Tekstweergave van WFNHC_1894_06_27_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
financieel
evenwicht
mislukten
volkomen,
zoodat
zijne
ministerieele
loopbaan
als
hoofd
van
het
de¬
partement
van
financien
van
geen
langen
duur
was.
Na
zijn
aftreding
als
minister
werd
Carnot
gekozen
tot
lid
van
den
Senaat,
eene
onderschei¬
ding,
welke
hij
door
zijne
politieke
werkzaamheid
ruimschoots
had
verdiend.
Waar
het
echter
bij
de
presidents-verkiezing
vooral
op
aankwam,
was,
dat
men
een
eerlijken
president
wilde
hebben.
Na
de
knoeierijen
van
den
heer
Wilson,
was
het
de
eerste
eisch,
waar¬
aan
de
president
moest
beantwoorden,
dat
op
zijn
naam
niet
de
minste
vlek
kleefde.
En
aan
dezen
eisch
voldeed
de
naam
Carnot
in
alle
opzichten.
De
heer
Sadi
Carnot
had
zich
steeds
doen
ken-
neD,
niet
alleen
als
een
bekwaam
man,
maar
vooral
ook
als
een
man
van
een
onbesproken
karakter.
Vandaar
dan
ook,
dat
zijne
verkiezing
tot
presi¬
dent
niet
alleen
te
Parijs
en
in
Frankrijk,
maar
in
geheel
Europa
met
groote
instemming
werd
begroet.
Tijdens
zijn
presidentschap
heeft
Carnot
in
alle
opzichten
beantwoord
aan
de
verwachtingen,
welke
van
hem
werden
gekoesterd.
Met
de
meeste
on¬
partijdigheid
en
eerlijkheid,
zonder
zich
ook
maar
eenigszins
te
scharen
aan
de
zijde
van
een
der
staatsparlijen,
heeft
de
heer
Carnot
steeds
zijn
ambt
vervuld,
terwijl
hij
tevens,
waar
hij
kon^
van
zijn
invloed
gebruik
maakte,
ten
einde
nut¬
tige
hervormingen
tot
stand
te
brengen
en
zoo
goed
mogelijk
het
evenwicht
te
bewaren
tusschen
de
beide
toongevende
republikeinsche
partijen
—
de
radicalen
en
de
opportunisten
—
wier
ver¬
deeldheid
hem
zijne
taak
dikwijls
zeer
moeilijk
maakte.
Vandaar
dan
ook,
dat
de
radicalen,
even¬
zeer
als
de
opportunisten,
de
herkiezing
van
pre¬
sident
Carnot
wenschten.
Hel
overlijden
van
president
Carnot
is
een
groot
verlies
voor
Frankrijk,
en
in
de
eerste
plaats
voor
de
republikeinsche
partij.
Bij
de
verwikkelingen
met
andere
mogendheden,
welke
tijdens
zijn
pre-
sidents-ambt
nu
en
dan
den
politieken
horizon
verduisterden,
betoonde
Carnot
steeds
de
meest
mogelijke
gematigdheid.
Ook
ten
opzichte
van
de
binnenlandsche
aangelegenheden
betoonde
Car¬
not
zich
een
geheel
ander
man
dan
zijn
voorgan¬
ger
Grévy.
Terwijl
de
heer
Grévy
zich
steeds
in
het
Elysée
afzonderde,
verzuimde
de
heer
Carnot
nimmer
zijne
belangstelling
te
doen
blijken
bij
hetgeen
op
verschillend
gebied,
ook
buiten
Parijs
voorviel.
Zoo
kwam
het
dan
ook,
dat
de
president
niet
verzuimde
een
bezoek
te
brengen
aan
de
tentoon¬
stelling
te
Lyon,
waar
hij
het
slachtoffer
werd
van
dezen
afschuwelijken
moordaanslag.
BUITENLAND.
Kapitein
Jacques,
de
Belgisohe
officier,
die
deel
nam
aan
de
bekende
expeditie
tegen
Ruma-
liza,
liet
opperhoofd
der
slavenjagers,
is
te
Mar¬
seille
aangekomen.
Met
het
oog
op
de
moeilijk¬
heden,
waartoe
de
Congo-staat,
vooral
door
het
geschil
met
Frankrijk,
tegenwoordig
aanleiding
geeft,
begaf
de
Parijsche
correspondent
der
Indé-
pendance
Beige
zich
naar
Marseille,
ten
einde
van
den
kapitein
nadere
en
juiste
bijzonderheden
over
den
staat
van
zaken
te
vernemen.
De
kapitein
gaf
een
uitvoerig
verslag
van
de
krijgsverrichtingen
tegen
Rumaliza,
welke
reeds
in
hoofdzaak
bekend
zijn,
doch
liet
zich
niet
uit
over
de
bestaande
moeilijkheden.
Alleen
verklaarde
hij,
dat
na
Rumaliza's
nederlaag
de
Congo-staat
niets
meer
te
vreezen
bad
van
de
Arabieren.
Volgens
zijn
verzekering
had
de
Congo-regee-
ring
zich
bij
hel
bestrijden
van
den
slavenhandel
steeds
getrouw
gehouden
aan
de
bepalingen
van
de
bekende
besluiten
der
Brusselsche
conferentie.
Dit
kon
echter
niet
gezegd
worden
van
de
En-
gelschen
en
de
Duitschers,
die,
ter
wille
hunner
handelsbelangen,
de
slavenjagers
nog
steeds
ont¬
zien.
Kapitein
Jacques,
die
vergezeld
wordt
door
de
luitenants
Renier
en
Decquier,
zal
zich
terstond
naar
Brussel
begeven,
waar
reeds
toebereidselen
zijn
gemaakt
om
hem
op
feestelijke
wijze
te
ont¬
vangen.
I
Frankrijk
:s
in
rouw
gedompeld
door
den
moord
Zondagavond
te
Lyon
op
president
Carnot
gepleegd.
De
moordenaar
is
een
Italiaan,
die,
toen
hij
te
Milaan
woonde,
tot
de
anarchistische
partij
behoorde.
Te
Cette
werkte
hij
bij
een
bak¬
ker.
Vandaar
ging
hij
over
Tarascon
naar
Lyon,
waar
hij
bij
een
wapensmid
den
dolk
kocht,
waar¬
mede
hij
zijn
slachtoffer
doodde.
Tegen
morgen
(Woensdag)
is
reeds
het
Congres
te
Versailles
bijeengeroepen,
tot
verkiezing
van
een
nieuwe
president.
Het
Congres
bestaat
uit
de
leden
van
den
Senaat
en
de
Kamer.
Het
Hongaarsche
ministerie
zal
zich
voor-
loopig
tevreden
stellen
met
de
overwinning,
welke
het
door
de
aanneming
van
het
wetsontwerp
be¬
treffende
de
invoering
van
het
burgerlijk
huwe¬
lijk
door
de
Magnaten-Kamer
heeft
behaald.
Vol¬
gens
eene
verklaring
van
den
minister-president
Weckerlé
zal
de
regeering
vooreerst
de
verdere
kerkelijke
hervormings-wetten
laten
rusten
en
deze
eerst
in
bet
najaar
bij
de
Magnaten-Kamer
indienen.
Een
der
clericale
Hongaarsche
bladen,
Magyar
Alan
deelt
mede,
dat
alle
clericale
Magnaten,
die
voor
het
wetsontwerp
hebben
gestemd,
door
den
Paus
in
den
ban
zullen
worden
gedaan.
Voorloopig
behoeft
echter
aan
dit
bericht
geen
ernstige
waarde
gehecht
te
worden,
vooral
omdat
de
hoofdorganen
der
clericale
partij
in
Oostenrijk—
Hongarije
verklaarden,
dat
de
leiders
der
clericale
partij
niet
voornemens
zijr.
den
strijd
voort
te
zetten,
nu
eenmaal
de
beslissing
is
gevallen.
Koning
Alexander
van
Servië
is
uit
Bel¬
grado
naar
Constantinopel
vertrokken.
Op
het¬
zelfde
oogenblik,
dat
de
koning
zou
vertrekken,
liep
juist
in
het
station
een
extra-trein
binnen
uit
Weenen,
waarin
aartshertog
Jozef
zich
bevond.
Na
een
kortstondige
begroeting
van
den
Oosten-
rijkschen
aartshertog
door
koning
Milan
en
zijn
zoon,
aanvaardden
de
koningen
de
reis.
Vóér
hun
vertrek
hadden
Milan
en
Alexander
in
hun
konak
een
onderhoud
met
generaal
Beli-
markovitch,
een
van
de
drie
oud-regenten,
die
door
den
bekenden
staatsgreep
onlangs
werden
afgezet.
Volgens
den
correspondent
van
de
Times
te
Belgrado
wordt
daar
aan
dit
onderhoud
nogal
gewicht
gehecht,
want
tot
dusver
stond
de
gene¬
raal,
een
der
vrienden
van
den
oud-regent
Ristitch,
met
den
liberalen
minister-president
Avakumo-
witch
op
zeer
gespannen
voet.
Natuurlijk
wordt
dit
bezoek
in
verband
gebracht
met
de
vermoe¬
delijke
oplossing
der
ministerieele
crisis,
indien!
er
althans
ook
na
's
konings
terugkeer
nog
van
eene
crisis
sprake
kan
wezen.
Men
beweert,
dat
bet
geschil
reeds
is
bijge¬
legd.
Hoe
dit
zij,
in
elk
geval
zal
dit
eerst
ze¬
ker
blijken,
na
den
terugkeer
des
konings.
De'
hoofdzaak
is
—
en
daarvoor
bestaat
alle
vooruit-'
zicht
—
dat
tijdens
's
konings
afwezigheid
te
Bel-1
grado
niets
voorvalle,
hetgeen
lot
rustverstoring
aanleiding
kan
geven.
Het
bezoek
van
aartshertog
Jozef,
den
opper¬
bevelhebber
van
het
Hongaarsche
leger,
heeft
te
Weenen
nog
al
de
aandacht
getrokken.
Het
oificieuse
Fremdenblatt
haast
zich
echter
te
verklaren,
dat
het
bezoek
in
het
minst
geen
politieke
beteekenis
heeft.
De
aartshertog
bevond
zich
in
bet
naburige
Semlin,
ten
einde
eene
in¬
spectie
te
houden
over
het
garnizoen
en
bracht
toen
den
Servischen
koning
een
bezoek.
Den
dag
te
voren
had
de
aartshertog
koning
Alexander
doen
weten,
dat
hij
voornemens
was
hem
een
bezoek
te
brengen,
voordat
de
koning
naar
Kon-
stantinopel
zou
vertrekken.
Met
een
extra-trein
werd
de
aartshertog
te
Semlin
afgehaald,
maar
daar
het
reisplan
van
koning
Alexander
niet
kon
worden
uitgesteld,
bepaalde
het
bezoek
zich
tot
een
kortstondig
onderhoud
in
het
station.
Alvorens
afscheid
te
nemen,
noodigden
Milan
en
Alexander
den
aartshertog
uit
in
het
najaar
terug
te
komen.
De
aartshertog
nam
deze
uit-
noodiging
aan
en
verklaarde,
dat
keizer
Frans
Jozef
hem
had
opgedragen
den
koning
eene
voor¬
spoedige
reis
toe
te
wenschen.
Daarna
vertrok
de
aartshertog
naar
Semlin
en
de
koning
naar
Con¬
stantinopel.
Ofschoon
dit
bezoek
geen
politieke
beteekenis
heeft,
tenminste
volgens
de
verklaring
der
Oostenrijksche
regeering,
zoo
wordt
deze
on¬
verwachte
overkomst
van
den
Oostenrijkschen
aartshertog
ook
te
Belgrado
uit
den
aard
der
zaak
druk
besproken.
De
Russische
alleenheerscher
heeft
eindelijk
ingezien,
dat
Rusland
ernstig
behoefte
heeft
aan
hervormingen.
Daarom
bevat
de
Russische
staats¬
courant
een
twaalf
kolommen-lange
ukaze,
waarin
de
regeling
te
vinden
is
der
zeer
belangrijke
quaestie
....
van
de
uniformen
voor
het
personeel
van
den
civielen
dienst.
Ieder
dezer
ambtenaren
moet
voortaan
zeven
soorten
uniformen
bezitten:
voor
gala,
feestdagen,
gewoon,
dagelijksch,
buiten¬
gewoon,
reis-
eu
zomer-tenue.
De
Russische
bladen
merken
op,
dat
die
beambten
door
de
uniform-
ukaze
geruïneerd
zullen
worden,
als
ze
tenminste
geen
toelage
ontvangen.
De
ukaze
bepaalt
verder,
dat
de
ambtenaren,
indien
zij
op
de
keizerlijke
bals
genoodigd
worden,
moeten
dragen:
als
zij
dansen,
korte
witte
broek,
wit-zijdea
kousen
en
gelakte
schoenen;
en
zoo
zij
niet
dartsen,
lange
witte
broek
zonder
galons.
Als
de
Russen
nu
nog
klagen,
zijn
het
toch
werkelijk
mopperaars!
zegt
de
Réforme.
In
nog
vele
streken
van
Rusland
vooral
in
de
nabijheid
der
Zwarte
Zee
zijn
de
bewoners
geheel
aan
hun
lot
overgelaten.
Hun
verblijf
daar
wordt
onhoudbaar
gemaakt
door
de
veelvuldige
aanval¬
len
der
steeds
aangroeiende
rooverbenden.
De
in¬
woners
van
Touapsé
zijn
nu
al
weer
genoodzaakt
de
hulp
van
de
militaire
macht
in
te
roepen.
Aan
de
kustzijde,
tusschen
Novorosimsk
eu
Tou¬
apsé
kunnen
de
kozakken
deze
lastige
bezoekers
wel
afweren,
maar
verder
zuidwaarts
van
Touapsé
krijgt
de
kuststreek
een
geheel
ander
aanzien,
hier
en
daar
eene
boerderij
met
vier
h
vijf
arbei¬
ders,
die
het
land
bebouwen;
slechts
twee
boer¬
derijen,
die
van
de
heeren
Siberiekow
en
baron
Stengel,
hebben
vijftien
a
twintig
arbeiders.
Hier
en
daar
een
gehucht
van
drie
huisgezinnen,
vier
Grieksche
dorpjes
en
één
Russisch
dorp,
uit
tieu
huisgezinnen
bestaande.
De
roovers
hebben
daar
dus
ruim
veld
en
kunnen
des
nachts
ongestoord
het
land
doorkruisen,
terwijl
zij
zich
overdag
iu
de
nauwe
bergspleten
van
Kouban
schuil
houden.
Dit
gedeelte
is
geheel
ontbloot
van
verdedigers.
De
chef
van
dit
district',
belast
met
de
controle
der
politie,
heeft
slechts
één
soldaat
tot
zijn
be¬
schikking.
De
rooverbeDde,
die
nu
weer
schrik
onder
de
inwoners
van
Touapsé
verspreidt,
groeit
meer
en
meer
aan
en
bestaat
uit
Perzen,
Turken
en
Grieken.
De
roovers,
die
gemaskerd
zijn,
heb¬
ben
reeds
een
boerderij
uitgeplunderd,
en
een
Grieksch
dorpje
overrompeld,
waar
één
der
roovers
gewond
werd
en
zijne
makkers
op
de
vlucht
wer¬
den
gejaagd.
De
khedive
van
Egypte
is
uit
Alexandrië
naar
Constantinopel
vertrokken.
Tijdens
de
afwe¬
zigheid
van
Abbas-Pacha
is
de
minister-president
Nubar-Pacha
tot
regent
benoemd.
Het
Journal
des
Debate
bespreekt
de
reis
van
den
khedive
en
verwacht
daarvan
goede
gevolgen,
en
wel
omdat
het
bezoek
te
Constantinopel
ver¬
moedelijk
zal
bijdragen
tot
het
uit
den
weg
ruimen
van
elk
misverstand
tusschen
den
sultan
en
den
khedive.
Het
blad
betreurt,
dat
Parijs
de
eer
van
een
bezoek
des
khediven
moet
missen,
maar
het
erkent,
„dat
de
tijd
dan
ook
niet
bijzonder
gun¬
stig
is
voor
een
dergelijk
bezoek,
vooral
te
Lon¬
den,
juist
nu
de
Engelsche
regeering
en
de
Congo-
staat
bezig
zijn
weer
een
gedeelte
van
Egypte,
dat
tot
Turkije
behoort,
onder
elkaar
te
verdeelen".
Deze
opmerking
betreft
natuurlijk
het
bekende
Congo-lractaat,
waarover
nog
geen
beslissing
is
genomen.
Overigens,
wat
het
mislukte
bezoek
van
den
khedive
te
Londen
betreft,
zegt
de
Times,
dat
daarvan
de
schuld
uitsluitend
ligt
aan
de
Engelsche
regeering,
welke
den
khedive
uitnoo-
digde,
in
plaats
van
het
verzoek,
gelijk
de
vorm
eischte,
te
richten
tot
Abbas
Pacha's
suzerein,
den
sultan
van
Turkije.
Vandaar
dat
de
sultan
zich
ge¬
krenkt
achtte
in
zijne
rechten
en
weigerde
zijne
toestemming
te
geven
tot
de
reis
van
zijn
vasal
naar
Parijs
en
Londen.
De
nieuwe
sultan
van
Marokko,
Abdul
Azis,
heeft,
naar
men
weet,
de
regeering
aanvaard.
On-
dat
heb
je
zeker
al
lang
gemerkt,"
antwoordde
ze
innig,
terwijl
ze
vertrouwelijk
haar
kopje
tegen
zijn
schouder
vlijde.
„O
jou
ondeugd!"
hernam
bij
overgelukkig
en
streelde
haar
en
kuste
haar
en
nog
eens
en
nog
eens
weer,
eerst
op
voorhoofd
en
wangen,
maar
eindelijk
op
het
aardig
mondje
en
ontving
toen
ook
van
haar,
die
eerste
reine
kus,
die
hij
zijn
heele
leven
niet
vergat...
En
toen
vertelde
hij
haar
alles:
Dat
bij
altijd
weer
aan
haar
moest
denken,
na
die
eerste
kennis¬
making
boven
op
den
heuvel
in
het
bosch.
„Het
is
misschien
dwaas,"
vervolgde
Joost,
„maar
eer¬
lijk
wezeu
en
bekennen,
dat
ik
je
dadelijk
lief-
kreeg.
En
daarom
ook,
meisje,
was
het
aanbod
van
Mevrouw,
om
mij
voor
het
onderwijs
te
doen
iopleiden,
mij
zco
hoogst
welkom.
Ik
begreep
wel,
ndien
ik
de
oude
bleef,
er
nimmer
kans
zou
zijn:
je
nog
eens
mijn
aardig
vrouwke
te
mogen
noemen.
Met
jou
Nelly
als
doel,
begon
ik
den
berg
van
bezwaren
dapper
te
beklimmen.
—
Ik
had
me
voorgenomen
je
niets
van
mijn
zoet
ge¬
heim
te
doen
blijken,
voor
ik
met
goed
gevolg
examen
had
gedaan.
Maar
hoe
zwaar
viel
me
dat,
hoe
meer
ik
je
leerde
kennen
en
hoe
meer
ik
meende
te
ontdekken,
dat
je
ook
wel
wat
met
me
ophad.
Want
altijd
was
ik
maar
bang,
dat
Karei
van
den
Burgemeester
me
voor
zou
zijn."
„Ik
heb
je
meer
gezegd,
[Joost,"
viel
Nelly
in,
„dat
ik
Karei
wel
mag,
dat
zijn
hart
niet
kwaad
is,
maar
aan
zijue
zijde
het
leven
door
te
wandelen,
niet
graag!
Ik
weet
natuurlijk
in
de
verste
verte
niet,
of
Karei
daar
ooit
aan
gedacht
heeft.
Zeer
zeker
niet!
Ik
heb
er
ten
minste
nooit
iets
van
kunnen
merken."
„Ik
was
er
altijd
maar
bang
voor,"
hernam
Joost,
„en
als
ik
je
met
hem
voorbij
zag
wande¬
len,
had
ik
geen
rust.
—
Ook,
als
ik
je
met
de
kinderen
zag
uittrekken
naar
het
strand,
hoe
moest
ik
dan
tegen
mijzelveu
worstelen,
om
rustig
bij
mijn
boeken
te
blijven
en
je
niet
na
te
snellen.
—
Maar
ik
ben
dit
alles
—
door
onvermoeide
inspanning
durf
ik
zeggen
—
te
boven
gekomen,
maar
nu
moeten
ze
ook
niet
komen
—
en
hier
begon
zijn
stem
droevig
te
klinken
—
en
mij
willen
noodzaken
voor
altijd
afstand
van
je
te
doen,
want
bij
God,
dat
kan
ik
niet
en
wil
ik
ook
niet!"
zei
hij
met
vuur,
terwijl
hij
de
ge¬
liefde
vaster
in
zijn
armen
sloot.
„Van
mij
afstand
doen?"
zei
Nelly
verwonderd
en
onthutst.
„Wie
wil
dat?"
vervolgde
ze
toornig,
„juffrouw
Stein
en
haar
dochter
misschien?"
„Waren
die
het
maar
alleen,"
antwoordde
Joost.
„Ik
zou
er
me
niets
van
aantrekken.
Maar
mijn
moeder
schijnt
u
minder....
geschikt
te
vinden
....
als
....
"
En
nu
vertelde
hij
haar
dat
geheele
onderhoud
met
Meester's
vrouw.
Toen
hij
ten
einde
was,
voelde
hij
zich
niet
alleen
aanmerkelijk
opgelucht,
maar
de
verklaring
van
Nelly,
„dat
ze
stellig
geloofde,
dat
alles
een
boos
verdichtsel
was
van
juffrouw
Stein
en
dat
zij
er
niets
geen
waarde
aan
hechtte,"
bezielde
hem
met
nieuwen
moed.
Ze
sleten,
onder
zoet
gekeuvel,
nog
een
zalig
uurtje,
hand
in
hand
gezeten,
tegen
de
helling
van
den
buitenketen
en
schenen
niet
te
merken,
dat
inmiddels
de
avond
daalde
over
Walestein's
verrukkelijk
strand.
Waar
straks
het
oog
van
den
dag
blonk,
straalde
reeds,
als
een
vriendelijke
star,
het
licht
van
den
vuurtoren
en
vurige
oogjes
be¬
gonnen
te
flikkeren
op
de
schepen
in
de
verte.
De
avondklokjes
der
naburige
dorpen
klingelden
zacht
het
uur
van
acht
en
herinnerden
er
het
gelukkkig
paartje
aan,
dat
bet
hoog
tijd
was,
weer
te
keerea
naar
het
vredig
dorp,
dat
daar
als
een
liefelijke
oase
lag
aan
den
voet
van
het
duin.,..
Wat
keek
juffrouw
Stein
ijselijk
zuur,
toen
Joost
dien
avond,
vrij
laat,
de
huiskamer
weer
binnentrad,
met
van
vreugde
stralende
oogen.
Maar
Meester
klopte
hem
vertrouwelijk
op
den
schouder
en
met
een
knipoogje
zeide
hij:
„Ik
geloof,
dat
die
wandeling
ja
goed
gedaan
heeft
Joost."
(Wordt
vervolgd.)
middellijk
na
zijne
inhuldiging
ontving
de
sultan
eene
deputatie
der
inwoners
van
Rabat,
die
zich
kwamen
beklagen
dat
zij
aan
allerlei
afpersingen
blootstaan
van
de
zijde
der
plaatselijke
autoriteiten.
De
sultan
ontbood
terstond
den
gouverneur
en
dreigde
hem
te
zullen
ontslaan,
indien
hij
niet
terstond
zorg
droeg,
dat
den
ingezetenen
het
hun
ontnomen
geld
werd
teruggegeven.
Indien
Abdul
Azis
op
deze
wijze
wil
voortgaan
met
een
einde
te
maken
aan
de
tallooze
misbrui¬
ken,
welke
nog
in
Marokko
bestaan,
dan
zal
het
den
sultan
tijdens
zijne
regeering
zeker
niet
aan
werk
ontbreken.
Voorloopig
zal
hem
nu
de
tijd
worden
gegund
om
zich
met
dergelijke
zaken
te
bemoeien,
want
naar
alle
waarschijnlijkheid
zal
hij
althans
voorloopig
het
zwaard
niet
behoeven
te
trekken,
teneinde
zich
op
den
troons
zijns
vaders
te
handhaven.
Uit
lez
wordt
het
bericht
bevestigd,
dat
de
oudere
broeder
des
sultans,
geen
kans
ziende
om
zich
van
den
troon
meester
te
maken,
zijn
broeder
al»
sultan
heeft
erkend.
Tot
dusver
is
dan
ook
in
de
hoofdstad
de
orde
niet
gestoord.
Na
het
ont¬
vangen
dezer
geruststellende
tijdingen
heeft
Abdul
Azis
dan
ook
besloten
terstond
zijn
voornemen
om
naar
de
hoofdstad
te
gaan,
ten
uitvoer
te
brengen.
Aanvankelijk
werd
dit
reisplan
uitgesteld
uit
vrees
voor
mogelijk
verzet.
De
sultan
is
echter
uit
Rabat
vertrokken
naar
Mequinez
en
vandaar
doorgereisd
naar
Fez,
ten
einde
ook
daar
als
opvolger
zijns
vaders
te
worden
gehuldigd.
De
Spaansche
regeering
heeft
het
haar
toeko¬
mende
gedeelte
der
verschuldigde
oorlogsschatting,
5,000,000
peseta's,
nog
niet
ontvangen,
maar
naar
alle
waarschijnlijkheid
zal
dit
geld
nu
spoedig
worden
uitbetaald,
zoodat
daarover
geen
nieuwe
moeilijkheden
zijn
te
wachten.
Voorloopig
geeft
derhalve
de
regeerings-verandering
in
Marokko,
die
ook
in
Europa
aanvankelijk
zoo
groote
be¬
weging
veroorzaakte,
nog
geen
aanleiding
tot
ern¬
stige
ongerustheid.
De
Chmeesche
bladen
berichten
telkens
van
nieuwe
toebereidselen
voor
de
viering
van
den
60en
geboortedag
der
Keizerin-Moeder.
De
feesten
zullen
niet
minder
dan
vijftien
dagen
duren,
en
's
Keizers
oudoom,
Prins
Kung,
zal
er
wel
niet
rouwig
om
zijr,
dat
hij,
wegens
zijn
hoogen
leeftijd,
van
het
deelnemen
aan
die
feesten
is
vrijgesteld.
Er
zijn
te
Shanghai
en
elders
60,000
fraaie
papieren
lantarens
besteld
voor
de
versiering
van
de
hoofdstad.
Eenige
kooplieden
te
Peking
willen
ter
eere
van
het
feest
aldaar
een
museum
voor
kunsten
en
wetenschappen
van
Europa,
Amerika
en
China
stichten.
Ook
spreekt
men
van
een
Chineesche
hoogeschool
in
de
Westersche
wetenschappen
te
Shanghai.
Alle
ter
dood
veroordeelden,
met
uitzondering
van
oudermoorders,
zullen
in
het
najaar
verzach¬
ting
van
straf
krijgen,
ter
eere
der
feestvierende
Vorstin.
De
Keizer
van
China
zal
voortaan
zelf
in
voor-
en
najaar
gaan
offeien
in
den
tempel
van
Confu¬
cius,
te
Peking.
Van
de
thans
heerschende
Mant-
schu-dynastie
heeft
alleen
Keizer-Tscbien
Lung,
in
de
vorige
eeuw,
dat
gedaan.
Het
besluit
van
den
Keizer
is
overal
in
China
met
voldoening
vernomen.
BINNENLAND.
Staten—Generaal.
Tweede
Kamer.
Zitting
van
Donderdag.
Medegedeeld
werd,
dat
de
heer
Pijnappel
be¬
noemd
is
tot
voorzitter
der
Commissie
van
voor¬
bereiding
voor
het
ontwerp
tot
wijziging
der
Bur¬
gerlijke
Rechtsvordering.
De
heer
De
Beaufort
rapporteerde,
dat
de
Commissie
voor
de
geloofsbrieven
van
den
heer
Pijnacker
Hordijk
voorstelt,
hem
toe
te
laten
als
lid.
De
behandeling
van
die
conclusie
is
bepaald
op
heden
(Dinsdag)
om
11
uur
Vrijdag
zou
de
Kamer
nog
in
de
sectiën
on¬
derzoeken
de
overeenkomst
tot
wering
der
cholera
en
tot
verlenging
der
gemengde
rechtspraak
in
Egypte.
De
heer
Viruly
Verlrugge
verkreeg
verlof,
om
terstond
aan
de
Regeering
te
vragen,
of
de
ern¬
stige
overwegingen
der
Regeering
omtrent
over-
legging
van
stukken
inzake
de
ontbinding
reeds
tot
eenig
besluit
hebben
geleid,
en
of
de
Regee¬
ring
bereid
is,
om
de
aan
de
Eerste
Kamer
over
te
leggen
stukken
ook
aan
de
Tweede
Kamer
mede
ta
deelen.
De
Minister
Roëll
antwoordde,
dat
de
beschei¬
den
omtrent
de
ontbinding
reeds
in
handen
zijn
van
de
Eerste
Kamer,
en
dat
hij
ze
gaarne
aan
de
Tweede
Kamer
zal
mededeelen,
wanneer
ze
niet
op
andere
wijze
te
harer
kennis
komen.
Voor
heden
(Dinsdag)
zijn
nog
eenige
weinig
omvangrijke
wetsontwerpen
ter
behandeling
in
openbare
vergadering
aangewezen.
—
Antwoordende
op
het
adres
der
heeren
Mr.
H.
L.
Drucker
en
andere
hoogleeraren
te
Leiden,
heeft
de
Minister
Van
Houten
aan
de
Kamer
medegedeeld,
dat
de
klacht
van
adressanten
over
de
langzame
uitgave
van
de
„Bijlagen"
der
Han¬
delingen
van
de
Staten-Generaal
niet
ongegrond
is.
Er
zijn
echter
maatregelen
genomen
om
deze
uitgave
zooveel
mogelijk
te
bespoedigen
en
de
Minister
zal
niets
onbeproefd
laten
om
rechtma¬
tige
klachten
te
voorkomen.
—
Volgens
het
Vad.
is
het
niet
waarschijnlijk,
dat
in
de
Tweede
Kamer
eene
interpellatie
naar
Lombok
tot
de
regeering
zal
worden
gericht.