Tekstweergave van WFNHC_1890_01_01_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
de Jaargang. WOENSDAG 1 JANUARI 1890. No. 1. Nieuwe IlooriisclieCouran v m4L Abonnementsprijs per kwartaal, voor Hoorn. . . ƒ1,00 hii fr. per post . . - 1,20 Afzonderlijke nommers - 0,05 Dit blad verschijnt Dinsdag- en Yrijdag-avond. UITGEVER P. G E £ R T S , HOO RN. Prijs der advertentiën van 1—5 regels . . . / 0,10 Elke regel daarboven o,o 0 Groote letters, randen enz. wórden naar pl latsruinite bereken Stukken voor de Redactie, uiterlijk den vorisren dag Ldvertentiën voor deze Courant worden ook aangenomen: door het Alg. Advertentie-Bureau van NIJGH & VAN DITMAR te Rotterdam voorts door alle Boekhandelaren en Postdirecteuren". P A AEDETB AM HOOENf-ElVKHlJIZElT. STATIONS. Aankomst Holt. Spoor van Amsterdam . Lokaalspoor Hoorn-Medembl. HOORN (N.-H. Koffiehuis) V. Slation Holt. Spoor Nadorst Wester-Blokker ('t Gouden Hoofd) . Ooster-Blokker {Herb. v. Van Doornik) Ooster-Blokker (Witte Eenhoorn).... Westwoud {Het Zittent) Weetwoud {Het wapen van Westw.) . Hoogcarspel {Grens Westwoud) Hoogcarspel (Medemblikker Tolhuis) » Hoogcarspel {Stationsweg) Iiutjebroek (Drug no. 22) Grootebroek (Remise) Grootebroek {De Zwaan) Bovencarspel (Stationsweg) Bovencarspel {Halve Maan) - ENKHUIZEN1 {Het Park) A. T R A M N U M M E R. 1 3 5 7 | 9 ii ! 13 I 15 1 17 19 __ 8.13 11.16 6.48 8.07 10.42 3.03 8.43 7.20 9.15 11,20 1.10 2.10 3.— 5.— 7.— 9.— __ 7.25 9.20 11.25 1,15 2.15 3.05 5.05 7.05 9.05 7.35 9.30 11.35 1.26 2.25 3.16 5.16 7,16 9.16 7.44 9.39 11.44 1.35 «2.34 .3 2.40 3.25 5.25 7.25 9.25 7.50 9.45 11.50 1.41 3.31 5.31 7.31 9.81 7.56 9.51 11.56 1.47 « 2.46 3.37 5.37 7.87 9.37 8.02 9.57 12.02 1.53 2.52 » 2.38 3 43 5 48 7.43 9.43 8.08 10.03 12.08 2,— 3.50 5,50 7.50 9.50 8.14 10 09 12,14 2.05 4: 8.04 3.55 5.55 7.55 9.55 8.20 10.15 12.20 2.11 c 3.10 4.01 8.01 8.01 10.01 8.24 10 19 12.24 2.15 «3.14 4.05 6.05 8.05 10.05 8.30 10.25 12.30 2.20 5 3.20 4.10 6.10 8.10 10.10 6.45 8.35 10.30 12.35 2.25 3.25 4.15 6.15 8.15 10 15 6.48 8.38 10,38 12.38 2.28 3.28 4.18 6.18 8.18 6.54 8.44 10.39 12.44 2.34 3.34 4.26 6.26 8.26 6.59 8.49 10.44 12,49 2.39 3 39 4.29 6.29 8.29 —. 7.10 9 10.55 1.— 2.50 3.50 4.40 6,40 8,40 STATIONS. TRAM' NUMMER ENKHUIZEN {Het Park) V. Bovencarspel {Halve Maan) Bovencarspel {Stationsweg) e Grootebroek {De Zwaan) » Grootebroek {Remise) n Lutjebroek (Brug no. 22) » Hoogcarspel (Stationsweg) » Hoogcarspel (Medemblikker Tolhuis). Hoogcarspel (Grens West woud) » Westwoud (Het wapen van Westw.) . Westwoud (Het Zittent) n Ooster-Blokker (Witte Eenhoorn).... » Ooster-Blokker (Herb. v. Van Doornik) Wester-Blokker ('t Gouden Hoofd).. Nadorst Station Holl. Spoor " HOORN (ff.-H.Koffiehuis) A. Vertrek Holl. Spoor naar Amsterdam .. n Lokaalspoor Hoorn-Medemblik . 7.— 7.10 7.15 4 6 8 1 10 1 12 | 14 16 18 20 7.15 8.10' 9.10 11.15 1,10 3.— 5.— 7.— 9.— 7.26 8.21 9.21 11.26 1.21 3.11 5,11 7.11 9.11 7.31 8.26 9.26 11.31 1.26 3.16 5.16 7.16 9.16 7.37 8.32 9.32 11.37 1.31 3.21 5.21 7.21 9.21 7.40 8.35 9. <5 11.40 1.34 3.24 5.24 7.24 3.24 7.45 w 8.40 9.40 11.45 1.39 3.29 5.29 7.29 9.29 7.51 * 8.46 9.46 11.51 1 44 3.34 5.34 7 34 9.34 7.55 £ 8.50 9.50 11.55 1.48 3.38 5.38 7.38 9.38 8.01 J 8.56 9.56 12.01 1.54 3.44 5.44 7.44 9.44 8.07 ^ 9.02 10.02 12.07 2.— 3.50 5.50 7.50 9,50 8.13 9.08 10 08 12.13 2.07 3.57 5.57 7.57 9.-->7 10.03 8.19 o 9.14 10.14 12.19 2.13 4.03 6.03 8.03 8.25 S 9.20 10.20 12.25 2.19 4 09 6.09 8.09 10 05 8.31 3 9.26 10.26 12.31 2.25 4.15 6 15 8.15 10.19 8.40 9.35 10.35 12.40 2.34 4.24 6.24 8.24 10.24 8.50 9.45 10.45 12.50 2.45 4.3 'i 6.35 8.35 8 55 9.50 10.50 12.55 2.50 4.40 6.40 8.40 10.55 8.51 11.25 6.52 8.53 WIClEEIi GEDEELTE. BESLUIT tot heffing eener plaatselijke directe belas¬ ting- naar het inkomen in de g-emeente Hoorn. (Vervolff) \-t. 9. Ieder belastingplichtige wordf, naar vermqedelijk inkomen, in een der volgende sen gerangschikt. 500. Ie klasse van ƒ II 401 ƒ 2e // n 501 u 600. ' 3e // H u 601 H 750. 4e u // II 751 11 900. i •E'e 6e ff u II II '! u 901 llbl tl H 11Q 0. 1300. 7e tt 1/ M 12:01 U 1600, 8e \f If 1/ 1601 H 2000. 0e H ff H 2001 —* II 2500. ' 10e II 1/ II H 2501 U 3000. 11e ir If 3001 II 3600. 12e u ff II 3601 V 4300. : 13e li If II 4301 II 5000. [ 14e il ff n 5001 II 6000. ! 15e u u u 6001 U 7000. 16e n ff u 7001 II 8500. 17e /f ff ii u 8501 II 10000, 18e H If 10001 u 12000. ƒ 5000 eene hoogere klasse rwijl hoven de f ƒ 20000 elke >rmt. Pe belastingschuldige, die het juiste cijfer van I l Ci 1 1»JInn la-it dan nutnanh I overeenkomstig art. 245 der gemeentewet. Zij, die op bovenvermelde wijze belastingplich¬ tig worden en zij, die door eenig verzuim niet op de primitieve kohieren zijn geplaatst, worden op snppietoire kohieren gebracht. Art. 12. Behoudens het geval in art. 11 be¬ doeld, hebbeu omstandigheden, welke gedurende het dienstjaar verandering brengen in den toestand der aangeslagene», geen wijziging van hunnen aanslag tengevolge. Art. 13. Voor elk dienstjaar wordt aan ieder die op 1 Januari vermoed wordt belastingplich¬ tig te zijn, of het wettelijk beheer te hebben over de goederen van belastingplichtigen, zoo mo¬ gelijk vóór 15 Januari, een beschrijvingsbiljet, af te geven aan zijne woning, uitgereikt, over¬ eenkomstig een door den Gemeenteraad vast te stellen model. De datum van uitreiking wordt op het biljet vermeld. Aan hen, die vermoed worden in den loop van een dienstjaar, door vestiging of varblijf in de gemeente, belastingplichtig te zijn geworden, of het wettelijk beheer over de goederen van belas¬ tingplichtigen te hebben verkregen, wordt zoo spoedig mogelijk een beschrijvingsbiljet op dezelfde wijze uitgereikt, Art. 14. Ieder voor wien aan zijne woning een besohrijvingsbiljet is uitgereikt, is gehouden op dat biljet de daarin gestelde vragen volledig en nauwkeurig te beantwoorden en deze beantwoor¬ ding met zijne handteekening te bekrachtigen. Indien bij niet kan schrijven of verhinderd is djt te doen, is hij verplicht, onder zijne verant- pe oeiasungscuuiuige, uie uei jui=i>c „y...» u,* ..y , —-- - - n inkomen opgeeft, zal, indien hij den wensch J woordelijkheid, een ander tot invulling en onder te kennen geeft en met bet cijfer wordt teekening van zijn bescdrijvingsbiljet te machti¬ gen en van deze machtiging ten genoege van Burgemeester en Wethouders te doen blijken. Het staat den ontvanger van het beschrijvings¬ biljet vrij overigens nog allo inlichtingen te ge¬ ven, welke bij voor een juiste beoordeeling van zijne belastingplichtigheid en zijn inkomen wen- schelijk acht. Art. 15. De in de 1ste alinea van Art. 13 bedoelde personen, aan wie geen beschrijvingsbil¬ jet is uitgereikt, zijn gehouden hiervan tusschen 15 en 31 Januari, die, bedoeld in de 2e alinea, binnen 14 dagen na de vestiging van bun hoofd¬ verblijf of verblijf, of van bet verkrijgen van het beheer of bewind over belastingplichtigen, kennis te geven aan den Gemeente-Ontvanger. (Slot volgt) tattoe .. .... a pioegen genomen, daarnaar worden aangeslagen. De belasting bedraagt zooveel ten honderd van It m'ddencijfer van elke klasse, verminderd met !400, en van de inkomens, die op een bepaald jfer zijn gebracht, eveneens met f 400 vermin- ird, als noodig is om, ongerekend latere supple* ire kohieren, het bedrag te verkrijgen, ingevolge t 3 door den Gemeenteraad bepaald. De per- ,i! Jaalt niet af tot kleiner onderdeelen van ■!, i )i jt i dan een tiende deel. Art. 10. Het dienstjaar loopt van den ln Ja- iari tot den 31en December. Art. 11. Hij, die in den loop van een dienst- ir door vestiging of verblijf belastingplichtig jrdt, of door vertrek ophoudt dit te zijn. wordt verband daarmede aangeslagen of ontheven EUILLETON. levrouw Véronique. Naar het Fr arisch van ANDRE TREURIET door C. H. W. B. BEKENDMAKING. De BURGEMEESTER van HOORN voldoende aan «Ie desbetreffende bij hem ontvangen aan¬ schrijving, brengt bij deze ter openbare kennis het navolgend besluit van den Minister van Justi¬ tie tot vaststelling van den vorm der kennisge¬ ving, bedoeld in het eerste lid van art. 15 der wet van 5 Mei 1889 (Staatsblad no. 48) met daaraan gehecht model Ministerie van Justitie, 2s AMI A, Ho. 97. De MINISTER VAN JUSTITIE; Gelet op art. 15 der wet van 5 Mei 1889 (Staatsblad No. 48), houdende bepalingen tot het tegengaan van overmatigen en gevaarlijken arbeid van jeugdige personen en van vrouwen; BESLUIT: den vorm der kennisgeving, bedoeld in liet eerste lid van het aangehaald wetsartikel, vastte- stellen overeenkomstig het aan dit besluit gehecht model. 's-Gravenhage, 18 December 1889. De Minister voornoemd, RUIJS VAN BEERENBROEK. Kennisgeving van een ter zake van den arbeid aan een persoon overkomen ongeluk. (Art. 15 der wet van 5 Mei 1889; Stbl. No. 48.) 3. 4. 5. Aan den Burgemeester van 1. Naam en voornaam van den persoon : 2. diens ouderdom : gehuwd of ongehuwd : diens woonplaats : diens beroep : 6. bedrijf of onderneming: 7. plaats van bet ongeluk : 8. arbeid ter zake waarvan overkomen : 9. aard van bet ongeluk: 10. waardoor overkomen : 11. dag en uur waarop : 12. woonplaats van het hoofd of den bestuurder: 13. dagteekening dezer kennisgeving : 14. handteekening: HOORN, den 28 December 1889. De Burgemeester voornoemd, D. VAN AKERLAKEN L.-B III. liet gesprek wilde niet meer vlotten'; mevrouw Faucherie zat een poos in gedachten verzon- n. „Zeg me eens, Gerard," hernam ze ten itste, „heb je wel eens aan trouwen gedacht?" Ditmaal bloosde de jongeling tot achter de ren eu gaf een ontwijkend antwoord. z/Welnu, beste jongen," vervolgde zijn mceder, e moet er eens ernstig over nadenken, dan zul- i we er binnen kort eens weer over spreken, zou zoo graag grootmoeder worden". [Gerard glimlachte en mevrouw la Faucherie eeg; en toen de jongeling naar zijn eigen kamer B gegaan, bleef ze nog lang zitten bij bet half uitgedoofde haardvuur, onbeweeglijk en in diep nadenken verzonken. De zinspeling van Gerard op de familie Obligitte herinnerde mevrouw la Faucherie aan haar gesprek met de Vendières. Die zonderlinge overeenstemming trof haar en vermeerderde nog haar vooringenomenheid. Zij had altijd gedroomd z4ve het meisje eens te zullen kiezen dat Gerard begrijpen en beminnen kon, zelve den weg te banen, waarop beide jonge lieden elkaar zouden ontmoeten, zelve hem on¬ verwachts zijn bruid in de armen te voeren, de bekoorlijkste onder allen, en tot haar zoon te zeggen: „Zie hier bet geluk, neem het aan uit mvjue hand!" Na aan Gerard bet beste van baar leven gewijd, en al de liefde van baar hart op haar eenige overgebracht te hebben, wilde ze nog meer doen en hein bet geluk schenken in de liefde van een ander. Ze wilde te ver gaan en vergat, dat de liefde een grillige vogel is, die slechts zingt, wanneer hij er lust in heeft en zijn nestje alleen bouwt in den boom zijner keuze In haar jonge jaren had zij dit ook geweten en zich dat nu moeteu herinneren, maar de eenigs- zins zonderlinge vooringenomenheid der moeder bad de herinneringen van het jonge meisje uit- gewischt. Op vijftigjarigen leeftijd is men meestal vergeten, dat men op zijn twiutigste zelf heeft willen kiezen en beminnen. In weerwil van haar edel karakter, was Me¬ vrouw la Faucherie beginnen te letten op het stoffelijke; zij zag nu in wat men een „goede partij noemt, bet ideaal van het geluk. Die her¬ senschim van een rijk huwelijk, waarbij de liefde nauwelijks ter sprake komt, is in den tegenwoor- digen tijd het droombeeld van bijna alle moeders en die hartstocht zal in den transchen burger¬ stand langzamerhand het edele sap doen opdro¬ gen, dat haar kracht en haar grootheid was in 1789. Mevrouw la Faucherie ook leed onder den invloed van haar tijd; zij had zich eenmaal voor¬ gesteld een mooie partij voor Gerard te zoeken, en zag nu haar ideaal aan het einde eener lange laan voor het huis van mijnheer Gbligitte. De familie Obligitte was zeer fatsoenlijk en daarbij rijk. Ze was op informatie uitgegaan en zeer vol¬ daan weer tehuis gekomen. De Obligitte's ver¬ kwistten hun geld niet; zij leefden er keurig van OUDEJAARSAVOND. Wonderlijk dat dit woord bij den snel weg¬ stervenden indruk van alles wat ons wedervaart, zulk een tooverkrac'nt op ons gemoed blijft be¬ houden, al hebben zich de tientallen onzer jaren reeds genoegzaam vermenigvuldigd om ons van alle vermoeden van sentimentaliteit te vrijwaren. Blond en krullend mogen onze haren nog zijn, of wel met sneeuw bestrooid, als de avond van den laatsten dag des jaars is gekomen en ons een rustig oogenblik ter overpeinzing is gegund, slaat herinnering, gedragen door de verbeelding, hare wieken uit en voert ons heen naar langer of korter vervlogen tijden. Als in den droom, zoo werkelijk en klaar, ja als handtastelijk, be¬ wegen wij ons weer in ons ouderlijk huis. Wij hebben geen kinderen, geen vrouw, zelfs geen geheime liefde nog; wij zijn jongens, klimmen op daken, doen halsbrekende loeren, die onze moeder doen ijzen; brengen onze onderwijzers in verbazing over de vindingrijkheid van onzen steeds nienw kattekwaad bedenkenden geest, en soms tot vertwijfeling, omdat ons hoofd voor de in¬ gieting van nuttige kennis wel een Danaïdenvat schijnt te zijn. Wij zijn weer ziek en kunnen maar niet sla¬ pen, en de uren gaan zoo tiaag voorbij. Zij sloeg twéé, de klok, eindelijk drie, één, één en nog eens één, en daar kwam zij weder onze moeder, om ons nog eens toe te dekken en een kus te geven; en toe sloegen wij onze armen om haar hals en kusten haar, raak of niet, op wang en oog en mond, en gingen slapen toen zoo rustig, als ware de koorts teruggeweken voor het vrien¬ delijk moeleroog. Snel, onbegrijpelijk snel gaan zij voor ons gees¬ tesoog voorbij, de gewichtigste oogenblikken van ons leven. Uren van onbeschrijfelijke vreugd, de veel talrijker uren van grievend, onduldbaar leed. Wij begrijpen haast niet dat wij dezelfde perso¬ nen zijn, wij, die dat alles doorleefden, en thans dat alles overdenken. Hebben wij bij het sterf¬ bed gestaan van onze moeder, met gebroken hart maar zeer teruggetrokken en stil in het huis op de Place Verte, met hun dochter Adeline en een nicht, die Véronique heette. Alleen die min of meer geheimzinnige nicht verontrustte mevrouw la Faucherie. Ze woonde pas een jaar te St. Gen- goult eu haar plotselinge verschijning in het huis > van haar oom had de nieuwsgierheid der inwo¬ ners van het stadje in hooge mate gaande ge¬ maakt, zonder dat ze bevredigd werd. Niemand wist er het rechte van en de familie Obligitte zelve bewaarde het stilzwijgen over de zaak. De nieuwsgierigen hadden met een lang gezicht moe¬ ten aftrekken. Het eenige, wat men na lang vra¬ gen had kunnen gewaarworden was dit: "Véronique was een eigen nicht van Obligitte; ze had in den Elzas gewoond, was er niet gelukkig getrouwd geweest en een jaar na haar huwelijk weduwe geworden. Overigens hadden haar fiere, terugge¬ trokken houding, haar goede smaak en haar mildheid jegens de armen, die zij persoonlijk be¬ zocht en verzorgde, den onbescheiden, vragers verder het stilzwijgen opgelegd. Eigenlijk heb ik met die nicht niets te maken, dacht mevrouw la Faucherie ten laatste; het voor-