Tekstweergave van WFNHC_1892_01_16_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
.«
.OW
een
eind
ie
maken
aan
onhoudbare
toesfandën,
door
het
vroegere
mobilisatie-reglement
ontstaan
en
bestendigd,
haar
doel
niet
heeft
gemist.
(Be
Amsterdammer)
—
H.
M.
de
Koningin-regentes
heeft
namens
H.
M.
de
Koningin
eene
jaarlijksche
som
beschik¬
baar
gesteld
voor
jeugdige
schdders
evenals
wijlen
Z.
M.
Willem
III
dat
vroeger
deed.
Jaarlijks
zullen
vijf
subsidies
worden
toegekend.
De
minister
van
financiën
brengt
ter
alge
meene
kennis,
dat
ingezetenen,
die
in
gemeenten
buiten
den
kring
van
het
ontvangkantoor,
waar¬
onder
zij
wonen,
voor
rijks
directe
belastingen
zijn
aangeslagen,
die
belasting,
te
beginnen
met
1
lebruari
aanst.
bij
den
ontvanger
der
dir.
be¬
lastingen
hunner
woonplaats
kunnen
voidoen,
mits,
wat
de
grondbelasting
betreft,
voor
2
Juni
van
het
dienstjaar.
Nopens
de
verdere
bijzonderheden
kunnen
zij
bij
dien
ontvanger
inlichting
bekomen.
De
bevoegdheid
om
aanslagen
in
de
grondbe¬
lasting
oeneden
f
8,—
door
middel
van
een
post¬
wissel
aan
te
zuiveren,
jg
door
het
bovenstaande
vervallen.
—
De
commissie
voor
werkverschaffing
en
koffie-
en
brooduitdeeling
uit
den
Christelijker)
volksbond
te
's-Hage
heeft
van
H.
M.
de
Ko-
ningiri
/*500,
en
van
H.
M.
de
Koningin-regen¬
tes
ƒ
500
ontvangen.
—
f-
h-
H.
de
groothertogin
van
Saksen,
prinses
Sophia
der
Nederlanden,
heeft
bijdragen
geschonken
aan
de
Vereeniging
van
Weesvaders,
aan
die
tot
verpleging
van
weezen
in
het
huisge¬
zin
en
aan
de
redactie
van
het
tijdschrift
Erica.
—
In
de
zitting
der
Provinciale
Staten
van
Noord-Holland
werden
voor
de
verkiezing
van
een
lid
der
Eerste
Kamer
uitgebracht
54
stem¬
men.
Hiervan
verkregen
de
hh.
J.
Breebaart
Kz.
30
stemmen,
jhr.
C.
Hartsen
3,
E.
Th.
Wester-
woudt
3,
C.
Corver
van
Wessem
3,
E.
A.
Jor-
dens
3.
J.
Breebaart
2,
D.
Laan
2,
J.
Bree¬
baart
Jz.
1,
A.
Laan
1,
mr.
J.
C.
Sickes
1,
D.
J.
A.
Bauduin
1,
mr.
J.
E.
T.
van
Valken¬
burg
1,
jhr.
mr.
P.
v.
Foreest
1,
blanko
1.
Al-
zoo
is
gekozen
de
heer
J.
Breebaart
Kz.
—
Tot
tijdelijk
ontvanger
der
gemeente
Ouden¬
dijk
is
benoemd
de
heer
H.
J.
Daalwijk.
—
In
Amsterdam
worden,
naar
't
schijnt,
al
verscheidene
brieven
in
de
bussen
gevonden
met
een
3-cents
postzegel.
Althans
de
directeur
van
het
postkantoor
waarschuwt,
dat
de
nieuwe
poet-
wet
nog
niet
in
werking
is
getreden,
zoodat
het
bijzondere
stadsport
nog
niet
kan
worden
toege¬
laten.
De
Amsterdammers
schijnen
te
vinden,
dat
het
tijd
wordt.
Wij
ook,
zegt
het
Fad.
hierbij
Tot
vice-voorzitter
van
den
Bond,
in
de
plaats
van
den
heer
P.
W.
Kersten
te
Zaandam,
die
als
zoodanig
had
bedankt,
werd
benoemd
de
heer
K.
Veldkamp
te
Wormerveer,
terwijl
werden
her¬
benoemd
de
heeren
D.
J.
Thie
te
Purmerend,
le
secretaris,
en
C.
Hellings
te
Broek
in
Water¬
land,
penningmeester,
die
volgens
rooster
moesten
aftreden.
Het
concours
dat
van
wege
den
Bond
dit
jaar
te
Weesp
gehouden
zal
worden,
werd
bepaald
op
Zondag
3
Juli
a.
s.,
waarop
achtereenvolgens
zich
zullen
laten
hooren,
de
harmoniekorpsen
uit
Alkmaar,
Wormerveer,
Weesp,
Beverwijk
en
de
fanfarekorpsen:
Purmerend,
Hoorn,
Beets,
Broek
in
Waterland,
Edam,
Winkel
en
Zaandijk.
lot
juryleden
werden
benoemd;
de
heeren
R.
Hol,
te
Utrecht,
Jos.
Viersels
te
Tilburg,
Chr.
P.
W.
Kriens
te
Haarlem,
Joh.
Zaagmans
te
Amsterdam
en
J
Koning
te
Helder.
Na
nog
eenige
gehouden
besprekingen
den
Bond
rakende,
werd
de
vergadering
met
een
woird
van
dank
door
den
voorzitter
gesloten.
—
Mevrouw
Albrecht—Engelman
is
lijdende
aan
influenza,
gepaard
aan
bronchitis.
Haar
toe¬
stand
heeft
de
vorige
week
nogal
bezorgdheid
in¬
geboezemd,
doch
het
gevaar
is
thans
geweken.
—
Te
Nijmegen
heerscht
ook
de
influenza
bijna
huis
aan
huis.
Wonder
is
het,
dat
zij
groo-
tendeels
onder
de
gegoede
klasse
voorkomt.
In
het
naburige
Hees
en
Neerbosch
schat
men
het
getal
lijders
op
500
a
600,
van
welke
ruim
100
in
de
Weesinrichting.
tj
—
Met
het
oog
op
de
heerschende
ziekte
is
bij
dagorder
bepaald,
dat
voortaan
tweemaal
per
nacht
aan
de
Amsterdamsche
politie-agenten
zal
worden
verstrekt
warme
koffie;
dat
in
plaats
van
om
twee
uur
om
twaalf
uur
mag
worden
gerookt,
en
dat
de
zoogenaamde
straftoeren
door
de
agenten
eerst
dan
zullen
worden
geloopKn,
als
't
weder
wat
zachter
is.
Aan
hel
politie-personeel,
dat
ziek
thuis
is,
worden
bons
uitgereikt
voor
melk
en
eieren.
Het
Nbr.
Dgbl.
verneemt,
dat
te
's-Bosch
van
een
huishouden,
bestaande
uit
zeven
personen,
de
vader,
moeder
en
drie
kinderen
aan
influenza
zijn
overleden,
terwijl
de
twee
overige
kinderen
nog
in
het
ziekenhuis
verpleegd
worden,
als
ook
aan
die
ziekte
lijdende.
besloten
tot
verdaging
vau
het
voorstel,
om
te
beproeven,
den
geheelen
handel
van
de
fabrieks-
boter
te
concentreeren
in
het
Waaggebouw
te
Leeuvyarden.
Tevens
werd
mededeeling
gedaan
van
een
ingekomen
schrijven
van
de
firma
Louis
Smulders
&
Co
,
te
Utrecht,
houdende
dat
zij
bereid
is
tot
levering
van
contrifuges,
geheel
ge¬
lijk
aan
het
groot
model
Burmeister
&
Wains,
voor
f
680,
met
een
vol
jaar
garantie,
zoodat
eindelijk
ook
de
vaderlandsche
industrie
aan
de
beweging
gaat
deelnemen.
Aan
den
heer
Halberts-
rna,
te
Sneek,
werd
opgedragen
de
Vereeniging
tot
het
tegengaan
van
knoeierijen
in
den
boter-
haudel
uit
te
noodigen
tot
de
verspreiding
eener
vertaling
van
het
merkwaardig
rapport,
een
dezer
dagen
door
de
Société
des
agricultures
de
France
aan
de
I
ransche
Kamers
ingediend
over
de
ver-
valsching
van
boter
met
margarine.
Eindelijk
werd
op
voorstel
van
den
heer
Draisma
de
Vries,
van
Achlum
opgedragen
het
opmaken
van
een
ver¬
zoekschrift
tot
vrijstelling
van
de
zuivelfabrieken
van
eenige
zeer
belemmerende
bepalingen
van
de
arbeidswet.
r
qi.
^Plaatselijke
.Berichten.
Hoorn,
15
Jan.
Wij
vestigen
de
aandacht
op
de
in
dit
blad
voorkomende
advertentie,
vol¬
gens
welke
het
Kamerlid,
de
heer
H.
B.
Heldt,
op
Maandag
18
dezer
in
het
Park
alhier
een
voordracht
over
opleiding
van
ambachtslieden
en
vaktentoonstellingen
zal
houden.
Wij
twijfelen
niet,
of
een
onderwerp,
zoo
belangrijk
als
dit,
zal
vele
hoorders
trekken.
—
In
de
Atjehstraat
te
's-Gravenliage
werden
deze
week
op
een
morgen
eene
dame
en
hare
dienstbode
dood
gevomh-n.
Dit
gaf
aanleiding
tol
velerlei
gissingen.
Uit
een
officiëel
onderzoek
moet
gebleken
zijn,
dat
de
dienstbode,
aan
in¬
fluenza
lijdende,
des
nachts
is
overleden,
en
de
dame
bij
het
zien
van
het
lijk
van
schrik
is
ge¬
storven.
—
Onder
voorzitterschap
van
den
heer
J.
P.
Groot
werd
jl.
Zondag
in
„De
Doele"
te
Purmerend
de
jaarlijksche
vergadering
gehouden
van
den
Provincialen
bond
voor
Harmonie-
en
Fanfarekorp¬
sen
in
Noord-Holland.
De
vooizilter
opende
de
vergadering,
en
gaf
o.
a.
in
zijne
openingsrede
te
kennen,
dat
de
Bond
in
1891
een
verlies
heeft
geleden,
door
het
bedanken
van
Amstels
Fanfarekorps,
en
dat
van
Zaandam,
en
sprak
daarbij
den
wenseh
uit,
dat
de
Bond
voor
zulke
verliezen
gespaard
nwre
blijven.
Voorts
deelde
hij
mede,
dat
tof
den
Bond
is
toegetreden
het
Fanfarekorps
//Harmonie"
uit
Zaandijk,
directeur
de
heer
Bruin
te
Zaandam.
Hierna
werden
de
notulen
der
vorige
vergade¬
ring
er»
het
verslag
betreffende
den
Bond
over
1891
door
den
heer
Haije
gelezen,
waaraan
door
de
afgevaardigden
ten
volle
adhaesie
werd
ge
schonken.
Bij
monde
vau
den
heer
Hellings
werd
rapport
uitgebracht
omtreut
het
nfgeloopen
boekjaar.
Hieruit
bleek,
dat
de
ontvangsten
ƒ
645,25
en
de
uitgaven
/
745,25
bedroegen,
zoodat
de
rekening
met
een
nadeelig
saldo
van
f
100
sloot.
—
Tot
het
nazien
der
rekening
met
hare
be¬
scheiden,
werden
aangewezen
de
afgevaardigden
uit
Hoorn
en
Wormerveer.
De
afgevaardigde
uit
Hoorn
deelde
mede,
dat
de
commissie
de
reke¬
ning
met
hare
bijlagen
in
goede
orde
hadden
bevonden.
—
„Belgie",
aldus
de
naam
van
een
streek
in
de
Friesche
veenkolonie
Jubbega,
waaryan
het
meerendeel
der
bewoners
lui,
onbeschaafd
en
ruw
is.
Veler
hunner
ontvangen
des
winters
bedeeling
na
in
den
zomer
niet
meer
gearbeid
te
hebben
dan
noodig
is
voor
ons
levensonderhoud.
Maandag
4
Januari
was
het
voor
hen
bedee-
ingsdag.
Daar
de
vorst
weder
uit
den
grond
was,
had
het
armbestuur
den
onderstand
verlaagd.
'De
Belgen
hadden
hiermede
echter
geen
vrede;
ruim
honderd
hunner
belegerden
de
woning
van
den
armvoogd
en
dwongen
hem
een
zelfde'bedrag
als
de
vorige
week
te
betalen,
terwijl
zij
voor
het
lange
wachten
ieder
een
half
brood
eischten.
Ook
dit
werd
gegeven.
Zij
trokken
hierop
af,
doen
verklaarden
den
volgenden
Donderdag
terug
te
zullen
komen
om
een
extra-bedeeling.
Op
cfóeri
dag
echter
bewaakte
eene
brigade
maréchaussee,
sterk
een
brigadier
en
acht
bereden
manschappen,
de
woning
van
den
armvoogd
en
toen
nu
de
samengeschoolde
bende
weigerde
uit
een
te
gaan,
werd
een
charge
gemaakt.
Niemand
werd
daarbij
gedeerd,
doch
de
charge
had
ten
gevolge
dat
de
„Belgen"
huiswaarts
keerden
zonder
extra-bedee¬
ling.
De
brigade,
uit
verschillende
dorpen
gére-
quireerd,
blijft
voorloopig
te
Jubbega.
Maandag
heeft
de
gewone
bedeeling
zonder
stoornis
der
orde
plaats
gehad.
(Hbl)
In
eene
te
Leeuwarden
gehouden
vergade¬
ring
van
de
Vereeniging
van
zuivelfabrikanten
is
breekt
nog!"
„O
neen",
viel
Max
haar
in
de
rede,
„de
bank
staat
er
al,
ik
heb
er
al
op
gezeten."
Men
ging
dus
naar
de
weide,
om
te
zien,
wie
gelijk
had.
Toen
ze
op
het
stuk
grasland
waren
gekomen,
dat
achter
den
tuin
en
het
park
was
gelegen,
bespeurde
Nini
dat
er
een
ladder
tegen
den
stam
van
den
boom
in
kwestie
stond.
„Ziet
ge
welp"
vroeg
Max
met
de
grootste
onbeschaamdheid
naar
den
top
van
den
boom
wijzend.
„Ik
zie
geen
bank",
beweerde
Nini.
„Als
ge
maar
zoo
goed
wilt
zijn
eens
naar
boven
te
gaan,"
zei
Maurits,
„we
weten
het
zeker
1"
Nini
was
geen
spelbreekster.
Ze
liep
en
klau¬
terde
met
de
kinderen
en
verhoedde
daardoor
dik¬
wijls
menige
dwazen
streek.
Snel
klom
ze
den
ladder
op
en
betrad
het
planken
zoldertje,
dat
tusschen
de
takken
was
getimmerd.
„Zie
je
wel,
dat
ik
gelijk
heb?"
riep
ze
tri¬
omfantelijk
van
boven.
„Maar
wat
doe
jelui,
je
hebt
den
ladder
omgestooten,
wil
je
hem
wel
eens
gauw
weer
tegen
den
boom
zetten
1"
Een
gegiche!
en
gefluister
was
het
eenig
ant¬
woord.
Op
hetzelfde
ougenblik
klonk
in
de
verte
een
tweestemmig
geblaf.
De
kinderen
stonden
een
poosje
onthutst
en
riepen
vervolgens
verschrikt,
„de
honden!"
terwijl
ze
in
groote
paniek
naar
den
parktuin
de
vlucht
namen.
Castor
en
Pollux,
de
ondeugende
hofhonden,
die
alle
avonden
met
donker
worden,
werden
los¬
gelaten
en
dan
rondliepen
om
het
huis
en
in
den
tuin,
hadden
hen
op
de
vlucht
gejaagd.
In
een
zeer
onpleizierige
stemming
bleef
Nini
in
den
boom
zitten.
Dat
het
een
te
ver
gedreven
grap
van
de
jongens
was,
was
haar
duidelijk,
maar
niet
eveneens
duidelijk
was
het
haar,
hoe
en
wanneer
ze
uit
deze
onaangename
positie
zou
worden
verlost.
In
vroegeren
tijd
had
ze
tamelijk
vlug
in
en
uit
een
boom
kunnen
klimmen,
maar
in
den
laatsten
tijd
zich
niet
speciaal
in
die
kunst
geoefend;
ook
maakten
de
lange,
nauwe
kleeren
en
de
dikke
stam,
de
zaak
eenigszins
bedenke¬
lijk.
Bovendien
was
ze
bang
voor
het
ruige
hon-
denpaar,
dat
al
meuige
proeve
van
zijn
bloed¬
dorstigheid
had
afgelegd.
Het
leek
haar
dus
het
verstandigst
toe
te
wachten,
totdat
het
toeval
of
de
misdadigers
zelve
haar
hulp
zouden
zenden.
Met
de
armen
oin
een
tak
geslagen,
de
voeten
naar
beneden
hangend,
zat
zij
in
de
twijgen
en
keek
uit
naar
hulp
als
Robinson
op
zijn
eiland
(if
srdt
vervolgd).
De
open
brief
van
den
heer
P.
Kapteijn,
in
de
„Hoornsche
Courant",
aan
den
Redacteur
van
„West-Friesland".
II.
Ten
einde
onzen
lezers
den
draad
weer
in
han¬
den
te
geven,
dien
we
in
ons
vorig
nummer
moesten
lateD
glippen,
dienen
wij
kortelijk
den
gedachteugang
van
's
heeren
Kapteijns
open-brief
weer
te
geven
tot
op
het
punt
toen
door
ons
bereikt.
De
heer
K.
begon
met
te
wijzen
op
het
groote
verschil
van
gemoedsstemming
bij
den
redacteur
van
„West-Friesland",
toen
deze
31
Dec.
jl.
zijn
„Oudejaarsavoudmijmering"
schreef
en
1
Jan.
daaraanvolgend
zijn
„Nieuwjaarswensch".
Verbeeld
u,
iemand
die
op
Oudejaarsavond
terugblikkend
naar
het
verleden
somber
gesterad
was,
zou
den
volgenden
dag
zijnen
lezers
het
goede
kunnen
toewenschen
en
voor
het
ingetreden
jaar
van
dit
ministerie
voor
het
vaderland
goede
verwachtingen
kunnen
koesteren!
Dat
had
hem
de
nacht
gedaan.
„La
nuit
porte
couseil".
Die
omkeer
(!)
had
zijn
ergenis
opgewekt.
Wie
in
het
verleden
weinig
rede
tot
blijdschap
vindt,
mag
niet
hoopvol
naar
de
toekomst
uitzien,
dat
is
inconsequent;
hadden
we
laatst
een
liberale
minderheid
in
de
Tweede
Kamer
en
een
anti-libe¬
raal
ministerie
en
ging
het
toen
«llendig,
dan
was
het
onzin
van
eene
liberale
meerderheid
in
de
Tweede
Kamer,
zij
het
ook
eene
kleine,
en
een
liberaal
kabinet
iets
beters
te
verwachten.
Stel
u
voor,
van
liberale
zijde
zou
iets
goeds
kunnen
komen
!
2°.
Duidde
de
heer
K.
het
gen.
redacteur
euvel,
dat
deze
in
zijn
„Nieuwjaarswensch",
het
vader¬
land
gedenkende,
van
zijn
liefde
voor
dat
vader¬
land
getuigde
Hij
vond
dat
wel
een
hoogst
ge¬
wichtige
mededeeling,
maar
ongepast
bij
deze
ge¬
legenheid.
Men
moet
zulke
gevoelsuitingen
bewa¬
ren
tot
een
meer
passend
feest,
dan
heeft
men
er
veel
meer
succes
van.
3°.
Nogmaals
er
op
wijzende,
dat
wij
vol
hoop
den
lsten
Januari
de
toekomst
ingingen,
voelde
de
heer
K.
zich
gedrongen,
om
den
slag,
dien
hij
op
het
punt
stond
zijn
vijand
toe
te
bren¬
gen,
nog
geweldiger
te
maken,
als
zijn
overtui¬
ging
mee
te
deelen,
dat
wij
nog
blijmoediger
zou¬
den
geweest
ziju,
indien
er
geen
radicalen
waren
:
en
roept
dan
uit,
terwijl
minachting,
verontwaar¬
diging
en
ook,
onderstellen
wij,
medelijden,
in
zijn
gemoed
om
den
voorrang
dingen
:
„Gij,
eens
de
groote
vereerder
van
Tindal,
den
radicaal
onder
de
radicalen!"
enz.
Wij
wezen
er
reeds
op,
dat
de
heer
K.
zich
ten
deze
groot
elijks
vergiste,
wij
stelden
en
stellen
den
heer
Tindal
zeer
hoog
en
zijn
hem
dankbaar,
juist
om¬
dat
hij,
evenals
wij,
het
vaderland
liefheeft,
onze
onafhankelijkheid
een
kleinood
vindt,
voor
geen
prijs
te
duur
gehandhaafd,
omdat
hij
radicaat
de
waarheid
in
zake
ons
defensie-stelsel,
als
deskun¬
dige,
dorst
zeggen
en
in
weerwil
van
weinig
waar-
I
deering
bleef
zeggen.
Wij
moeten
er
beslist
tegen
opkomen,
als
de
heer
K.
beweert,
dat
wij
1
Jan.
nog
blijmoediger
zouden
geweest
zijn,
indien
er
geen
radicalen
waren;
neen
hoe
meer
radicalen
er
zijn
en
zullen
komen,
die
radicaal
de
waarheid
onder
de
oogen
durven
zien
en
zeggen,
waar
zij
meenen
haar
te
moeten
uitspreken,
des
te
blij¬
moediger
wij
zullen
worden
—
maar
als
hij
be¬
doelt
de
radicalen,
zooals
wij
die
in
den
laatsten
tijd
hebben
leeren
kennen,
mannen,
die
zich
eerst
radicaal
noemen,
en
voor
zich
alleen
aanspraak
op
dien
naam
maken,
die
bij
de
voorbereiding
voor^
de
verkiezingen
iu
'91
betuigden,
dat
„radf-
caal"
eigenlijk
een
scheldnaam
was
hun
door
de
liberalen
naar
het
hoofd
geslingerd,
dien
ze
zich
nu
maar
lieten
welgevallen,
maar
dat
zij
toch
eigenlijk
ook
liberalen
waren,
alleen
maar
wat
meer
vooruitstrevend
—
mannen
die
alles
op
haren
en
snaren
stellen
om
voor
hunne
bent-
genooten
plaatsen
in
den
Amsterdamschen
gemeen¬
teraad
en
de
Tweede
Kamer
te
veroveren
nu
ja
dan
moeten
wij
eerlijk
bekennen,
de
heer
K.
heeft
recht,
wij
zouden
1
Januari
nog
blijmoediger
geweest
zijn
als
er
geen
—
nl.
van
dat
soort
—
adicalen
waren!
De
heer
K.
schrijft:
Gij,
eens
de
groote
ver¬
eerder
van
Tindal,
den
radicaal
onder
de
radica¬
len
windt
u
tegenwoordig
bij
dien
klank
alleen
reeds
zoé
op
_
heeft
de
heer
K.
soms
reeds,
zij
het
onbewust,
gevoeld,
dat
voor
sommigen
der
zoogenaamd
radicalen
het
woord
radicaal
slechts
een
klank
is?
—
dat
ge
den
eersten
Januari
ver¬
geet,
hoe
ge
een
dag
te
voren
getuigd
hebt,
dat
ge
„als
ridder
van
den
heiligen
geest"
strijdt
om
de
waarheid,
het
recht
en
de
liefde
te
doen
zegevieren.
Wij
ondervinden
nu,
gelijk
wel
ieders
ervaring
zal
zijn,
dat
het
spreekwoord,
belofte
maakt
schuffi,
een
waar,
maar
tevens
een
zwaar
woord
is.
Wij'
zouden
onzen
lezers
meedeeleu
het
betoog
van
den
heer
K.,
voorzien
van
de
noodige
toelichting,
dat
hadden
w,j
beloofd
_
maar
-
als
men
nu
altijd
weer
moet
wijzen
op
gebrekkig
lezen
en
op
ge¬
volgtrekkingen
uit
niet
aanwezige
praemissen,
dan
....
.
maar
belofte
maakt
schuld.
Nogmaals,
hoe
moeiehjk
is
toch
de
kunst
om
te
lezen
1
Als
wij
aan
het
slot
van
onze
„Oudejaarsavondraijmering"
onzen
lezers
toeroepen,
als
een
o
pwekking
tot
hen
en
natuurlijk
ook
tot
ons
zelveu
gericht
:
„Maar
opdat
het
geloof
blijve
en
daardoor
de
kracht,
strijden
wij
ieder
voor
ons
zeiven
onzelf¬
zuchtig
onzen
kleinen
of
grooten
strijd
om
de
waarheid,
het
recht,
de
liefde
te
doen
zegevieren
met
de
wapenen
der
gerechtigheid,
als
ridders
van
den
Heiligen
Geest",
dan
leest
de
heer
K.
daar¬
uit,
mets
meer
of
minder,
dat
wij
ons
zei
ven
een
brevet
uitreiken
van
dit
ridderschap.
De
re¬
dacteur
van
W.
F.
schrijft:
strijden
wij
toch
als
Ridders
van
den
H.
G.,
dus
—
alzoo
de
heer
K.
—
verklaart
gen.
redacteur
zich
voor
ridder
van
den
Heiligen
Geest.
Zou
een
knaap,
die
zéé
las
en
redeneerde,
toege¬
laten
worden
tot
de
eerste
klasse
der
Hoogere
Burgerschool?
Wij
betwijfelen
het.
De
heer
K.
gaat
voort
en
schrijft:
„Wanneer
ik
naar
aanleiding
van
uw
laatste
artikel
een
en¬
kel
woord
tot
U
richt,
dan
is
het
in
de
eerste
p
aats^om
u
te
beschuldigen
van
misleiding
uwer
16Z6rSa
Dat
is
een
krasse
beschuldiging!
en
wel
zéé
kras,
dat
men
mag
aannemen,
dat
hij,
die
haar
inbrengt,
als
hij
een
gentleman
is,
een
edel
man,
haar
niet
zou
ingebracht
hebben,
indien
hij
niet
doorslaande
bewijzen
had
en
kon
bijbrengen
om
zijn
beschuldiging
te
staven.
Waarin
bestaat
nu
volgens
den
heer
K.
de
de
misleiding
F
Hierin,
dat
wij
onzen
lezers
mee¬
deelden,
dat
wij,
op
grond
dat
wij
een
liberaal
ministerie
hadden,
bestaande
uit
kundige,
ernstige
mannen,
en
in
de
Iweede
Kamer
eene
wel-is-waar
kleine,
maar
toch
eene
liberale
meerderheid
—
dat
wij
op
grond
daarvan
voor
het
vaderland
voor
1892
de
beste
verwachtingen
hadden.
„Gij
zijt
een
te
bekwaam
en
te
scherpziend
man,
voor
de
gerustht
id
en
hoopvolle
verwachtingen,
die
ge
voorwendt
J)
dat
de
uwe
ziju."
Moet
dat
brevet
van
bekwaamheid
en
scherp¬
zinnigheid,
ons
door
den
heer
K.
uitgereikt,
ten
pleister
dienen
voor
de
wonde
ons
geslagen'door
de
beschuldiging
van
kwade
trouw?
Men
zou
die
bedoeling
bij
den
heer
K.
willen
onderstellen.
De
onnoozelheid,
dat
iemand,
die
zéé
leest,
en
zéé
logisch
denkt
en
dan
ook
zéé
schrijft,
zich
zeiven
bevoegt
acht
iemand
voor
bekwaam
en
scherpziend
te
verklaren
en
te
meenen,
dat
iemand
zijner
lezers
aan
die
verklaring
eenige
waarne
zou
toekennen,
zou
dan
wel
volkomen
in
ïarmonie
zijn
met
het
gehalte
van
zijn
open
brief,
maar
zij
zou
toch
van
eenige
niet
te
on¬
derschatten
goedhartigheid
getuigen.
Maar
neen,
de
bedoeling
blijkt
een
gansch
andere
te
zijn.
Onze
door
den
heer
K.
ons
toegekende
bekwaam¬
heid
en
scherpzinnigheid
moeten
nog
in
des
te
klaarder
licht
plaatsen
onze
kwade*trouw,
als
wij
verklaren
voor
ons
vaderland
met
dit
ministerie
en
met
deze
Tweede
Kamer,
waarin
wij
liberalen
de
meerderheid
hebben,
voor
1892
voor
het
va¬
derland
het
beste
te
verwachten.
Wij,
bekwaam
en
scherpziend
als
wij
zijn,
moesten
inzien,
en
zien
dus
in,
dat
het
met
dit
ministerie
en
deze
Tweede
Kamer
op
een
bankroet
moet
uitloopen.
En
dus,
als
wij
verklaren
goede
verwachtingen
te
koesteren,
dan
zijn
wij
bedriegers,
misleiden
wij
onze
lezers.
„'t
Is
een
jaar
geleden
(3
Jan.
'91)
dat
ge
ons
belastingwezen
door
ongelijke
drukking
en
bevoorrechting
der
effectenbezitters
abominabel,
de
sociale
verhouding
ondraaglijk
noemde."
Al¬
dus
gaat
de
heer
K.
voort.
En
wij
voegen
er
bij,
en
dat
doen
wq
nog.
„Thans",
vervolgt
hij,
„hebben
we
een
andere
regeering".
Volkomen
juist,
en
op
grond
daarvan
verwachten
wij
in
deze
verbetering
voor
1892.
Nu
zou
men
denken,
dat
de
heer
K.
ons
zou
aanwijzen,
hoe
ongegrond
en
dwaas
het
is
van
deze
regeering
iets
goeds
te
verwachten.
Maar
neen,
dat
doet
hij
niet.
Om
te
bewijzen,
dat
wij
dwalen
in
onze
verwachtingen
van
de
tegenwoor-
dige
regeeiing,
haalt
hij
aan,
tevens
om
ons
geheugen
op
te
frisschen,
enkele
verklaringen
uit
het
libe¬
rale
kamp
zelve
afkomstig.
W
at
een
schier
ondenkbare
begripsverwarring!
Wij,
redacteur,
liberaal,
verwachten
van
de
regeering
veel
goeds;
dat
is
kwade
trouw,
als
gij
dit
zegt,
schrijft
de
heer
K.,
want
gij
zijt
veel
te
bekwaam
en
te
scherpziend,
om
niet
te
weten
dat
van
deze
regeering
niets
goeds
is
te
verwachten.
En
nu
verwacht
men
bewijs:
want
deze
regee¬
ring
bestaat
uit
mannen
die
dit
gezegd
hebben,
en
dat
gedaan
hebben,
alles
lijnrecht
in
strijd'
met
uwe
uitgesproken
verwachting!
Glad
mis!
Want,
schrijft
de
heer
K.,
uit
het
liberale
kamp
zelve
zijn
verklaringen
afkomstig
niet
bewijzen,
neen,
verklaringen,
dat
nu
')
Wij
cnrsiveeren.
Kej».