Tekstweergave van WFNHC_1891_08_01_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
8ste Jaargang. ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1891. No. 61. - f ƒ 250,, ® # 25o, a » 18 WEST-PHI N icii we HoornscheCourant. V 5 Abonnementsprijs per kwartaal, voor Hoorn. . . ƒ1,00 » i/ fr- Per Post ~ J'JS? Afzonderlijke nommers ü,05 Hit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdag-avond. UITGBVER P. G E £ RTS, HOORN. Prijs der advertentiën van 1—5 regels / 0,40 Elke regel daarboven _ ' ~ Groote letters, randen enz. worden naar plaatsruimte berekend. Stukken voor de Redactie, uiterlijk den vorigen dag. Uil UltlU ÏUÖOUljue J O 1 1 n l ,ok aangenomen: doo, het Alg. Adeertentie-lWn ... Nl.Ifill ft VAN DITMAR te Rotter^ - ...,1b door .He Boekhandela.en. -p a A_ B, ID ETB AM HOOEIT-EN'KH'IJIZEIT. Dienst Hoorn, Wester- en Oosterblokker, Westwond, Hoogcarspel, Lutjebroek, Grootebroek, Bovencarspel, Enkhuizen en omgekeerd. (1 Juni 1891.) STATIONS. TRAMNUMMER. TiT| "5 1 7 I 9 1 11 j 13 i 15 1 17 1 19 1 21 j 23 HOORN (Kaasmarkt) V, Nadorst » Wester-Blokker (V Gouden Hoofd).. Oosler-Blokker (Herb. v. Van Doornik) Westwoud (Het Zittent) Hoogcarspel (Grens IVestwoud) > Hoogcarspel (Medemblikker Tolhuis) . i Grootebroek (Remise) > Grootebroek (De Zwaan) Bovencarspel (Halve Maan) ... ENKHUIZEM (Het Park) A. 6.40 6.43 6.54 7.05 8.50 9.10 9.25 9.34 9.40 9.52 10 04 10.10 10,25 10.28 10.39 10.50 1120 11.35 11.41 11.50 12.02 12.14 12.20 12.35 12.38 12.49 1.— I.— 1.15 1.30 1.33 1.44 1.55 1. « 1 ^2 ■3 2. = 2. 8 2. 10 25 34 ,40 .52 .04 .10 25 23 !.39 2.50 2.- 2.15 2.24 2.30 2.42 2.54 3.— 3.15 3.18 3.29 3.40 4.— 4.15 4.24 30 4 42 4.51 5. 5.15 5.13 5.29 5.40 5.50 6.05 6.14 6.20 6 32 6.44 6.50 7.05 7.08 7.19 7.30 7.40 7 55 1.04 8.10 8.22 8.34 8.40 8.55 8.58 9.09 9.20 9.2® 9.40 9.49 9.55 10 07 10.19 10.25 10.40 10.43 10.51 11.05 11.05 11.20 STATIONS. ENKHUIZEN (Het Park) V. Bovencarspel (Halve Maan) Grootebroek (De Zwaan) Grootebroek (Remise) Hoogcarspel (Medemblikker Tolhuis) . Hoogcarspel (Grens fVestwoud) Westwoud (Het Zittent) Ooster-Blokker (Herb. v. Van Doornik. Wester-Blokker ('t Gouden Hoofd). Nadorst HOORN (Kaasmarkt) A. TRAMNUMMER. ~2TT7~6~~1 8 | 10 | 12 [ I dTj 16 | 18 | 20 | 22 24 S.50 7.05 .8.— 3i8.ll ■5 8.22 2 8.25 n8.',0 2 8.46 8.58 §9 10 2 9,15 ,39.25 9.40 9.10 9.21 9.32 9.35 9.50 9.56 10.08 10.20 10.26 10.35 10.50 11.15 11.25 11.37 11.49 11.55 12.01 12.13 12.25 12.31 12.40 12.55 1.— 1.11 1.22 1.25 1.35 1.50 2.— 2.11 2.22 2.25 2.40 .46 2.58 3.10 3.16 3.25 3.40 4.— 4.11 4.22 4.25 4.40 4.46 4.58 5.10 5.16 5.25 5.40 5.50 6.01 .12 6.15 6 30 6.36 6.43 7— 7.06 7.15 7.30 9.25 9.36 9.47 9.50 10.05 10.11 10.23 10.35 10 41 10.50 11.05 11.05 11.16 11.27 11.30 OFFICIEEL GEDEELTE. 795/s 95'A 1023/, 87 97'/a 88»/. 85 '7>. 787/s 7»'/. 407, 56 Miehendina/iinff DE BURGEMEESTER VAN HOORN roept bij deze tot den werkelijken dienst op de hierna te noemen milicien-verlofgangers, behoorende tot de lichting van 1888 , de laatstgen. van 1887: JAN LAURENS ENGEL en PIETER SCHOT¬ TEN van het 7de en JOHANNES PETRUS HANFF van het 2de Regiment Infanterie, de beide eerstgenoemden om zich op Maandag den lOden Augustus, de laatste om zich op Maandag den 17den Augustus aanstaande, te bevinden, de beide eersten alhier, de laatste te 's-Hertogen- bosch, bij hun korps, voorzien van de voorwerpen van kleeding en uitrusting, door hen bij hun ver¬ trek met groot verlof medegenomen, zoomede van hunne verlofpas en hun zakboekje. HOORN, den 14 Juli 1891. De Burgemeester voornoemd, VAN DE DEM. vrede der volkeren en de vriendschap van Frank¬ rijk. Men heeft, dus ging hij voort, hooren spre¬ ken van bondgenootschappen welke gesloten zou het raadhuis. Beide feesten waren schitterend. Aan toosten op den Czaar en president Carnot seen gebrek, evenmin als aan de gewone betui- den zijn en "den wereldvrede zouden bedreigen, gingen van geestdrift, zoo van de zijde van auto- ' - hiervan niets, riteiten en officieren als van de bevolking. Woensdag stoomde een gedeelte van het eska¬ der op naar Petersburg, ten einde daar eenige da^en te vertoeven. Na het schitterend voorspel maar bij de Britsche regeering is bekend. Lord Salisbury hield zich overtuigd dat het gewicht van eenvoudige contracten op het papier zeer overdreven werd voorgesteld 1IC1 ZlUUl UVV/lUIC»Uil «U1U O IO J , 1 Wat Engeland betreft, zijne bondgenooten zijn van Kroonstad zullen de feesten in de hootdstad, .. * . .. 1 . 11 . . I'.'L 71 1 f J ~ „L ..1 ,.nn lint monn zij die de tegenwoordige verdeeling van grondge^ bied en den vrede willen handhaven. BUITENLAND. Engelands president-minister, Lord Salisbury, heeft Woensdag bij het feestmaal der ministers op Mansionhouse eene redevoering gehouden, waarin hij o. m. het volgende zeide „Nog nimmer was mij een tijdvak bekend, zoozeer vrij van beslommeringen en moeilijkhe¬ den, als het tegenwoordige. Nog nimmer beleefde ik zulk een kalmte in de Europeesche politiek als thans „Engeland was uitgenoodigd om de verbetering der Argentijnsche financiën op zich te nemen, en als scheidsrechter in Chili op te treden, maar de Britsche regeering meende die taak niet te moe¬ ten aanvaarden. „Wat het Oostersche vraagstuk betreft, dit is wel is waar niet geregeld, maar de snelle voor uitgang, welke in Egypte en Bulgarije valt op te merken, doet de hoop voeden, dat eene definitieve regeling uit deze middelpunten van beschaving zal voortkomen. Lord Salisbury gewaagde vervolgens van het bezoek, door den keizer van Duitschland aan En geland gebracht, en zeide dat de vredelievende gevoelens, door den keizer op Guildhall geuit, bij alle aanwezigen de overtuiging hebben gevestigd van de oprechte vredelievendheid des keizers. Hij sprak ook over de aangekondigde komst van het Fransche eskader te Portsmouth. Enge land, zeide lord Salisbury, zal in dat bezoek een nieuw en zeer kostbaar onderpand zien voor den FEUILLETON Eindelijk Gevonden. "VI. "VIJFDE HOOFDSTUK. Twee jaren waren voorbijgegaan. Men zegt: „de tijd heelt alle wonden", maar van der Lin¬ den had de waarheid van dit spreekwoord nog niet leeren erkennen. Meer dan eens was Nelly getuige geweest van zijn stomme smart, als een kleinigheid hem aan Carmen herinnerde. „Hij zal het nooit leeren dragen", dacht zij dan en een onweerstaanbare drang om hem te troosten maakte zich van haar meester, maar een natuurlijke schroom hield haar steeds terug. Het heilig waas dier droefheid verbood haar een tipje van den sluier op te lichten, maar de liefde die zij den vader niet mocht betoonen, be¬ wees zij aan zijn kind. Nog steeds spreken de toongevende Europeesche bladen in de eerste plaats over de ontvangst der Fransche zeeofficieren te Petersburg. De Standard maakte dezer dagen de opmer¬ king, dat blijkbaar de verhouding tusschen de Fransche en Russische regeeringen wel enger is geworden, maar dat van een duurzaam ver bond tusschen de beide volken geen sprake kan wezen. Tegen deze opvatting komen de Fransche bladen in verzet, vooral de Temps en het -Journal des Débats. Beide bladen achten een duurzaam verbond tusschen de republiek en het absolutisme volstrekt niet onmogelijk , omdat beide landen hetzelfde doel hebben. Zoo o. a. zouden zoowel Rusland als Frankrijk er zich ten stelligste tegen verzetten, dat Turkijes invloed in de Middelland- sche Zee slechts eenigszins zou worden vermin¬ derd. Dit doelt natuurlijk op het streven van Enge¬ land en Italië om de Turksche bezittingen op de Noordkust van Afrika in te lijven. „Maar ook zonder dit" voegt de Times er bij „waarom zou de Czaar zich niet met de republiek kunnen verstaan ? Keizer Paul kon het veel beter vinden met den consul Bonaparte, dan keizer Alexander met keizer Napoleon.". Ook het Journal des Débats betoogt, dat het verschil van regeeringsvorm in dezen niets ter zake doet, daar Rusland zijn buitenlandsche staat¬ kunde alleen richt naar zijn eigen belangen. Frank¬ rijk doet hetzelfde en daarom is het verbond zeer natuurlijk, want beide staten zijn de eenige in¬ vloedrijke staten in Europa, die niet tot de mid- den-Europeesche staten in betrekking staan. Vooral sedert Engeland vrij duidelijk te kennen gaf, dat het tot zekere hoogte meegaat met het drievou¬ dig verbond en in elk geval ltaliës belangen in de Middellandsche Zee zal helpen verdedigen, werd, gelijk de Débats betoogt, de vereeniging tusschen Rusland en Frankrijk bespoedigd. welke eigenlijk den hoofdschotel van het menu uitmaken, ook wel niet beneden de verwachting blijven. Van Petersburg gaat het Fransche eskader naar Engeland. Ten einde den Czaar niet te ontstem¬ men, deelden eenige der Frausche bladen mede, dat dit bezoek uitsluitend werd gebracht op uit¬ drukkelijke uitnoodiging van de Engelsche regee¬ ring. De Engelsche minister Fergusson weerlegde echter terstond deze mededeeling en verklaarde in het Lagerhuis dat het bezoek van het Fran¬ sche eskader geheel uit eigen beweging geschiedt. Evenwel 7oegde de minister er bij, dat de ont¬ vangst daarom niet minder hartelijk zou wezen. Intusschen duren de feesten aan de Newa voort. De Russische admiraal grootvorst Alexis gaf een feestmaal aan boord van den kruiser Asia en de Kroonstad deed hetzelfde in gemeenteraad van Professor Wendell Philips, die uit eigen aan¬ schouwing en onderzoek weet te spreken, heeft in Harvard, de groote universiteit der Vereenigde Staten volgender wijze zijne ervaringen van Rus¬ land den studenten meegedeeld: „In een land waar het woord vrij is, vragen hervormers geen gunsten, geen wetten in hun voordeel. Ze kunnen hun dagelijksch brood in gevaar brengen en soms kans loopen ruw behan deld te worden door het gemeen. Maar waar het vrije woord, waar de vrije pers bestaat, wint rechtvaardigheid ten laatste sleeds haar pleit. In het land van het vrije woord is niets meer dan dit noodig! Maar niets daarvan bestaat in Rusland! In Rusland is er geen pers, geen debat, geen ver klaring van wat de regeering doet, geen opmer¬ king of bedenking geoorloofd, geen samenwerking of beweging mogelijk tot verbetering van toestan¬ den. Een stilzwijgen des doods, gelijk dat hetwelk heerscht over de ijsvelden van den Mont Blanc, bevriest het geheele lijk. Het jonge meisje fluis tert in haar moeders oor, in de afgesloten bin nenkamer, welk diep medelijden haar vervult voor den broeder, die gegeeseld, half dood in bal lingschap gesleept is wegens zijne denkbeelden en meeningen. En den volgenden dag worden haar de kleederen van het lichaam getrokken, en wordt ze gegeeseld op een der pleinen. Geen onderzoek geen toelichting, geen rechtspraak, geen behan deling der zaak, geen protest. .. ., een doodsch stilzwijgen ...., de wet van den dwingeland" Dus, sprak professor Wendell Phillips in Har¬ vard zijn studenten toe, en Harpers Magazine, dat de woorden bevat, zal de grenzen van het land, het doodstille, zwijgende land der Russen, wel niet overkomen! Wij zouden gaarne gelooven, niet waar ? zegt het Ildbl., dat" de hoogleeraar overdrijft. Maar wat lezen we in de Times van Zaterdag? Wij vertalen woordelijk en laten de aanspra¬ kelijkheid voor de waarheid der mededeeling aan het groote Engelsche blad, dat zelden zondigt door lichtvaardigheid. Den 31sten Mei speelde de dochter van ge¬ neraal Pouzereff, die nog een kind is, met een bal in de Saxe Tuinen van Warschau. Zij ont¬ moette een knaap genaamd Winter, en raakte hem met den bal. De knaap, die slechts tien jaar oad is, wierp den bal terug, waarschijnlijk met eenige kracht. Hierop snelde de bediende toe, die de dochter van generaal Pouzereff begeleidde, en begon hem te slaan. De knaap verdedigde zich schold haar uit, waaruit bleek, dat hij een Pool was, en geleerd had de Russen te minach¬ ten. De politie greep den knaap en sloot hem den geheelen nacht op in de gevangenis. Een lag van het gebeurde werd gezonden aan den gouverneur-generaal van de provincie, Gene¬ raal Gourko. De generaal antwoordde dat den knaap den volgenden dag 25 geeselslagen moesten gegeven worden ! Volgens de wet kan dergelijke lijfstraf op een und slechts door de ouders worden toegepast. Maar de vader van Winter was dood. Daarom eischte de politie dat de heer Olchefski, de voogd van den knaap, hem geeselen zou. De politie verklaarde aan den heer Olchefski dat indien hij het kind niet geeselde, zijn brood¬ winning hem zou worden onmogelijk gemaakt, daar men zijn caié en banketbakkerswinkel sluiten zou 1 De voogd, vreezende dus zijn broodwinning te zullen verliezen, gaf aarzelend toe. De knaap werd uit zijn cel gehaald, ontkleed en de strafoefening begon. Na den zevenden slag der geeselrieraen viel hij in onmacht. De geneesheer trad tusschen- beiden en zeide dat het gevaarlijk was zulke ge¬ weldige tuchtiging voort te zetten. De knaap was een zenuwachtig kind en de dokter kon niet voor zijn leven instaan indien met de marteling werd voortgegaan. De heer Olchefski was ontzet door het gevolg der slagen. Vol toorn wierp hij den geesel neer. Hij verklaarde dat de politie hem ruïneeren mocht en zijn koffiehuis kon sluiten, maar geen macht ter wereld zou hem er toe brengen de geeseling ten einde te brengen. Zieude dat zoowel de geneesheer als de voogd Ze was mooi opgegroeid, de kleine Ada. Git¬ zwart waren de heldere oogen en een hoogroode blos lag over het fijn besneden gezichtje. Een weelderige overvloed van donkerbruin haar be¬ dekte het kleine kopje en het frissche mondje scheen geschapen om te kussen. 't Was op een winteravond. Het gas brandde helder in de gezellige huiskamer. Nelly had aan al de vertrekken een prettig aanzien weten te geven. De marmeren pendule sloeg juist zeven, toen een kinderhand vruchtelooze pogingen deed om de kamerdeur te openen. Van der Linden stond op en hielp zijn kleine meid binnenkomen. Hij tiide haar van den grond en kuste het blozend gezichtje. Iets van den vroolijken kinderlach vond zijn weerschijn op die ernstige, mannelijke trekken. O, dat kind was hem zoo dierbaar, het was de levende heriunering aan zijn innig beminde Carmen. „Paatje, waar is juffie Nelly?" Van der Linden herinnerde zich, dat Nelly met haar vriendin en een broeder van deze naar een concert zou gaan. Zij was dus zeker op haar kamer. „Juffie is boven, Ada; kom maar hier, dan zullen wij samen spelen." „Neen, neen, paatje!" De kleine rukte zich los, liep op een draf door de openstaande deur den gang in en schreeuwde uit alle macht: „Juffie komme, juffie beneën komme!" Van der Linden verwijderde haar uit den tocht. Met bijna vrouwelijke teederheid waakte hij over de gezondheid van zijn kind, en als maar het geringste teeken van ongesteldheid zich vertoonde, maakte een bijna wanhopige angst zich van hem meester. Hij vreesde altijd, dat de kiem der kwaal, die Carmen ten grave sleepte, misschien ook in dat kindergestel aanwezig zou zijn. Hij be¬ hoefde zich anders niet spoedig te verontrusten. Ada was een bijzonder krachtig, voor haar jaren sterk ontwikkeld kind. Het kleintje, dat misschien wel een beetje ver¬ wend was, trok met alle kracht om weer uit va¬ ders handen vrij te komen. Toen dat niet lukte, begon het van ongeduld met de voetjes op den grond te stampen en riep luidkeels: juffie, bij Ada komme!" Op het kindergeschreeuw kwam Nelly den trap af. Zij had den rouw afgelegd en zag er in haar eenvoudig maar smaakvol winterkleedje, alleraar¬ digst uit. Men kon Nelly nooit schoon, meu kan haar altijd bevallig noemen. Misschien was het de lieftallige glimlach, de vriendelijke opgeruimde uitdrukking in de oogen, waaraan dat jongemeis- jesgelaat zijn bekoorlijkheid ontleende. „Juffie! Ada wou met juffie spelen!" Twee poezele armpjes werden Nelly om den hals geslagen en twee schitterende oogjes zagen haar verlangend aan. „Ja, maar Ada was niet lief. Ada raag niet schreeuwen." Op eenvoudigen, ernstige» foon werden die woorden uitgesproken. Het kind stak den vinger in den mond en sloeg de lange wimpers beschaamd neer. Plotseling riep het: „zal 't nooit weer doen, zal zoet wezen!" en drukte het blozende kopje tegeu Nelly's kleed. Zij gaf het kiud een kus en zette het op een