Tekstweergave van WFNHC_1893_01_18_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
10de
Jaargang.
WOEMSIMG
18
.FAMCJARI
1895.
No.
5.
VEST
Nieuwe
Iloornsclie
Courant.
Abonnementsprijs
per
kwartaal,
voor
Hoorn.
„
n
n
fr.
post
ff
Afzonderlijke
nommers.
Hit
blad
verschijnt
Dinsdag-
en
Vrijdag-avond,
ƒ1.00
-
1,20
-
0,05
UITGEVER
P.
GEERTS,
HOO
RN.
Prijs
der
advertentiën
van
1—5
regels
.
.
.
.
f
0,40
Elke
regel
daarboven
-
0,0
76
Groote
letters,
randen
enz.
worden
naar
plaatsruimte
berekend.
Stukken
voor
de
Redactie,
uiterlijk
den
vorigen
dag.
Advertentiën
voor
deze
Courant
worden
ook
aangenomen
=
door
het
Alg.
Advertentie-Bureau
van
NIJGH
&
VAN
MTM
IR
te
Rotterdam
-
voorts
door
alle
Boekhandelaren
rotterdaisciik
tramwegm
Dienst
Hoorn,
Wester-
en
Oosterblokker,
Westwoud,
Gewone
plaatselijke
(Amsterdamsche)
tijd.
A
A
T
S
C
U
A
P
P
IJ
—
LIJ»
HOOR»-E»K.HUIZE».
Hoogcarspel,
Latjebroek,
Grootebroek,
Bovencarspel,
Enkhuizen
en
omgekeerd.
(1
NOV.
1892.)
STATIONS.
TRAMNUMMER.
1
|
3
I
5
|
7
|
III
13
I15I17
1
19
121
Aanteekening.
STATIONS.
TRAMNUMMER
2
|
1
|
6
|
8
|
10
1
12
|
lé|16|18|gQ1
22
Aanteekening
HOORN
(Kaasmarkt)
V
Hoorn
(Station
Holl.
Spoor)
Nadorst
(Remise)
i
Wester-Blokker
('t
Gouden
Hoofd)..
Ooster-Blokker
(Herb.
v.Koorn)
Westwoud
(Het
Zittent)
Hoogcarspel
(Grens
Hrestwoud)
Hoogcarspel
(
Hedemblikker
Tothuis)
.
Grootebroek
(Remise)
Grootebroek
(De
Zwaait)
Bovencarspel
(Halve
Haan)
ENKHUIZEn
(Het
Park)
A.
7.23
7.26
7.38
7.50
8.
isi
8.27
8.30
8.41
8.
>2
10.42
10.47
10.58
(')
Wacht
op
aankomst
van
den
trein
te
6.57
10.10
10.15
10.26
10.36
0
43
10.56
11.10
11.16
11.83
;
1.36
11.48
12
—
.37
Greenwich.)
12.20
12.25
12
36
12.46
12.53
1.06
1.20
1.26
1.43
1.46
1.58
2.10
1.38
2.30
1.43
1.54
.2.02
72.09
>2
22
l
2.36
a
2.42
2.57
3.02
3.15
3.28
2.35
2.46
2.56]
3.03
3.16
3.30
36
3.53
3.56
3.58
,4.20
,.40
4.45
4.56
5.06
5.13
5.26
5.40
5.46
6.03
6.06
6.18
i.30
[6.50
6.55(1)
7.06
7.16
7.23
7.36
7
50
7.56
8.13
3.'6
8.28
8.40
,.50
8
55
.06
"S
13
"S.
.3
>
o
o
g
—
f
«
^
c3
D
>
>
t-
&
m
ea
Q
®
C-
Cd
w
t:
g
Z
V
r—
.
M
Sh
'g
3H
a
u
«
S3
09
09
•
d
09
=5
-O
'
bo
CS
Ö
—'
fao
&
*
=
®
5
r**
t->
-t-»
ENKHUIZEN
{Het
Park)
V.
Bovencarspel
(Halve
Haan)
„
Grootebroek
{De
Zwaan)
„
Grootebroek
{Remise)
„
Hoogcarspel
{Medemblikker
Tolhuis)
.
„
Hoogcarspel
{Grens
Westwoud)
„
Westwoud
{Het
Zittent)
«
Ooster-Blokker
{Herb.
v.
Room)
,,
Wester-Blokker
{'t
Gouden
Hoofd).
Nadorst
{Remise)
u
Hoorn
{Station
Holl.
Spoor)
HOORN
(Kaasmarkt1
A.
8
—I
8
54
10.10
12.20
2.30
3.28
.40
6.50
8
5u
8
19
UB
9.06
10.22
12.32
2.42
3.39
4.52
73
2
y
O-
8.24
9
18
10.34
12.44
2.54
3.50
5.0.
7.14
9
i*
8.27
8
44
»h
V
9.23
9.36
10.37
10.54
12.4/
1.04
P
c4-
et
2.57
3.14
3.53
5.07
5.24
7
17
7
34
9.1
8
51
CSJ
9,43
11.01
1.11
P
TQ
3.21
5.31
7.41
9
04
co
9.56
11.14
1.24
f®
3.34
CO
5.44
7.54
9
'•
7
10.09
11.27
1.37
3.47
n3
5
57
8.07
9
24
ü
10.16
11.34
1.44
3,54
O
6.04
8.14
9
84
10.26
11.44
1.54
1.12
4
04
«c
NI
6.14
8.24
9
45
<
1".37
11.55
2.0a
1.33
4.15
6.25
8.35
9.50
1
.42
12.
2.10
1.38
4.20
6.30
8.40
£
*
£
t
P
*
W
t-
"
a
M
a
'ï
M
OFFICIEEL
GEDEELTE.
Bekendmaking.
BURGEMEESTER
en
WETHOUDERS
van
HOORN
;
Gezien
de
bepaling
van
art.
149
der
wet
be¬
trekkelijk
de
Nationale
Militie,
luidende
als
volgt:
De
ZEEMILITIE
wordt
samengesteld
uit
lo-
telingen
en
vrijwilltgers
voor
de
Militie,
die
zich
vrijwillig
hebben
aangemeld
om
bij
de
Zeemilitie
te
dienen
;
Noodigen
bij
deze
de
lotelingen,
die
verlangen
bij
de
Zeemilitie
te
dienen,
uit,
zich
daartoe
vóór
den
Isten
Februari
aanstaande
bij
her»
aan
te
melden.
Hoorn,
2
Januari
1893.
Burgemeester
en
Weihouders
voornoemd>
De
burgemeester,
A.
E.
ZIMMERMAN.
De
Secrtaris,
W.
VAN
WANING
Jr.
LIJST
VAN
BRIEVEN,
geadresseerd
aan
onbekenden,
over
de
le
helft
der
maand
Dec.
welke
op
aanvrage
ten
postkantore
te
Hoorn
door
de
belanghebbenden
in
ontvang
kunnen
genomen
worden.
Van
HOORN:
M.
Bouwes,
Goorn.
Van
HOOGKARSPFL
:
C.
Groos,
Blokker.
Van
WOGNUM:
E.
Kooter,
Bovenkarspel.
J.
A.
Schuld,
Amsterdam.
(Briefkaart).
„BÉmeiÈ
mrMtiaiini".
Onder
dit
opschrift
komt
de
beer
mr.
A.
Ker-
dijk
in
het
Sociaal
Weekblad
op
tegen
de
vol¬
gende
ergelijke
aantijging
die
onlangs
in
een
der
bladen
voorkwam
:
„Schandalen
zijn
niet
het
gevolg
van
eenig
re-
geeringsstelsel,
maar
van
den
moreelen
toestand
des
volks.
Het
eenige
verschil
is,
dat
in
landen,
waar
het
algemeen
kiesrecht
bestaat,
de
schanda¬
len
meer
aan
het
licht
komen
en
worden
ver¬
volgd,
terwijl
zij
in
census-
of
autocratische
staten
zooveel
mogelijk
in
den
doofpot
gaan.
,/Overigens
vergete
men
niet,
dat
in
census-
landen,
waar
de
bezittende
klasse
de
staatsmacht
in
handen
heeft,
omkooperij
waarschijnlijk
minder
noodig
is,
omdat
de
heeren
zich
niet
behoeven
te
bedienen
van
derden,
doch
hun
zaakjes
behar¬
tigen
in
eigen
kring,
adres
aan
Billiton-
en
Bank-
concessies!"
Of
het
dusgenaamd
algemeen
stemrecht
overal
en
uit
zijn
aard
een
waarborg
biedt
voor
het
aan
het
licht
komen
van
misdadig
geknoei,
betwijfelt
mr,
Kerdijk.
Maar
met
nadruk
komt
hij
op
tegen
de
insinuatie
omtrent
Billiton-
en
Bank
concessies.
,
Hij
zegt
daarvan
het
volgende:
„Dus:
deze
concessies
zijn
door
de
heeren
j
machthebbers
tot
stand
gebracht
om
„zaakjes
te
j
behartigen"
't
zij
voor
zichzelven
't
zij
voor
an-
j
dere
particulieren;
om
de
zakken
te
spekken,
't
zij
hun
eigene
't
zij
die
hunner
vriendjes;
bij
die
gelegenheid
heeft
men
in
den
regeeringskring
en
in
de
Staten-Generaal
het
schouwspel
gehad
óf
vau
dieven
óf
van
diefjesmaat,
j
„Tegen
een
uitlating
met
zulke
strekking
tee-
ken
ik
protest
aan;
óók
in
naam
juist
van
de
moraliteit,
die
beweerd
wordt
bij
het
tot
stand
komen
der
genoemde
concessiën
te
zijn
geschon¬
den.
Ik
zou
daartoe
mij
gerechtigd
en
verplicht
rekenen
ook
zonder
de
omstandigheid,
dat
ik
als
lid
der
Tweede
Kamer
tegen
beide
die
concessiën
mijn
stem
heb
uitgebracht.
„Wel
te
verstaan:
niet
de
scherpe
zakelijke
kritiek,
niet
het
wraken
van
dê
gevallen
beslis¬
singen
als
strijdig
met
het
algemeen
belang,
niet
het
beoordeelen
vau
hen,
die
er
toe
medewerk¬
ten,
uit
het
oogpunt
van
miskenning
van
dat
belang,
wekt
mijn
ergernis
en
mijn
droefheid.
Dat
doet
alléén
het
hun
toedichten
van
lage
per¬
soonlijke
motieven.
„Heeft
men
de
bewijzen,
dat
iemand
zijn
positie
grovelijk
misbruikt,
ten
einde
zich
of
zijn
vrien¬
den
te
bevoordeelen,
dan
voorzeker
is
de
open¬
baarmaking,
èn
van
het
feit
èn
van
de
bewijzen,
te
prijzen
als
een
dienst
aan
de
gemeenschap;
een
te
grooter
dienst,
naarmate
die
iemand
hoo-
ger
gezeten
is.
Ook
erken
ik,
dat
het
niet
onder
alle
omstandigheden
veroordeelenswaard
is,
wan¬
neer
men,
trots
ontstentenis
van
afdoend
bewijs,
maar
voor
zichzelven
verzekerd
van
de
waarheid,
deze
ten
aanzien
van
zoodanigen
persoon
niet
ver¬
zwijgt.
Doch
zelfs
van
dit
laatste
was
hier
geen
sprake.
Hier
werd
niet
tegen
een
of
meer
bepaalde
personen
een
beschuldiging
ingebracht;
hier
werd
een
gansch
algemeene
verdenking
uitgesproken.
Wat
hier
geschreven
werd,
leidt
tot
ondermijning
van
het
geloof
in
de
eerlijkheid,
niet
van
dezen
of
genen,
maar
van
allen.
En
dit
noem
ik
een
kwaad,
driemaal
erger
nog
dan
indien
het
aan¬
geduide
misbruik
—
op
zich
zelf
overigens
erg
genoeg
—
somwijlen
wordt
gepleegd.
Laat
men
toch
tweëerlei
bedenken.
„Vooreerst,
dat
zulke
vergiftige
wapenen
nog
gevaarlijker
zijn
voor
wie
er
zich
van
bedient,
dan
voor
degenen,
tegen
wie
zij
worden
gericht,
j
Zooals
ik
reeds
vroeger
eens
de
vrijheid
nam,
der
redactie
van
Be
Amsterdammer
toe
te
voegen:
gelooft
gij
inderdaad,
dat
gij
door
zulk
geschrijf
de
meer
„radicale"
richting
onder
de
liberalen
doet
stijgen
in
de
achting
van
het
betere
deel
der
natie?
„En
in
de
tweede
plaats
—
wat
nog
heel
wat
zwaarder
weegt
—
dat
aldus
ernstig
zedelijk
kwaad
wordt
gesticht
bij
wie
weet
hoevelen.
Elk
pers¬
orgaan
werkt
opvoedend,
ten
goede
of
ten
kwade,
op
zijn
lezers.
Dat
doet,
voor
zijn
deel,
Be
Am¬
sterdammer
in
democratische
kringen
van
ons
volk
Geen
ernstig,
hoezeer
overtuigd,
aanhanger
der
democratie
mag
het
oog
sluiten
voor
het
feit,
dat
achterdocht,
ook
op
persoonlijk
terrein,
be¬
hoort
tot
haar
minst
aantrekkelijke,
tot
haar
ge¬
vaarlijke
eigenschappen.
Welnu,
wie
die
eigen¬
schap
bij
haar
voedt
op
de
wijze,
als
waarvan
het
bovenstaande
een
staaltje
is,
laadt
tegenover
zijn
volk
een
zwaarder
verantwoordelijkheid
op
zich,
dan
hij
bij
kalm
nadenken
moet
willen
dragen."
Hdbl.
BUITENLAND.
In
Frankrijk
3poedt
gelukkig
het
Panama-
proces
ten
einde.
Het
getuigenverhoor
is
geëin¬
digd
en
het
requisitoir
van
het
openbaar
mini¬
sterie
zal
heden
(Dinsdag)
worden
voorgedragen.
Evenwel
blijft
de
enquête-commissie
aan
den
arbeid
en
ook
de
geruchten
en
verklaringen
van
allerlei
aard
houden
aan,
om
den
volgenden
dag
weer
tegengesproken
of
herroepen
te
worden.
Het
eenige
gunstige
voorteeken
is
de
neiging,
welke
de
Kamer
geeft
om
weer
aan
den
arbeid
te
gaan.
Gedurende
de
vacsntie
hebben
de
afge¬
vaardigden
zeker
van
hun
kiezers
wel
vernomen,
dat
dezen
niets
liever
wenschen
dan
dat
de
be¬
grooting
zoo
spoedig
mogelijk
worde
afgedaan
en
blijkbaar
hebben
zij
dezen
wenk
ter
harte
geno¬
men.
Ten
minste
gedurende
de
eerste
Kamerzit¬
tingen
werd,
telkens
wanneer
weer
andere
zaken
aan
de
orde
werden
gesteld,
meermalen
het
ge¬
roep
:
„de
begrooting"
vernomen
en
inderdaad
toonde
de
meerderheid
door
haar
eerste
besluiten,
dat
zij
niet
voornemens
is
het
alleen
bij
woorden
te
laten.
Het
wordt
dan
ook
hoog
tijd,
dat
de
Kamer
weer
aan
het
werk
ga.
Ernstig
blijft
echter
nog
steeds
de
beweging
door
de
Figaro
in
het
leven
geroepen
tegen
pre¬
sident
Carnot.
Weliswaar
erkent
ieder,
dat
Frank¬
rijk
nog
nooit
eerlijker
en
flinker
president
heeft
gehad
dan
den
kleinzoon
van
den
„grooten
Car-
not",
maar
dit
is
den
tegenstanders
der
republiek
ter
linker
en
rechterzijde
onverschillig.
Hun
doel
is
slechts
de
verwarring
te
vermeerderen
door
ook
nog
een
presidents-crisis
uit
le
lokken
In
de
Figaro
gaat
de
heer
Magnard
voort
zijn
plannen
te
ontwikkelen.
Nu
weer
betoogt
de
hoofdredacteur
van
dat
blad,
dat
de
heer
Carnot
verstandig
zou
doen
met
zijn
ontslag
te
nemen,
opdat
men
een
homme
d'épée
tot
president
zou
kunnen
kiezen.
De
heer
Magnard
noemt
geen
namen
—
zelfs
voegt
hij
er
bij,
dat
hij
niet
denkt
aan
generaal
Dodds,
den
overwinnaar
van
Dahomey,
—
maar
blijkbaar
heeft
hij
het
oog
op
generaal
Saussier
den
commandant
van
Parijs,
die
ook
reeds
bij
de
vorige
presidentsverkiezing
door
de
conservatieven
candidaat
is
gesteld.
Dan
zou
in
het
voorjaar
de
republiek
verjongd
en
gezuiverd
van
alle
verkeerde
elementen,
her¬
rijzen
en
open
staan
voor
allen,
overeenkomstig
de
plannen
van
den
heer
Piou,
die
eene
meer¬
derheid
voor
de
republiek
wil
vest'gen
door
een
vereeniging
van
de
gematigde
republikeinen
met
die
leden
der
rechterzijde,
die
genegen
zijn
de
FEUILLETON
Graai»
Ilario.
Naar
het
Italiaansch
van
TOMMASINA
GUIDI.
III.
DERDE
HOOFDSTUK.
Graaf
Ilario,
eeu
krachtige,
schooue
jonge
man,
stapte
's
nachts
om
twaalf
uur
uit
den
treiu
en
begaf
zich
alléén
iu
donker
vau
het
station
uaar
zijn
buitenverblijf,
en
toen
hij
naderbij
kwam
ver¬
wonderde
hij
zich
nog
twee
of
drie
vensters
ver¬
licht
te
zien.
Uit
deu
laatsten
brief
zijner
vrouw
had
hij
bespeurd,
dat
zij
aan
eene
onuitstaanbare
verveling
teu
prooi
verkeerde;
vandaar
zijne
ver¬
bazing
dat
de
goede
gravin
uog
op
dit
iate
uur
iu
hare
kamers
ronddoolde.
overdag
terug
ver-
bel,
en
de
eerste
die
hem
tegemoet
kwam
was
de
hond,
die
zijn
verwoed
geblaf
alras
staakte
om
hem
met
allerlei
kenteekenen
van
blijdschap
te
verwelkomen
De
portier
kwam
aanloopen.
„Zoo,
Lorenzo
!"
„Ha!
mijnheer
de
graaf!
Durft
u
zoo
in
don
ker
aankomen;
men
had
u
wacht."
„Ei
zoo!
Wat
is
er
voor
nieuws?"
„Mevrouw
de
gravin
is
nog
op."
„Dat
zie
ik.
Waarom
zóó
laat
nog
op?"
„Ik
ben
niet
bevoegd
u
hieromtrent
ophelde¬
ring
te
geven.
Indien
u
zoo
goed
zoude
willen
zijn
naar
boven
t«
gaan."
„Gij
maakt
mij
ongeduldig.
Wat
is
er
gebeurd?"
„Niets
kwaads
in
uwe
familie.
Het
betreft
deu
dood
eener
arme
vrouw
en
het
vinden
eener
ge¬
schikte
voedster
voor
haar
zuigeling."
De
graaf,
die
de
bedoeling
uiet
begreep
van
hetgeen
de
portier
hem
mededeelde,
trok
zijne
,as
uit,
nam
hem
het
licht
uit
de
hand
en
sieeg
de
trap
op.
De
gravin,
met
een
breed
boezelaar
voor,
gezeten
in
een
laag
stoeltje,
hield
een
sla-
Bij
het
hek
gekomen,
trok
hij
hard
aan
dejpeud
kindje
op
haar
schoot,
en
vlak
bij
haar
opi
de
tafel
waren
nog
de
sporen
aanwezig
van
een
kortelings
gehouden
maal,
bestaande
uit
melk,
eierdooiers
en
de
overblijfselen
van
een
smakelijk
toebereid
papje
Bij
het
binneutredeu
van
haar
echtgenoot,
wiens
stem
zij
reeds
gehoord
had,
verroerde
zij
zich
niet,
maar
stak
hem
de
haar
vrijgeblevene
hand
toe,
met
zulk
eene
onmisken¬
bare
uitdrukking
van
blijde
verrassing,
dat
de
graaf,
in
het
eerst
niet
te
best
in
zijn
humeur
door
het
geheimzinnige
waarmede
hij
ontvangen
werd,
terstond
van
stemming
veranderde,
naar
haar
toesnelde
en
de
hem
aangebodene
hand
aan
zijne
lippen
drukte.
„Stil!...
Goed
thuis
gekomen,
Rodolfo?
O,
hoe
verheugt
he.t
mij
je
terug
te
zien.
Kijk,
dit
engeltje
is
uit
deu
hemel
neergedaald...
Ga
zitten,
ik
zal
je
alles
vertellen."
Met
één
oogopslag
overzag
de
graaf
zijne
gade,
het
kleine
schepseltje,
de
wanordelijke
kamer
en
de
portiersvrouw,
die,
uitgeput
vau
vermoeienis,
ingedommeld
was,
staande
achter
deu
stoel
harer
meesteres.
„Vertel
mij
toch
wat
dit
alles
te
beduiden
heeft!"
zeiale
de
graaf,
wiens
gelaat
opnieuw
be¬
trok.
„Er
heerscht
hier
eene
onordelijkheid
gelijk
ik
nimmer
te
voren
heb
waargenomen.".
„Dat
is
zoo,
dat
is
zoo,
Rodolfo;
maar
wees
nu
vriendelijk
en
spreek
zacht;
eindelijk
is
zij
in
slaap
gevallen,
nadat
ik
mij
vier-en-twintig
uur
met
haar
afgetobd
heb.
O,
Rodolfo,
nu
be¬
grijp
ik
eerst
recht
welk
een
last
kinderen
toch
veroorzaken."
„Yan
wie
is
die
jongen
?"
vroeg
kortaf
de
graaf,
opmerkzaam
het
kleine
lichaam,
welks
beentjes
men
in
eene
dikke
shawl
gewikkeld
had,
beschouwende.
„In
de
eerste
plaats
is
het
geen
jongen;
het
is
een
meisje,
mijn
goede
Rodolfo,"
antwoordde
de
gravin
met
de
uiterste
zachtzinnigheid,
terwijl
zij
haar
man
uaar
zich
toe
trok.
„Het
is
een
meisje,
dat
ons
in
de
doodsche
eenzaamheid
van
den
winter
komt
opvroolijken."
„Ik
vraag
vau
wie
het
is
?"
„Van
ons!"
sprak
de
gravin.
„Het
heeft
geen
vader,
geeue
moeder
meer.
Hare
moeder,
die
weduwe
was,
is
gisteren
bij
ons
in
de
schuur
gestorven."
„Wat
is
dat
voor
eene
geschiedenis?"
■