prankfort
is
open
gevallen.
Naar
wij
vernemen,
heeft
de
zanger
echter
gemeend,
hoeveel
verleidelijks
het
aanbod
ook
had,
daarvoor
te
moeten
bedanken
en
blijft
hij
dus
voor
Neder¬
land
behouden.
—
De
heer
J.
C.
Vonk
te
Alkmaar
heeft
ont¬
slag
genomen
als
raadslid
welke
betrekking
hij
sedert
24
September
1851
vervulde.
—
Omtrent
den
storm
van
Zaterdag
wordt
door
het
Kon.
Ned.
Met.
Instituut
medegedeeld:
Vrijdagmorgen
gaven
de
berichten
over
den
weertoestand
in
Schotland
en
Ierland
nog
geen
aanduiding,
dat
een
insentief
storineentruin
in
aan¬
tocht
was.
Dit
schijnt
evenwel
Vrijdagavond
de
westkust
van
Schotland
bereikt
te
hebben
en
ver¬
toonde
zich
de
volgende
morgen
al
aan
de
oost¬
kust,
met
een
barometerstand
van
730
mM.
Het
verval
van
luchtdrukking
was
gedurende
den
nacht
zeer
toegenomen
en
de
wind
tot
stormkracht
aan¬
gegroeid,
in
ons
land
uit
het
zuidwesten,
in
Enge¬
land
uit
het
westen
waaiende.
Alle
telegrammen
uit
het
noorden
van
Enge¬
land
ontbraken.
In
den
voormiddag,
gedureude
het
voorbijtrekken
van
het
centrum,
dat
zich
in
oostelijke
richting
voortbewoog,
verminderde
de
windsterkte
en
helderde
de
hemel
op
daarna
trad
de
storm
met
groote
kracht
uit
het
westen
op
om
eerst
gedurende
den
nacht
te
eindigen.
Zon¬
dagmorgen
had
het
centrum
Zuid-Zweden
bereikt
en
veroorzaakte
hoofdzakelijk
boven
Denemarken
en
Noord-Pru'sen
storm
uit
het
Noordwesten.
Zaterdagmorgen
om
9S/^
uur
was
de
drukking
bij
den
sterksten
stoot
50
K.
G.,
en
in
den
na¬
middag,
om
81/,
uur,
60
K.
G.
—
Omtrent
de
ramp
die
Scheveningen
heeft
getroffen,
meldt
men
:
Van
de
135
schuiten
zijn
ongeveer
25
onher¬
stelbaar
beschadigd,
enkele
zijn
bijna
geheel
fijn
gedrukt;
een
vijftigtal
zijn
zeer
zwaar
bescha¬
digd
;
tal
van
schuiten
verloren
masten,
zwaarden
en
tuigage.
De
voornaamste
reeders
zijn
verzekerd.
De
vloed
hield
aan
tot
1
uur,
en
terwijl
men
niets
hoorde
dan
een
onophoudelijk
zwaar
ge¬
kraak,
verbreidde
zich
de
mare,
dat
een
stuur¬
man
van
den
reeder
M.
de
Niet
in
de
golven
was
omgekomen;
hij
heette
Kuijper.
De
zee
stond
zoo
hoog,
dat
enkele
golven
over
den
duinvoet
bij
de
kerkwerf
sloegen,
zoodat
het
water
tot
bij
de
Protestantschekerk
vloeide;
ook
bereikten
de
golven
het
tweede
balkon
van^het
„Hotel
Berenbak"
—
voorheen
„Hotel
Rauch
'
dat
is
14
meter
boven
de
strandvlakte.
De
Dijkgraaf
en
Hoogheemraden
van
Delfland,
vergezeld
van
den
ingenieur
en
den
opzichter
voor
iveningen,
den
heer
Vreugdenhil,
waren
spoe-
W
1