Tekstweergave van WFNHC_1892_01_06_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
9de
Jaargang.
WOENSDAG
6
JANUARI
1892.
No.
2.
ftWIH-FHEILill
Rf.Ieu
w
e
Hoor
nsclie
Courant.
Abonnementsprijs
per
kwartaal,
voor
Hoorn.
.
.
ƒ1,00
v
nu
fr.
per
post
.
.
-
1,20
Afzonderlijke
nommers
o,05
Dit
blad
verschijnt
Dinsdag-
en
Vrijdag-avond.
UITGBVER
P.
GEËRTS,
HOORN.
Prijs
der
advertentiën
van
1—5
regels
....
ƒ
0,40
Elke
regel
daarboven
-
0,0
76
Groote
letters,
randen
enz.
worden
naar
plaatsruimte
berekend.
Stukken
voor
de
Redactie,
uiterlijk
den
vorigen
dag.
\
—
/
4—
O
O
Advertentiën
voor
deze
Courant
worden
ook
aangenomen:
door
het
Alg.
Advertentie-Bureau
van
NIJGH
&
VAN
DITMAR
te
Rotterdam
—
voorts
door
alle
-f
A.
A.
H
ZD
ZE
'JL'
"R/
A
TVT"
~ï~f~
O
O
~R
"NT
tp
~nt
it
i—p
i
i
t
rz
tt»
nvv
Dienst
Hoorn,
Wester-
en
Qosterblokker,
Westwoud,
Hoogcarspel,
Lutjebroek,
Grootebroek,
Bovencarspel,
Enkhuizen
en
omJLrd.
TRAMNUMMER.
~~
~
"
STATIONS.
(1
October
1891.)
1
5
I
7
I
9
I
II
I
13
17
119121
I
23
Aankomst
ff
oil.
Spoor
van
Amsterdam.
„
Locaalspoor
van
Medemblik.
HOORN
(Kaasmarkt)
V.
Hooru
(Station
Boll.
Spoor)
,
Nadorst
,
Wester-Blokker
('t
Gouden
Boofd)..
„
Ooster-Blokker
{Herb.
v.
Van
Doornik)
„
Westvrond
(Bet
Zittent)
Ilooge—spel
(Grens
Westwoud)
„
Hoogcarspel
(Medemblikker
Tolhuis)
.
,
Grootebroek
(Remise)
,
Grootebroek
(De
Zwaan)
„
Bovencarspel
(Balve
Maan)
ENKHUIZEN
(Bet
Park).
A.
7.30
7.33
7.44
7.65
ÏZ
2
~
<&
-
8.25
£8.28
3
8.89
8.50
7.55
7.47
8.—
8.05
8.15
8.24
8.30
8.42
8.54
9
—
9.15
9.18
9.29
9.40
9
50
9.55
10.05
10.14
10.20
10.32
10.44
10.50
11.05
11.08
11.19
11.30
11.40
11.45
11.55
12.30
12.33
12.44
12.55
11.07
-
_
—
—
2.37
—
5,2.10
3.—
5
-§2-15
£
2.25
>3
2.52
s
3.04
£3.10
^
3.25
3
28
3.39
3.50
.
4.15
6.57
6.25
7.10
7.15
7.25
7.34
7.40
7.52
8
04
8.10
8.25
8.28
8.39
18.50
9.05
9
—
9.05
9.15
9.24
9.30
9.42
9.54
10.—
10.15
STATIONS.
ENKHUIZEN
(Bet
Park)
Bovencarspel
(Balve
Maan)
n
Grootebroek
(De
Zwaan)
'
n
Grootebroek
(Remise)
n
Hoogcarspel
(Medemblikker
Tolhuis)
.
„
Hoogcarspel
(Grens
IVestwoud)
„
Weitwoud
(Bet
Zittent)
„
Ooster-Blokker
(Berb.t.
Van
Doornik.
„
Wester-Blokker
('t
Gouden
Boofd)..
„
Nadorst
'
Hoorn
(Station
Boll.
Spoor)
HOORN
(Kaasmarkt)
A.
Vertrek
Boll.
Spoor
naar
Amsterdam.
h
Locaalspoor
naar
Medemblik.
TRAMNUMMER
6
18
10
121141
16118120
22
7.40
7.50
7.55
8.—
8.11
8.22
8.25
8.40
8.43
8.58
9.10
9.16
9
25
9.35
9.40
—
10.13
—
10.30
officieel
gedeelte,
inschrijving
voor
de
Nationale
Militie
BURGEMEESTER
en
WETHOUDERS
derl
Gemeente
HOORN;
Gelet
op
art.
19
der
Wet
9
van
den
19den
Augustus
1861
(Staatsblad
No.
72)
en
op
artikel
15
van
bet
Koninklijk
Besluit
van
17
December
1861
(Staatsblad
No.
127).
\
Herinneren
bij
deze
aan
de
verplichting
totlD.
het
doen
der
aangifte
ter
inschrijving
voor
de
MILITIE
in
de
volgende
maand
Januari,
alsj
wanneer
moeten
worden
ingeschreven
alle
man¬
nelijke
ingezetenen,
die
op
den
lsten
Januari
1892
hun
19de
jaar
waren
ingetreden,
alzoo
zij
die
in
1873
werden
geboren;
met
kennisgeving:
A.
Dat
blijkens
art.
15
der
wet
voor
ingezeten
wordt
gehouden:
1.
Hij
wiens
vader,
of
is
deze
overleden,
wiens
moeder,
of
zijn
beiden
overleden,
wiens
voogd
E.
ingezeten
is
volgens
de
Wet
van
28
Juli
1850
(Staatsblad
No.
44).
2.
Hij,
die
geen
ouders
of
voogd
hebbende,
ge¬
durende
de
laatste
aan
het
in
de
eerste
zin-,
snede
van
dit
artikel
vermelde
tijdstip
voor¬
afgaande
achttien
maanden
in
Nederland
verblijf
hield.
3.
Hij
van
wiens
ouders
de
langstlevende
in-,
gezeten
was,
al
is
zijn
voogd
geen
ingezeten,
mits
hij
binnen
het
rijk
verblijf
houdt.
Voor
ingezeten
wordt
niet
gehouden
de
vreemdeling,
behoorende
tot
een
staat,
waarin
de
Nederlander
niet
aan
den
verplichten
krijgsdienst
is
onderworpen,
of
waar
ten
E.
aanzien
der
dienstplichtigheid
het
beginsel)
van
wederkeerigheid
is
aangenomen.
dienst
in
een
vreemd
lanl
woont,
in
de
ge¬
meente
waar
zijn
vader
of
voogd
het
laatst
in
Nederland
gewoond
heeft.
8.50
9.01
9.12
9,15
9.30
9.35
9.48
-S
10.—
a
10.06
£
10.15
310.J5
10.30
9.50
10.01
10.12
10.15
10.30
10.36
10.
8
11.—
11.06
11.15
11.25
11.30
11.48
12.551
1.—
3.—
i
1.11
3.11
7.10
7.21
7.32
735
750
7.56
,8.08
—
2.10(4.10!6.10
8.20
l
8.26
i
■\35
J
8.45
!.50
.
9.18
.
3.22
3.25
3.40
3.46
3.58
12.40
12.50
12.55
2.16
4.16
6
16
6.25
35
6.4"
2.25
2.35
2.40
4.25
4.35
4
40
—
—
2.48
—
Kennisgeving.
HET
HOOFD
VAN
HET
PLAATSELIJK
/)/
ir-i
s
ir,
,
.
.
.
,
BESTUUR
DER
GEMEENTE
HOORN
brengt
Dat
blijkens
art.
17
der
wet
niet
voor
de
Uii
rWP
+—
■
j
T
,.
MUUU
wordt.
:
|
jU"
£
De
in
een
vreemd
Rijk
achtergebleven
zoon
dienst
1891/92,
2e
kwartaal,
op
den
2
Januari
jl.
van
een
ingezeten,
die
geen
Nederlander
is.
door
den
heer
Provincialen
Inspecteur
is
goedge-
üe
in
een
vreemd
Rijk
verblijf
houdend
keurd,
en
op
heden
aan
den
Heer
Ontvanger
der
ouderlooze
zoon
van
een
vreemdeling,
al
is
I
Rijks
Belastingen
binnen
deze
Gemeente
"ter
in-
zijn
voogd
ingezeten.
vordering
zijn
toegezonden.
De
zoon
van
een
Nederlander,
die
ter
zakel
o
,
T
.
,
van
's
lands
dienst
in
's
Rijks
Overzeesche
^
z
H°°rn'
4
Januan
1892
Bezittingen
of
Koloniën
woont.
I
Hoofd
van
het
Plaatselijk
Bestuur
voornoemd,
Dat
blijkens
art.
18
der
wet:
I
A.
E.
ZIMMERMAN.
Elk,
die
volgens
art.
15
behoort
te
wor-
LIJST
VAN
BRIEVEN,
geadresseerd
aan
den
ingeschreven,
verplicht
is,
zich
daartoe
onbekenden,
over
de
le
helft
der
maand
Dec.
bij
Burgemeester
en
Wethouders
aan
te
ge-I
welke
op
aanvrage
ten
postkantore
te
Hoorn
ven
tusschen
den
lsten
en
31sten
Januari.
door
de
belanghebbenden
in
ontvang
kunnen
Dat
bij
ongesteldheid,
afwezigheid
of
ont-|
genomen
worden,
stentenis
zijn
vader,
of
is
deze
overleden,)
zijn
moeder,
of
zijn
beiden
overleden,
zijn)
1
HOORN:
voogd
tot
het
doen
van
die
aangifte
ver-j
M.
de
Koller,
Amsterdam.
plicht
is.
)P.
Kok,
Amsterdam.
n
,
ij
j
.
o,
,
,
r-
Burghaven,
Amsterdam
Dat
bhjkens
art.
23
der
wet:
I
B.
Sweers,
Groningen.
Hij,
die
eerst
na
het
intreden
van
zijn|S.
Vlaar,
Hoogwoud.
19de
jaar,
doch
vóór
het
volbrengen
vanjj-
Voogd,
Amsterdam,
zrjn
20sten
ingezeten
wordt,
verplicht
is
zich
j
zoodra
dit
plaats
heeft,
ter
inschrijving
aan)
BENNINGBROEK.
te
geven
bij
Burgemeester
en
Wethouders)
B.
Steenburg,
Anna
Paulowna
Polder
der
gemeente,
waar
de
inschrijving
volgens
v
urDrncrm
art.
16
moet
geschieden.
I
Van
BERK
DO
VI
Hierbij
gelden
de
bepalingen
der
2de
en
3de
zinsnede
vaD
art.
18
P.
Thoma,
Leiden.
Zijne
inschrijving
geschiedt
in
het
register|r
v-
,
NIBBIKSWOUD.
n
het
iaar
waartoe
hii
microns
ziin
loofiiiR
'
nend,
Grosthuizen.
Van
AKEN
HORN:
D.
Ruiter,
Washington.
B.
Dat
blijkens
art.
16
der
wet
de
inschrijving
geschiedt:
1.
Van
een
ongehuwde
in
de
gemeente,
waarjG
de
vader,
of
is
deze
overleden,
de
moeder,
of
zijn
beiden
overleden,
de
voogd
woont.
2.
Van
een
gehuwde
en
van
een
weduwnaar
in
de
gemeente
waar
hij
woont.
3.
Van
hem
die
geen
vader,
moeder
of
voogd
heeft
of
door
dezen
is
achtergelaten,
of
wiens
voogd
bui:en
's
lands
gevestigd
is,
in
de
ge¬
meente
waar
hij
woont.
4.
Van
den
buiten
's
land
wonenden
Zoon
van
een
Nederlander
die
ter
zake
van
's
lands
Meuwjaarsweiisch.
op
van
het
jaar
waartoe
hij
volgens
zijn
leeftijd
behoort.
Dat
blijkens
art.
183
der
wet:
De
overtreding
van
art.
18,
op
het
niet)
tijdig
aangeven
ter
inschrijving
of
verzuim
der
aangifte
betrekking
hebbende,
wordt
ge¬
straft
met
eene
boete
van
ƒ
25
tot
ƒ
100
Dat
eindelijk
tot
de
voornoemde
inschrijving|
^
wa'
wenschelijk
is!
roepen
wij
u,
onzen
gelegenheid
zal
worden
gegeven,
ten
Raad-
lezers,
toe
en
dat
van
ganscher
harte
huize
der
Gemeente,
vr
1QOO
,
,
,
,
_
I
Moge
1892
ons
wat
beters
geven,
dan
znn
HOORN
1
Hooombor
1
RQl
warmte
en
zoele
zomeravondstonden,
waarin
her-
J*.JT-
£ZÏ
H"S
«
-
-
*»'«
A.
E.
ZIMMERMAN.
heids
dreven,
een
herfst
vol
stille
droomerij,
zacht
De
Secretaris,
wegdommelend,
onder
het
nauw
hoorbaar
geklag
W.
VAN
WANING
Jr
|
der
van
de
twijgen
afzwijmende
bladeren,
en
een
winter,
zich
van
zijn
adeldom
genoeg
bewust
om
met
een
„wij
zijn
er
nog"
genoegen
te
nemen.
Maar
er
is
meer
wat
wij
wenschen.
Behalve
menschen,
die
nederig
erkennen,
dat
zij
voor
hun
gemoedsstemming,
zoo
verbazend
afhankelijk
zijn
van
de
natuur,
zijn
wij
ook
menschen,
die
lief¬
hebben.
Er
sterven
zoovelen,
ouden
van
jaren,
met
wie
ons
leven
als
vergroeid
is,
jongen
van
jaren,
kinderen,
peuzeltjes
nog,
in
wie
ons
leven
als
herboren
is
—
en
het
scheiden
van
hen,
ouden
en
jongen,
is
zulk
een
diepingrijpende,
vermor¬
zelende
smart!
God
behoede
u
voor
die
pijn,
nog
dit
jaar,
al
weten
wij,
dat
hij
komen
moet.
Maar
wij
zijn
behalve
individuën
en
leden
van
een
gezin,
leden
van
een
veel
grouter
lichaam,
het
vaderland.
Wij
zijn
Nederlanders.
Wij
gunnen
den
kwant
den
spottenden
glimlach
en
het
quasi-geestige
woord
als
hij
spreekt
over
die
huisbakken
vaderlandsliefde.
Laat
hem
het
va¬
derland
zijn,
waar
het
hem
naar
den
vleescbe
gaat
—
wij
ademen
ruimer
op
den
vaderland-
schen
grond,
al
moeten
we
ons
ook
met
een
minder
deel
kostspijs
vergenoegen,
op
de
plek,
waar
onze
wieg
eens
stond
—
immers
is
die
plek
de
sprekende
getuige
niet
alleen
van
der
va¬
deren
heldenmoed
en
geloof,
maar
ook
van
een
werkkracht
en
volharding,
die
tot
op
dezen
dag
der
vreemdelingen
eerbied
afperst.
Nu,
voor
dat
vaderland
hebben
wij
voor
1892
de
beste
verwachtingen.
De
zoogeu.
radicalen
zul-
len
wel
glimlachen
of
althans
er
den
schijn
van
aannemen,
als
zij
dit
hooren.
O
ja,
zij
hebben
hun
volk
lief,
vooral
„het
volk'
als
zij
eens
de
meerderheid
in
de
Kamer
hadden,
dan
zouden
ze
I..
.
En
hoewel
zij,
voor
zoover
zij
helderdeakend
zijn,
inzien,
dat
die
meerderheid
ook
bij
bet
uitgebreidste
kiesrecht,
zoo
ooit,
nog
in
geen
tientallen
van
jaren
te
wachten
is,
wroeten
ze,
werken
ze
tegen
de
liberale
meerderheid,
die
hun
althans
uitzicht
geeft
op
een
gedeeltelijke
verwezenlijking
van
wat
hun
dan
toch
als
het
ideaal
van
volksgeluk
voor
oogen
moet
zweven.
Het
valt
zoo
moeilijk
te
gelooven
in
de
op-
FEUILLETON.
Novelle,
nagelaten
door
Martha
Haverkamp.
III.
DERDE
HOOFDSTUK.
Twee
maanden
was
juffrouw
van
Dalen
reeds
de
hnisgenoote
der
Verbrugges.
Het
huishouden
ging
veel
geregelder
dan
vóór
haar
komst;
zelfs
Betsy
moest
dit
heimelijk
erkennen.
„Papa,"
zei
Betsy
op
een
morgen
na
het
ont¬
bijt,
„geef
me
alsjeblieft
wat
geld
voor
een
nieuw
japonnetje,
want
ik
ben
bij
Anna
Schuurman
op
een
dineetje
gevraagd."
„Dank
je
hartelijk!
Als
je
met
je
Zondagsche
jurk
niet
gaan
kunt,
blijf
je
maar
t'huis."
//Met
mijn
Zondagsche
jurk,
die
bijna
een
jaar
oud
is?
Neeu,
dat
kan
niet."
En
Betsy
stond
op
het
punt
van
te
gaan
schreien.
„Nu,
een
andere
krijg
je
niet.
Je
bent
al
ijdel
tuit
genoeg.
Denk
je
soms,
dat
ik
je
nog
erger
wil
maken?"
En
half
boos
verliet
meneer
Verbrugge
de
huis¬
kamer.
Verdrietig
bleef
Bets
zitten
kijken.
Twee
groote
tranen
van
spijt
biggelden
haar
langs
de
wangen.
Ze
zou
zoo
graag
naar
Anna
gaan,
maar
met
die
oude,
teelijke
jurk,
neen!
daar
was
ze
te
nuffig
voor.
,
„Betsy,"
begon
juffrouw
van
Dalen,
„heb
je
geen
witte
jurk
meer
om
aan
te
trekken?"
//Opb,
juf,
hoe
kan
ik
die
nu
aandoen,
we
zijn
immers
in
den
rouw'"
„Mjrj
dunkt,
een
witte
jurk
met
een
breed,
zwart/ceintuur
en
met
zwarte
strikjes
opgemaakt,
zqu
>öch
wel
kunnen."
•
t
heb
in
't
geheel
geen
geld
meer,
niet
eens
..
Tm
zwart
lint
te
koopen,
en
hoe
kom
ik
aan
et!
"fintuur?"
„Van
mij,
Bets."
„Neen,"
zei
Betsy,
kleurende
bij
de
gedachte,
hoe
snibbig
zij
dikwijls
tegen
de
juffrouw
was,
„neen,
leen
u
mij
dan
liever
een
rijksdaalder.
'
«I
_
—
"J
—(
„Neen,
dat
doe
ik
niet,"
antwoordde
de
juffrouw
op
stelligen
toon.
„Eu
waarom
niet?"
„Omdat
je
papa
niet
wil,
dat
je
voor
dat
par¬
tijtje
geld
uitgeeft.
Maar
ik
mag
je
wel
iets
ten
geschenke
geven.
Willen
we
de
jurk
eens
voor
den
dag
halen
en
strakjes
zamen
lint
gaan
koo¬
pen?"
„U
is
eigenlijk
veel
te
goed
voor
mij,"
zei
Betsy
en
dankbaar
zag
ze
tot
juffrouw
van
Da¬
len
op.
Een
week
later
liet
ze
Cornelis
het
witte
kleedje
zien,
dat
door
juffrouw
van
Dalen
smaakvol
ge¬
garneerd
was.
„Mooi,
Bets!"
zei
hij,
maar
wat
gaf
hij
als
jongen
om
meisjeskleeren!
„Zeg,
geef
me
de
snuifdoos
eens,
die
grootma
aatst
heeft
laten
staan."
„Wat
wil
je
daarmee
uitvoeren?"
„Mee
naar
school
nemen
voor
de
grap."
In
het
vooruitzicht
dat
ze
dien
middag
mocht
uitgaan,
was
Betsy
te
blij
om
te
bedenken
wat
voor
dwaze
streeken
Cor
met
de
snuif
zou
kunnen
uithalen,
en
zij
gaf
hem
het
gevraagde
voorwerp
Toen
de
looze
guit
in
school
kwam
presenteerde
hij
al
zijn
makkers
een
snuifje,
en
pas
was
de
meester
aan
de
les
begonnen
of
één
van
de
leer¬
lingen
begon
te
niezen
daarna
een
tweede
een
derde,
een
vierde,
een
vijfde.
De
heele
klasse
niesde
er
dapper
op
los,
zoodat
de
meester
zijn
eigen
woorden
niet
meer
kon
verstaan
en
vol
ergenis
uitriep:
„jongens
zijn
jelui
krankzinnig
geworden
?"
°
„Neen
verkonden
meester!"
antwoordt
Cor
lakoiiiek.
„O
rekel!
dat
is
zeker
jou
schuld
weer!"
H
....
pst!
h
...
.
pst
gaat
het
onderwijl
van
drie
kanten
tegelijk.
„Kom
hier,
Verbrugge,"
gebied
meneer
Ver¬
dam.
Cor
staat
op
en
wil
de
snuifdoos
in
zijn
lesse¬
naar
verbergen,
maar
ze
valt
ongelukkig
op
den
grond
en
al
de
snuif
stuift
onder
de
banken.
Een
gesmoord
gelach
weerklinkt
door
de
klasse.
#
meester
raapt
de
doos
op
en
zegt
toormg:
„jou
bengel!
wat
doe
je
met
zulke
dingen
Tn
school
te
brengen
?