Tekstweergave van WFNHC_1891_01_07_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
8ste
Jaargang.
WOENSDAG
7
JANUARI
1891.
No.
fi.
(
3!,—
-
31.—
-
31,
Nieuwe
Hoornsclie
Courant.
Abonnementsprijs
per
kwartaal,
voor
Hoorn.
.
.
/I,00
„
„
Ir.
per
post
.
.
-
1,20
Afzonderlijke
nommers
-
0,05
Hit
blad
verschijnt
Dinsdag-
en
Yrijdag-avond.
UITGBVER
P.
GEÉRTS,
HOORN.
Prijs
der
advertentiën
van
1—5
regels
.
.
.
/
0,40
Elke
regel
daarboven
-
0,0
76
Groote
letters,
randen
enz.
worden
naar
plaatsruimte
berekend.
Stukken
voor
de
Redactie,
uiterlijk
den
vorigen
dag.
Advertentiën
voor
deze
Courant
worden
ook
aangenomen:
door
het
Alg.
Advertentie-Bureau
van
NIJGH
&
VAN
DITMAR
te
Rotterdam
—
voorts
door
alle
Boekhandelaren.
IP
A
-A.
R
D
E
T
R
A.
3VE
Hl
O
Dienst
Hoorn,
Wester-
en
Oosterblokker,
Westwoud,
Hoogcarspel,
Lutjebroek,
ORIT-EINIIHIJIZEIT.
Grootebroek,
Bovencarspel,
Enkhuizen
en
omgekeerd.
(15
October
1890.)
STATIONS.
TRAMNUMMER.
1
I
3
1
5
[
7
19
1
II
I
13
I
15
|
17
|
19
1
21
Aankomst
Roll.
Spoor
van
Amsterdam
.
„
Lokaalspoor
v.
Roorn-Medembl.
„
Tramomnibus
van
Alkmaar....
HOORN
(Kaasmarkt)
V.
Nadorst
-.
-
Wester-Blokker
{'l
Gouden
Hoofd)..
»
Ooster-Blokker
{Herb.
v.
Vin
Doornik)
n
West
woud
(Het
Zittent)
Hoogcarspel
(Grens
Westwoud)
Hoogcarspel
(Hedemblikker
Tolhuis)
.
v
Grootebroek
{De
Zwaan)
Bovenearspel
{Halve
Maan)
ENKHUIZEN
{Het
Park)
A.
___
11.16
6.48
1045
8,13
__
in
50
jf2.20
5.—
—
8.50
7.20
9.15
11.20
1.10
3.—
5.10
7.—
9.—
10.45
7.oZ
5.
an
11
35
1.25
S
2.35
3.15
5.25
7,15
9.15
11.—
7.44
9.39
11.41
1.34
S
2.44
2.50
3.24
5.34
7.24
9.24
—
7.50
9.45
11.50
1.40
3.30
5.40
7.30
9
30
—
8.02
9.57
12.02
1.52
■ë
3.02
3
42
5
52
7.42
9.42
—
8.14
10
09
12.14
2.04
=
3.14
3.54
6,04
7.54
9.54
—
__
8.20
10.15
12.20
2.10
8
3.21/
4.-
6.10
8.—
10.—
—
fi
53
8.88
10,38
12.38
2.28
;?3.38
4.18
6.28
8.18
10.18
—
7
04
8.49
10.44
12,49
2.39
3
49
4.29
6.39
8-29
10.29
—
7.15
9
—
10.55
1.—
2.50
4.—
4.40
6,50
8.40
10.40
—
STATIONS.
T
R
A
M
N
U
M
M
ER
2
1
4|
6
|
8
|
10
|
12|14
J
16
|
18|20
|
22
ENKHUIZEN
(Ret
Park)
V.
7.20
8.10
9
10
11.20
1.10
3.—
5.—
7.—
9
—
10.50
Bovencarspel
(Halve
Maan)
„
7.31
.8.21
9.21
11.31
1.21
3.11
5,11
7.11
9.11
11.01
Grootebroek
(De
Zwaan)
„
7.42
&8.32
9.32
11.42
1.32
3.22
5.22
7.22
9,22
11.12
Hoogcarspel
(Medemblikker
Tolhuis)
.
„
8.—
T3
8.50
9.50
12.—
1.50
3.40
5.40
7.40
9.40
Hoogcarapel
(Grens
Westwoud)
„
8.06
2
8.56
9.56
12.06
1.56
3.46
5.46
7.46
9
46
Westwond
(Ret
Zittent)
„
8
18
n
9.08
10
08
12.18
2.08
3.58
5.58
7.58
9.58
Ooster-Blokker
(Herb.
v.
Van
Doornik.
„
8.30
S
9
20
10.20
12.30
2.20
4:10
6.10
8.10
10.10
Wester-Blokker
('t
Gouden
Hoofd)..
«
8.36
9.26
10.26
12.86
2.26
4.16
6
16
8.16
10
16
Nadorst
„
?.-
8.45
5
9.35
10.35
12.45
2.35
4.25
6.25
8.25
10.25
HOORN
(Kaasmarkt)
A.
7.15
9.-
JS
9.50
10.50
1.—
2.50
4.40
6.40
8.40
10.40
Vertrek
Rolt.
Spoor
naar
Amsterdam..
—
-4
—
10.54
3.16
8.51
_
„
Lokaalspoor
Roorn-Medemblik..
—
—
11.25
—
6.52
8.53
„
Tramomnibus
naar
Alkmaar
....
—
—
—
—
3.—
-
6.50
—
—
—
OFFICIEEL
GEDEELTE.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER
en
WETHOUDERS
ven
HOORN
doen
te
weten:
dat
de
vergadering
ter
verkiezing
van
twee
leden
voor
de
Kamer
van
Koophandel
en
Fabrie-
ken
alhier,
tengevolge
het
niet
aannemen
hunner
benoeming
door
de
heeren
W.
E.
A.
KAAG
en
J.
A.
G.
SCHERMER,
zal
worden
gehouden
ten
raadhuize
dezer
gemeente
op
Donderdag
den
22ster.
Januari
a.
s.
van
10
tot
2
ure
en
dat
zoo
herstemming
noodig
is,
de
kiesvergadering
daarvoor
zal
gehouden
worden
op
Donderdag
den
5den
Februari
daaraanvolgende,
mede
ten
raad-
huize
vau
10
tot
2
ure,
en
dat
de
opening
der
bus
zal
geschieden
dadelijk
na
afloop
der
ver¬
kiezing.
HOORN,
2
Januari
1891.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
VAN
DEDEM.
De
Secretaris,
W.
VAN
WANING
Jr.
BUITENLAND.
Te
Boulogne
Sur-Mer
heeft
de
lang
verwachte
bijeenkomst
plaats
gehad
tussehen
Parnell
en
O'Brien,
die
pas
uit
Amerika
is
teruggekeerd;
de
beide
Ierscbe
parlementsleden
hebben
een
halfuur
onder
vier
oogen
beraadslaagd
over
de
wijze,
waarop
het
verschil
tussehen
Mc.-Carthy
en
Parnell
op
te
lossen
is.
Ofschoon
niets
met,
zekerheid
omtrent
den
uitslag
bekend
is,
daar
zij
zich
geen
van
beiden
wilden
uitlaten,
bestaat
er
toch
wel
eenige
grond
voor
de
waarheid
van
hetgeen
enkele
Iersche
bladen
eenstemmig
ver¬
melden,
n.l.
dat
het
tussehen
hen
tot
een
schik¬
king
gekomen
is,
om
den
twist
tussehen
de
beide
sectiën
der
Iersche
parlementaire
partij
bij
te
leggen,
en
hereenigiug
tot
stand
te
brengen
op
den
grondslag
van
Parnells
aftreden;
alleen
op
voorwaarde
dat
O'Brien
in
plaats
van
Mc.-Carthy
tot
aanvoerder
wordt
gekozen,
wil
Parnell
zich
—
altijd
volgens
de
dagbladen
—
terugtrekken.
O'Brien
moet
verklaard
hebben,
dat
hij
de
gevangenisstraf
van
een
jaar,
waartoe
de
Iersche
rechtbank
hem
veroordeelde,
zal
ondergaan;
de
tijd
wanneer
hangt
af
van
de
omstandigheden.
Het
boevenpak
zal
echter
niet
door
hem
behoe¬
ven
te
worden
gedragen.
Dit
toch
is,
juist
op
zijn
eigen
protest,
voor
politieke
misdadigers
af¬
geschaft.
Bij
gelegenheid
van
zijn
81sten
verjaardag
ontving
Gladstone
wederom
talrijke
blijken
van
belangstelling.
Uit
de
omgeving
van
Hawarden,
zijn
woonplaats,
stroomden
de
menschen
toe
om
den
kloeken
grijsaard
te
zien
en
geluk
te
wen-
Ischen.
Sedert
1
Januari
verschijnt
net
hoofdorgaan
der
Duitsche
sociaal-democraten
te
Berlijn
onder
den
nieuwen
titel
Vorwarts
en
onder
hoofdredactie
van
den
heer
Bebel.
Het
artikel,
waarin
de
lotgevallen
der
partij
gedurende
bet
jaar
1890
worden
besproken,
ge¬
tuigt
van
eetie
zeer
verklaarbare
tevredenheid,
die
echter
hier
en
daar
wat
al
te
optimistisch
is
gekleurd.
„Voor
ons
sociaal-democraten"
—
zoo
lezen
wij
—
„is
de
politieke
inventarisatie
dezen
keer
eene
bijzonder
geuoegelijke
bezigheid,
want
wij
hebben
te
wijzen
op
eene
reeks
van
groote
suc¬
cessen.
Toen
een
onzer
afgevaardigden
aan
het
einde
van
het
vorige
jaar
in
den
Rijksdag
ver¬
klaarde;
„Wij
hebben
de
socialistenwet
over¬
wonnen
—
de
volgende
verkiezing
zai
ons
een
millioen,
ja
anderhalf
millioen
kiezers
geven",
toen
geloofden
zelfs
velen
van
de
partijgenooten,
dat
deze
profetie
al
te
gewaagd
was.
„Maar
de
20ste
Februari
heeft
haar
in
haren
vollen
omvang
bewaarheid.
Die
datum
telt
in
de
wereldgeschiedenis
mede;
hij
beteekent
de
defi¬
nitieve
(?)
overwinning
van
de
sociaal
democra¬
tische
denkbeelden
en
wereldbeschouwing
over
het
werktuigelijk
geweld,
de
bankroetverklaring
van
de
socialistenwet,
van
hare
voorstanders
en
van
het
stelsel,
waaruit
zij
was
voortgekomen.
Om
de
beteekenis
van
den
dag
goed
te
begrijpen,
moeten
wij
ons
herinneren,
dat
vorst
Bismarok
een
jaar
geleden
nog
vast
in
den
zadel
zat,
dat
zestien
dagen
voor
den
verkiezingsdag
de
keizer¬
lijke
rescripten
werden
gepubliceerd,
welke
bij
deu
eersten
oogopslag
een
nieuwen
koers
van
de
sociale
hervormingen
schenen
te
beloven
en
die
zeer
geschikt
waren
om
eene
partij,
die
zich
van
hare
doeleinden
niet
volkomen
bewust
was,
in
verwarring
te
brengen.
Wij
hadden
alle
(?)
par¬
tijen
tegen
ons
en
moesten
front
maken
tegen
allen;
doch
onze
koers
bleef
steeds
de
oude:
voorwaarts,
voorwaarts,
naar
de
overwinning.
„De
20ste
Februari
verbrak
de
coalitie
der
reactionaire
partijen
(het
Kartell),
verbrak
de
socialistenwet
en
wierp
het
voetstuk
om,
waarop
de
grootste
der
demagogen
van
bet
kapitalisme
—
vorst
Bismarck
—
zijn
eigen
persoon
had
geplaatst
en
eene
familie-dynastie
met
erfelijk
huismeijerschap
had
trachten
te
vestigen.
Op
18
Maart
—
een
noodlottige
datum
voor
de
macht¬
hebbenden
—
werd
het
vonnis
van
20
Februari
aan
den
schepper
van
de
socialistenwet
en
van
de
politiek
der
millionairs-kweeking
voltrokken
;
hij
werd
tevens
begraven.
De
Nemesis
had
hem
achterhaald,
en
wat
zij
nog
overliet
aan
sympa¬
thie
voor
den
gevallene
verwoestte
deze
zelf
in
waanzinnige
verblindheid.
Nooit
heeft
eene
wal-1
sche,
met
alle
listen,
streken
en
kunsten
tot
monsterachtige
afmetingen
opgeblazen
grootheid
I
een
sneller
en
smadelijker
einde
gevonden."
Met
dit
nieuwjaarscompliraent,
merkt
De
Amst.'
op,
zal
de
heer
Von
Bismarck
het
voorloopig.
kunnen
doen
!
De
Vorwarts
maakt
vervolgens
melding
van
„het
jammerlijk
mislukken"
der
internationale
conferentie
voor
arbeiders-bescherming
en
stelt
daar
tegenover
dat
de
eerste
Mei,
„niettegen¬
staande
den
vertwijfelden
tegenstand
van
de
on-
dernemerskliek"
tot
een
feestdag
van
den
arbeid
is
geworden.
Later
worden
in
hetzelfde
artikel
de
socaal-democraten
geprezen,
omdat
zij
door
hunnen
voorzichtigheid
de
hun
bij
deze
gelegen¬
heid
gestelde
strikken
zijn
ontkomen.
Vervolgens
wordt
melding
gemaakt
van
de
opheffing
der
socialistenwet
(1
October)
en
verklaard,
dat
de
verwonderlijk
eendracht
op
het
congres
te
Halle
aan
de
dwaze
verwachtingen
der
vijanden-
den
bodem
heeft
ingeslagen.
Na
eene
klacht
over
de
onwaardige
wijze,
op
welke
de
partij
in
Duitschland
wordt
bestreden,
zegt
de
Vorwarts:
„De
sociaal-democratie
is
de
eenige
partij,
die
de
waarheid
niet
behoeft
te
vreezen
en
daarom
geen
reden
heeft
om
met
on¬
eerlijke
wapenen
te
strijden.
Wat
wij
willen,
heb¬
ben
wij
van
deu
beginne
gezegd:
wij
hebben
niets
te
verbergen,
niets
te
verloochenen.
De
ko¬
gels
van
den
vijand
stuiten
als
erwten
op
ons
stalen
pantser
af
en
kunnen
den
voortgang
onzer
partij
niet
verdragen."
Als
naaste
doel
wordt
ten
slotte
de
propa¬
ganda
onder
de
plattelandsbevolking
aangewezen.
De
sociaal-democraten
te
Berlijn
zijn
voorne¬
mens
aldaar
eene
ArbeidersaJcademie,
d.
i.
eene
school
lot
opleiding
van
arbeiders,
op
te
richten.
Op
12
Januari
zal
de
heer
Liebknecht
hierover
in
eene
vergadering
rapport
uitbrengen.
De
Hamburger
Nachrichten
bevatten
een
uit¬
voerig
artikel,
waarin
geprotesteerd
wordt
tegen
de
bewering
van
de
Rational
Zeitung,
dat
redac-
tioneele
artikelen
in
het
eerstgenoemde
blad
af¬
komstig
zouden
zijn
van
vorst
Bismarck
en
ten
doel
zouden
hebben,
een
vreedzaam
overleg
van
de
partijen
met
de
regeering
te
verhinderen.
Vol¬
gens
de
Hamburger
Nachrichten
is
deze
insinuatie
onwaardig,
en
stelt
zich
vorst
Bismarck
aan
den
avond
zijns
levens
geen
ander
doel
dan
gedu¬
rende
zijne
ambtelijke
werkzaamheid.
Indien
het
den
vorst
te
doen
was
om
weder
aan
het
roer
te
komen,
zou
hij
zeker
een
anderen
weg
inslaan
en
niet
tegen
de
leidende
staatslieden
als
oppo¬
sant
optreden.
Wat
de
interviewers
betreft,
verklaart
het
Ham¬
burger
blad,
dat
vorst
Bismarck
geen
reden
ziet
om
deze
heeren
af
te
wijzen,
indien
zij
verzoeken
door
hem
te
worden
ontvangen.
Men
maakt
zich
te
Berlijn
ongerust
over
de
toenemende
verhuizing
van
de
Polen
uit
Posen,
die
in
grooten
getale
naar
Brazilië
gaan,
en
heeft
gemeend
maatregelen
daar
tegen
te
moeten
ne¬
men.
De
Norddeutscbe
Lloyd
heeft
zich
tegen¬
over
den
Rijkskanselier
verbonden,
geen
Duitsche
landverhuizers
meer
naar
Brazilië
te
vervoeren.
Of
dat
helpen
zal?
De
Italiaansche
regeering
zal
bij
het
Par¬
lement
een
voorstel
indienen
tot
invoering
der
echtscheiding.
Het
orgaan
van
den
Italiaanschen
premier,
De
Riforma,
heeft
weer
wat
tegen
het
Vaticaan.
De
Paus
heeft
namelijk
in
den
laatsten
tijd
voor
het
bezoeken
van
de
Vaticaansche
musea
een
entree¬
geld
laten
heffen.
Het
ministerieel
orgaan
zegt,
dat
dit
in
strijd
is
met
de
waarborgenwet.
Deze
wet,
betoogt
de
Riforma,
verleent
den
Paus
slechts
het
vrije
gebruik
der
apostolische
palei¬
zen,
maar
geeft
hem
geen
recht
tot
zulk
een
vrije
beschikking
als
de
zooeven
genoemde;
de
Staat
zou
desverkiezende
de
musea
in
eigen
be¬
heer
kunnen
nemen.
De
Paus
heeft,
naar
zijn
eigene
bewering,
de
waarborgenwet
niet
erkend;
dit
is
echter
niet
zoo;
hij
heeft
wel
de
dotatie
niet
aangenomen,
maar
hij
maakt
toch
het
ruimste
gebruik
van
alle
begunstigingen,
welke
hem
in
die
wet
zijn
toegekend,
gelijk
voldoende
blijkt
uit
bet
gebruik
zijner
voorrechten
omtrent
post-
en
telegraafdienst,
zijn
opdracht
aan
de
bisschoppen
om
het
Koninklijk
exequatur
aan
te
vragen
en
gelijk
ook
gebleken
is
bij
gebeurtenis¬
sen
ten
tijde
van
het
conclave
na
het
overlijden
van
Pius
IX
De
regeering
zal
ditmaal,
om
re¬
denen
van
opportuniteit,
aan
het
Vaticaan
alle
pijnlijke
vertoogen
omtrent
het
gewaarborgde
recht
van
exterritorialiteit
besparen;
de
Curie
moge
echter
toezien,
dat
uit
den
bovenvermelden
maat¬
regel
zich
geen
gevaarlijk
precedent
vormt;
an¬
ders
zou
de
regeering
zich
genoodzaakt
zien,
de
waarborgenwet
te
veranderen.
4.51
I
5.02
.
5.05
5.11
1
5.18
!
5.22;
ij
8.1
s.a
F
E
ü
I
L
L
E
T
O
S.
In
het
kabinetje.
(Naar
het
Noorsch.)
I.
„Verveelt
ge
u,
Mevrouw?"
„Ja,
verschrikkelijk!"
„Kan
ik
misschien
iets
doen,
om
"
//Mij
te
vervelen
?
—
Neen,
ik
zou
me
onmo¬
gelijk
meer
kunnen
vervelen
dan
ik
reeds
doe."
„Och,
wat
zijt
ge
beminnelijk,
—
ik
wilde
slechts
vragen,
of
ik
iets
doen
kon,
om
uwe
verveling
te
verdrijven?"
„Ik
geloof
het
niet.
Mijn
geest
is
zoo
moe,
dat
er
op
zijn
minst
wel
een
aardbeving
noodig
zou
zijn,
om
mij
wat
op
te
wekken."
//•Als
gij
door
een
der
elementen
te
helpen
zijt,
kan
ik
u
misschien
dienen.
—
Daar
is
ruur
"
„Waar?"
„In
mijn
hart
dat
weet
ge
wel."
„Neen,
nu
wordt
het
toch
al
te
erg.
Dit
ont¬
brak
er
nog
aan,
dat
i';
na
al
de
domheden,
die
ik
reeds
heb
moeten
slikken,
ook
nog
door
u
op
zulke
phrasen
word
onthaald.
„Ja,
nieuw
en
verrassend
is
hetgeen
ik
zeide
niet,
maar
toch
waar.
Ik
bemin
u.
—
Ik
heb
u
dit
in
de
laatste
drie
maanden,
God
weet
hoe
dikwijls,
te
kennen
gegeven
in
bloemen-
en
oogentaai,
in
proza
en
verzen,
in
kleuren
en
muziek,
—
want
op
mijne
schilderijen
zult
ge
altijd
uwe
beeltenis,
in
mijne
zangen
uwen
naam
vinden.
—
Maar
alles
te
vergeefs!
Ik
ben
zeker
niet
de
eenige,
die
u
knielend
zijne
hulde
brengt,
—
eene
menigte
"
„Neen,
gij
zijt
de
eenige
van
al
mijne
—
voor
't
overige
niet
zeer
talrijke
—
hofmakers,
die
alle
negen
muzen
te
hulp
roept,
om
mijn
hart
te
vermurwen,
En
wat
ben
ik
anders
voor
u
dan
een
voorwendsel,
een
motief
voor
uwen
kunstenaarsdrang;
ongeveer
hetzelfde
wat
eene
„probeerjuffrouw"
in
een
modemagazijn
is;
gij
hangt
mij
al
uwe
aquarellen
en
sonnetten
om
de
schouders,
zooals
men
de
mantels
hangt
om
de
schouders
van
zoo'n
schepseltje,
alleen
om
te
zien,
welk
effect
ze
maken."
„Gij
meent
gelukkig
niet
alles,
wat
gij
zegt
Hoe
dikwijls
moet
ik
u
verzekeren
..
,
„Verzekeringen?
Ba!
Ze
zijn
als
in
't
voorjaar
gevallen
sneeuw."
„Ik
zou
liever
ronduit
zeggen,
dat
gij
u
in
't
minst
niet
om
mij
bekommert
"
„Lieve
hemel!
waarom
plaagt
ge
mij
zoo
?
Ik
zou
toch
meenen,
dat
het
ten
slotte
voor
u
even
zoo
vervelend
is,
als
..."
„Als
ik
voor
u?"
„Ja,
gij
en
alle
andere
en
de
geheele
wereld,
waarin
wij
leven
....
Zeg
me,
kan
er
iets
geest-
doodenders
bedacht
worden,
dan
zulk
een
gezel¬
schap
van
opgepronkte,
babbelende
menschen,
die
elkander
eigenlijk
niets
te
zeggen
hebben,
omdat
zij
elkander
niet
kennen,
of
die
elkander
altijd
weer
hetzelfde
vertellen,
wijl
ze
te
goed
met
elkaar
bekend
zijn,
zooals
gij
en
ik
b.
v.
Ik
kon
het
in
de
zaal
niet
langer
uithouden
en
vluchtte
naar
dit
kabinetje,
waar
ik
hoopte
mijns
verve¬
ling
eenigen
tijd
aan
banden
te
leggen."
„En
nu
kom
ik,
om
haar
te
ontboeien,
en
gij
verveelt
u
nog
meer,
dan
een
oogenblik
geleden."
„Ach,
ik
heb
sinds
lang
geleerd,
mij
in
het
onvermijdelijke
te
schikken."
„Hoor
eens,
Mevrouw,
laten
wij
toch
een
en¬
kele
maal
oprecht
jegens
elkander
zijn.
Hoe
dwaas
het
ook
moge
klinken,
ik
durf
wedden,
dat
gij
u
op
dit
oogenblik
niet
verveelt;
integendeel,
gij
amuseert
u
kostelijk.
Ik
lees
bet
in
uwe
oogen,
in
den
lach,
die
om
uwen
mond
speelt,
ik
gevoel
het,
als
door
een
magnetisch
rapport,
dat
op
eene
geheimzinnige,
onverklaarbare
wijze.
.."
„Lieve
hemel,
hebt
gij
nog
niet
genoeg
aan
muziek,
bouquetten,
zinlooze
sonnetten
en
allerlei
toovermiddelen
van
dezelfde
soort,
dat
ge
nu
ook
nog
het
mystieke
te
hulp
wilt
roepen
Ik
geloof
niet
aan
magnetische
rapporten,
of
hoe
ge
zoo
iets
ook
noemen
moogt."
„Waarom
gelooft
ge
dan
wel,
als
ik
vragen
mag?"
„Aan
de
onsterfelijkheid
der
ziel."
„Nu,
dat
is
reeds
iets,
maar
dat
antwoord
past
weinig
bij
ons
gesprek.
Ik
bedoel,
wat
gelooft
gij
in
betrekking
tot
—
de
liefde?"
Och,
doe
me
pleizier
en
spreek
eens
over
iets
ander»;
altijd
die
liefde!
Dat
is
een
thema,
hst-