Tekstweergave van WFNHC_1891_01_07_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
8ste Jaargang. WOENSDAG 7 JANUARI 1891. No. fi. ( 3!,— - 31.— - 31, Nieuwe Hoornsclie Courant. Abonnementsprijs per kwartaal, voor Hoorn. . . /I,00 Ir. per post . . - 1,20 Afzonderlijke nommers - 0,05 Hit blad verschijnt Dinsdag- en Yrijdag-avond. UITGBVER P. GEÉRTS, HOORN. Prijs der advertentiën van 1—5 regels . . . / 0,40 Elke regel daarboven - 0,0 76 Groote letters, randen enz. worden naar plaatsruimte berekend. Stukken voor de Redactie, uiterlijk den vorigen dag. Advertentiën voor deze Courant worden ook aangenomen: door het Alg. Advertentie-Bureau van NIJGH & VAN DITMAR te Rotterdam voorts door alle Boekhandelaren. IP A -A. R D E T R A. 3VE Hl O Dienst Hoorn, Wester- en Oosterblokker, Westwoud, Hoogcarspel, Lutjebroek, ORIT-EINIIHIJIZEIT. Grootebroek, Bovencarspel, Enkhuizen en omgekeerd. (15 October 1890.) STATIONS. TRAMNUMMER. 1 I 3 1 5 [ 7 19 1 II I 13 I 15 | 17 | 19 1 21 Aankomst Roll. Spoor van Amsterdam . Lokaalspoor v. Roorn-Medembl. Tramomnibus van Alkmaar.... HOORN (Kaasmarkt) V. Nadorst -. - Wester-Blokker {'l Gouden Hoofd).. » Ooster-Blokker {Herb. v. Vin Doornik) n West woud (Het Zittent) Hoogcarspel (Grens Westwoud) Hoogcarspel (Hedemblikker Tolhuis) . v Grootebroek {De Zwaan) Bovenearspel {Halve Maan) ENKHUIZEN {Het Park) A. ___ 11.16 6.48 1045 8,13 __ in 50 jf2.20 5.— 8.50 7.20 9.15 11.20 1.10 3.— 5.10 7.— 9.— 10.45 7.oZ 5. an 11 35 1.25 S 2.35 3.15 5.25 7,15 9.15 11.— 7.44 9.39 11.41 1.34 S 2.44 2.50 3.24 5.34 7.24 9.24 7.50 9.45 11.50 1.40 3.30 5.40 7.30 9 30 8.02 9.57 12.02 1.52 ■ë 3.02 3 42 5 52 7.42 9.42 8.14 10 09 12.14 2.04 = 3.14 3.54 6,04 7.54 9.54 __ 8.20 10.15 12.20 2.10 8 3.21/ 4.- 6.10 8.— 10.— fi 53 8.88 10,38 12.38 2.28 ;?3.38 4.18 6.28 8.18 10.18 7 04 8.49 10.44 12,49 2.39 3 49 4.29 6.39 8-29 10.29 7.15 9 10.55 1.— 2.50 4.— 4.40 6,50 8.40 10.40 STATIONS. T R A M N U M M ER 2 1 4| 6 | 8 | 10 | 12|14 J 16 | 18|20 | 22 ENKHUIZEN (Ret Park) V. 7.20 8.10 9 10 11.20 1.10 3.— 5.— 7.— 9 10.50 Bovencarspel (Halve Maan) 7.31 .8.21 9.21 11.31 1.21 3.11 5,11 7.11 9.11 11.01 Grootebroek (De Zwaan) 7.42 &8.32 9.32 11.42 1.32 3.22 5.22 7.22 9,22 11.12 Hoogcarspel (Medemblikker Tolhuis) . 8.— T3 8.50 9.50 12.— 1.50 3.40 5.40 7.40 9.40 Hoogcarapel (Grens Westwoud) 8.06 2 8.56 9.56 12.06 1.56 3.46 5.46 7.46 9 46 Westwond (Ret Zittent) 8 18 n 9.08 10 08 12.18 2.08 3.58 5.58 7.58 9.58 Ooster-Blokker (Herb. v. Van Doornik. 8.30 S 9 20 10.20 12.30 2.20 4:10 6.10 8.10 10.10 Wester-Blokker ('t Gouden Hoofd).. « 8.36 9.26 10.26 12.86 2.26 4.16 6 16 8.16 10 16 Nadorst ?.- 8.45 5 9.35 10.35 12.45 2.35 4.25 6.25 8.25 10.25 HOORN (Kaasmarkt) A. 7.15 9.- JS 9.50 10.50 1.— 2.50 4.40 6.40 8.40 10.40 Vertrek Rolt. Spoor naar Amsterdam.. -4 10.54 3.16 8.51 _ Lokaalspoor Roorn-Medemblik.. 11.25 6.52 8.53 Tramomnibus naar Alkmaar .... 3.— - 6.50 OFFICIEEL GEDEELTE. BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS ven HOORN doen te weten: dat de vergadering ter verkiezing van twee leden voor de Kamer van Koophandel en Fabrie- ken alhier, tengevolge het niet aannemen hunner benoeming door de heeren W. E. A. KAAG en J. A. G. SCHERMER, zal worden gehouden ten raadhuize dezer gemeente op Donderdag den 22ster. Januari a. s. van 10 tot 2 ure en dat zoo herstemming noodig is, de kiesvergadering daarvoor zal gehouden worden op Donderdag den 5den Februari daaraanvolgende, mede ten raad- huize vau 10 tot 2 ure, en dat de opening der bus zal geschieden dadelijk na afloop der ver¬ kiezing. HOORN, 2 Januari 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN DEDEM. De Secretaris, W. VAN WANING Jr. BUITENLAND. Te Boulogne Sur-Mer heeft de lang verwachte bijeenkomst plaats gehad tussehen Parnell en O'Brien, die pas uit Amerika is teruggekeerd; de beide Ierscbe parlementsleden hebben een halfuur onder vier oogen beraadslaagd over de wijze, waarop het verschil tussehen Mc.-Carthy en Parnell op te lossen is. Ofschoon niets met, zekerheid omtrent den uitslag bekend is, daar zij zich geen van beiden wilden uitlaten, bestaat er toch wel eenige grond voor de waarheid van hetgeen enkele Iersche bladen eenstemmig ver¬ melden, n.l. dat het tussehen hen tot een schik¬ king gekomen is, om den twist tussehen de beide sectiën der Iersche parlementaire partij bij te leggen, en hereenigiug tot stand te brengen op den grondslag van Parnells aftreden; alleen op voorwaarde dat O'Brien in plaats van Mc.-Carthy tot aanvoerder wordt gekozen, wil Parnell zich altijd volgens de dagbladen terugtrekken. O'Brien moet verklaard hebben, dat hij de gevangenisstraf van een jaar, waartoe de Iersche rechtbank hem veroordeelde, zal ondergaan; de tijd wanneer hangt af van de omstandigheden. Het boevenpak zal echter niet door hem behoe¬ ven te worden gedragen. Dit toch is, juist op zijn eigen protest, voor politieke misdadigers af¬ geschaft. Bij gelegenheid van zijn 81sten verjaardag ontving Gladstone wederom talrijke blijken van belangstelling. Uit de omgeving van Hawarden, zijn woonplaats, stroomden de menschen toe om den kloeken grijsaard te zien en geluk te wen- Ischen. Sedert 1 Januari verschijnt net hoofdorgaan der Duitsche sociaal-democraten te Berlijn onder den nieuwen titel Vorwarts en onder hoofdredactie van den heer Bebel. Het artikel, waarin de lotgevallen der partij gedurende bet jaar 1890 worden besproken, ge¬ tuigt van eetie zeer verklaarbare tevredenheid, die echter hier en daar wat al te optimistisch is gekleurd. „Voor ons sociaal-democraten" zoo lezen wij „is de politieke inventarisatie dezen keer eene bijzonder geuoegelijke bezigheid, want wij hebben te wijzen op eene reeks van groote suc¬ cessen. Toen een onzer afgevaardigden aan het einde van het vorige jaar in den Rijksdag ver¬ klaarde; „Wij hebben de socialistenwet over¬ wonnen de volgende verkiezing zai ons een millioen, ja anderhalf millioen kiezers geven", toen geloofden zelfs velen van de partijgenooten, dat deze profetie al te gewaagd was. „Maar de 20ste Februari heeft haar in haren vollen omvang bewaarheid. Die datum telt in de wereldgeschiedenis mede; hij beteekent de defi¬ nitieve (?) overwinning van de sociaal democra¬ tische denkbeelden en wereldbeschouwing over het werktuigelijk geweld, de bankroetverklaring van de socialistenwet, van hare voorstanders en van het stelsel, waaruit zij was voortgekomen. Om de beteekenis van den dag goed te begrijpen, moeten wij ons herinneren, dat vorst Bismarok een jaar geleden nog vast in den zadel zat, dat zestien dagen voor den verkiezingsdag de keizer¬ lijke rescripten werden gepubliceerd, welke bij deu eersten oogopslag een nieuwen koers van de sociale hervormingen schenen te beloven en die zeer geschikt waren om eene partij, die zich van hare doeleinden niet volkomen bewust was, in verwarring te brengen. Wij hadden alle (?) par¬ tijen tegen ons en moesten front maken tegen allen; doch onze koers bleef steeds de oude: voorwaarts, voorwaarts, naar de overwinning. „De 20ste Februari verbrak de coalitie der reactionaire partijen (het Kartell), verbrak de socialistenwet en wierp het voetstuk om, waarop de grootste der demagogen van bet kapitalisme vorst Bismarck zijn eigen persoon had geplaatst en eene familie-dynastie met erfelijk huismeijerschap had trachten te vestigen. Op 18 Maart een noodlottige datum voor de macht¬ hebbenden werd het vonnis van 20 Februari aan den schepper van de socialistenwet en van de politiek der millionairs-kweeking voltrokken ; hij werd tevens begraven. De Nemesis had hem achterhaald, en wat zij nog overliet aan sympa¬ thie voor den gevallene verwoestte deze zelf in waanzinnige verblindheid. Nooit heeft eene wal-1 sche, met alle listen, streken en kunsten tot monsterachtige afmetingen opgeblazen grootheid I een sneller en smadelijker einde gevonden." Met dit nieuwjaarscompliraent, merkt De Amst.' op, zal de heer Von Bismarck het voorloopig. kunnen doen ! De Vorwarts maakt vervolgens melding van „het jammerlijk mislukken" der internationale conferentie voor arbeiders-bescherming en stelt daar tegenover dat de eerste Mei, „niettegen¬ staande den vertwijfelden tegenstand van de on- dernemerskliek" tot een feestdag van den arbeid is geworden. Later worden in hetzelfde artikel de socaal-democraten geprezen, omdat zij door hunnen voorzichtigheid de hun bij deze gelegen¬ heid gestelde strikken zijn ontkomen. Vervolgens wordt melding gemaakt van de opheffing der socialistenwet (1 October) en verklaard, dat de verwonderlijk eendracht op het congres te Halle aan de dwaze verwachtingen der vijanden- den bodem heeft ingeslagen. Na eene klacht over de onwaardige wijze, op welke de partij in Duitschland wordt bestreden, zegt de Vorwarts: „De sociaal-democratie is de eenige partij, die de waarheid niet behoeft te vreezen en daarom geen reden heeft om met on¬ eerlijke wapenen te strijden. Wat wij willen, heb¬ ben wij van deu beginne gezegd: wij hebben niets te verbergen, niets te verloochenen. De ko¬ gels van den vijand stuiten als erwten op ons stalen pantser af en kunnen den voortgang onzer partij niet verdragen." Als naaste doel wordt ten slotte de propa¬ ganda onder de plattelandsbevolking aangewezen. De sociaal-democraten te Berlijn zijn voorne¬ mens aldaar eene ArbeidersaJcademie, d. i. eene school lot opleiding van arbeiders, op te richten. Op 12 Januari zal de heer Liebknecht hierover in eene vergadering rapport uitbrengen. De Hamburger Nachrichten bevatten een uit¬ voerig artikel, waarin geprotesteerd wordt tegen de bewering van de Rational Zeitung, dat redac- tioneele artikelen in het eerstgenoemde blad af¬ komstig zouden zijn van vorst Bismarck en ten doel zouden hebben, een vreedzaam overleg van de partijen met de regeering te verhinderen. Vol¬ gens de Hamburger Nachrichten is deze insinuatie onwaardig, en stelt zich vorst Bismarck aan den avond zijns levens geen ander doel dan gedu¬ rende zijne ambtelijke werkzaamheid. Indien het den vorst te doen was om weder aan het roer te komen, zou hij zeker een anderen weg inslaan en niet tegen de leidende staatslieden als oppo¬ sant optreden. Wat de interviewers betreft, verklaart het Ham¬ burger blad, dat vorst Bismarck geen reden ziet om deze heeren af te wijzen, indien zij verzoeken door hem te worden ontvangen. Men maakt zich te Berlijn ongerust over de toenemende verhuizing van de Polen uit Posen, die in grooten getale naar Brazilië gaan, en heeft gemeend maatregelen daar tegen te moeten ne¬ men. De Norddeutscbe Lloyd heeft zich tegen¬ over den Rijkskanselier verbonden, geen Duitsche landverhuizers meer naar Brazilië te vervoeren. Of dat helpen zal? De Italiaansche regeering zal bij het Par¬ lement een voorstel indienen tot invoering der echtscheiding. Het orgaan van den Italiaanschen premier, De Riforma, heeft weer wat tegen het Vaticaan. De Paus heeft namelijk in den laatsten tijd voor het bezoeken van de Vaticaansche musea een entree¬ geld laten heffen. Het ministerieel orgaan zegt, dat dit in strijd is met de waarborgenwet. Deze wet, betoogt de Riforma, verleent den Paus slechts het vrije gebruik der apostolische palei¬ zen, maar geeft hem geen recht tot zulk een vrije beschikking als de zooeven genoemde; de Staat zou desverkiezende de musea in eigen be¬ heer kunnen nemen. De Paus heeft, naar zijn eigene bewering, de waarborgenwet niet erkend; dit is echter niet zoo; hij heeft wel de dotatie niet aangenomen, maar hij maakt toch het ruimste gebruik van alle begunstigingen, welke hem in die wet zijn toegekend, gelijk voldoende blijkt uit bet gebruik zijner voorrechten omtrent post- en telegraafdienst, zijn opdracht aan de bisschoppen om het Koninklijk exequatur aan te vragen en gelijk ook gebleken is bij gebeurtenis¬ sen ten tijde van het conclave na het overlijden van Pius IX De regeering zal ditmaal, om re¬ denen van opportuniteit, aan het Vaticaan alle pijnlijke vertoogen omtrent het gewaarborgde recht van exterritorialiteit besparen; de Curie moge echter toezien, dat uit den bovenvermelden maat¬ regel zich geen gevaarlijk precedent vormt; an¬ ders zou de regeering zich genoodzaakt zien, de waarborgenwet te veranderen. 4.51 I 5.02 . 5.05 5.11 1 5.18 ! 5.22; ij 8.1 s.a F E ü I L L E T O S. In het kabinetje. (Naar het Noorsch.) I. „Verveelt ge u, Mevrouw?" „Ja, verschrikkelijk!" „Kan ik misschien iets doen, om " //Mij te vervelen ? Neen, ik zou me onmo¬ gelijk meer kunnen vervelen dan ik reeds doe." „Och, wat zijt ge beminnelijk, ik wilde slechts vragen, of ik iets doen kon, om uwe verveling te verdrijven?" „Ik geloof het niet. Mijn geest is zoo moe, dat er op zijn minst wel een aardbeving noodig zou zijn, om mij wat op te wekken." //•Als gij door een der elementen te helpen zijt, kan ik u misschien dienen. Daar is ruur " „Waar?" „In mijn hart dat weet ge wel." „Neen, nu wordt het toch al te erg. Dit ont¬ brak er nog aan, dat i'; na al de domheden, die ik reeds heb moeten slikken, ook nog door u op zulke phrasen word onthaald. „Ja, nieuw en verrassend is hetgeen ik zeide niet, maar toch waar. Ik bemin u. Ik heb u dit in de laatste drie maanden, God weet hoe dikwijls, te kennen gegeven in bloemen- en oogentaai, in proza en verzen, in kleuren en muziek, want op mijne schilderijen zult ge altijd uwe beeltenis, in mijne zangen uwen naam vinden. Maar alles te vergeefs! Ik ben zeker niet de eenige, die u knielend zijne hulde brengt, eene menigte " „Neen, gij zijt de eenige van al mijne voor 't overige niet zeer talrijke hofmakers, die alle negen muzen te hulp roept, om mijn hart te vermurwen, En wat ben ik anders voor u dan een voorwendsel, een motief voor uwen kunstenaarsdrang; ongeveer hetzelfde wat eene „probeerjuffrouw" in een modemagazijn is; gij hangt mij al uwe aquarellen en sonnetten om de schouders, zooals men de mantels hangt om de schouders van zoo'n schepseltje, alleen om te zien, welk effect ze maken." „Gij meent gelukkig niet alles, wat gij zegt Hoe dikwijls moet ik u verzekeren .. , „Verzekeringen? Ba! Ze zijn als in 't voorjaar gevallen sneeuw." „Ik zou liever ronduit zeggen, dat gij u in 't minst niet om mij bekommert " „Lieve hemel! waarom plaagt ge mij zoo ? Ik zou toch meenen, dat het ten slotte voor u even zoo vervelend is, als ..." „Als ik voor u?" „Ja, gij en alle andere en de geheele wereld, waarin wij leven .... Zeg me, kan er iets geest- doodenders bedacht worden, dan zulk een gezel¬ schap van opgepronkte, babbelende menschen, die elkander eigenlijk niets te zeggen hebben, omdat zij elkander niet kennen, of die elkander altijd weer hetzelfde vertellen, wijl ze te goed met elkaar bekend zijn, zooals gij en ik b. v. Ik kon het in de zaal niet langer uithouden en vluchtte naar dit kabinetje, waar ik hoopte mijns verve¬ ling eenigen tijd aan banden te leggen." „En nu kom ik, om haar te ontboeien, en gij verveelt u nog meer, dan een oogenblik geleden." „Ach, ik heb sinds lang geleerd, mij in het onvermijdelijke te schikken." „Hoor eens, Mevrouw, laten wij toch een en¬ kele maal oprecht jegens elkander zijn. Hoe dwaas het ook moge klinken, ik durf wedden, dat gij u op dit oogenblik niet verveelt; integendeel, gij amuseert u kostelijk. Ik lees bet in uwe oogen, in den lach, die om uwen mond speelt, ik gevoel het, als door een magnetisch rapport, dat op eene geheimzinnige, onverklaarbare wijze. .." „Lieve hemel, hebt gij nog niet genoeg aan muziek, bouquetten, zinlooze sonnetten en allerlei toovermiddelen van dezelfde soort, dat ge nu ook nog het mystieke te hulp wilt roepen Ik geloof niet aan magnetische rapporten, of hoe ge zoo iets ook noemen moogt." „Waarom gelooft ge dan wel, als ik vragen mag?" „Aan de onsterfelijkheid der ziel." „Nu, dat is reeds iets, maar dat antwoord past weinig bij ons gesprek. Ik bedoel, wat gelooft gij in betrekking tot de liefde?" Och, doe me pleizier en spreek eens over iets ander»; altijd die liefde! Dat is een thema, hst-