Tekstweergave van WFNHC_1892_01_09_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ten. Bij de teekening ?an het document weiden zij spoedig gewaar, wien zij mishandeld hadden. Dienzelfden avond brachten drie betrokken politie¬ beambten zichzelven om het leven. Vier bakke¬ rijen werden gesloten. Het rapport van den oppersten ambtenaar van plaatsen ten behoeve van de vrijwillige oefeningen in den wapenhandel worden gebruikt, weder in de wapenmagazijnen in te leveren, en voor die oefeningen geweren oud-model te bestemmen. //Uit deze lastgeving blijkt, dat de Arnh. Ct. gelijk had, toen zij den minister er opmerkzaam op maakte, hoe de geweren voor de mobilisatie toeneemt als de tarieven laag blijven, toonen de posterijen. Het getal overgebrachte binnenlaudsche brieven is van 1881 tot 1891 van 44 tot 51 iinillioen vermeerderd, het getal briefkaarten zelfs !van 15 tot 26 millioen. Zal nu de regeering i weldra tot het inzicht komen, dat verlaging van De opbrengst der Kerstgave voor kindervoe¬ ding te Amsterdam bracht daar bruto ruim f 2400 op. Door verveners en arbeiders in de veenderij van Appelscha is eene overeenkomst aangegaan, het openbaar ministerie betreffende het onderzoek aangewezen, niet alle in de magazijnen voorhan- der mishandelingen, van welke schepelingen van den waren." oorlogsschip Baltimore in de het Amerikaansche straten van Chili's hoofdstad Valparaiso de slachtoffers zijn geweest, is openbaar gemaakt. Er wordt in aangetoond dat drie in hechtenis —De minister van financiën maakt bekend, dat op Dinsdag 18 Januari a. s. eene inschrijving zal worden gehouden tot het bekomen van schuld- het binnenlandsch telegramtarief noodzakelijk is? houdende bepalingen omtrent werkzaamheden, loonen, enz. in dit jaar. Een scheidsgerecht, be- verkeerende ingezetenen van Valparaiso messteken bekentenissen ten laste van den Staat, uit te ge- hebben toegebracht aan Amerikaansche matrozen, j ven krachtens de wet vun 28 December 1891, zonder dat echter bewezen is kunnen worden dat | en dat de voorwaarden van die uitgifte van de dood van twee dier mannen het gevolg van 8 Januari af, op aanvrage kosteloos verkrijgbaar zullen zijn ten kantore van den agent van het ministerie van financiën te Amsterdam (Spinhuis¬ steeg) en, voor zoover de voorraad strekt, bij den betaalmeester te Rotterdam en in de hoofdplaat¬ sen der provinciën. die verwondingen is geweest. De drie schuldigen zullen tot gevangenisstraf veroordeeld worden. Aangaande de schuld van een in hechtenis zijnden neger moeten nog getuigenissen verzameld worden. Voorts is ook de schuld bewezen van een der schepelingen van de Baltimore, die een Chileen- scheu matroos verwond heeft. Men vleit zich te Valparaiso, dat dit rapport een einde maken zal aan de ontevredenheid der regeering van de Vereenigde Staten. Er wordt in het stuk erkend dat de politie eerst laat op bet terrein gekomen is om de matrozen uit de han¬ den der woedende Chiliërs te verlossen, doch dit wordt, met veel schijn van recht, geweten aan de gebrekkige organisatie, waarin de politie des¬ tijds, in de eerste dagen na den burgeroorlog, verkeerde. Dat de politieagenten zeiven, zooals hun aan boord van de Baltimore ten laste is ge¬ legd, zich aan vijandigheden tegen de schepelingen zouden hebben schuldig gemaakt, daarvoor is schijn noch schaduw van bewijs verkregen; in¬ tegendeel zijn er verscheidene verklaringen van matrozen, die hun behoud aan de politie danken. Het rapport bewijst, dat het gerechtelijk onder¬ zoek langzaam en omslachtig is geweest, een al¬ gemeen gebrek in de Spaansch-Amerikaansche landen; maar ook dat het in volkomen onafhan¬ kelijkheid van de uitvoerende macht is opgesteld, De politie wordt er in gespaard noch voorgetrok¬ ken; alleen wordt de ware toedracht der zaken in het licht gesteld. In elk geval heeft de regee ring van Chili nu aan hare internationale ver¬ plichtingen voldaan. Er kan nog sprake zijn van het aaubieden eener officieele verontschuldiging over het gebeurde, en van geldelijke schadeloos¬ stelling aan de achtergebleven betrekkingen der gedoode schepelingen, maar dit is eene zaak van onderhandelingen en kan bezwaarlijk tot ernstige moeilijkheid aanleiding geven Te Washington schijnt men echter niet tevre¬ den. Er is een advocaat-generaal naar San Eran cisco gezonden, waar de Baltimore Zaterdag ver¬ wacht werd, ten einde onder de bemanning ge¬ tuigenissen omtrent het gebeurde in te winnen Met deze wil de regeering zich wapenen tegen het rapport van de Chileensche rechterlijke macht. Op die manier kan men aan den gang blijven Het is echter ondenkbaar dat Chili er in za toestemmen, tegenover de uitspraak zijner eigen rechters die van buitenlanders te laten gelden. In een bijvoegsel van de St -Cl. wordt me¬ degedeeld een verslag der Landbouwcommissie, ingesteld bij koninklijk besluit van 18 September 1866 no. 28, aan Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, bevattende resultaat van haar overwegingen betreffende pachtwezen en het gebruik van den grond. iet iet BINNENLAND. Volgens de Amst. behoort onder de belas tingplannen van den tegenwoordigen minister ook de afschaffing van den zeepaccijns. Tot dekking van het tekort door de afschaffing en de vermin dering van den zoutaccijns zal de accijns op het gedistilleerd met ƒ 5,— verhoogd worden. tig de - Men verzekert, dat door de regeering erns- overwogen wordt, om, ter gemoetkoming aan bezwaren in de afdeelingen der Tweede Ka mer tegen de uitbreiding van den militiedienst tot tien jaren kenbaar gemaakt, de aanhangig noodwet in dien zin te wijzigen, dat de diensttijc gebracht wordt op 8 jaren. Men leest in de Amst.: „De minister van oorlog heeft den last gege- en om de geweren, die buiten de garnizoens Bij de aanbieding der begrooting voor het jaar 1892 hebben verscheiden gemeentebesturen die begrooting van Gedeputeerde Staten terug ont¬ vangen onder opmerking, dat er alsnog een post voor 't aanschaffen eener brandspuit moest wor¬ den aangebracht. Door eenige gemeenteraden werd lesloten een brandspuit aan te schaffen. Enkele gemeenteraden weigerden echter hardnekkig om dit te doen, en deden dat met dit gevolg, dat Gedeputeerde Staten thans ook die begrootingen goedgekeurd teruggezonden hebben, onder opmer- g, dat zij op de begrooting voor 1893 een post voor eene brandspuit moeten uittrekken! Pr. Gr on. Ct. De rijkstelegrafen hebben sedert de verhoo¬ ging van het binnenlandsch tarief in 1886 een ïoogere opbrengst gegeven. Het voordeelig ver¬ schil was in 1890 tot ongeveer 2 ton gestegen. Hieruit volgt intusschen geenszins, dat de hoogere prijs der telegrammen niet nadeelig heeft gewerkt op het verkeer. De heer Liuckens, amb¬ tenaar bij het departement van waterstaat, toont het laatste nummer van het Journal Télègra- phique, dat door het internationaal bureau te Bern wordt uitgegeven, uit de officieele cijfers , dat bij het binnenlandsch telegrafisch ver¬ keer achteruitgang valt waar te nemen. Er zijn in 1890 155,000 binnenlandsche tele¬ grammen meer gewisseld dan in 1886 en 213.000 meer dan in 1881. Maar bij de buitenlandsche telegrammen was het gunstig verschil van 1890 met 1886 357,000 en met 1881 539,000, dus een aanzienlijker stijging, zoowel volstrekt als be¬ trekkelijk, want het geheele aantal binnenlandsche bedroeg in 1881 1,972,158 en die naar en van het buitenland verzonden slechts 1.057,697. Op elke 1000 inwoners was het getal dépêches Binnenland. Buitenland. 1881 1886 1890 Voor het 479 462 475 buitenlandsch verkeer 257 282 349 dus een zeer staande uit verveners en arbeiders, is aangewezen om bij mogelijke geschillen uitspraak te doen. Op deze wijze hoopt men het uitbreken eener werk¬ staking onmogelijk te maken. De nieuw in te voeren postzegels van 3 cent dragen de beeltenis der Koningin en zijn geel gekleurd. Te Wormerveer is in 84-jarigen ouderdom overleden de heer J. Dekker Cz., oud-burgemees¬ ter dier gemeente. Een der oudste ingezetenen van Zutfen, mr. W. J. Swaving, oud-bewaarder der hypothe¬ ken en van het kadaster, is Dinsdag aldaar over¬ leden. Deze krasse grijsaard, die den leeftijd van 90 jaren bereikte, was geruimen tijd commandant der Zutfensche schutterij. De heer Swaving was de laatst levende der luitenants, die in 18-30 uit Zutfen naar België trokken; hij was officier van de Orde der Eiken¬ kroon. Zutph. Ct. Op het traject Amsterdam—Rotterdam van het Hollandsche Spoor zijn nieuwe wagens 3e klasse in gebruik, waarvan de compartimenten geheel zijn ingedeeld als die der 2e-klasse-wagens. Deze wagens zien er zeer sierlijk uit en bieden meer comfort dan tot dusverre in eenigen 3e- klasse-wagen werd aangetroffen. De betimmering is gevernisd Amerikaansch greuenhout. Aan beide zijden boven elke bank is een ba¬ gage-net aangebracht. De zitbanken bestaan uit atwerk. De verwarming geschiedt door briquetten, doch iet systeem is beter ingericht dan tot heden het eval was. Tegen de zoldering van elk compartiment is een doorloopende draad of een kruk aangebracht, welke in geval van nood, door sterk naar bene¬ den te trekken, den noodrem in beweging brengt, laatste vooral is veel beter en doelmatiger het plaatsen der lijn voor den noodrem bo- elk portier buiten den wagen. Dit dan ven Met het Nieuwe jaar heeft de influenza ook hare intrede gedaan in de Prins Hendrik- Stichting te Egmond aan Zee. Den 5e dezer waren er reeds 35 lijders, en van de zeven, die ernstige bezorgdheid inboezemden, is een, W. Lupke, een oud-strijder van 1830—31, in den ouderdom van 83 jaren overleden. Op een geïsoleerd plekje als Egmond aan Zee, waar men niet op dat bezoek rekende, en niet alles bij de hand is, doet zich de onverwachte ramp dubbel voor. Ingevolge advies van de gezondheidscora missie, hebben B. en W. der gemeente Alkmaar besloten, de openbare scholen niet te openen na de vacantie, weg epidemie. de heerscheude influenza- sterke toeneming bij verlaagde tarieven, in het binnenland volstrekt geen vooruitgang: Integen¬ deel achteruitgang. Want sedert 1881 is hier te ande het getal telegraafkantoren van 418 tot 754 vermeerderd, dus met 336, waarvan 226 van de rijkstelegraaf. Die nieuwe staatskantoren heb ben in 1890 246,992 betaalde depêches behan¬ deld. Ware nu de omzet bij de 418 oude kan toren in gelijke evenredigheid als de bevolking toegenomen, dan zouden daar alleen in 1890 2,188,107 depêches moeten zijn verzonden. Maar het geheele aantal binnenlandsche was slechts 2,185,116, zoodat er aan de oude kantoren on¬ geveer 250,000 telegrammen minder zijn geweest dan in 1881. Wel is de opbrengst per telegram door de tarietverhooging gestegen met ruim 1 6 cent, maar de schatkist zou in 1890 toch ƒ 38,500 meer hebben ontvangen dan werkelijk het geval geweest, wanneer het telegrafisch verkeer ge¬ lijken tred had gehouden met de bevolking en het tarief niet ware verhoogd. De slotsom is dan ook volstrekt niet gewaagd, dat het verhoogd telegramtarief belemmerend heeft gewerkt op de ontwikkeling van het telegrafisch verkeer. De paar ton, die de staat meer dan in 1886 ontvangt komen dan ook bijna uitsluitend uit het veekeer met het buitenland. Hoezeer ook in bet binnenland het verkeer Omtrent de ontdekking van den influenza- bacillus, verneemt men nader het volgende: Kort na de veVschijning der influenza te Berlijn in November begon de privaat-docent dr. Hicharc Pfeiffer, directeur der wetenschappelijke afdeeling bij Koch's Inrichting voor besmettelijke ziekten, aldaar en tevens in de ziekenafdeeling dezer In richting experimenteele studiën omtrent den influ- enza-verwekker. Door deze gecombineerde method» mocht het hem in betrekkelijk korten tijd geluk¬ ken, te constateeren, dat de influenza eene een voudige infectieziekte is, die veroorzaakt wordt door een bacillus in buitengewoon kleinen staaf- vorm, welke langs den weg van ademing wordt overgedragen. Hij heeft zijne werkzaamheden reeds ten einde gebracht en zal eerstdaags in een ge neesduudig tijdsehrift de resultaten openbaar ma ken. Door wijlen mevrouw Bronkhorst, onlang! te Apeldoorn overleden, is gelegateerd aan de diakonie der Hervormde gemeente aldaar ƒ 1000 aan het Ziekenhuis f 1000, aan het weeshui; ƒ 1000 en aan de Vereeniging tot verzorging van ouderlooze knapen aldaar / 500, vrij van het recht van successie. Een vreemd geval te Breda, dat weer heel wat pennen in beweging zal brengen! Menschen, die doorkneed zijn in de militaire verordeningen weten dat er een order bestaat, waarbij aan onderofficieren verboden wordt lid te zijn van vereenigingen, waarvan ook officieren lid zijn, terwijl laatstgenoemden geen koffiehuizen, enz., mogen bezoeken, waar onderofficieren komen. Die order was, evenals elders, te Breda volko¬ men in het vergeetboek geraakt. Onderofficieren mochten zich vrij te midden van officieren in vereenigingen bewegen, en dat geschiedde dan ook tot dusver, 't Zou echter anders worden. Er was dezer dagen eeue danspartij in Concordia. Eensklaps, te midden van den dans, werd door een kapitein van den generalen staf aan een on¬ derofficier (zoon van een gepensioneerd hoofdoffi¬ cier en militie-commissaris) verboden langer te dansen of lid te zijn. Over de opschudding, welke dit zonderlinge geval heeft kunnen veroorzaken, meldt onze be¬ richtgever niets, wèl dat nu alle onderofficieren, behalve die aan de militaire inrichtingen voor onderwijs hunne opleiding ontvangen, voor het lidmaatschap van Concordia hebben moeten be¬ danken, terwijl nu officieren zeker ook niet meer koffiehuizen mogen bezoeken, waar tevens onder officieren komen. Voor eene stad met veel militaire bevolking als Breda is dit eeD ding van belang. De ver¬ houding tusschen militairen en burgers was er steeds voorbeeldig. Als de order algemeen weer opgerakeld mocht worden, zou dit in groote steden tot niet weinig moeilijkheden aanleiding geven. In Amsterdam, den Haag, enz., zouden de beste koffiehuizen voor officieren verboden terrein moeten geacht worden. Weet de minister van oorlog er van? N. v. d. Dag. Uit den Sittardschen Gemeenteraad (naar den Katholieken Waarheidsvriend): De heer Kamps. Hoe is het met het gas? De Voorzitter. Dat gaat mij aan, ik doe wat ik wil. De heer Kamps. Dat is kras! De heer Dols. U hebt ons beloofd van het met den heer Laudy daaromtrent te regelen, en tot heden hebben wij nog niets gehoord. De Voorzitter. Wat wilt u regelen? Ik ben niet bang, kom maar op! De heer Schreij. Ik moet u opmerken, mijn- die de volgende week u naar uwe familie?" vroeg Zeker van nw zuster, trouwen gaat?" vroeg hij. ,z Ja, Cor " Wanneer gaat hij angstig. De juffrouw had vóór Hetty's ziekte gezegd, dat zij gaarne bij het huwelijk van haar zuster tegenwoordig zou zijn. /.Ik blijt hier, mijn jongen." z/Maar dat zal papa jniet willen hebben. Het is uw eenige zuster en trouwen gebeurd maar eens," zei hij. p Denk je, dat ik pleizier kan hebben, als dat lieve kind hier zoo ziek ligt? Ik ga niet." #0, gelukkig!" barstte de knaap uit en tranen van blijdschap sprongen hem in de oogen. Even later kwam papa binnen. Cor vertelde hem dadelijk, dat de juffrouw Hetty niet wilde verlaten om bij haar zuster te gaan feestvieren. „Ik dank u," sprak hij aangedaan en legde de hand op de zoo gevloekte roode haren. Zij rilde even onder die aanraking. //Och," fluisterde hij, „ik heb Hetty zoo innig lief. Als het kind me aanziet met die zachte, blauwe oogjes, dan denk ik altijd aan haar lieve moeder. Ik zou haar niet kunnen missen. Geve God, dat zij spoedig genezen moge." Toen pa de kamer uit was, legde Cor zijn hoofd tegen de juffrouw aan en snikte: „juf, als jHetty eens sterven gaat, dan is 't mijn schuld. O, was ik dien morgen maar thuis gebleven!" „Neen, beste jongen, kwel je maar niet met zoo'n nare gedachte. Als je dien morgen Marie niet had gesproken, zou Hetty haar misschien toch den volgenden dag ontmoet hebben, en 't is bovendien niet eens gezegd, dat juist zij de besmetting heeft overgebracht. Er heerscht hier op het dorp haast overal roodvonk. Waarlijk, jij kunt 't niet helpen. We willen hopen, dat zus spoedig weer beter zal zijn." Die wenscb kwam niet in vervulling. Hetty werd met den dag erger. Eens tegen den nacht riep zij onophoudelijk om papa. Toen hij bij haar bedje kwam, vroeg ze naar Cor en Betsy. Cor verscheen dadelijk en even later was Betsy er ook. Hetty kustte ze allen, evenals ze deed, wan¬ neer ze slapen ging. Toen trok ze de juffrouw naar zich toe en fluisterde: „ik ga naar mijn mamatje, lieve juf .... en ik .... zal haar vertellen hoe lief u altijd voor Hetty geweest is .... en dat.... u net zoo goed voor mamatjes andere kindertjes zult zijn .... „Cor,' begon ze na een poosje, „schrei zoo niet; o, ik wil zoo graag naar mama, naar die lieve, zoete mama. Ik heb zoo dikwijls naar haar verlangd. Ik ben zoo blij, dat ze me nu eindelijk komt halen. Ze heeft het me zoo dikwijls beloofd." Toen lei ze het moede hoofdje weer op het kussen. Allen schreiden, maar toen Cor merkte hoe 't Hetty hinderde, dat zij allen zoo bedroefd waren, drukte hij zijn zakdoek voor zijn mond, om zijn snikken te smoren. „Papa," riep het stervende kind uit, „daar is maatje!!!" en een glans van verrukking vloog haar over 't gezichtje. „Ze vraagt of.... u .. .. goed .... voor .... juffie .... wezen .... zal ... . omdat.... Hetty .... haar zoo liefhad." Mijnheer Verbrugge strekte de armen naar zijn kleine lieveling uit en aan zijn borst gaf zij nog een laatsten zucht Toen sloot ze de mooie, blauwe oogjes, om ze nooit weer te openen. BESLUIT. Een jaar was er na Hetty's sterven voorbijge¬ gaan. Het had lang geduurd, eer de Verbrugges aan het gemis hadden kunnen wennen, maar eindelijk begon er toch weer wat vroolijkheid in huis te komen. „Cor, weet je wel," zei Betsy op een dag, „dat juf Zondag jarig is?" „Zou ik dat niet weten?" „Ja, maar, je weet toch niet, wat ik weet," be^on Bets weer, 't zal een dubbele feestdag zijn." Wat moet er dan gebeuren?" vroeg Cor nieuwsgierig. „Dat zul je wel jzien," antwoordde Bets pla¬ gend. „Ik zeg het je toch niet, want ik heb juf beloofd, dat ik zou zwijgen." De geheele week liep Cor Bets na, om haar het geheim te ontfutselen, maar zij liet zich niets ontvallen. Eindelijk zei ze lachend: „vraag het maar aan papa." Dat deed Cor en papa verwees hem naar den Zondag. Dan zou hij het wel te weten komen. Eindelijk, daar breekt jufs verjaardag aan. Cor geeft haar een album ten geschenke. Zij opent het album en tot Cor's groote verbazing staat papa's portret er in en wel vooraan. „Hé!" roept hij uit. „Wie heeft er dat inge¬ stopt ?" „Ik, Cor," zegt papa en vervolgt: „jongen, wat zou je er wel van zeggen, als de juffrouw, die altijd zoo lief als een moeder voor je geweest is, nu eens werkelijk je mama zou willen worden ?" Plotseling gaat Cor een licht op. Even voelt hij een opwelling van smart en wrevel bij zich opkomen: zijn eigen mama verdrongen te zien door een stiefmoeder; maar hij kijkt om en ziet Hetty's portretje achter zich op het kastje staan. Hij herinnert zich opeens, hoe Hetty haar liefhad. Met één sprong is hij bij de juffrouw en vliegt haar om den hals met den uitroep: „mijn lief, best moedertje!" „Ik heb 't al drie dagen geweten," zegt Betsy zegevierend. Bets was nu ook al een meisje van zestien, en in de volheid van haar geluk heeft de juffrouw het haar verteld, maar Bets heeft gezwegen, dat moet Cor erkennen. O