Tekstweergave van WFNHC_1892_01_09_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ten.
Bij
de
teekening
?an
het
document
weiden
zij
spoedig
gewaar,
wien
zij
mishandeld
hadden.
Dienzelfden
avond
brachten
drie
betrokken
politie¬
beambten
zichzelven
om
het
leven.
Vier
bakke¬
rijen
werden
gesloten.
Het
rapport
van
den
oppersten
ambtenaar
van
plaatsen
ten
behoeve
van
de
vrijwillige
oefeningen
in
den
wapenhandel
worden
gebruikt,
weder
in
de
wapenmagazijnen
in
te
leveren,
en
voor
die
oefeningen
geweren
oud-model
te
bestemmen.
//Uit
deze
lastgeving
blijkt,
dat
de
Arnh.
Ct.
gelijk
had,
toen
zij
den
minister
er
opmerkzaam
op
maakte,
hoe
de
geweren
voor
de
mobilisatie
toeneemt
als
de
tarieven
laag
blijven,
toonen
de
posterijen.
Het
getal
overgebrachte
binnenlaudsche
brieven
is
van
1881
tot
1891
van
44
tot
51
iinillioen
vermeerderd,
het
getal
briefkaarten
zelfs
!van
15
tot
26
millioen.
Zal
nu
de
regeering
i
weldra
tot
het
inzicht
komen,
dat
verlaging
van
—
De
opbrengst
der
Kerstgave
voor
kindervoe¬
ding
te
Amsterdam
bracht
daar
bruto
ruim
f
2400
op.
—
Door
verveners
en
arbeiders
in
de
veenderij
van
Appelscha
is
eene
overeenkomst
aangegaan,
het
openbaar
ministerie
betreffende
het
onderzoek
aangewezen,
niet
alle
in
de
magazijnen
voorhan-
der
mishandelingen,
van
welke
schepelingen
van
den
waren."
oorlogsschip
Baltimore
in
de
het
Amerikaansche
straten
van
Chili's
hoofdstad
Valparaiso
de
slachtoffers
zijn
geweest,
is
openbaar
gemaakt.
Er
wordt
in
aangetoond
dat
drie
in
hechtenis
—De
minister
van
financiën
maakt
bekend,
dat
op
Dinsdag
18
Januari
a.
s.
eene
inschrijving
zal
worden
gehouden
tot
het
bekomen
van
schuld-
het
binnenlandsch
telegramtarief
noodzakelijk
is?
houdende
bepalingen
omtrent
werkzaamheden,
loonen,
enz.
in
dit
jaar.
Een
scheidsgerecht,
be-
verkeerende
ingezetenen
van
Valparaiso
messteken
bekentenissen
ten
laste
van
den
Staat,
uit
te
ge-
hebben
toegebracht
aan
Amerikaansche
matrozen,
j
ven
krachtens
de
wet
vun
28
December
1891,
zonder
dat
echter
bewezen
is
kunnen
worden
dat
|
en
dat
de
voorwaarden
van
die
uitgifte
van
de
dood
van
twee
dier
mannen
het
gevolg
van
8
Januari
af,
op
aanvrage
kosteloos
verkrijgbaar
zullen
zijn
ten
kantore
van
den
agent
van
het
ministerie
van
financiën
te
Amsterdam
(Spinhuis¬
steeg)
en,
voor
zoover
de
voorraad
strekt,
bij
den
betaalmeester
te
Rotterdam
en
in
de
hoofdplaat¬
sen
der
provinciën.
die
verwondingen
is
geweest.
De
drie
schuldigen
zullen
tot
gevangenisstraf
veroordeeld
worden.
Aangaande
de
schuld
van
een
in
hechtenis
zijnden
neger
moeten
nog
getuigenissen
verzameld
worden.
Voorts
is
ook
de
schuld
bewezen
van
een
der
schepelingen
van
de
Baltimore,
die
een
Chileen-
scheu
matroos
verwond
heeft.
Men
vleit
zich
te
Valparaiso,
dat
dit
rapport
een
einde
maken
zal
aan
de
ontevredenheid
der
regeering
van
de
Vereenigde
Staten.
Er
wordt
in
het
stuk
erkend
dat
de
politie
eerst
laat
op
bet
terrein
gekomen
is
om
de
matrozen
uit
de
han¬
den
der
woedende
Chiliërs
te
verlossen,
doch
dit
wordt,
met
veel
schijn
van
recht,
geweten
aan
de
gebrekkige
organisatie,
waarin
de
politie
des¬
tijds,
in
de
eerste
dagen
na
den
burgeroorlog,
verkeerde.
Dat
de
politieagenten
zeiven,
zooals
hun
aan
boord
van
de
Baltimore
ten
laste
is
ge¬
legd,
zich
aan
vijandigheden
tegen
de
schepelingen
zouden
hebben
schuldig
gemaakt,
daarvoor
is
schijn
noch
schaduw
van
bewijs
verkregen;
in¬
tegendeel
zijn
er
verscheidene
verklaringen
van
matrozen,
die
hun
behoud
aan
de
politie
danken.
Het
rapport
bewijst,
dat
het
gerechtelijk
onder¬
zoek
langzaam
en
omslachtig
is
geweest,
een
al¬
gemeen
gebrek
in
de
Spaansch-Amerikaansche
landen;
maar
ook
dat
het
in
volkomen
onafhan¬
kelijkheid
van
de
uitvoerende
macht
is
opgesteld,
De
politie
wordt
er
in
gespaard
noch
voorgetrok¬
ken;
alleen
wordt
de
ware
toedracht
der
zaken
in
het
licht
gesteld.
In
elk
geval
heeft
de
regee
ring
van
Chili
nu
aan
hare
internationale
ver¬
plichtingen
voldaan.
Er
kan
nog
sprake
zijn
van
het
aaubieden
eener
officieele
verontschuldiging
over
het
gebeurde,
en
van
geldelijke
schadeloos¬
stelling
aan
de
achtergebleven
betrekkingen
der
gedoode
schepelingen,
maar
dit
is
eene
zaak
van
onderhandelingen
en
kan
bezwaarlijk
tot
ernstige
moeilijkheid
aanleiding
geven
Te
Washington
schijnt
men
echter
niet
tevre¬
den.
Er
is
een
advocaat-generaal
naar
San
Eran
cisco
gezonden,
waar
de
Baltimore
Zaterdag
ver¬
wacht
werd,
ten
einde
onder
de
bemanning
ge¬
tuigenissen
omtrent
het
gebeurde
in
te
winnen
Met
deze
wil
de
regeering
zich
wapenen
tegen
het
rapport
van
de
Chileensche
rechterlijke
macht.
Op
die
manier
kan
men
aan
den
gang
blijven
Het
is
echter
ondenkbaar
dat
Chili
er
in
za
toestemmen,
tegenover
de
uitspraak
zijner
eigen
rechters
die
van
buitenlanders
te
laten
gelden.
In
een
bijvoegsel
van
de
St
-Cl.
wordt
me¬
degedeeld
een
verslag
der
Landbouwcommissie,
ingesteld
bij
koninklijk
besluit
van
18
September
1866
no.
28,
aan
Zijne
Excellentie
den
Minister
van
Waterstaat,
Handel
en
Nijverheid,
bevattende
resultaat
van
haar
overwegingen
betreffende
pachtwezen
en
het
gebruik
van
den
grond.
iet
iet
BINNENLAND.
Volgens
de
Amst.
behoort
onder
de
belas
tingplannen
van
den
tegenwoordigen
minister
ook
de
afschaffing
van
den
zeepaccijns.
Tot
dekking
van
het
tekort
door
de
afschaffing
en
de
vermin
dering
van
den
zoutaccijns
zal
de
accijns
op
het
gedistilleerd
met
ƒ
5,—
verhoogd
worden.
tig
de
-
Men
verzekert,
dat
door
de
regeering
erns-
overwogen
wordt,
om,
ter
gemoetkoming
aan
bezwaren
in
de
afdeelingen
der
Tweede
Ka
mer
tegen
de
uitbreiding
van
den
militiedienst
tot
tien
jaren
kenbaar
gemaakt,
de
aanhangig
noodwet
in
dien
zin
te
wijzigen,
dat
de
diensttijc
gebracht
wordt
op
8
jaren.
—
Men
leest
in
de
Amst.:
„De
minister
van
oorlog
heeft
den
last
gege-
en
om
de
geweren,
die
buiten
de
garnizoens
—
Bij
de
aanbieding
der
begrooting
voor
het
jaar
1892
hebben
verscheiden
gemeentebesturen
die
begrooting
van
Gedeputeerde
Staten
terug
ont¬
vangen
onder
opmerking,
dat
er
alsnog
een
post
voor
't
aanschaffen
eener
brandspuit
moest
wor¬
den
aangebracht.
Door
eenige
gemeenteraden
werd
lesloten
een
brandspuit
aan
te
schaffen.
Enkele
gemeenteraden
weigerden
echter
hardnekkig
om
dit
te
doen,
en
deden
dat
met
dit
gevolg,
dat
Gedeputeerde
Staten
thans
ook
die
begrootingen
goedgekeurd
teruggezonden
hebben,
onder
opmer-
g,
dat
zij
op
de
begrooting
voor
1893
een
post
voor
eene
brandspuit
moeten
uittrekken!
Pr.
Gr
on.
Ct.
—
De
rijkstelegrafen
hebben
sedert
de
verhoo¬
ging
van
het
binnenlandsch
tarief
in
1886
een
ïoogere
opbrengst
gegeven.
Het
voordeelig
ver¬
schil
was
in
1890
tot
ongeveer
2
ton
gestegen.
Hieruit
volgt
intusschen
geenszins,
dat
de
hoogere
prijs
der
telegrammen
niet
nadeelig
heeft
gewerkt
op
het
verkeer.
De
heer
Liuckens,
amb¬
tenaar
bij
het
departement
van
waterstaat,
toont
het
laatste
nummer
van
het
Journal
Télègra-
phique,
dat
door
het
internationaal
bureau
te
Bern
wordt
uitgegeven,
uit
de
officieele
cijfers
,
dat
bij
het
binnenlandsch
telegrafisch
ver¬
keer
achteruitgang
valt
waar
te
nemen.
Er
zijn
in
1890
155,000
binnenlandsche
tele¬
grammen
meer
gewisseld
dan
in
1886
en
213.000
meer
dan
in
1881.
Maar
bij
de
buitenlandsche
telegrammen
was
het
gunstig
verschil
van
1890
met
1886
357,000
en
met
1881
539,000,
dus
een
aanzienlijker
stijging,
zoowel
volstrekt
als
be¬
trekkelijk,
want
het
geheele
aantal
binnenlandsche
bedroeg
in
1881
1,972,158
en
die
naar
en
van
het
buitenland
verzonden
slechts
1.057,697.
Op
elke
1000
inwoners
was
het
getal
dépêches
Binnenland.
Buitenland.
1881
1886
1890
Voor
het
479
462
475
buitenlandsch
verkeer
257
282
349
dus
een
zeer
staande
uit
verveners
en
arbeiders,
is
aangewezen
om
bij
mogelijke
geschillen
uitspraak
te
doen.
Op
deze
wijze
hoopt
men
het
uitbreken
eener
werk¬
staking
onmogelijk
te
maken.
—
De
nieuw
in
te
voeren
postzegels
van
3
cent
dragen
de
beeltenis
der
Koningin
en
zijn
geel
gekleurd.
—
Te
Wormerveer
is
in
84-jarigen
ouderdom
overleden
de
heer
J.
Dekker
Cz.,
oud-burgemees¬
ter
dier
gemeente.
—
Een
der
oudste
ingezetenen
van
Zutfen,
mr.
W.
J.
Swaving,
oud-bewaarder
der
hypothe¬
ken
en
van
het
kadaster,
is
Dinsdag
aldaar
over¬
leden.
Deze
krasse
grijsaard,
die
den
leeftijd
van
90
jaren
bereikte,
was
geruimen
tijd
commandant
der
Zutfensche
schutterij.
De
heer
Swaving
was
de
laatst
levende
der
luitenants,
die
in
18-30
uit
Zutfen
naar
België
trokken;
hij
was
officier
van
de
Orde
der
Eiken¬
kroon.
Zutph.
Ct.
—
Op
het
traject
Amsterdam—Rotterdam
van
het
Hollandsche
Spoor
zijn
nieuwe
wagens
3e
klasse
in
gebruik,
waarvan
de
compartimenten
geheel
zijn
ingedeeld
als
die
der
2e-klasse-wagens.
Deze
wagens
zien
er
zeer
sierlijk
uit
en
bieden
meer
comfort
dan
tot
dusverre
in
eenigen
3e-
klasse-wagen
werd
aangetroffen.
De
betimmering
is
gevernisd
Amerikaansch
greuenhout.
Aan
beide
zijden
boven
elke
bank
is
een
ba¬
gage-net
aangebracht.
De
zitbanken
bestaan
uit
atwerk.
De
verwarming
geschiedt
door
briquetten,
doch
iet
systeem
is
beter
ingericht
dan
tot
heden
het
eval
was.
Tegen
de
zoldering
van
elk
compartiment
is
een
doorloopende
draad
of
een
kruk
aangebracht,
welke
in
geval
van
nood,
door
sterk
naar
bene¬
den
te
trekken,
den
noodrem
in
beweging
brengt,
laatste
vooral
is
veel
beter
en
doelmatiger
het
plaatsen
der
lijn
voor
den
noodrem
bo-
elk
portier
buiten
den
wagen.
Dit
dan
ven
—
Met
het
Nieuwe
jaar
heeft
de
influenza
ook
hare
intrede
gedaan
in
de
Prins
Hendrik-
Stichting
te
Egmond
aan
Zee.
Den
5e
dezer
waren
er
reeds
35
lijders,
en
van
de
zeven,
die
ernstige
bezorgdheid
inboezemden,
is
een,
W.
Lupke,
een
oud-strijder
van
1830—31,
in
den
ouderdom
van
83
jaren
overleden.
Op
een
geïsoleerd
plekje
als
Egmond
aan
Zee,
waar
men
niet
op
dat
bezoek
rekende,
en
niet
alles
bij
de
hand
is,
doet
zich
de
onverwachte
ramp
dubbel
voor.
—
Ingevolge
advies
van
de
gezondheidscora
missie,
hebben
B.
en
W.
der
gemeente
Alkmaar
besloten,
de
openbare
scholen
niet
te
openen
na
de
vacantie,
weg
epidemie.
de
heerscheude
influenza-
sterke
toeneming
bij
verlaagde
tarieven,
in
het
binnenland
volstrekt
geen
vooruitgang:
Integen¬
deel
achteruitgang.
Want
sedert
1881
is
hier
te
ande
het
getal
telegraafkantoren
van
418
tot
754
vermeerderd,
dus
met
336,
waarvan
226
van
de
rijkstelegraaf.
Die
nieuwe
staatskantoren
heb
ben
in
1890
246,992
betaalde
depêches
behan¬
deld.
Ware
nu
de
omzet
bij
de
418
oude
kan
toren
in
gelijke
evenredigheid
als
de
bevolking
toegenomen,
dan
zouden
daar
alleen
in
1890
2,188,107
depêches
moeten
zijn
verzonden.
Maar
het
geheele
aantal
binnenlandsche
was
slechts
2,185,116,
zoodat
er
aan
de
oude
kantoren
on¬
geveer
250,000
telegrammen
minder
zijn
geweest
dan
in
1881.
Wel
is
de
opbrengst
per
telegram
door
de
tarietverhooging
gestegen
met
ruim
1
6
cent,
maar
de
schatkist
zou
in
1890
toch
ƒ
38,500
meer
hebben
ontvangen
dan
werkelijk
het
geval
geweest,
wanneer
het
telegrafisch
verkeer
ge¬
lijken
tred
had
gehouden
met
de
bevolking
en
het
tarief
niet
ware
verhoogd.
De
slotsom
is
dan
ook
volstrekt
niet
gewaagd,
dat
het
verhoogd
telegramtarief
belemmerend
heeft
gewerkt
op
de
ontwikkeling
van
het
telegrafisch
verkeer.
De
paar
ton,
die
de
staat
meer
dan
in
1886
ontvangt
komen
dan
ook
bijna
uitsluitend
uit
het
veekeer
met
het
buitenland.
Hoezeer
ook
in
bet
binnenland
het
verkeer
—
Omtrent
de
ontdekking
van
den
influenza-
bacillus,
verneemt
men
nader
het
volgende:
Kort
na
de
veVschijning
der
influenza
te
Berlijn
in
November
begon
de
privaat-docent
dr.
Hicharc
Pfeiffer,
directeur
der
wetenschappelijke
afdeeling
bij
Koch's
Inrichting
voor
besmettelijke
ziekten,
aldaar
en
tevens
in
de
ziekenafdeeling
dezer
In
richting
experimenteele
studiën
omtrent
den
influ-
enza-verwekker.
Door
deze
gecombineerde
method»
mocht
het
hem
in
betrekkelijk
korten
tijd
geluk¬
ken,
te
constateeren,
dat
de
influenza
eene
een
voudige
infectieziekte
is,
die
veroorzaakt
wordt
door
een
bacillus
in
buitengewoon
kleinen
staaf-
vorm,
welke
langs
den
weg
van
ademing
wordt
overgedragen.
Hij
heeft
zijne
werkzaamheden
reeds
ten
einde
gebracht
en
zal
eerstdaags
in
een
ge
neesduudig
tijdsehrift
de
resultaten
openbaar
ma
ken.
—
Door
wijlen
mevrouw
Bronkhorst,
onlang!
te
Apeldoorn
overleden,
is
gelegateerd
aan
de
diakonie
der
Hervormde
gemeente
aldaar
ƒ
1000
aan
het
Ziekenhuis
f
1000,
aan
het
weeshui;
ƒ
1000
en
aan
de
Vereeniging
tot
verzorging
van
ouderlooze
knapen
aldaar
/
500,
vrij
van
het
recht
van
successie.
Een
vreemd
geval
te
Breda,
dat
weer
heel
wat
pennen
in
beweging
zal
brengen!
Menschen,
die
doorkneed
zijn
in
de
militaire
verordeningen
weten
dat
er
een
order
bestaat,
waarbij
aan
onderofficieren
verboden
wordt
lid
te
zijn
van
vereenigingen,
waarvan
ook
officieren
lid
zijn,
terwijl
laatstgenoemden
geen
koffiehuizen,
enz.,
mogen
bezoeken,
waar
onderofficieren
komen.
Die
order
was,
evenals
elders,
te
Breda
volko¬
men
in
het
vergeetboek
geraakt.
Onderofficieren
mochten
zich
vrij
te
midden
van
officieren
in
vereenigingen
bewegen,
en
dat
geschiedde
dan
ook
tot
dusver,
't
Zou
echter
anders
worden.
Er
was
dezer
dagen
eeue
danspartij
in
Concordia.
Eensklaps,
te
midden
van
den
dans,
werd
door
een
kapitein
van
den
generalen
staf
aan
een
on¬
derofficier
(zoon
van
een
gepensioneerd
hoofdoffi¬
cier
en
militie-commissaris)
verboden
langer
te
dansen
of
lid
te
zijn.
Over
de
opschudding,
welke
dit
zonderlinge
geval
heeft
kunnen
veroorzaken,
meldt
onze
be¬
richtgever
niets,
wèl
dat
nu
alle
onderofficieren,
behalve
die
aan
de
militaire
inrichtingen
voor
onderwijs
hunne
opleiding
ontvangen,
voor
het
lidmaatschap
van
Concordia
hebben
moeten
be¬
danken,
terwijl
nu
officieren
zeker
ook
niet
meer
koffiehuizen
mogen
bezoeken,
waar
tevens
onder
officieren
komen.
Voor
eene
stad
met
veel
militaire
bevolking
als
Breda
is
dit
eeD
ding
van
belang.
De
ver¬
houding
tusschen
militairen
en
burgers
was
er
steeds
voorbeeldig.
Als
de
order
algemeen
weer
opgerakeld
mocht
worden,
zou
dit
in
groote
steden
tot
niet
weinig
moeilijkheden
aanleiding
geven.
In
Amsterdam,
den
Haag,
enz.,
zouden
de
beste
koffiehuizen
voor
officieren
verboden
terrein
moeten
geacht
worden.
Weet
de
minister
van
oorlog
er
van?
N.
v.
d.
Dag.
—
Uit
den
Sittardschen
Gemeenteraad
(naar
den
Katholieken
Waarheidsvriend):
De
heer
Kamps.
Hoe
is
het
met
het
gas?
De
Voorzitter.
Dat
gaat
mij
aan,
ik
doe
wat
ik
wil.
De
heer
Kamps.
Dat
is
kras!
De
heer
Dols.
U
hebt
ons
beloofd
van
het
met
den
heer
Laudy
daaromtrent
te
regelen,
en
tot
heden
hebben
wij
nog
niets
gehoord.
De
Voorzitter.
Wat
wilt
u
regelen?
Ik
ben
niet
bang,
kom
maar
op!
De
heer
Schreij.
Ik
moet
u
opmerken,
mijn-
die
de
volgende
week
u
naar
uwe
familie?"
vroeg
„
Zeker
van
nw
zuster,
trouwen
gaat?"
vroeg
hij.
,z
Ja,
Cor
"
„
Wanneer
gaat
hij
angstig.
De
juffrouw
had
vóór
Hetty's
ziekte
gezegd,
dat
zij
gaarne
bij
het
huwelijk
van
haar
zuster
tegenwoordig
zou
zijn.
/.Ik
blijt
hier,
mijn
jongen."
z/Maar
dat
zal
papa
jniet
willen
hebben.
Het
is
uw
eenige
zuster
en
trouwen
gebeurd
maar
eens,"
zei
hij.
p
Denk
je,
dat
ik
pleizier
kan
hebben,
als
dat
lieve
kind
hier
zoo
ziek
ligt?
Ik
ga
niet."
#0,
gelukkig!"
barstte
de
knaap
uit
en
tranen
van
blijdschap
sprongen
hem
in
de
oogen.
Even
later
kwam
papa
binnen.
Cor
vertelde
hem
dadelijk,
dat
de
juffrouw
Hetty
niet
wilde
verlaten
om
bij
haar
zuster
te
gaan
feestvieren.
„Ik
dank
u,"
sprak
hij
aangedaan
en
legde
de
hand
op
de
zoo
gevloekte
roode
haren.
Zij
rilde
even
onder
die
aanraking.
//Och,"
fluisterde
hij,
„ik
heb
Hetty
zoo
innig
lief.
Als
het
kind
me
aanziet
met
die
zachte,
blauwe
oogjes,
dan
denk
ik
altijd
aan
haar
lieve
moeder.
Ik
zou
haar
niet
kunnen
missen.
Geve
God,
dat
zij
spoedig
genezen
moge."
Toen
pa
de
kamer
uit
was,
legde
Cor
zijn
hoofd
tegen
de
juffrouw
aan
en
snikte:
„juf,
als
jHetty
eens
sterven
gaat,
dan
is
't
mijn
schuld.
O,
was
ik
dien
morgen
maar
thuis
gebleven!"
„Neen,
beste
jongen,
kwel
je
maar
niet
met
zoo'n
nare
gedachte.
Als
je
dien
morgen
Marie
niet
had
gesproken,
zou
Hetty
haar
misschien
toch
den
volgenden
dag
ontmoet
hebben,
en
't
is
bovendien
niet
eens
gezegd,
dat
juist
zij
de
besmetting
heeft
overgebracht.
Er
heerscht
hier
op
het
dorp
haast
overal
roodvonk.
Waarlijk,
jij
kunt
't
niet
helpen.
We
willen
hopen,
dat
zus
spoedig
weer
beter
zal
zijn."
Die
wenscb
kwam
niet
in
vervulling.
Hetty
werd
met
den
dag
erger.
Eens
tegen
den
nacht
riep
zij
onophoudelijk
om
papa.
Toen
hij
bij
haar
bedje
kwam,
vroeg
ze
naar
Cor
en
Betsy.
Cor
verscheen
dadelijk
en
even
later
was
Betsy
er
ook.
Hetty
kustte
ze
allen,
evenals
ze
deed,
wan¬
neer
ze
slapen
ging.
Toen
trok
ze
de
juffrouw
naar
zich
toe
en
fluisterde:
„ik
ga
naar
mijn
mamatje,
lieve
juf
....
en
ik
....
zal
haar
vertellen
hoe
lief
u
altijd
voor
Hetty
geweest
is
....
en
dat....
u
net
zoo
goed
voor
mamatjes
andere
kindertjes
zult
zijn
....
„Cor,'
begon
ze
na
een
poosje,
„schrei
zoo
niet;
o,
ik
wil
zoo
graag
naar
mama,
naar
die
lieve,
zoete
mama.
Ik
heb
zoo
dikwijls
naar
haar
verlangd.
Ik
ben
zoo
blij,
dat
ze
me
nu
eindelijk
komt
halen.
Ze
heeft
het
me
zoo
dikwijls
beloofd."
Toen
lei
ze
het
moede
hoofdje
weer
op
het
kussen.
Allen
schreiden,
maar
toen
Cor
merkte
hoe
't
Hetty
hinderde,
dat
zij
allen
zoo
bedroefd
waren,
drukte
hij
zijn
zakdoek
voor
zijn
mond,
om
zijn
snikken
te
smoren.
„Papa,"
riep
het
stervende
kind
uit,
„daar
is
maatje!!!"
en
een
glans
van
verrukking
vloog
haar
over
't
gezichtje.
„Ze
vraagt
of....
u
..
..
goed
....
voor
....
juffie
....
wezen
....
zal
...
.
omdat....
Hetty
....
haar
zoo
liefhad."
Mijnheer
Verbrugge
strekte
de
armen
naar
zijn
kleine
lieveling
uit
en
aan
zijn
borst
gaf
zij
nog
een
laatsten
zucht
Toen
sloot
ze
de
mooie,
blauwe
oogjes,
om
ze
nooit
weer
te
openen.
BESLUIT.
Een
jaar
was
er
na
Hetty's
sterven
voorbijge¬
gaan.
Het
had
lang
geduurd,
eer
de
Verbrugges
aan
het
gemis
hadden
kunnen
wennen,
maar
eindelijk
begon
er
toch
weer
wat
vroolijkheid
in
huis
te
komen.
„Cor,
weet
je
wel,"
zei
Betsy
op
een
dag,
„dat
juf
Zondag
jarig
is?"
„Zou
ik
dat
niet
weten?"
„Ja,
maar,
je
weet
toch
niet,
wat
ik
weet,"
be^on
Bets
weer,
't
zal
een
dubbele
feestdag
zijn."
Wat
moet
er
dan
gebeuren?"
vroeg
Cor
nieuwsgierig.
„Dat
zul
je
wel
jzien,"
antwoordde
Bets
pla¬
gend.
„Ik
zeg
het
je
toch
niet,
want
ik
heb
juf
beloofd,
dat
ik
zou
zwijgen."
De
geheele
week
liep
Cor
Bets
na,
om
haar
het
geheim
te
ontfutselen,
maar
zij
liet
zich
niets
ontvallen.
Eindelijk
zei
ze
lachend:
„vraag
het
maar
aan
papa."
Dat
deed
Cor
en
papa
verwees
hem
naar
den
Zondag.
Dan
zou
hij
het
wel
te
weten
komen.
Eindelijk,
daar
breekt
jufs
verjaardag
aan.
Cor
geeft
haar
een
album
ten
geschenke.
Zij
opent
het
album
en
tot
Cor's
groote
verbazing
staat
papa's
portret
er
in
en
wel
vooraan.
„Hé!"
roept
hij
uit.
„Wie
heeft
er
dat
inge¬
stopt
?"
„Ik,
Cor,"
zegt
papa
en
vervolgt:
„jongen,
wat
zou
je
er
wel
van
zeggen,
als
de
juffrouw,
die
altijd
zoo
lief
als
een
moeder
voor
je
geweest
is,
nu
eens
werkelijk
je
mama
zou
willen
worden
?"
Plotseling
gaat
Cor
een
licht
op.
Even
voelt
hij
een
opwelling
van
smart
en
wrevel
bij
zich
opkomen:
zijn
eigen
mama
verdrongen
te
zien
door
een
stiefmoeder;
maar
hij
kijkt
om
en
ziet
Hetty's
portretje
achter
zich
op
het
kastje
staan.
Hij
herinnert
zich
opeens,
hoe
Hetty
haar
liefhad.
Met
één
sprong
is
hij
bij
de
juffrouw
en
vliegt
haar
om
den
hals
met
den
uitroep:
„mijn
lief,
best
moedertje!"
„Ik
heb
't
al
drie
dagen
geweten,"
zegt
Betsy
zegevierend.
Bets
was
nu
ook
al
een
meisje
van
zestien,
en
in
de
volheid
van
haar
geluk
heeft
de
juffrouw
het
haar
verteld,
maar
Bets
heeft
gezwegen,
dat
moet
Cor
erkennen.
O