Tekstweergave van WFNHC_1888_05_05_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
r 4 1 ! ( 1 I e lj ] v d V II a o d g li h, ki af m bii dr we do ho. pat tre gee zicl kla sell gee ') eeril BUITENLAND. Prins Von Bismarck, die zoo uiterst bang scheen om de gevoeligheid van den jR.USSisch.eil Czaar te kwetsen, dat hij zelfs met zijn ontslag dreigde, indien zijn Keizer en Keizerin hunne dochter aan den door den Czaar gehaten prins Von Battenberg uithuwelijkten, doet de pijnlijke en verdiende ervaring op, dat de Duitsche eer- bieds- en onderdanigheidsbetuiging door den Russiscben beer op berenmanier met een klauw¬ slag beantwoord wordt. Wat is er dan geschied? Den llden Maart van het jaar 1887 werd aan generaal Boulanger, die destijds Fransch mi¬ nister van oorlog was, uit St. Petersburg een prachtige kozakkensabel gezonden, met het op¬ schrift : //Waag! God helpt de stoutmoedigen". Hoewel de namen der gevers niet openbaar ge¬ maakt werden, wist men toch, dat het denkbeeld was uitgegaan van zekeren generaal Bogdano- witch. Spoedig daarop verscheen deze in persoon te Parijs. „Men wist", zegt de Post, een der officieuse organen van Bismarck, //dat de generaal een tamelijk onbeduidend man was, maar tevens, dat hij een gewillig werktuig was van Katkoff", den meest oorlogszuchtigeu, aan Duitschland meest vijandigen aller Panslavisten 1). Te Parijs knoopte hij betrekkingen aan met invloedrijke politici in on buiten het ministerie en zocht deze, en vooral Boulanger te overtuigen, dat, wanneer Frankrijk den oorlog met Duitschland begon, het Pansla- visme sterk genoeg zou zijn, om ook den Czaar tot een oorlog met dezelfde mogendheid te dwingen. Blijkbaar viel dit diplomatieke drijven van Bog- dariowitch niet in den smaak van den Czaar. In het midden latende of hij in den geest van Czaar Alexander III handelde, kunnen wij ons toch voorstellen, dat het ergerlijk moet zijn voor een onbeperkt alleenheerscher zich voorgesteld te zien als de ledepop eener partij. Het gevolg was, dat de generaal in Juni uit den actieven dienst ontslagen en weinige weken later van de leger- lijsten geschrapt werd, terwijl hem werd verbo¬ den zich op te houden op plaatsen, waar het kei¬ zerlijke hof verblijf hield. Toen nu op 1 Augustus de dood van den jour¬ nalist Katkoff bekend werd, scheen de invloed van het ongeduldigste deel der oorlogspartij voor- loopig gebroken te zijn. Den IBden November had de bijeenkomst plaats van den Czaar met keizer Wilhelm te Berlijn en sedert schenen de betrekkingen tusschen Rusland en Duitschland voortdurend beter te worden. En Duitschland, d.i. Bismarck, deed zijn best om die betrekkingen nog inniger te maken. Keizer Wilhelm moest op zijn sterfbed gezegd hebben, als laatsten raad aan ziju kleinzoon, zijn vermoedelijken troonopvolger, //ont¬ ziet den Czaar"; Bismarck roept uit, in Gods¬ naam laat prinses Victoria toch niet met den Battenberger trouwen, de Czaar mocht eens boos worden! En als antwoord of als kaakslag op die aan¬ doenlijke en van teedere vree* getuigende woor¬ den, komt vóór enkele dagen uit St. Petersburg het onverwachte bericht .... dat de voor bijna een jaar uit het leger verwijderde ex-generaal Bogdanowitch benoemd is tot geheimraad bij het ministerie van binnenlandsche zaken, veenu be¬ trekking", klaagt de officieuse Kölnische Zeitung, ,/die zich van die van den minister ilechts hierin onderscheidt, dat de ^geheimraad" niet aan den Czaar persoonlijk, maar aan den minister verant¬ woording schuldig is." En die minister, gaat het blad voort, is graaf Tolstoï, de vijand van Duitsch¬ land, de meest invloedrijke man van Rusland. Uit deze benoeming, die met het karakter van Alexander III zulk een scherpe tegenstelling vormt de Czaar toch schijnt even standvastig ') Panslavisme heet het streven eener partij in Rusland om alle Slavische volken tot één staat te vereenigen. Tot de Slaven behooren de Russen, Czechen, Croaten, Slowaken, Ser¬ viërs, Bosnitrs, Dalmatiërs, Montenegrijnen en Bulgaren. gescheiden; ten minste tot nu toe heb ik den armen jongen slechts zelden kunnen zien, en wel de laatste maal," en hier barstte het arme kind in bitter schreien uit, //toen de veldwachter met hem bij ons kwam, om aan haar, die vrouw, te vragen of ze zeker wist dat Jan het was die haar de aardappelen. ontstolen had. Natuurlijk was hij het, niemand anders, zoo zwoer dat wijf bij hoog en laag en toen nam de veldwachter hem mede. O God! als ik er nog aan denk hoe de arme jongen den veldwachter bad hem niet mee te nemen, zwoer dat hij nooit een dief was geweest, dat die vrouw het loog, alleen uit nijd of wraak, alles hielp niets. Het eenige wat de veldwachter zeide was //Ja, ja! kleine schavuit, dat kennen wij wel, eerst stelen en rooveu, en dan huilen en krijten, kom! op je beeuen, of ik zal je loopen leeren", en toen hij zijnen zwaren stok in de hoogte hield, kroop de arme jongen overeind en liep voor hem uit, zonder naar mij om te zien. Maar eensklaps keerde hij zich om, en vloog als als 't ware op mij toe, en mij sterk tegen zich aandrukkende, snikte hij «maar jij gelooft het toch niet, Anna?" Kramp¬ achtig hielden wij elkander omklemd. Ik voelde niet hoe dat wijf op mijne armen beukte, en zag niet hoe de veldwachter Jan van mij rukte. Ik werd zoo raar, zoo duizelig, en zag niets meer, en toen ik weer beter was, was het zeker al eeue heele poos geleden dat de veldwachter Jan had mee genomen, want ik zag niemand meer, en het begon ook al te schemeren, terwijl het nog volop dag was, toen hij met mijn armen broer bij ons kwam". ,/Arin kind!" zuchte de vrouw, //wat zult ge u akelig gevoeld hebben, maar hoe kwam het zoo dat jelui niet meer altijd te zamen waart?" (Wordt vervolgd.) te zijn in zijne liefde als in zijn haat kunnen wij geen andere conclusie trekken, dan dat het Panslavisme op dit oogenblik reeds sterker is dan de Czaar zelf. Op denzelfden dag, dat de Czaar de benoeming van Bogdanowitch ondertee- kende, wist men te St. Petersburg reeds, dat de koningin van Engeland op weg was naar Berlijn. De binnen enkele dagen te verwachten bijeen¬ komst van koningin Victoria en den Duitschen keizer had dus niet eens zooveel invloed, dat ter wille daarvan eene regeeringsdaad, die in Duitsch¬ land de grootste bevreemding moest wekken, enkele dagen werd uitgesteld. Dit doet bijna ver¬ moeden, dat de Russiche politiek zoo vast ver¬ trouwt op de aanstaande overmacht van Boulan¬ ger en Deroulède in Frankrijk, dat zij zich niet ontziet om Duitschland, ofschoon dit geen gebrek aan bondgenooten heeft, zooal niet in de armen van Engeland te drijven, dan toch aan te sporen om Engelands gezichtspunten in de poli¬ tiek tol de zijne te maken. De Post zegt: //Bij ons te lande verbeeldt zich niemand, dat de Russische regeering bij de be¬ noeming van hare ambtenaren rekening zal hou¬ den met de gevoelens van Duitschland". Nu met deze benoeming voor oogen zou men in Duitschland daartoe wel met blindheid moeten geslagen zijn. Niet zonder reden ziet de Post in de benoeming van den generaal, zij het ook tot geheimraad bij het ministerie van binnenlandsche zaken, een symptoom voor de richting der buiten- landsche politiek; immers heeft Bogdanowitch het terrein der buitenlandsche staatkunde tot het too- neel zijner werkzaamheid gekozen, eerst doorzijn optreden in Parijs, daarna door het uitgeven van verschillende geschriften, waarin de Fransch-Rus- sische alliantie als eene historische noodzakelijk¬ heid wordt voorgesteld en verheerlijkt. „De heer Bogdanowitch", vervolgt de Post, z/moge geen man van beteekenis zijn, als hoofd van eene afdeeling van het Russische ministerie van binnenlandsche zaken is hij ongetwijfeld eene invloedrijke persoonlijkheid, gelijk zijn tegenwoor¬ dige chef, de minister van binnenlandsche zaken, dit in zoo hooge mate is. Het schijnt, dat graaf Tolstoï juist nu meent van de diensten van den ex-generaal gebruik te kunnen maken. //Wanneer de Czaar hiertoe zijne toestemming heeft gegeven en door de benoeming van den nauwelijks een jaar geleden in ongenade gevallen generaal dezen volkomen heeft gerehabiliteerd, dan moet men daaruit afleiden, dat de invloed, dien graaf Tolstoï ook op de buitenlandsche politiek oefent, weder aan het toenemen is." En die in¬ vloed, voegen wij er bij, zal Duitschland niet ten goede komen. Wat wil de Czaar, wil hij den vrede of den oorlog? Die vraag stelt zich ook de Pall Mall Gazette De Russische strijdkrachten aan de Wes¬ telijke grens zullen, naar men beweert, spoedig het cijfer van 800.000 man bereikt hebben. Wat wil, vraagt het blad, de absolute meester van al deze legioenen? Het is van het hoogste belang dit te weten; want terwijl het in West-Europa een weinig stiller wordt, doet het rommelen van den donder zich in het Oosten luider dan ooit hooren. Rumenië is het tooneel geweest van een: opstand. Macedonië is, naar men beweert, onder¬ mijnd door Pansiavistische woelingen. In Creta, dat zooals de heer Trikoepis indertijd verklaarde, op ieder gegeven oogenblik bij den eersten wenk uit Athene zal opstaan, doen zich bedenkelijke teekenen van ongeduld voor. Voeg bij dit alles de blijvende moeielijkheid in Bulgarije en men zal moeten erkennen, dat het materiaal voor een algemeenen brand aanwezig is, en dat slechts een vonk van een der groote mogendheden noodig is om dien brand te doen uitbarsten. Zal die vonk al of niet vallen? Inderdaad schijnt alles er op te wijzen, dat de Pauslavisten Macedonië wederom tot het tooneel van hunne operatiën willen maken, om van daaruit de tegenwoordige regeering in Bulgarije te bestoken. Dat Griekenland deze pogingen ondersteunt is meer dan waarschijnlijk. Vandaar dat de verhou¬ ding tusschen Turkije en Griekenland in den laatsten tijd alles behalve vriendschappelijk is. De Grieksche regeering heeft zich tot de vreemde mogendheden gewend, om zich te beklagen over de vervolging, waaraan de Grieken in Macedonië bloot staan van den kant der Turksche overheden, en de Turken beweren, dat zij uit nooddwang handelen tegen rooverbenden, terwijl zij in werke¬ lijkheid da leden der geheime genootschappen on¬ schadelijk trachten te maken, die een algemeenen opstand voorbereiden. De Porte heeft onverwachts haren gezant te Athene teruggeroepen, vermoedelijk omdat hij haar niet tijdig genoeg had ingelicht over de onderhandelingen tusschen den tijdelijk te Athene vertoevender, Russischen diplomaat De Nelidoff en de Grieksche regeering; welke terug roeping door de Grieksche regeering beantwoord is met het verleenen van een onbepaald verlof aan haren gezant te Constantinopel, den heer Conduriotis. En tegenover deze intrigues, dit weiken en drijven van Russische zijde, wapent zich Oostenrijk met alle macht telkens nieuwe millioenen tot verster¬ king van het leger, aan de vertegenwoordiging vragende en die verkrijgende *); wapent zich Servië met ten nieuw ministerie, dat in aanslui¬ ting bij zijn grooten nabuur, de Oostenrijk-Hon- gaarsche monarchie Servie's levensbehoud ziet; en wacht Bulgarije af wat de dag 7an morgen ') De Oostenrijksche minister van oorlog vraagt behalve de 14,000,000 florijnen, die bij dezen winter reeds verkreeg, nog een nieuwe 40 millioen; en graaf Kalnoky verklaarde in den gemeenscbappelijken raad der Oostenrijksche en Hongaar- schs minister*, dat dit vraag alleizins gerechtvaardigd ia. brengen zal, terwijl inmiddels prins Ferdinand zijn volk aan zich tracht te verbinden en werkelijk de Bulgaren zich bij hem aansluiten, in het be¬ wustzijn, dat in samenwerking alleen hun behoud tegen Russisch geweld kan gelegen zijn. Zoo is het te verklaren, dat prins Ferdinand, terwijl de groote mogendheden over zijn land en regeering de eene op deze, de andere op gene wijze op het papier beschikken, rusig zijn gang gaat, een reis door zijn land onderneemt en overal door de be¬ volking met geestdrift ontvangen wordt. Zoo te Lovitza, waar hij Maandag aankwam, zoo te Plewna, waar hem een feestmaal werd aangeboden, bij welke gelegenheid de prins eene rede hield, waarin hij o. a. zeide, dat hij uit de uitingen der bevolking de kracht putte, om de belangen van het volk te verdedigen; hij hoopt steun te vinden bij de Bulgaarsche patriotten. De Duitsche Keizerin is hedenochtend per extra- trein naar Wittenberge vertrokken, ten einde, na haar bezoek aan Posen, ook de overstroomde stre¬ ken in het Elbegebied te bezoeken. Wegens den minder guustigen toestand dès Keizers was de reis reeds eenige malen uitgesteld, maar gisteren gevoelde de Keizer zich zoo goed, dat het plan nu kon doorgaan. Van Wittenberge reist de Keizerin over Luneburg, Lauenburg, Büchen, Hagenow en de andere geteisterde plaatsen en keert hedenavond te Charlottenburg terug. De Keizer had Dinsdag een bijzonder goeden dag, De gewone ziekteverschijnselen vertoonden zich in geringere mate dan op een der vorige dagen, zoodat de algemeene toestand van den patiënt gunstiger was. Hij bracht weer een gedeelte van den dag buiten het bed lezende door en ontving ook weer een bezoek van prins Bismarck. Ten einde den patiënt, zoodra ziju toestand dit veroor¬ looft, zoo spoedig mogelijk het genot der frissche buitenlucht te kunnen verschaffen, is reeds in het park onmiddellijk bij het paleis een tent opge¬ richt, terwijl gemakkelijke en warme rijtuigen van bijzonder maaksel voor ritjes in het park zijn gereed gemaakt. Voorloopig echter bestaat er nog weinig voor¬ uitzicht, dat de Keizer spoedig het paleis zal kun¬ nen verlaten. De mededeelingen, welke reeds over een verplaatsing van den patiënt naar Wiesbaden werden verspreid, zijn dan ook volkomen onge¬ grond, maar wel bestaat het voornemen den patiënt, zoodra dit kan geschieden, naar het paleis Frie- drichskron te Potsdam over te brengen. De president der Fransche Republiek de heer Carnot is in het Elysée teruggekeerd. Toen zij te Parijs aankwam, bevond zich eene talrijke menigte aan het station, die hem luide toejuichte. Het vive Boulanger werd slechts door enkele groep¬ jes aangeheven. De Italiaansche Kroonprins is bij eene proef¬ neming met een bijzondere soort dynamiet door de troepen in Afrika gebruikt, gewond. Gelukkig heeft hij geen ernstige kwetsuren gekregen. Naschrift. Men seint uit Rome van gisteren (Donderdag.) In antwoord op eene rede van het lid der Kamer van afgevaardigden, den heer Povio, die de regeering ondervraagd had over de bondgenoot¬ schappen van Italië, zeide de minister Crispi o. a., dat hij niet geloofde dat prins Bismarck Oosten¬ rijk naar Saloniki wilde drijven. Oostenrijk zal niets doen wat strekken kan om den vrede te ver¬ storen. Italië is de bondgenoot van Duitschland en Oostenrijk uit gemeenschappelijke begeerte om den vrede te handhaven. Op zee is Italië de bondgenoot van Engeland. Na eene redevoering van den heer Dongli her¬ haalde de Minister zijne gisteren afgelegde ver¬ klaring. Hij zeide zich te vereenigen met de motie- Pozzolini, luidende: Kamer, hare goedkeuring hechtende aan de politiek der regeering in Afrika, gaat over tot de orde van den dag." Over deze motie, meende de Minister, zal langdurig beraadslaagd worden. De Kamer heeft de behandeling op aanstaan¬ den Dinsdag vastgesteld BINNENLAND. STATEN-GENERAAL. Vereenigde zitting der beide Kamers op Dinsdag 1 Mei 1888. De heer mr. W. A. A. J. baron Schimmel- penninck van der Oye, voorzitter der Eerste Kamer, opent, nadat de leden der beide Kamers zich in de zaal, bestemd voor de zittingen der Tweede Kamer, vereenigd hebben, tegen half 1 uur de vergadering en benoemd, na voorlezing van het Kon. besluit, houdende zijne benoeming tot voor¬ zitter der Eerste Kamer, de leden der commissie om de door Z. M. den Koning tot opening dezer vergadering benoemde commissie bij hare aankomst in het gebouw der Staten-Generaal te ontvangen en in- en uitgeleide te doen. De heeren Ministers, die zich op statelijke wijze naar het gebouw der Kamer hebben begeven, worden, na een kort tijdsverloop aldaar aange¬ komen, in de vergaderzaal binnengeleid. Zij plaatsen zich voor den troon, en de heer Mackay, Minister van Binnenlandsche Zaken, houdt de volgende redv : Mijne Heeren! De Koning heeft ons opgedragen deze zitting van de Staten-Generaal te openen. Na het tot stand komen van de Grondwets¬ herziening heeft het vorig Kabinet gemeend zijne taak als geëindigd te moeten beschouwen en heeft het den Koning behaagd een nieuw Ministerie te benoemen, dat thans voor de eerste maal het voorrecht heeft de Vertegenwoordigers des volks te ontmoeten. De groote belangstelling, bij de tengevolge der invoering van de gewijzigde Grondwet gehouden verkiezingen aan den dag gelegd, bewijst dat de op uitgebreide schaal verleende kiesbevoegdheid, ook door de thans voor het eerst opgeroepen kiezers, zeer op prijs wordt gesteld. De uitslag der verkiezingen heeft op nieuw ge¬ toond de in den lande levendige begeerte, dat bij de regeling van het volksonderwijs rekening wordt gehouden met het Christelijk bewustzijn van het Nederlandsche volk. 's Konings Regeering, het openbaar onderwijs als een voorwerp barer aanhoudende zorg be¬ schouwende, zal trachten binnen de perken der Grondwet belemmeringen, die tot nog toe der ontwikkeling van het vrije onderwijs in den weg staan, zooveel mogelijk uit den weg te ruimen. Ook in ons Vaderland eischen de maatschappe¬ lijke vraagstukken de volle aandacht. De door de vorige Tweede Kamer begonnen enquête geeft reeds nu de gelegenheid maatregelen te beramen om de verbetering van verschillende toestanden te beproeven. De nog steeds gedrukte toestand van den land¬ bouw noopt tot een voorgezet onderzoek naar de middelen om die groote bron van onze volkswel¬ vaart te ontwikkelen en te bevorderen; ook de belangen van handel en nationale nijverheid zul¬ len niet uit het oog worden verloren. De ter uitvoering der nieuwe grondwettelijke bepalingen noodige wetsontwerpen zullen geleide¬ lijk worden ter hand genomen. De regeling van de administratieve rechtspraak zal worden ontworpen, terwijl de volgens de tweede alinea van art. 181 der Grondwet gevorderde wet betreffende 's lands verdediging zal worden voorbe¬ reid door eene Staats-Commissie. Ofschoon de financieele toestand van het Rijk niet ongunstig kan genoemd worden, rekent 's Ko¬ nings Regeering het zich ten plicht, door te trach¬ ten vermeerdering van uitgaven tegen te gaan en door te streven naar bezuiniging, zoo mogelijk ver¬ hooging van lasten te voorkomen. Eenige bepalingen van de wet op de personeele belasting vorderen herziening, mede in verband met het te regelen kiesrecht, terwijl met ernst zal worden overwogen in hoeverre van de invoerrech¬ ten als bron van inkomst voor de schatkist meer partij getrokken en de druk van enkele accijnzen verminderd kan worden. Eene nadere regeling van de verhouding tusschen de Rijks- en geraeente-financiën is een dringende eisch des tijds. Uitbreiding van het belastinggebied der gemeente zal deze in staat moeten stellen meer onafhankelijk te voorzien in hare eigene behoeften. De korte tijd, die ons scheidt van den dag, waarop het aan de Nederlandsche Bank verleende octrooi zal komen te vervallen, maakt eene spoe¬ dige beslissing van het ten vorigen jare ingediende wetsontwerp tot verlenging van dat octrooi wen- schelijk. Uit dien hoofde is 's Konings machtiging gevraagd, dit ontwerp reeds dadelijk onveranderd in te dienen. Met betrekking tot Nederlandsch Oost- en West-Indië, verlangt 's Konings Regeering ernstig dat de heerschappij van Nederland aan die bezit¬ tingen tot zegen zij en dat verlevendiging van landbouw, handel en nijverheid tot verhoogde alge¬ meene welvaart, zoowel onder de volken van Indië als onder de ingezetenen van het Rijk zelf bijdrage. De nood, door geringe koffieoogsten en andere oorzaken ontstaan, zal zooveel mogelijk worden gelenigd door matiging bij het invorderen van belastingen, door de bevolking te ontheffen van onbetaalde diensten en door het aanleggen van haar ten nutte komende openbare werken. Naar verbetering der toestanden op Sumatra, waardoor eene vreedzame oplossing der geschillen met Atjeh mogelijk worde, wordt gestreefd. De herziening der wet op het beheer en de verantwoording van de Indische geldmiddelen als¬ mede eene algemeene verordening op het mijn¬ wezen worden voorbereid. In verband hiermede zal ook de door den tijd noodzakelijk geworden herziening van enkele bepalingen van het Indische Regeeringsreglement aan de orde worden gesteld. Moge, onder Gods onmisbaren zegen, onze ge¬ meenschappelijke arbeid strekken tot heil van ons Vaderland. In naam des Konings verklaren wij deze zitting van de nieuwe Kamers der Staten-Generaal geopend. Te Amersfoort is door de anti-revolutionairen en katholieken candidaat gesteld voor de Tweede Kamer de heer J. E. N. baron Schimmelpenninck, oud-lid voor Utrecht. Te Gouda is tot candidaat voor de Tweede Kamer gesteld de heer mr. O. J. E. baron van Wasscnaer. Het vijftigjarig bestaan van Natura Artis Magistra is Dinsdag feestelijk te Amsterdam ge¬ vierd. Van de openbare en van vele particuliere gebouwen wapperde de vlag, vooral in de Plan¬ tage zag men vele blijken van deelneming in de gebeurtenis. De leden van de Vereeniging en de genoodig- den waren ten twaalf ure in de groote zaal van het gebouw vereenigd, waar prof. B. J. Stokvis als feestredenaar optrad. Zijne welsprekende rede, waarin hij het doel, de werkzaamheden en de ge¬ schiedenis van de instelling schetste, werd zeer toegejuicht. Eene feestcantate, waarvan de woor¬ den door prof. Alberdingk Thijm zijn gedicht en waarvoor Daniel de Lange de muziek schreef, werd zeer verdienstelijk uitgevoerd, met mede¬ werking der dames Holm en Ribbe en de beeren Messchaert en Stachelhausen. De koren bestonden uit de leden der Maatschappij van Toonkunst.