Tekstweergave van WFNHC_1891_01_21_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
V tb $ bij dozijnen, die trachtten haar hun naam en hun I Volksbode het orgaan van den gouverneur zou ziin te gere"' maar Z,J ïloeg ze allen af, om ontkent spreker, die zich voorts beriep op tal van te werken voor haar eigen ideaal: de zending van vertrouwbare berichten, waaruit blijkt, dat de heer eeVollrt%"°U\ fi ^ n Lobman de rechte man op de rechte plaats is en t a aI a de Czaar er in toege- de belangen van Suriname behartigt, dus in het sternd, dat de nieuwe wetten betreffende de Joden belang der kolonie moet gehandhaafd worden in Rusland eerst over drie jaar zullen worden De heer Van Asch van Wijck constateerde toe epast. Het Engelsche blad verneemt, dat dit daarop, dat de grieven, in de ingediende adressen besluit genomen is op aandrang van den minister opgenoemd, volkomen onbewezen zijn en zonder van financien Wischnegradski, die den Czaar op- bewijs hier niet te berde mogen worden gebracht, merkzaam maakte, dat het voor de Russische De Minister van Koloniën bestreed uitvoerig schatkist gevaarlijk zou kunnen worden als men den heer Smidt en constateerde, dat diens wijze ontsfr°T bankiers m het buitenland van bestrijding niet het gezag in Suriname be- BINNENLAND. Hiaten-Generaal. Tweede Kamer. vestigt, maar aantast. De grieven tegen den gou verneur achtte de Minister ongegrond, althans verschrikkelijk overdreven. De Minister wees ver¬ der op de aanvallen op den gouverneur, reeds véér zijn komst. Hij ontkende dat deze antisemiet was of godsdiensthaat had aangekweekt. Alle gehoorde Surinamers ontkennen dit, en een tenhandel en de heeren Van Eeghen & Co., ten einde middele i te beramen om een nieuw beurs¬ gebouw voor den Ainsterdaraschen handel tu ver¬ krijgen. Naar de Maasbode verneemt, zal de heer Bahlraann, lid der Tweede Kamer, tot herstel van gezondheid eenigen tijd 111 het Zuiden doorbren¬ gen. Nadat de Voorzitter in de zitting van jl. Don derdag verklaard had bij Hoofdstuk XI gelegen-1 -".hg gouuumo ounuamers ontKennen ent, en eei heid te zullen geven tot algemeen politiek debat Israëliet grondde zijn grief daarop, datdegouver- werd de discussie geopend over Hoofdstuk X neur wel eens bij de Hernhutters ter kerk ging (Koloniën) der Staatsbegroting. (gelach). Met de Volksbode heeft de gouverneur De heer //. K. van Deden betoogde, dat de Re-1 niets te maken. De meeste grieven komen neer geering het zwaartepunt van het koloniaal beleid |°P verschil omtrent de interpretatie van wetsbe- uit Indiê naar Nederland overbrengt ten nadeele palingen. Daartegenover staat het vele wat de der groote vraagstukken: koffiecultuur, landrente Igouverneur verrichtte. Reden om hem te désa¬ opium, versterking van het productief vermogen Ivoueeren bestaat niet. De wenken van den heer van Java, spoorwegen, Atjeh. Zij geeft en verza-1 Bool zal de Minister overwegen, melt niet de noodige gegevens tot oplossing van I Le heer Sanders drong sterk aan op locaal de groote quaestiën. Noch op stoffelijk, noch op I onderzoek door een specialen commissaris; de hear zedelijk gebied heeft dez« Regeering iets goeds I tonner juichte de bezadigde rede en wenken van gedaan voor Indië, tengevolge van hare irratio-1 den beer Bool zeer toe. Hij zag in alle grieven neele methode van bestuur. Spr. vroeg of deze (de zucht om de godsdienstige richting van den Minister de methode van zijn voorganger denkt I gouverneur te treffen. te volgen ? I De heer JV. K, van Dedem stelde een motie voor, De Minister Mackay meende, dat deze grieven bet vertrouwen uitsprekende dat de Regeering meer zijn voorganger golden. Onderzoek is zeker j door hare tusschenkomst aan de spanning in de noodig, waar 't zulke ingrijpende zakeu geldt, kolonie Suriname een einde zal weten te maken. Door onderzoek van het Koffierapport in Indië eenig debat werd de discussie verdaagd tot zal de oplossing niet lijden. De handhaving der (beden (Dinsdag). ten-jarige opiumpacht geschiedde met het oog op De interpellatie-Tak over de Congo-quaestie de voorgenomen verandering in het pachtstelsel, bedoelt enkel, overlegging der stukken te vragen Krachtige voortzetting van de irrigatiewerken achtte hij niet gewenscht, omdat een groott lee- Din£ n'et moSe''jk is, bij gebrek aan voldoende) In een brief uit de hofstad aan de Midd. middelen tot aflossing. Een wetsontwerp tot sub- Cl. leest men: sidieering van de particuliere spoorwegen is spoe- „"Vroeger werden alle stukken, aan den Ko- J 4 - 1 * «... I . . . . . * De Haagsche correspondent van de N. Gr. CL schrijft omtrent den optocht der werkeloozen in den Haag: ,/Deze koude wandelingen, waarbij men ook langs het paleis trok, werden afgewisseld door meetings in de open lucht, in de Maliebaan, waar weldoorvoede partijgenooten als de dikke Van Emmenes en Van der Veer toespraken hielden over den hongersnood, of door bijeenkomsten in Walhalla, waar veel gescholden werd op den Cnristelijken Volksbond en waarvan de meesten heengingen .... linea recta naar het lokaal waar bedoelde bond eene gratis brood- en koffieuit- deeling houdt ! Men moet toch maar consequent zijn in beginselen ! Bij die optochten waren er natuurlijk weer heel wat die kalm een sigaartje rookend onder 't loo pen, in 't geheel geen broodsgebrek hadden. Ter illustratie van deze waarheid een paar feiten. Een dier lieden had een dag, tegen belo ming van f 1,50, bij een bierbrouwer gewerkt. Bij 'i heengaan verklaarde hij 's anderen daags niet te kunnen terugkomen, want.... hij moest met den optocht der werkeloozen mede ! Een ander feit. De concierge van een publiek gebouw bood achtereenvolgens aan twaalf,/werke¬ loozen" een gulden aan om het trottoir van dat gebouw schoon te maken ('t werk van een groot uur). Hij kreeg twaalf weigeringen ! Voor de waarheid van het laatste feit durf ik volkomen instaan. - De strenge koude 'heeft te Ara sterdam he Leger des Heils op het denkbeeld gebracht, even als reeds lang door de Londensche korpsen St schiedt, (doch aldaar tegen betaling van vier sto vers) daar een verwarrad nachtverblijf voor \ arme zwervelingen open te stellen Den eerste nacht die véér hel Oudejaar, meldden zich tiet personen aan, een getal dat geleidelijk tot 9t steeg en thans weinig neiging tot groote sti>int meer toont. Ja 5 De ligplaats bestaat uit gewone banken, die tegen den muur worden geplaatst, terwijl men zelf vaD een gedeelte der plunje een hoofdkussen maakt. In zulk een tijdelijke inrichting is van het verstrekken van dek natuurlijk geen sprake- een warme kachel voorziet voorloopig in de be' mefte. Alleen later zou men gaarne een beroen op het publiek doen, om geregelde slaapzalen (met leeren matrassen en leeren dekens) en werk¬ zalen op te richten. , Df nachtverblijvers ontvangen 's avonds en s ochtends iets te eten : droog tarwe- en rogge-, brood met een kom koffie. Onder leiding van een der officieren hebben kort na 10 uur eenige stich¬ telijke oefeningen plaats (zang en gebed), waarna omstreeks elf uur de tijd van nachtrust aanvangt, («ie tot 6 & 7 uur duurt. D r.tlv,UIlv,,u opuuiwcgcu «poe-i //Tiucgci wcfUBii ane siuKiten, aan aen ivo- aig te verwachten. De Minister herhaalde, dat hing gericht, aan 's Konings Kabinet geopend en hij in den geest zijns voorgangers voortgaat. werd aan Z. M. alleen dat gedeelte daarvan voor- De heer Levyssohn Norman sloot zich geheel gelegd, wat de directeur nuttig of raadzaam oor- bij den heer Van Dedem aan, en klaagde dat deelde om door den Koning te worden gezien, «tuur en richting aan het koloniaal beleid ont-j Koningin Emma heeft nu, volgens mijn betrouw- tv Y a baren zegsman, den nieuwen regel ingevoerd, dat Na kort debat, is de algemeene beraadslaging alle aan haar gerichte brieven door haar zelve of over Hoofdstuk Koloniën gesloten. althans in hare tegenwoordigheid moeten worden Bij de onderafdeeling Suriname critiseerde de (geopend en gelezen." heer ümidt scherp de houding van den tegenwoor- Wij gelooven wel niet, dat de Koningin hierbij digen gouverneur, door wien de moreele verzwak-(dezelfde ervaring zal opdoen als de Ministers, die king van rechtsgevoel en waarheidszin is toege- zeiven alle stukken wilden inzien en reeds den De voormalige redacteur van Hecht voor Allen, de heer C. Croll, is als Kamer-verslagge ver van De Amsterdammer opgetreden. nomen, een maatschappelijk antagonisme ontstaan, als mede groote politieke spanning. Onbegrijpelijk is daarom de optimistische beschouwing dezer Regeering, wier officieele inlichtingen volkomen in strijd zijn met de werkelijke toestanden. Uitvoerig ging spr. na, hoe op elk der punten in het verslag besproken, het regeerings-antwoord onvoldoende of ontwijkend is. De heer Smidt zette in de zitting van Vrijdag zijne rede over Suriname voort. Hij betoogde dat onder den gouverneur Lohman auimositeit is ontstaan tusschen de Christenen en de Israëlieten ; dat de gouverneur een vuil blad [de Volksbode steunt en dat al zijne handelingen blijk geven, niet van geïsoleerde misvattingen, maar van een bepaalde regeeringsrichting, hetzij tengevolge eener methode of van eene hoogst eenzijdige levensop¬ vatting des gouverneurs. Spr. beval den Minister daarom sterk aan, terug te konen op zijne in¬ zichten in de memorie van antwoord ontwikkeld. De beer Bool nam de verantwoordelijkheid voor afstemming dezer begrooting niet op zich. Is de toestand Dog houdbaar, men verbetere dien ge¬ leidelijk door aanstelling van Nederlanders bij het ontstaan van vacatures; is hij onhoudbaar, dan zende men een regeeringscommissaris. De heer T. Mackay wees op de vele lichtzijden in het bestuur des gouverneurs; het subsidie is verminderd, aansluiting aan het telegraafnet werd verkregen ; de invoerrechten zijn met f 130,000 in één jaar toegenomen ; de invoer van vrije ar¬ beiders uit Java is aangevangen; een oplossing der moeilijkheden met de Para-negers werd ver¬ kregen, en de gouverneur heeft door zijn optre¬ den het opstootje te Paramaribo bedaard. Dat de derden dag dit besluit moesten opgeven. Toch zal het eene omvangrijke taak zijn, die veel meer van Haren tijd zal vorderen, dan waarover Hare Majesteit op den duur beschikken kan. Belanghebbenden bij de legesheffing, zooals die thans wordt toegepast, waren Vrijdag te Arn¬ hem weer vergaderd. Besloten werd bij adres de aandacht der Kamers te vestigen op „het gemis van overeenstemming tusschen den geest en de toepassing der wet", daarbij volgens Gelria voorloopig in het midden latende of, bij onver¬ hoopt ongunstige ontvangst van genoemd adres door de Tweede Kamer, de weg van rechten zou kunnen worden higeslagen. Het gemeentebestuur van Nijmegen neemt aan de Waalkade omvangrijke maatregelen tot beveiliging der benedenstad tegen overstrooming bij het losgaan der Waal en eventueele ijsopschui- ving. Ook de bewoners der Betuwe zien het, los¬ gaan van den Rijn en de Waal, tusschen welke groote rivieren zij ingesloten zijn, met angst te gemoet. Velen der Betuwbewoners hebben bereids booten of schuiten op hunne erven in gereedheid liggen, voor het geval eene doorbraak van Rijn of Waal door ijsgang hen overvallen mocht, om zich daarin te redden. Door de krachtige en welwillende tusschen¬ komst van het loodswezen wordt met ijsjollen allerlei proviand van Terschelling naar Vlieland overgebracht. De winkeliers leveren hunne waren, voor zooverre zulks mogelijk is, zonder eenige prijsverhooging, en enkele boeren blijven bij de leverantie van rogge 25 et. beneden de markt, voor een bakker, die aan de armen moet leveren. Bij kon. besluit is bepaald, dat vrijwilli¬ gers voor alle corpsen der landmacht, die zich voor de betrekking van schoen- of laarzenmaker dan wel als kleermaker aanbieden, bij vacaturen in die betrekking, kunnen worden aangenomen met eene minimum lengte van 1.55 M. Naar aanleiding van de pogingen, welke te Amsterdam zullen worden beproefd, om door eigen krachten een nieuw beursgebouw te ver¬ krijgen, wat door hét gemeentebestuur sedert tal van jaren wordt uitgesteld, is bij de kamer van koophandel en fabrieken in de hoofdstad een voor¬ stel ingekomen van drie harer leden, ten doel hebbende het benoemen van een commissie, door de kamer, ten einde in onderhandeling te tredën met het bestuur der vereeniging voor den effec- Het panorama, dat thans de kust en de zee voor Scheveningen aanbieden, doet, volgens het Dagblad, aan Nova-Zerabla denken, zooals dit door Tollens wordt geschetst. De verbeeldingskracht behoeft niet sterk ge¬ prikkeld ie worden om de Noordzee voor de IJs¬ zee te houdên, want geen groen-grijze golven zijn aan 't kabbelen, maar de waterspiegel vertoont wijd en zijd de witte koppen van de ijsschollen, waarmede de zee overdekt is. Hel vreemde van dit schouwspel haalt evenwel niet bij de verba zing, welke zich van den bezoeker zal meester maken, wanneer deze 't oog laat vallen op de laagwaterlijn, langs welke een vervaarlijke ijsdijk, ter hoogte ongeveer van 4 meter zich heeft ge¬ zet. Die dijk is allengs, maar vooral in de laatste dagen, tot die hoogte gestegen bij de opvolgende hoogwatertijen, wanneer de „balkende" zee zich daarover heenstort en bij haar terugtrekken de ijsschotsen laat liggen, die zich steeds hooger opeenstapelen. Hoe verder men Noordwaarts trekt, hoe meer de dijk zich boven de oppervlakte der zee verheft, zoodat te Katwijk en Zandvoort de ijsdijk tot zes 4 acht meter is gestegen. Voor de rechtbank te Haarlem heeft Vrij¬ dag terecht gestaan de secretaris en ontvanger der gemeente Beverwijk, P. D., beschuldigd van verduistering uit de gemeentekas tot een bedrag vair f 4511,10. Goed vertrouwen op andere per¬ sonen is grootendeels de oorzaak van zijn val ge¬ weest. In 1884 was hij benoemd tot ontvanger van Wijk aan Zee en Duin, na inmiddels te zijn gehuwd met een meisje dat eenig fortuin had. Door geld leenen aan andere personen en het aanvaarden eener erfenis zonder benefice van boe¬ delbeschrijving was dit vermogen reeds spoedig ingeteerd en toen begonnen de tekorten in de huishoudelijke kas, die uit de gemeentekas van Wijk aan Zee en Duin werden gedekt. Dit liep tot Maart 1890 goed, doch toen had het spaak moeten loopen en juist toen werd beklaagde be¬ noemd tot tijdelijk ontvanger van Beverwijk en werd het geld uit de kas dier gemeente benut om de tekorten in die van Wijk aan Zee en Duin aan te vullen, doeh toen op 1 October de kas zou worden opgenomen, werd het beklaagde te benauwd en verwijderde hij zich. Het O. M. eischte 21/z jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. A. P. de Lange, concludeerde tot vrijspraak wegens gebrek aan wettig bewijs Een stoombootje uit Rofterdara.dat, behalve stukgoederen en een ter uitlevering bestemden Eranschman, zeven en twintig prachtige koeien voor Duinkerken aan boord had, had zooveel van de ijskoude stortzeeën te lijden, dat slechts drie koeien te Vlissingen aankwamen. Drie waren er over boord geslagen en een-en-twintig in ijs¬ massa's veranderd en bezweken. Eenige Heldersche vletterlieden hebben een bezoek gebracht aan boord van het in de Noor- derhaaksgronden gestrande stoomschip Elstow, om zich van den toestand van het schip te ver¬ gewissen. In de machinekamer trof men veel water aan, dat waarschijnlijk door de dekroosters is binnengedrongen, daar van lekkage niets was te bespeuren. Bij handzaam weer, en als het ijs 'lit toelaat, zal men tot het lossen van de lading katoen overgaan. Toen de mannen op hel schip stapten, kwamen zij tot de verrassende ontdekking, dat Woensdag, toen de bemanning werd gered, nog iemand aan boord was achtergelaten, op wien men in het geheel niet scheen te hebben gere¬ kend. De verlaten schipbreukeling bleek zich ech¬ ter zeer goed in zijn lot te kunnen schikken; hij was althans, toen hij door de vletterlieden in het volkslogies werd opgemerkt, zeer vroolijk. Het was een papagaai, die de reis van Amerika als passagier had meegemaakt. Om het reddingswerk te voltooien, werd de vogel bij 't van bood gaan mede naar den wal genomen en aan zijn meester, den (immerman van het schip, weergegeven, die zich daarvoor zeer erkentelijk tooude. Evenals reeds vele plaatsen, genoot Apel¬ doorn sedert eenigen tijd het genoegen een pa¬ norama in zijn raidden te hebben, waarbij men neergebogen op de roeibank van de zwakke boot. Moedeloos hingen zijne magere armen slap langs het lichaam, en uit het door leed verwrongen gelaat sprak eene verterende wanhoop. Zoo zag Eva hem en een namelooze droefheid maakte zich van haar meester. Zij wilde spreken, maar hare tong was als geboeid. wZijt gij het?" vroeg het Leven, „wat wilt gij ran mij, ongelukkige?" „Vergeef, o vergeef mijl" snikte Eva. „Wat hebt gij aan mijne vergiffenis?" ant¬ woordde het Leven. „Gij hebt er geene behoefte aan bij den Dood. Want de Dood is het niets". Toeu greep een gevoel van ontzetting Eva aan, huiverend zonk zij op de knieën en omklemde met hare armeu innig en onstuimig het Leven. „Red mij van Vertwijleling, zij sleept mij tot den verschrikkelijke", smeekte Eva. „Vergeef, o vergeef, neem mij met u mede. U wil ik dienen, zooveel in mijn vermogen is, ik wil beproeven of ik de paurleii weder kan viudeu, die ik lichtzinnig pr,,.- g.,1. vergeef mij slectits, gij arme, vergeet, dal u iieuAte". De grijsaard boog zich tot haar over en kuste haar op het voorhoofd. „Gij hebt voor mij willen sterven, nu zult gij voor mij leven", sprak hij. „Uwe jeugd hebt gij verloren, voor altijd, en die komt nimmer terug; met de paarlen zijn de dagen uwer kindsheid vervlogen, zij keeren niet weder, uw zoeken zou tevergeefs zijn. Schrikt gij echter terug voor de ellende, die u wacht .. . nog is het tijd, nog is de poort des Doods ge¬ opend". „Ik blijf bij u", sprak Eva. „Laat mij met u ellende, kommer en zorg verdragen. Ik zal u liefhebben". Toen veranderden de trekken van het Leven. Uit zijne oogen schoot jeugdig vuur, de rimpels verdwenen, zware lokken bedekten zijneu schedel, de gebogen gestalte des grijsaards kreeg het voor¬ komen van die eens jongelings in den bloei zijner jaren. „Nu eerst behoor ik u geheel toe", riep de jongeling, „nu gij mij bemint, hebt gij mijne waarde erkend. Heil u, dat gij Vertwijfeling niet gevolgd zijt, want voor ons liggen vele dagen en val van jaren, zoo rijk als de paarlen aan het snoer, dat gij eens bezeten hebt. Elke dag zal ons een schat zijn, zal ons veel goeds en schoons brengen, en den raenschen, die met ons leven vreugde verschaffen." De boot werd weder naar den oever gestuurd. Het eiland des Doods werd al kleiner en kleiner, tot het ten laatste bijna geheel verdween. Toen de boot aan wal kwam, zag Eva op het strand schitterend gekleurde bloemen, lommerijke boomen en heerlijke lanen en paden. Waar eerst de hut stond, daar schitterde nu een paleis van goud en marmer, en verbaasd trad Eva aan de hand van het Leven er op toe. „Hoe schoon zijt gij", sprak ze, en hoe heer¬ lijk is alles, wat mijn oog ziet. Is er een wonder geschied, dat de armzalige hut en het eenzame strand zoo heeft veranderd?" „Het is niet veranderd", antwoorde de jonge¬ ling, „maar uwe oogen werden eerst nu recht geopend. De verschrikkingen van den Dood leer¬ den u, het Leven lief te hebtfen; nu ziet gij alles met een oog van liefde." De zon was opgegaan, de vogels zongen in de twijgen hun morgenlied, en op de bloemen wie¬ gelden de vlinders. „U schonk ik mijne. paarlen, toen ik liet Leven nog niet kende", sprak Eva, gij waart mij dier¬ baarder dan hij. Zingt, fladdert en bloeit, speel¬ makkers mijner jeugd, ik zal u beschermen en' verplegen en mij over u verheugen, maar mijn tijd behoort u niet meer, dien wijd ik aan het Leven, tot wien ik terugkeerde van de poorten des Doods. Een kostbaren schat bezat ik, maar ik miskende hem. Verloren jeugd, leer mij het leven op prijs stellen en beminnen, opdat ik het niet verlieze, als de paarlen van het snoer, die ik eenmaal bezat 1" Toen zongen de vogelen een lied van de ver¬ loren jeugd, om Eva er aan te herinneren, dat zij het Leven trouw en innig lief moest hebben, en wanneer des morgens de bloemen zich openden, lag er in hare kelk een heldere dauwdroppel, opdat Eva het parelsnoer niet vergeten zou. De vlinders vlogen toe en zetten zich dikwijls neder op hare hand, opdat zij niet den tijd van weleer zou vergeten, toen zlj niet elkander speelden, en de zonneschijn kwam en spreidde over de aarde een lichttapijt, wanneer Eva zalig door den tuin van het Leven wandelde.