Tekstweergave van WFNHC_1894_01_13_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
180,—
100,—
0,90
16,—
18,-
-60
18,-
11de
Jaargang.
ZATERDAG
15
JANUARI
1894.
No.
L
WEST-FRIESLAND
Nieuwe
Eloornsche
Courant.
Abonnementsprijs
per
kwartaal,
voor
Hoorn.
.
.
ƒ1,00
„
mm
Ir.
per
post
...
-
1,20
Afzonderlijke
nommers
-
0,05
Dit
blad
verschijnt
Dinsdag-
en
Yrijdag-avond.
UITOBVER
P.
GEERTS,
HOORN.
Prijs
der
advertentiën
van
1—5
regels
....
ƒ
0,40
Elke
regel
daarboven
—
0,07'
Groote
letters,
randen
enz.
worden
naar
plaatsruimte
berekend.
Stukken
voor
de
Redactie,
uiterlijk
den
vorigen
dag.
Advertentiën
voor
deze
Courant
worden
ook
aangenomen:
door
het
Alg.
Advertentie-Bureau
van
NIJGH
&
VAN
DIT
MAR
te
Rotterdam
—
voorts
door
alle
Boekhandelaren.
ROTTERDAMSCHE
TRAMWEGMAATSCUAPPIJ.
—
LIJN
HOORN-ENK.
HUIZEN.
Dienst
Hoorn,
Wester-
en
Oosterblokker,
Westwoud,
Hoogcarspel,
Lutjebroek,
Grootebroek,
Bovencarspel,
Enkhuizen
en
omgekeerd.
(1
Nov.
1893.)
Gewone
plaatselijke
(Amsterdamsche)
tijd.
STATIONS.
TRAMNUMMER.
1
I
3
9
II
i
13
1
15
1
17I
19
I
21
HOORN
(Kaasmarkt)
V.
llooru
(Station
Holl.
Spoor)
Nadorst
(Remise}
-
*
Wester-Blokker
(7
Gouden
Hoofd)..
„
O
-Blokker
(halte
spoor
Herb.
v.
Koorn)
„
Westwoud
(stationsweg
7
groene
hoornen
„
Westwoud
(Wissel)
»
Hoogcarspel
(Medemblikker
Tolhuis)
.
*
lloogcarspel
(Stationsweg,
Bantam)
.
»
Grootebroek
(Remise)
e
Grootebroek
(De
Zwaan)
Bovencarspel
(Stationsweg)
»
Bovencarspel
(Halve
Maan)
....
ENKHUIZEN
(Het
Park)
A.
8.-
1M0
10.42
12.20
1.38
2.30
4.40
a
6.50
8.50
8.05
10.15
10.47
12.25
1.43
2.35
4.45
-ë
^-6.55*
8.55
8.16
10.26
10.58
12.36
1.54
2.46
4.56
5
V
7.06
9.06
8.26
10.36
12.46
2.02
2
56
5.06
*
1
7.16
60
8.33
10.43
12.53
5:2.09
3.03
5.13
»
g
7.23
n3
8.47
10.57
1.07
■3
2.23
3.17
5.27
§
u
7.37
o>
8.52
11.02
1.12
5
2.28
3.22
5.32
1SK7.42
N
9.06
11.16
1.26
(3
2.42
3.36
5.46
«co
7.56
9.11
11.31
V
1
31
2.47
3.41
5.51
Sv,
8-01
7
■':<
8.27
9.23
11.33
c3
1.43
2.57
3.53
6.03
°
8.13
7
26
8.30
9.26
11.36
1.46
3.02
3.56
6.06
-3<=8.16
7
88
8.35
9.32
11.42
1.52
3.09
4,02
6.12
£
*8.22
7
SS
8.41
9.38
11.48
1.58
3.15
4
08
6.18
5
8.28
7.50
8.52
9.50
12.-
2.10
3.28
4.20
6.30
*
£8.40
B
-*J
QJ
T3
tL
■
SSj
5T-
S
a
afl
H~l
STATIONS.
TRAMNUMMER.
6
|
8
I
10
|
12
I
14|
16
I
181
20
|
22
ENKHUIZEN
(Het
Park)
V.
Bovencarspel
(Halve
Maan)
„
Bovencarspel
(Stationsweg)
Grootebroek
(De
Zwaan)
„
Grootebroek
(Remise)
n
Hoogcarspel
(Stationsweg,
Bantam)....
»
Hoogcarspel
(Medemblikker
Tolhuis)
.
„
Westwoud
(Wissel)
„
Westwoadi
(Stationsweg
7
groene
hoornen)
,
O.-Blokker
(haltespoor,
Herb.
v.
Koorn)
•
Wester-Blokker
(7
Gouden
Hoofd)..
»
Nadorst
(Remise)
»
Hoorn
(Station
Holl.
Spoor)
n
HOORN
(Kaasmarkt)
A
8.-
8
54
10.10
12.20
2.30
4
40
6
50
8.05
8.12
9.06
l
i.22
12.32
2.42
4.52
7.02
9.02
8.18
.
9.12
10
23
12.38
2.48
4.58
7
08
9.08
8.24
3)
9.18
10
34
12.44
00
2.54
ao
5.04
7.14
9.14
8.27
?
9
2.3
10.37
12.47
as
-O
2.57
ei
5.07
7.17
9.17
8.39
2
9.32
10
49
12.5
-
5
3.09
V
5.19
7
29
8
44
N
9.36
10.54
10.4
a
N
3.14
a
5.24
7.34
8.58
S
9.4''
11
06
1.16
3.26
5.36
7.46
9
03
9.55
11.13
1.23
3.33
5.43
7
53
9.17
g
10.09
11.27
1.37
3.47
3.28
5.57
8.07
9.24
-2
10.16
11.34
1.44
3.54
3
39
6.04
8.14
7.34
9.34
-4
10.26
11.44
1
54
1.12
4.04
3.45
6.14
8.24
7.45
9.45
in.37
11.55
2.05
1,33
4.15
3.50
6.25
8
35
7
50
9.50
10.42
12.
2.10
1.38
4.20
3.53
6.30
8.40
00
~
fe
a
_
bO
w
;
2
g
Hit
Z
fo-
5/3
5
*-
"tf
00
'«
£
Ö-
§
§
1
=«
a
S
•
.
-2
_
m
^
-H
cc
INSCHRIJVING
voor
de
Nationale
Militie
BURGEMEESTER
en
WETHOUDERS
van
HOORN;
Gelet
op
art.
19
der
Wet
van
den
19
Augus¬
tus
1861
(Staatsblad
No.
72)
en
op
art.
15
van
het
Koninklijk
Besluit
van
17
Dec.
1861
(Staats¬
blad
No.
127);
Herinneren
bij
deze
aan
de
verplichting
tot
het
doen
van
aangifte
ter
inschrijving
voor
de
MILITIE
in
de
volgende
maand
Januari,
als
wanneer
moeten
worden
ingeschreven
alle
man¬
nelijke
ingezetenen,
die
op
den
lsten
Januari
1894
hun
19de
jaar
waren
ingetreden,
alzoo
zij
die
in
1875
werden
geboren;
met
kennisgeving:
A.
Dat,
volgens
art.
15
der
bovengemelde
wet,
voor
ingezeten
wordt
gehouden:
1.
hij,
wiens
vader,
of
is
deze
overleden,
wiens
moeder,
of
zijn
beiden
overleden,
wiens
voogd
ingezeten
is
volgens
de
wet
van
28
Juli
1850
(Staatsblad
No.
44);
2.
hij,
die
geen
ouders
of
voogd
hebbende,
ge¬
durende
de
laatste
aan
het
in
de
eerste
zin¬
snede
van
dit
artikel
vermelde
tijdstip
voor¬
afgaande,
achttien
maanden
in
Nederland
verblijf
hield;
3.
hij,
van
wiens
ouders
de
langstlevende
in¬
gezeten
was,
al
is
zijn
voogd
geen
inge¬
zeten,
mits
bij
binnen
het
Rijk
verblijf
houdt.
Voor
ingezeten
wordt
niet
gehouden
de
vreemdeling,
behoorende
tot
een
staat,
waarin
de
Nederlander
niet
aan
den
verplichten
krijgsdienst
is
onderworpen,
of
waar
ten
aan¬
zien
der
dienstplichtigheid
het
beginsel
van
wederkeerigheid
is
aangenomen.
B.
Dat,
volgens
art.
16,
de
inschrijving
ge¬
schiedt
;
1.
van
een
ongehuwde
in
de
gemeente,
waar
de
vader,
of,
is
deze
overleden,
de
moeder,
of
zijn
beiden
overleden,
de
voogd
woont;
2.
van
een
gehuwde
en
van
een
weduwnaar
in
de
gemeente
waar
hij
woont;
3.
van
hem,
die
geen
vader,
moeder
of
voogd
heeft,
of
door
deze
is
achtergelaten,
of
wiens
voogd
buiten
's
lands
gevestigd
is,
in
de
ge¬
meente
waar
hij
woont;
4.
van
den
buiten
's
lands
wonenden
zoon
van
een
Nederlander,
die
ter
zake
van
's
lands
dienst
in
een
vreemd
land
woont,
in
de
ge¬
meente,
waar
zijn
vader
of
voogd
het
laatst
in
Nederland
gewoond
heelt.
C.
Dat,
blijkens
art.
17
niet
voor
de
Militie
wordt
ingeschreven:
1.
de
in
een
vreemd
Rijk
achtergebleven
zoon
-
van
een
ingezeten,
die
geen
Nederlander
is;
2.
de
in
een
vreemd
Rijk
verblijf
houdende
ouderlooze
zoon
van
een
vreemdeling,
al
is
zijn
voogd
ingezeten;
3.
de
zoon
van
den
Nederlander,
die
ter
zake
van
's
lands
dienst
in
's
Rijks
overzeesche
bezittingen
of
kolouiën
woont.
D.
Dat,
blijkens
art
18
:
elk,
die
volgens
art
15
behoort
te
worden
in¬
geschreven,
verplicht
is,
zich
daartoe
bij
Burge¬
meester
en
Wethouders
aan
te
geven
tusschen
den
lsten
en
31
sten
Januari;
bij
ongesteldheid,
afwezigheid
of
ontstentenis,
zijn
vader,
of
is
deze
overleden,
zijn
moeder,
of
zijn
beiden
overleden,
zijn
voogd
tot
het
doen
van
die
aangifte
verplicht
is.
E.
Dat,
ingevolge
art.
20,
hij,
die
eerst
na
liet
inireden
van
zijn
19de
jaar,
doch
vóór
het
volbrengen
van
zijn
20ste
ingezeten
wordt,
verplicht
is,
zich,
zoodra
dit
plaats
heeft,
ter
inschrijving
aan
te
geven
bij
Burgemeester
en
Wethouders
der
gemeente,
waar
de
inschrijving
volgens
art.
16
moet
geschieden.
Daarbij
gelden
de
bepalingen
der
2de
en
3de
zinsnede
van
art.
18.
Zijne
inschrijving
geschiedt
in
het
register
van
het
jaar,
waartoe
hij
volgens
zijn
leeftijd
behoort.
F
Dat
bij
art.
183,
overtreding
van
art.
18
op
het
niet
tijdig
aan¬
geven
ter
inschrijving
of
verzuim
der
aangifte
betrekking
hebbende,
wordt
gestraft
met
een
boete
van
ten
minste
ƒ0,50
en
ten
hoogste
ƒ100,—
G.
Dat
tot
bovenbedoelde
inschrijving
gelegen¬
heid
zal
worden
gegeven,
ten
Raadhuize
der
Ge¬
meente,
op
Dinsdag-
16
Januari
1894,
van
's
morgens
9
tot
's
namiddags
3
uur.
Hoorn,
13
December
1893.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
A.
E.
ZIMMERMAN.
De
Secretaris,
W.
VAN
WANING
Jr.
Kennisgeving.
BURGEMEESTER
en
WETHOUDERS
van
HOORN
brengen
bij
deze
ter
kennis
van
het
publiek,
dat
bij
hunne
beschikking
van
9
dezer
aan
E.
E.
SPELTEN,
alhier,
en
zijne
rechtver¬
krijgenden
vergunning
is
verleend
tot
het
oprich¬
ten
eeuer
V
e
r
v
e
r
ij
in
het
perceel
No.
2
aan
de
Gedempte
Turfhaven,
hoek
Nieuwe
Noord,
in
deze
gemeente.
Hoorn,
den
10
Januari
1894.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
De
Burgemeester,
A.
E.
ZIMMERMAN.
De
Secretaris,
W.
VAN
WANING
Jr.
BUITENLAND.
Eene
hoogst
belangrijke
tnededeeling
is
Vrij¬
dagavond
in
het
Engelsche
Lagerhuis
door
de
regeering
gedaan.
De
heer
John
Burns
had
zich
tot
den
staatssecretaris
voor
oorlog,
den
heer
Campbell-Bannerman,
gewend
met
de
vraag,
of
de
proef
met
de
invoering
van
den
achtnurswerk-
dag
in
de
patronenfabriek
van
het
arsenaal
te
Woolwich
genomen,
zoo
gunstige
uitkomsten
had
opgeleverd,
dat
de
uitbreiding
van
dit
stelsel
tot
andere
takken
van
het
departement
van
oorlog
gerechtvaardigd
was.
De
heer
Camppell-Brnnerman
antwoordde,
dat
de
omstandigheden
van
deze
fa¬
brieken
en
de
aard
van
het
daarin
gedane
werk
eene
beperking
toelieten
van
den
werktijd
tot
48
unr
per
week
of
8
uur
per
dag,
met
goede
resultaten,
zoowel
voor
den
openbaren
dienst
als
voor
de
bij
den
arbeid
betrokken
werklieden.
Dit
antwoord
werd
door
de
liberalen
luide
toe¬
gejuicht
En
terecht.
Want
het
bewijst,
dat
althans
in
eene
groote
kategorie
van
rijkswerkplsatseu
de
arbeidsduur
kan
worden
bekort,
zonder
aan
de
openbare
belangen
eenige
afbreuk
te
doen.
Het
departement
van
oorlog
heeft
te
Woolwich
alleen
13,000
man
aan
het
werk,
en
te
Enfield
en
te
Birmingham
nog
eenige
honderden.
Voor
deze
allen
zal
nu
een
korter
arbeidsdag
worden
inge¬
voerd,
en
wel
zonder
eenige
vermindering
van
loon,
omdat,
zooals
de
heer
Campbell-Bannerman
ver¬
zekerde,
uit
de
ervaring
was
geblekeu,
dat
in
den
korteren
tijd
niet
minder
werk
werd
gedaan
dan
vroeger
in
den
iangeren.
De
verklaringen
van
den
heer
Campbell-Ban¬
nerman
hebben
destemeer
beteekenis,
omdat
deze
hooggeplaatste
ambtenaar
bekend
staat
als
een
bij
uitstek
praktisch
man,
die
de
laatste
zal
zijn
om
zich
door
eene
theorie,
hoe
schoon
ook,
te
laten
medeslepen
tot
het
doen
van
gewaagde
experimenten.
Het
Fransche
ministe
ie
van
koloniën
ont¬
ving
een
telegram
van
generaal
Dodds,
dat
den
7den
dezer
uit
Wydha
afgezonden
was.
Hierin
werd
bericht,
dat
koning
Behanzin
aan
eene
on¬
ophoudelijke
vervolging
bloot
stond
en
gedwongen
was
om
zich
voorzichtig
in
de
bosschen
schuil
te
houden.
Ook
moest
de
koning
iederen
nacht
vau
legerplaats
verwisselen,
wanneer
hij
niet
in
handen
van
zijne
vijanden
wilde
vallen.
Zijne
afzetting
is
nu
door
alle
vorsten
en
op¬
perhoofden
erkend,
behalve
door
zijue
ministers,
die
hem
trouw
zijn
gebleven
en
door
hunne
bon¬
ding
bewijzen,
dat
men
ook
dan
niet
met
koning
Behanzin
in
vrede
had
kunnen
blijven
leven,
wanneer
men
vrede
met
hem
gesloten
had.
De
verdere
bestrijding
van
de
Dahomeyanen
schijnt
dus
nu
vrij
geleidelijk
te
zullen
afloopen.
In
e6n
verlaten
kamp
van
den
koning
werden
onlangs
700
geweren,
2
Kruppkanounen
en
een
groote
voorraad
buskruit
gevonden.
Deze
krijgs¬
voorraad
werd
nagenoeg
zonder
strijd
bemachtigd
;
eenige
in
de
bosschen
zwervende
inboorlingen
deden
nog
eene
poging
tot
verdediging,
maar
na
eene
korte
schermutseling,
waarbij
de
Franschen
slechts
één
doode
en
één
gewonde
verloren,
werden
zij
spoedig
teruggedreven.
Verder
was
in
het
zuiden,
aan
de
kust
en
nabij
Porto
Novo
alles
volkomen
rustig.
Het
schijnt
hier
dus
thans
den
Franschen
nog
al
voor
den
wind
te
gaan
Ondanks
den
optiinis-
tischeu
toon
kan
men
nochtans
uitt
onduidelijk
in
dit
telegram
eene
tegenspraak
lezen
van
het
on¬
langs
vermelde
gerucht,
dat
de
generaal
z'ch
reeds
naar
Frankrijk
zou
willen
inschepen.
Daar
het
boven
allen
twijfel
verheven
is,
dat
men
geen
rust
zal
hebben,
voor
de
Fransche
soldaten
den
vervolgden
koning
in
handen
hebben,
valt
er
aan
een
vertrek
van
den
generaal
niet
te
denken,
alvorens
dit
doel
verwezenlijkt
zal
zijn.
De
anarchist
Vaillant,
die
de
dynainiet-bom
in
de
Fransche
Kauier
wierp,
is
door
de
jury
schuldig
verklaard,
waarna
hij
door
de
rechtbank
ter
dood
is
veroordeeld.
Op
het
eiland
Sicilië
zijn,
vuor
zoover
bekend,
geen
nieuwe
ongereldheden
voorgevallen,
maar
wel
schijnt
de
oproerige
beweging
zich
in
Napels
nog
uit
te
breiden.
Tenminste
in
verschillende
feuilleton
door
GEORGE
OHNET,
Schrijver
van
„
De
Industrieel
van
Pont-
u
De
groote
Mergelgroeve
enz.
XXXV.
Toen
freule
de
Croix-Mort
hem
zag
heengaan,
slaakte
ze
een
zucht
en
zeeg
doodsbleek
op
een
der
zware
steenen
neder,
die
aan
weerskanten
den
uitgang
van
de
brug
vormden.
Billet
nam
haar
zakdoek,
daalde
de
helling
af
om
hem
in
den
stroom
te
houden,
en
kwam
terug
om
er
hare
slapen
mee
te
verkoelen.
Hij
sprak
zachtkens
tot
haar,
streelde
haar
handen,
en
gaf
r
de
verzekering
dat
het
voor
ditmaal
niets
zijn.
Maar,"
voegde
hij
er
nadrukkelijk
bij,
//ga
haar
zou
nooit
meer
alleen
met
dien
mijnheer
uit;
want
er
zou
een
ongeluk
gebeuren,
met
u
misschien,
met
hem
zeker."
,/Maar
Billet,
wat
denkt
ge
dan,"
riep
Edrnée,
diep
geschokt
door
de
gedachte
dat
de
opzichter
het
tooneel
had
bijgewoond.
„Ik
denk
niet
anders
dan
wat
u
mij
gezegd
heeft"
verklaarde
hij:
„Maar
ik
had
u
gezien,
toen
u
uitreed
en
heb
gezorgd
u
tegen
te
komen
om
u
in
het
voorbijgaan
goeden
dag
te
wen-
schen....
Ik
heb
uw
stem
gehoord
toen
u
riep.
Zij
klonk
zoo
verschrikt
dat
ik
dacht
dat
men
u
worgde
....
Toen
heb
ik
beenen
gemaakt
en
kijk,
het
is
een
geluk
dat
ik
u
levend
gevon¬
den
heb,
schoon
wel
een
beetje
ontdaan."
Hij
richtte
zich
in
zijn
volle
lengte
op
en
trok
met
een
forsche
ruk
de
draagband
van
zijn
geweer
terecht.
Toen
vatte
hij
freule
de
Croix-Mort
om
het
middel,
zette
haar
in
den
zadel,
en
sloeg,
de
merrie
achter
zich
aan
den
teugel
voortleidende,
den
weg
naar
het
kasteel
in.
Mevr.
d'Ayères
stond
hen
op
de
stoep,
alleen,
vol
onrust
op
te
wachten.
Hare
dochter
ziende,
snelde
zij
haar
tegemoet.
Maar
om
een
nieuw
verhoor
te
ontkomen,
drong
Edmée
zich
tot
een
glimlach
en
sprong,
geholpen
door
Billet,
van
't
paard.
„Stel
u
gerust,
moederlief,"
zeide
zij,
//ik
ben
meer
ontsteld
dan
bezeerd."
„Dank
zij
Fernand."
„Ja,
mama,
dank
zij
hem."
/,Ge
zijt
te
onvoorzichtig,
lieveling,
en
die
paarden
zijn
zoo
dom
...
Ge
moet
volstrekt
niet
weer
uitrijden.
Ik
zou
sterven
van
angst,
terwijl
ge
uit
waart."
Edmée
ging
naar
hare
kamer
en
sloot
zich
daar
op.
Daar,
kon
zij
vrij
uitweenen
en
haar
verbitterd
hart
verlichten.
Al
de
geestkracht,
die
haar
te¬
genover
Billet
en
hare
moeder
had
staande
ge¬
houden,
was
verdwenen
en
zij
voelde
zich
nu
zoo
zwak
als
een
kind.
Afschuw
greep
haar
aan
op
de
gedachte,
dat
zij
dat
gelaat
zou
moeten
weer¬
zien,
waarvan
de
herinnering
haar
reeds
deed
sid¬
deren.
In
zijne
nabijheid
leven,
zijn
blik
verdra¬
gen,
niet
gedurende
eenige
oogenblikken;
niet
voor
een
enkele
maal,
om
er
daarna
voor
altijd
van
bevrijd
te
zijn;
neen,
eiken
dag
zich
met
hem
aan
dezelfde
tafel,
in
het
zelfde
salon
te
zetten,
hem
op
de
trappen,
in
de
gangen
tegen
te
komen,
alleen,
om
wellicht
nogmaals
aan
zijne
brutaalheid
te
zijn
blootgesteld,
dat
was
het
lot
dat
het
jonge
meisje
wachtte.
Wanhopig
wrong
ze
de
handen.
Was
het
mogelijk
dat
haar
zulk
eene
pijniging
wachtte?
Zij
trachtte
ijverig
een
middel
te
be¬
denken
om
er
aan
te
ontkomen
en
kon
er
geen
vinden.
Waren
zij
niet
aan
dezelfde,
onverbreek¬
bare
keten
geklonken,
wijl
zij
éen
familie
vorm¬
den
?
Bracht
haar
moeder
hen
niet
steeds
weer
bij
elkander.
Hij
was
de
echtgenoot,
zij
de
dochter.
De
verwijdering
van
één
van
berden
was
de
eenige
oplossing.
Een
besliste,
onherroepelijke
verbreking
van
de
banden
die
hen
verbonden.
Maar
hoe
dit
te
bewerken
zonder
hare
moeder
het
hart
te
breken.
Welk
een
slag
zon
ze
haar
toebrengen
door
die
aanklacht
tegen
hem,
door
wieu
zij
reeds
zooveel
geleden
had.
O
!
alles
liever
dan
de
arme
vrouw
die
schande
te
doen
kennen.
Daarenboven
hoe
moest
zij
het
haar
zeggen,
welke
termen
moest
zij
bezisjen
om
haar
de
wandaal
mee
te
deelen,
die,
als
zij
er
aan
dacht,
haar
Hart
als
omkeerde.