Tekstweergave van WFNHC_1891_01_21_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
V
iï
tb
$
bij
dozijnen,
die
trachtten
haar
hun
naam
en
hun
I
Volksbode
het
orgaan
van
den
gouverneur
zou
ziin
te
gere"'
maar
Z,J
ïloeg
ze
allen
af,
om
ontkent
spreker,
die
zich
voorts
beriep
op
tal
van
te
werken
voor
haar
eigen
ideaal:
de
zending
van
vertrouwbare
berichten,
waaruit
blijkt,
dat
de
heer
eeVollrt%"°U\
fi
^
n
•
Lobman
de
rechte
man
op
de
rechte
plaats
is
en
t
a
aI
a
de
Czaar
er
in
toege-
de
belangen
van
Suriname
behartigt,
dus
in
het
sternd,
dat
de
nieuwe
wetten
betreffende
de
Joden
belang
der
kolonie
moet
gehandhaafd
worden
in
Rusland
eerst
over
drie
jaar
zullen
worden
De
heer
Van
Asch
van
Wijck
constateerde
toe
epast.
Het
Engelsche
blad
verneemt,
dat
dit
daarop,
dat
de
grieven,
in
de
ingediende
adressen
besluit
genomen
is
op
aandrang
van
den
minister
opgenoemd,
volkomen
onbewezen
zijn
en
zonder
van
financien
Wischnegradski,
die
den
Czaar
op-
bewijs
hier
niet
te
berde
mogen
worden
gebracht,
merkzaam
maakte,
dat
het
voor
de
Russische
De
Minister
van
Koloniën
bestreed
uitvoerig
schatkist
gevaarlijk
zou
kunnen
worden
als
men
den
heer
Smidt
en
constateerde,
dat
diens
wijze
ontsfr°T
bankiers
m
het
buitenland
van
bestrijding
niet
het
gezag
in
Suriname
be-
BINNENLAND.
Hiaten-Generaal.
Tweede
Kamer.
vestigt,
maar
aantast.
De
grieven
tegen
den
gou
verneur
achtte
de
Minister
ongegrond,
althans
verschrikkelijk
overdreven.
De
Minister
wees
ver¬
der
op
de
aanvallen
op
den
gouverneur,
reeds
véér
zijn
komst.
Hij
ontkende
dat
deze
antisemiet
was
of
godsdiensthaat
had
aangekweekt.
Alle
gehoorde
Surinamers
ontkennen
dit,
en
een
tenhandel
en
de
heeren
Van
Eeghen
&
Co.,
ten
einde
middele
i
te
beramen
om
een
nieuw
beurs¬
gebouw
voor
den
Ainsterdaraschen
handel
tu
ver¬
krijgen.
Naar
de
Maasbode
verneemt,
zal
de
heer
Bahlraann,
lid
der
Tweede
Kamer,
tot
herstel
van
gezondheid
eenigen
tijd
111
het
Zuiden
doorbren¬
gen.
Nadat
de
Voorzitter
in
de
zitting
van
jl.
Don
derdag
verklaard
had
bij
Hoofdstuk
XI
gelegen-1
-".hg
gouuumo
ounuamers
ontKennen
ent,
en
eei
heid
te
zullen
geven
tot
algemeen
politiek
debat
Israëliet
grondde
zijn
grief
daarop,
datdegouver-
werd
de
discussie
geopend
over
Hoofdstuk
X
neur
wel
eens
bij
de
Hernhutters
ter
kerk
ging
(Koloniën)
der
Staatsbegroting.
(gelach).
Met
de
Volksbode
heeft
de
gouverneur
De
heer
//.
K.
van
Deden
betoogde,
dat
de
Re-1
niets
te
maken.
De
meeste
grieven
komen
neer
geering
het
zwaartepunt
van
het
koloniaal
beleid
|°P
verschil
omtrent
de
interpretatie
van
wetsbe-
uit
Indiê
naar
Nederland
overbrengt
ten
nadeele
palingen.
Daartegenover
staat
het
vele
wat
de
der
groote
vraagstukken:
koffiecultuur,
landrente
Igouverneur
verrichtte.
Reden
om
hem
te
désa¬
opium,
versterking
van
het
productief
vermogen
Ivoueeren
bestaat
niet.
De
wenken
van
den
heer
van
Java,
spoorwegen,
Atjeh.
Zij
geeft
en
verza-1
Bool
zal
de
Minister
overwegen,
melt
niet
de
noodige
gegevens
tot
oplossing
van
I
Le
heer
Sanders
drong
sterk
aan
op
locaal
de
groote
quaestiën.
Noch
op
stoffelijk,
noch
op
I
onderzoek
door
een
specialen
commissaris;
de
hear
zedelijk
gebied
heeft
dez«
Regeering
iets
goeds
I
tonner
juichte
de
bezadigde
rede
en
wenken
van
gedaan
voor
Indië,
tengevolge
van
hare
irratio-1
den
beer
Bool
zeer
toe.
Hij
zag
in
alle
grieven
neele
methode
van
bestuur.
Spr.
vroeg
of
deze
(de
zucht
om
de
godsdienstige
richting
van
den
Minister
de
methode
van
zijn
voorganger
denkt
I
gouverneur
te
treffen.
te
volgen
?
I
De
heer
JV.
K,
van
Dedem
stelde
een
motie
voor,
De
Minister
Mackay
meende,
dat
deze
grieven
bet
vertrouwen
uitsprekende
dat
de
Regeering
meer
zijn
voorganger
golden.
Onderzoek
is
zeker
j
door
hare
tusschenkomst
aan
de
spanning
in
de
noodig,
waar
't
zulke
ingrijpende
zakeu
geldt,
kolonie
Suriname
een
einde
zal
weten
te
maken.
Door
onderzoek
van
het
Koffierapport
in
Indië
eenig
debat
werd
de
discussie
verdaagd
tot
zal
de
oplossing
niet
lijden.
De
handhaving
der
(beden
(Dinsdag).
ten-jarige
opiumpacht
geschiedde
met
het
oog
op
De
interpellatie-Tak
over
de
Congo-quaestie
de
voorgenomen
verandering
in
het
pachtstelsel,
bedoelt
enkel,
overlegging
der
stukken
te
vragen
Krachtige
voortzetting
van
de
irrigatiewerken
achtte
hij
niet
gewenscht,
omdat
een
groott
lee-
Din£
n'et
moSe''jk
is,
bij
gebrek
aan
voldoende)
—
In
een
brief
uit
de
hofstad
aan
de
Midd.
middelen
tot
aflossing.
Een
wetsontwerp
tot
sub-
Cl.
leest
men:
sidieering
van
de
particuliere
spoorwegen
is
spoe-
„"Vroeger
werden
alle
stukken,
aan
den
Ko-
J
—
4
-
1
*
«...
I
.
.
.
.
.
*
—
De
Haagsche
correspondent
van
de
N.
Gr.
CL
schrijft
omtrent
den
optocht
der
werkeloozen
in
den
Haag:
,/Deze
koude
wandelingen,
waarbij
men
ook
langs
het
paleis
trok,
werden
afgewisseld
door
meetings
in
de
open
lucht,
in
de
Maliebaan,
waar
weldoorvoede
partijgenooten
als
de
dikke
Van
Emmenes
en
Van
der
Veer
toespraken
hielden
over
den
hongersnood,
of
door
bijeenkomsten
in
Walhalla,
waar
veel
gescholden
werd
op
den
Cnristelijken
Volksbond
en
waarvan
de
meesten
heengingen
....
linea
recta
naar
het
lokaal
waar
bedoelde
bond
eene
gratis
brood-
en
koffieuit-
deeling
houdt
!
Men
moet
toch
maar
consequent
zijn
—
in
beginselen
!
Bij
die
optochten
waren
er
natuurlijk
weer
heel
wat
die
kalm
een
sigaartje
rookend
onder
't
loo
pen,
in
't
geheel
geen
broodsgebrek
hadden.
Ter
illustratie
van
deze
waarheid
een
paar
feiten.
Een
dier
lieden
had
een
dag,
tegen
belo
ming
van
f
1,50,
bij
een
bierbrouwer
gewerkt.
Bij
'i
heengaan
verklaarde
hij
's
anderen
daags
niet
te
kunnen
terugkomen,
want....
hij
moest
met
den
optocht
der
werkeloozen
mede
!
Een
ander
feit.
De
concierge
van
een
publiek
gebouw
bood
achtereenvolgens
aan
twaalf,/werke¬
loozen"
een
gulden
aan
om
het
trottoir
van
dat
gebouw
schoon
te
maken
('t
werk
van
een
groot
uur).
Hij
kreeg
twaalf
weigeringen
!
Voor
de
waarheid
van
het
laatste
feit
durf
ik
volkomen
instaan.
-
De
strenge
koude
'heeft
te
Ara
sterdam
he
Leger
des
Heils
op
het
denkbeeld
gebracht,
even
als
reeds
lang
door
de
Londensche
korpsen
St
schiedt,
(doch
aldaar
tegen
betaling
van
vier
sto
vers)
daar
een
verwarrad
nachtverblijf
voor
\
arme
zwervelingen
open
te
stellen
Den
eerste
nacht
die
véér
hel
Oudejaar,
meldden
zich
tiet
personen
aan,
een
getal
dat
geleidelijk
tot
9t
steeg
en
thans
weinig
neiging
tot
groote
sti>int
meer
toont.
Ja
5
De
ligplaats
bestaat
uit
gewone
banken,
die
tegen
den
muur
worden
geplaatst,
terwijl
men
zelf
vaD
een
gedeelte
der
plunje
een
hoofdkussen
maakt.
In
zulk
een
tijdelijke
inrichting
is
van
het
verstrekken
van
dek
natuurlijk
geen
sprake-
een
warme
kachel
voorziet
voorloopig
in
de
be'
mefte.
Alleen
later
zou
men
gaarne
een
beroen
op
het
publiek
doen,
om
geregelde
slaapzalen
(met
leeren
matrassen
en
leeren
dekens)
en
werk¬
zalen
op
te
richten.
,
Df
nachtverblijvers
ontvangen
's
avonds
en
s
ochtends
iets
te
eten
:
droog
tarwe-
en
rogge-,
brood
met
een
kom
koffie.
Onder
leiding
van
een
der
officieren
hebben
kort
na
10
uur
eenige
stich¬
telijke
oefeningen
plaats
(zang
en
gebed),
waarna
omstreeks
elf
uur
de
tijd
van
nachtrust
aanvangt,
(«ie
tot
6
&
7
uur
duurt.
D
—
r.tlv,UIlv,,u
opuuiwcgcu
i»
«poe-i
//Tiucgci
wcfUBii
ane
siuKiten,
aan
aen
ivo-
aig
te
verwachten.
De
Minister
herhaalde,
dat
hing
gericht,
aan
's
Konings
Kabinet
geopend
en
hij
in
den
geest
zijns
voorgangers
voortgaat.
werd
aan
Z.
M.
alleen
dat
gedeelte
daarvan
voor-
De
heer
Levyssohn
Norman
sloot
zich
geheel
gelegd,
wat
de
directeur
nuttig
of
raadzaam
oor-
bij
den
heer
Van
Dedem
aan,
en
klaagde
dat
deelde
om
door
den
Koning
te
worden
gezien,
«tuur
en
richting
aan
het
koloniaal
beleid
ont-j
Koningin
Emma
heeft
nu,
volgens
mijn
betrouw-
tv
Y
a
■
baren
zegsman,
den
nieuwen
regel
ingevoerd,
dat
Na
kort
debat,
is
de
algemeene
beraadslaging
alle
aan
haar
gerichte
brieven
door
haar
zelve
of
over
Hoofdstuk
Koloniën
gesloten.
althans
in
hare
tegenwoordigheid
moeten
worden
Bij
de
onderafdeeling
Suriname
critiseerde
de
(geopend
en
gelezen."
heer
ümidt
scherp
de
houding
van
den
tegenwoor-
Wij
gelooven
wel
niet,
dat
de
Koningin
hierbij
digen
gouverneur,
door
wien
de
moreele
verzwak-(dezelfde
ervaring
zal
opdoen
als
de
Ministers,
die
king
van
rechtsgevoel
en
waarheidszin
is
toege-
zeiven
alle
stukken
wilden
inzien
en
reeds
den
—
De
voormalige
redacteur
van
Hecht
voor
Allen,
de
heer
C.
Croll,
is
als
Kamer-verslagge
ver
van
De
Amsterdammer
opgetreden.
nomen,
een
maatschappelijk
antagonisme
ontstaan,
als
mede
groote
politieke
spanning.
Onbegrijpelijk
is
daarom
de
optimistische
beschouwing
dezer
Regeering,
wier
officieele
inlichtingen
volkomen
in
strijd
zijn
met
de
werkelijke
toestanden.
Uitvoerig
ging
spr.
na,
hoe
op
elk
der
punten
in
het
verslag
besproken,
het
regeerings-antwoord
onvoldoende
of
ontwijkend
is.
De
heer
Smidt
zette
in
de
zitting
van
Vrijdag
zijne
rede
over
Suriname
voort.
Hij
betoogde
dat
onder
den
gouverneur
Lohman
auimositeit
is
ontstaan
tusschen
de
Christenen
en
de
Israëlieten
;
dat
de
gouverneur
een
vuil
blad
[de
Volksbode
steunt
en
dat
al
zijne
handelingen
blijk
geven,
niet
van
geïsoleerde
misvattingen,
maar
van
een
bepaalde
regeeringsrichting,
hetzij
tengevolge
eener
methode
of
van
eene
hoogst
eenzijdige
levensop¬
vatting
des
gouverneurs.
Spr.
beval
den
Minister
daarom
sterk
aan,
terug
te
konen
op
zijne
in¬
zichten
in
de
memorie
van
antwoord
ontwikkeld.
De
beer
Bool
nam
de
verantwoordelijkheid
voor
afstemming
dezer
begrooting
niet
op
zich.
Is
de
toestand
Dog
houdbaar,
men
verbetere
dien
ge¬
leidelijk
door
aanstelling
van
Nederlanders
bij
het
ontstaan
van
vacatures;
is
hij
onhoudbaar,
dan
zende
men
een
regeeringscommissaris.
De
heer
T.
Mackay
wees
op
de
vele
lichtzijden
in
het
bestuur
des
gouverneurs;
het
subsidie
is
verminderd,
aansluiting
aan
het
telegraafnet
werd
verkregen
;
de
invoerrechten
zijn
met
f
130,000
in
één
jaar
toegenomen
;
de
invoer
van
vrije
ar¬
beiders
uit
Java
is
aangevangen;
een
oplossing
der
moeilijkheden
met
de
Para-negers
werd
ver¬
kregen,
en
de
gouverneur
heeft
door
zijn
optre¬
den
het
opstootje
te
Paramaribo
bedaard.
Dat
de
derden
dag
dit
besluit
moesten
opgeven.
Toch
zal
het
eene
omvangrijke
taak
zijn,
die
veel
meer
van
Haren
tijd
zal
vorderen,
dan
waarover
Hare
Majesteit
op
den
duur
beschikken
kan.
—
Belanghebbenden
bij
de
legesheffing,
zooals
die
thans
wordt
toegepast,
waren
Vrijdag
te
Arn¬
hem
weer
vergaderd.
Besloten
werd
bij
adres
de
aandacht
der
Kamers
te
vestigen
op
„het
gemis
van
overeenstemming
tusschen
den
geest
en
de
toepassing
der
wet",
daarbij
—
volgens
Gelria
—
voorloopig
in
het
midden
latende
of,
bij
onver¬
hoopt
ongunstige
ontvangst
van
genoemd
adres
door
de
Tweede
Kamer,
de
weg
van
rechten
zou
kunnen
worden
higeslagen.
—
Het
gemeentebestuur
van
Nijmegen
neemt
aan
de
Waalkade
omvangrijke
maatregelen
tot
beveiliging
der
benedenstad
tegen
overstrooming
bij
het
losgaan
der
Waal
en
eventueele
ijsopschui-
ving.
Ook
de
bewoners
der
Betuwe
zien
het,
los¬
gaan
van
den
Rijn
en
de
Waal,
tusschen
welke
groote
rivieren
zij
ingesloten
zijn,
met
angst
te
gemoet.
Velen
der
Betuwbewoners
hebben
bereids
booten
of
schuiten
op
hunne
erven
in
gereedheid
liggen,
voor
het
geval
eene
doorbraak
van
Rijn
of
Waal
door
ijsgang
hen
overvallen
mocht,
om
zich
daarin
te
redden.
Door
de
krachtige
en
welwillende
tusschen¬
komst
van
het
loodswezen
wordt
met
ijsjollen
allerlei
proviand
van
Terschelling
naar
Vlieland
overgebracht.
De
winkeliers
leveren
hunne
waren,
voor
zooverre
zulks
mogelijk
is,
zonder
eenige
prijsverhooging,
en
enkele
boeren
blijven
bij
de
leverantie
van
rogge
25
et.
beneden
de
markt,
voor
een
bakker,
die
aan
de
armen
moet
leveren.
—
Bij
kon.
besluit
is
bepaald,
dat
vrijwilli¬
gers
voor
alle
corpsen
der
landmacht,
die
zich
voor
de
betrekking
van
schoen-
of
laarzenmaker
dan
wel
als
kleermaker
aanbieden,
bij
vacaturen
in
die
betrekking,
kunnen
worden
aangenomen
met
eene
minimum
lengte
van
1.55
M.
—
Naar
aanleiding
van
de
pogingen,
welke
te
Amsterdam
zullen
worden
beproefd,
om
door
eigen
krachten
een
nieuw
beursgebouw
te
ver¬
krijgen,
wat
door
hét
gemeentebestuur
sedert
tal
van
jaren
wordt
uitgesteld,
is
bij
de
kamer
van
koophandel
en
fabrieken
in
de
hoofdstad
een
voor¬
stel
ingekomen
van
drie
harer
leden,
ten
doel
hebbende
het
benoemen
van
een
commissie,
door
de
kamer,
ten
einde
in
onderhandeling
te
tredën
met
het
bestuur
der
vereeniging
voor
den
effec-
Het
panorama,
dat
thans
de
kust
en
de
zee
voor
Scheveningen
aanbieden,
doet,
volgens
het
Dagblad,
aan
Nova-Zerabla
denken,
zooals
dit
door
Tollens
wordt
geschetst.
De
verbeeldingskracht
behoeft
niet
sterk
ge¬
prikkeld
ie
worden
om
de
Noordzee
voor
de
IJs¬
zee
te
houdên,
want
geen
groen-grijze
golven
zijn
aan
't
kabbelen,
maar
de
waterspiegel
vertoont
wijd
en
zijd
de
witte
koppen
van
de
ijsschollen,
waarmede
de
zee
overdekt
is.
Hel
vreemde
van
dit
schouwspel
haalt
evenwel
niet
bij
de
verba
zing,
welke
zich
van
den
bezoeker
zal
meester
maken,
wanneer
deze
't
oog
laat
vallen
op
de
laagwaterlijn,
langs
welke
een
vervaarlijke
ijsdijk,
ter
hoogte
ongeveer
van
4
meter
zich
heeft
ge¬
zet.
Die
dijk
is
allengs,
maar
vooral
in
de
laatste
dagen,
tot
die
hoogte
gestegen
bij
de
opvolgende
hoogwatertijen,
wanneer
de
„balkende"
zee
zich
daarover
heenstort
en
bij
haar
terugtrekken
de
ijsschotsen
laat
liggen,
die
zich
steeds
hooger
opeenstapelen.
Hoe
verder
men
Noordwaarts
trekt,
hoe
meer
de
dijk
zich
boven
de
oppervlakte
der
zee
verheft,
zoodat
te
Katwijk
en
Zandvoort
de
ijsdijk
tot
zes
4
acht
meter
is
gestegen.
—
Voor
de
rechtbank
te
Haarlem
heeft
Vrij¬
dag
terecht
gestaan
de
secretaris
en
ontvanger
der
gemeente
Beverwijk,
P.
D.,
beschuldigd
van
verduistering
uit
de
gemeentekas
tot
een
bedrag
vair
f
4511,10.
Goed
vertrouwen
op
andere
per¬
sonen
is
grootendeels
de
oorzaak
van
zijn
val
ge¬
weest.
In
1884
was
hij
benoemd
tot
ontvanger
van
Wijk
aan
Zee
en
Duin,
na
inmiddels
te
zijn
gehuwd
met
een
meisje
dat
eenig
fortuin
had.
Door
geld
leenen
aan
andere
personen
en
het
aanvaarden
eener
erfenis
zonder
benefice
van
boe¬
delbeschrijving
was
dit
vermogen
reeds
spoedig
ingeteerd
en
toen
begonnen
de
tekorten
in
de
huishoudelijke
kas,
die
uit
de
gemeentekas
van
Wijk
aan
Zee
en
Duin
werden
gedekt.
Dit
liep
tot
Maart
1890
goed,
doch
toen
had
het
spaak
moeten
loopen
en
juist
toen
werd
beklaagde
be¬
noemd
tot
tijdelijk
ontvanger
van
Beverwijk
en
werd
het
geld
uit
de
kas
dier
gemeente
benut
om
de
tekorten
in
die
van
Wijk
aan
Zee
en
Duin
aan
te
vullen,
doeh
toen
op
1
October
de
kas
zou
worden
opgenomen,
werd
het
beklaagde
te
benauwd
en
verwijderde
hij
zich.
Het
O.
M.
eischte
21/z
jaar
gevangenisstraf.
De
verdediger,
mr.
A.
P.
de
Lange,
concludeerde
tot
vrijspraak
wegens
gebrek
aan
wettig
bewijs
—
Een
stoombootje
uit
Rofterdara.dat,
behalve
stukgoederen
en
een
ter
uitlevering
bestemden
Eranschman,
zeven
en
twintig
prachtige
koeien
voor
Duinkerken
aan
boord
had,
had
zooveel
van
de
ijskoude
stortzeeën
te
lijden,
dat
slechts
drie
koeien
te
Vlissingen
aankwamen.
Drie
waren
er
over
boord
geslagen
en
een-en-twintig
in
ijs¬
massa's
veranderd
en
bezweken.
—
Eenige
Heldersche
vletterlieden
hebben
een
bezoek
gebracht
aan
boord
van
het
in
de
Noor-
derhaaksgronden
gestrande
stoomschip
Elstow,
om
zich
van
den
toestand
van
het
schip
te
ver¬
gewissen.
In
de
machinekamer
trof
men
veel
water
aan,
dat
waarschijnlijk
door
de
dekroosters
is
binnengedrongen,
daar
van
lekkage
niets
was
te
bespeuren.
Bij
handzaam
weer,
en
als
het
ijs
'lit
toelaat,
zal
men
tot
het
lossen
van
de
lading
katoen
overgaan.
Toen
de
mannen
op
hel
schip
stapten,
kwamen
zij
tot
de
verrassende
ontdekking,
dat
Woensdag,
toen
de
bemanning
werd
gered,
nog
iemand
aan
boord
was
achtergelaten,
op
wien
men
in
het
geheel
niet
scheen
te
hebben
gere¬
kend.
De
verlaten
schipbreukeling
bleek
zich
ech¬
ter
zeer
goed
in
zijn
lot
te
kunnen
schikken;
hij
was
althans,
toen
hij
door
de
vletterlieden
in
het
volkslogies
werd
opgemerkt,
zeer
vroolijk.
Het
was
een
papagaai,
die
de
reis
van
Amerika
als
passagier
had
meegemaakt.
Om
het
reddingswerk
te
voltooien,
werd
de
vogel
bij
't
van
bood
gaan
mede
naar
den
wal
genomen
en
aan
zijn
meester,
den
(immerman
van
het
schip,
weergegeven,
die
zich
daarvoor
zeer
erkentelijk
tooude.
—
Evenals
reeds
vele
plaatsen,
genoot
Apel¬
doorn
sedert
eenigen
tijd
het
genoegen
een
pa¬
norama
in
zijn
raidden
te
hebben,
waarbij
men
neergebogen
op
de
roeibank
van
de
zwakke
boot.
Moedeloos
hingen
zijne
magere
armen
slap
langs
het
lichaam,
en
uit
het
door
leed
verwrongen
gelaat
sprak
eene
verterende
wanhoop.
Zoo
zag
Eva
hem
en
een
namelooze
droefheid
maakte
zich
van
haar
meester.
Zij
wilde
spreken,
maar
hare
tong
was
als
geboeid.
wZijt
gij
het?"
vroeg
het
Leven,
„wat
wilt
gij
ran
mij,
ongelukkige?"
„Vergeef,
o
vergeef
mijl"
snikte
Eva.
„Wat
hebt
gij
aan
mijne
vergiffenis?"
ant¬
woordde
het
Leven.
„Gij
hebt
er
geene
behoefte
aan
bij
den
Dood.
Want
de
Dood
is
het
niets".
Toeu
greep
een
gevoel
van
ontzetting
Eva
aan,
huiverend
zonk
zij
op
de
knieën
en
omklemde
met
hare
armeu
innig
en
onstuimig
het
Leven.
„Red
mij
van
Vertwijleling,
zij
sleept
mij
tot
den
verschrikkelijke",
smeekte
Eva.
„Vergeef,
o
vergeef,
neem
mij
met
u
mede.
U
wil
ik
dienen,
zooveel
in
mijn
vermogen
is,
ik
wil
beproeven
of
ik
de
paurleii
weder
kan
viudeu,
die
ik
lichtzinnig
pr,,.-
g.,1.
vergeef
mij
slectits,
gij
arme,
vergeet,
dal
lü
u
iieuAte".
De
grijsaard
boog
zich
tot
haar
over
en
kuste
haar
op
het
voorhoofd.
„Gij
hebt
voor
mij
willen
sterven,
nu
zult
gij
voor
mij
leven",
sprak
hij.
„Uwe
jeugd
hebt
gij
verloren,
voor
altijd,
en
die
komt
nimmer
terug;
met
de
paarlen
zijn
de
dagen
uwer
kindsheid
vervlogen,
zij
keeren
niet
weder,
uw
zoeken
zou
tevergeefs
zijn.
—
Schrikt
gij
echter
terug
voor
de
ellende,
die
u
wacht
..
.
nog
is
het
tijd,
nog
is
de
poort
des
Doods
ge¬
opend".
„Ik
blijf
bij
u",
sprak
Eva.
„Laat
mij
met
u
ellende,
kommer
en
zorg
verdragen.
Ik
zal
u
liefhebben".
Toen
veranderden
de
trekken
van
het
Leven.
Uit
zijne
oogen
schoot
jeugdig
vuur,
de
rimpels
verdwenen,
zware
lokken
bedekten
zijneu
schedel,
de
gebogen
gestalte
des
grijsaards
kreeg
het
voor¬
komen
van
die
eens
jongelings
in
den
bloei
zijner
jaren.
„Nu
eerst
behoor
ik
u
geheel
toe",
riep
de
jongeling,
„nu
gij
mij
bemint,
hebt
gij
mijne
waarde
erkend.
Heil
u,
dat
gij
Vertwijfeling
niet
gevolgd
zijt,
want
voor
ons
liggen
vele
dagen
en
val
van
jaren,
zoo
rijk
als
de
paarlen
aan
het
snoer,
dat
gij
eens
bezeten
hebt.
Elke
dag
zal
ons
een
schat
zijn,
zal
ons
veel
goeds
en
schoons
brengen,
en
den
raenschen,
die
met
ons
leven
vreugde
verschaffen."
De
boot
werd
weder
naar
den
oever
gestuurd.
Het
eiland
des
Doods
werd
al
kleiner
en
kleiner,
tot
het
ten
laatste
bijna
geheel
verdween.
Toen
de
boot
aan
wal
kwam,
zag
Eva
op
het
strand
schitterend
gekleurde
bloemen,
lommerijke
boomen
en
heerlijke
lanen
en
paden.
Waar
eerst
de
hut
stond,
daar
schitterde
nu
een
paleis
van
goud
en
marmer,
en
verbaasd
trad
Eva
aan
de
hand
van
het
Leven
er
op
toe.
„Hoe
schoon
zijt
gij",
sprak
ze,
en
hoe
heer¬
lijk
is
alles,
wat
mijn
oog
ziet.
Is
er
een
wonder
geschied,
dat
de
armzalige
hut
en
het
eenzame
strand
zoo
heeft
veranderd?"
„Het
is
niet
veranderd",
antwoorde
de
jonge¬
ling,
„maar
uwe
oogen
werden
eerst
nu
recht
geopend.
De
verschrikkingen
van
den
Dood
leer¬
den
u,
het
Leven
lief
te
hebtfen;
nu
ziet
gij
alles
met
een
oog
van
liefde."
De
zon
was
opgegaan,
de
vogels
zongen
in
de
twijgen
hun
morgenlied,
en
op
de
bloemen
wie¬
gelden
de
vlinders.
„U
schonk
ik
mijne.
paarlen,
toen
ik
liet
Leven
nog
niet
kende",
sprak
Eva,
gij
waart
mij
dier¬
baarder
dan
hij.
Zingt,
fladdert
en
bloeit,
speel¬
makkers
mijner
jeugd,
ik
zal
u
beschermen
en'
verplegen
en
mij
over
u
verheugen,
maar
mijn
tijd
behoort
u
niet
meer,
dien
wijd
ik
aan
het
Leven,
tot
wien
ik
terugkeerde
van
de
poorten
des
Doods.
Een
kostbaren
schat
bezat
ik,
maar
ik
miskende
hem.
Verloren
jeugd,
leer
mij
het
leven
op
prijs
stellen
en
beminnen,
opdat
ik
het
niet
verlieze,
als
de
paarlen
van
het
snoer,
die
ik
eenmaal
bezat
1"
Toen
zongen
de
vogelen
een
lied
van
de
ver¬
loren
jeugd,
om
Eva
er
aan
te
herinneren,
dat
zij
het
Leven
trouw
en
innig
lief
moest
hebben,
en
wanneer
des
morgens
de
bloemen
zich
openden,
lag
er
in
hare
kelk
een
heldere
dauwdroppel,
opdat
Eva
het
parelsnoer
niet
vergeten
zou.
De
vlinders
vlogen
toe
en
zetten
zich
dikwijls
neder
op
hare
hand,
opdat
zij
niet
den
tijd
van
weleer
zou
vergeten,
toen
zlj
niet
elkander
speelden,
en
de
zonneschijn
kwam
en
spreidde
over
de
aarde
een
lichttapijt,
wanneer
Eva
zalig
door
den
tuin
van
het
Leven
wandelde.