Tekstweergave van WFNHC_1888_05_05_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
r
■
4
1
!
(
1
I
e
lj
]
v
d
V
II
a
o
d
g
li
h,
ki
af
m
bii
gé
dr
we
do
ho.
pat
tre
gee
zicl
kla
sell
gee
')
eeril
BUITENLAND.
Prins
Von
Bismarck,
die
zoo
uiterst
bang
scheen
om
de
gevoeligheid
van
den
jR.USSisch.eil
Czaar
te
kwetsen,
dat
hij
zelfs
met
zijn
ontslag
dreigde,
indien
zijn
Keizer
en
Keizerin
hunne
dochter
aan
den
door
den
Czaar
gehaten
prins
Von
Battenberg
uithuwelijkten,
doet
de
pijnlijke
en
verdiende
ervaring
op,
dat
de
Duitsche
eer-
bieds-
en
onderdanigheidsbetuiging
door
den
Russiscben
beer
op
berenmanier
met
een
klauw¬
slag
beantwoord
wordt.
Wat
is
er
dan
geschied?
Den
llden
Maart
van
het
jaar
1887
werd
aan
generaal
Boulanger,
die
destijds
Fransch
mi¬
nister
van
oorlog
was,
uit
St.
Petersburg
een
prachtige
kozakkensabel
gezonden,
met
het
op¬
schrift
:
//Waag!
God
helpt
de
stoutmoedigen".
Hoewel
de
namen
der
gevers
niet
openbaar
ge¬
maakt
werden,
wist
men
toch,
dat
het
denkbeeld
was
uitgegaan
van
zekeren
generaal
Bogdano-
witch.
Spoedig
daarop
verscheen
deze
in
persoon
te
Parijs.
„Men
wist",
zegt
de
Post,
een
der
officieuse
organen
van
Bismarck,
//dat
de
generaal
een
tamelijk
onbeduidend
man
was,
maar
tevens,
dat
hij
een
gewillig
werktuig
was
van
Katkoff",
den
meest
oorlogszuchtigeu,
aan
Duitschland
meest
vijandigen
aller
Panslavisten
1).
Te
Parijs
knoopte
hij
betrekkingen
aan
met
invloedrijke
politici
in
on
buiten
het
ministerie
en
zocht
deze,
en
vooral
Boulanger
te
overtuigen,
dat,
wanneer
Frankrijk
den
oorlog
met
Duitschland
begon,
het
Pansla-
visme
sterk
genoeg
zou
zijn,
om
ook
den
Czaar
tot
een
oorlog
met
dezelfde
mogendheid
te
dwingen.
Blijkbaar
viel
dit
diplomatieke
drijven
van
Bog-
dariowitch
niet
in
den
smaak
van
den
Czaar.
In
het
midden
latende
of
hij
in
den
geest
van
Czaar
Alexander
III
handelde,
kunnen
wij
ons
toch
voorstellen,
dat
het
ergerlijk
moet
zijn
voor
een
onbeperkt
alleenheerscher
zich
voorgesteld
te
zien
als
de
ledepop
eener
partij.
Het
gevolg
was,
dat
de
generaal
in
Juni
uit
den
actieven
dienst
ontslagen
en
weinige
weken
later
van
de
leger-
lijsten
geschrapt
werd,
terwijl
hem
werd
verbo¬
den
zich
op
te
houden
op
plaatsen,
waar
het
kei¬
zerlijke
hof
verblijf
hield.
Toen
nu
op
1
Augustus
de
dood
van
den
jour¬
nalist
Katkoff
bekend
werd,
scheen
de
invloed
van
het
ongeduldigste
deel
der
oorlogspartij
voor-
loopig
gebroken
te
zijn.
Den
IBden
November
had
de
bijeenkomst
plaats
van
den
Czaar
met
keizer
Wilhelm
te
Berlijn
en
sedert
schenen
de
betrekkingen
tusschen
Rusland
en
Duitschland
voortdurend
beter
te
worden.
En
Duitschland,
d.i.
Bismarck,
deed
zijn
best
om
die
betrekkingen
nog
inniger
te
maken.
Keizer
Wilhelm
moest
op
zijn
sterfbed
gezegd
hebben,
als
laatsten
raad
aan
ziju
kleinzoon,
zijn
vermoedelijken
troonopvolger,
//ont¬
ziet
den
Czaar";
Bismarck
roept
uit,
in
Gods¬
naam
laat
prinses
Victoria
toch
niet
met
den
Battenberger
trouwen,
de
Czaar
mocht
eens
boos
worden!
En
als
antwoord
of
als
kaakslag
op
die
aan¬
doenlijke
en
van
teedere
vree*
getuigende
woor¬
den,
komt
vóór
enkele
dagen
uit
St.
Petersburg
het
onverwachte
bericht
....
dat
de
voor
bijna
een
jaar
uit
het
leger
verwijderde
ex-generaal
Bogdanowitch
benoemd
is
tot
geheimraad
bij
het
ministerie
van
binnenlandsche
zaken,
veenu
be¬
trekking",
klaagt
de
officieuse
Kölnische
Zeitung,
,/die
zich
van
die
van
den
minister
ilechts
hierin
onderscheidt,
dat
de
^geheimraad"
niet
aan
den
Czaar
persoonlijk,
maar
aan
den
minister
verant¬
woording
schuldig
is."
En
die
minister,
gaat
het
blad
voort,
is
graaf
Tolstoï,
de
vijand
van
Duitsch¬
land,
de
meest
invloedrijke
man
van
Rusland.
Uit
deze
benoeming,
die
met
het
karakter
van
Alexander
III
zulk
een
scherpe
tegenstelling
vormt
—
de
Czaar
toch
schijnt
even
standvastig
')
Panslavisme
heet
het
streven
eener
partij
in
Rusland
om
alle
Slavische
volken
tot
één
staat
te
vereenigen.
Tot
de
Slaven
behooren
de
Russen,
Czechen,
Croaten,
Slowaken,
Ser¬
viërs,
Bosnitrs,
Dalmatiërs,
Montenegrijnen
en
Bulgaren.
gescheiden;
ten
minste
tot
nu
toe
heb
ik
den
armen
jongen
slechts
zelden
kunnen
zien,
en
wel
de
laatste
maal,"
en
hier
barstte
het
arme
kind
in
bitter
schreien
uit,
//toen
de
veldwachter
met
hem
bij
ons
kwam,
om
aan
haar,
die
vrouw,
te
vragen
of
ze
zeker
wist
dat
Jan
het
was
die
haar
de
aardappelen.
ontstolen
had.
Natuurlijk
was
hij
het,
niemand
anders,
zoo
zwoer
dat
wijf
bij
hoog
en
laag
en
toen
nam
de
veldwachter
hem
mede.
O
God!
als
ik
er
nog
aan
denk
hoe
de
arme
jongen
den
veldwachter
bad
hem
niet
mee
te
nemen,
zwoer
dat
hij
nooit
een
dief
was
geweest,
dat
die
vrouw
het
loog,
alleen
uit
nijd
of
wraak,
alles
hielp
niets.
Het
eenige
wat
de
veldwachter
zeide
was
//Ja,
ja!
kleine
schavuit,
dat
kennen
wij
wel,
eerst
stelen
en
rooveu,
en
dan
huilen
en
krijten,
kom!
op
je
beeuen,
of
ik
zal
je
loopen
leeren",
en
toen
hij
zijnen
zwaren
stok
in
de
hoogte
hield,
kroop
de
arme
jongen
overeind
en
liep
voor
hem
uit,
zonder
naar
mij
om
te
zien.
Maar
eensklaps
keerde
hij
zich
om,
en
vloog
als
als
't
ware
op
mij
toe,
en
mij
sterk
tegen
zich
aandrukkende,
snikte
hij
«maar
jij
gelooft
het
toch
niet,
Anna?"
Kramp¬
achtig
hielden
wij
elkander
omklemd.
Ik
voelde
niet
hoe
dat
wijf
op
mijne
armen
beukte,
en
zag
niet
hoe
de
veldwachter
Jan
van
mij
rukte.
Ik
werd
zoo
raar,
zoo
duizelig,
en
zag
niets
meer,
en
toen
ik
weer
beter
was,
was
het
zeker
al
eeue
heele
poos
geleden
dat
de
veldwachter
Jan
had
mee
genomen,
want
ik
zag
niemand
meer,
en
het
begon
ook
al
te
schemeren,
terwijl
het
nog
volop
dag
was,
toen
hij
met
mijn
armen
broer
bij
ons
kwam".
,/Arin
kind!"
zuchte
de
vrouw,
//wat
zult
ge
u
akelig
gevoeld
hebben,
maar
hoe
kwam
het
zoo
dat
jelui
niet
meer
altijd
te
zamen
waart?"
(Wordt
vervolgd.)
te
zijn
in
zijne
liefde
als
in
zijn
haat
—
kunnen
wij
geen
andere
conclusie
trekken,
dan
dat
het
Panslavisme
op
dit
oogenblik
reeds
sterker
is
dan
de
Czaar
zelf.
Op
denzelfden
dag,
dat
de
Czaar
de
benoeming
van
Bogdanowitch
ondertee-
kende,
wist
men
te
St.
Petersburg
reeds,
dat
de
koningin
van
Engeland
op
weg
was
naar
Berlijn.
De
binnen
enkele
dagen
te
verwachten
bijeen¬
komst
van
koningin
Victoria
en
den
Duitschen
keizer
had
dus
niet
eens
zooveel
invloed,
dat
ter
wille
daarvan
eene
regeeringsdaad,
die
in
Duitsch¬
land
de
grootste
bevreemding
moest
wekken,
enkele
dagen
werd
uitgesteld.
Dit
doet
bijna
ver¬
moeden,
dat
de
Russiche
politiek
zoo
vast
ver¬
trouwt
op
de
aanstaande
overmacht
van
Boulan¬
ger
en
Deroulède
in
Frankrijk,
dat
zij
zich
niet
ontziet
om
Duitschland,
ofschoon
dit
geen
gebrek
aan
bondgenooten
heeft,
zooal
niet
in
de
armen
van
Engeland
te
drijven,
dan
toch
aan
te
sporen
om
Engelands
gezichtspunten
in
de
poli¬
tiek
tol
de
zijne
te
maken.
De
Post
zegt:
//Bij
ons
te
lande
verbeeldt
zich
niemand,
dat
de
Russische
regeering
bij
de
be¬
noeming
van
hare
ambtenaren
rekening
zal
hou¬
den
met
de
gevoelens
van
Duitschland".
Nu
met
deze
benoeming
voor
oogen
zou
men
in
Duitschland
daartoe
wel
met
blindheid
moeten
geslagen
zijn.
Niet
zonder
reden
ziet
de
Post
in
de
benoeming
van
den
generaal,
zij
het
ook
tot
geheimraad
bij
het
ministerie
van
binnenlandsche
zaken,
een
symptoom
voor
de
richting
der
buiten-
landsche
politiek;
immers
heeft
Bogdanowitch
het
terrein
der
buitenlandsche
staatkunde
tot
het
too-
neel
zijner
werkzaamheid
gekozen,
eerst
doorzijn
optreden
in
Parijs,
daarna
door
het
uitgeven
van
verschillende
geschriften,
waarin
de
Fransch-Rus-
sische
alliantie
als
eene
historische
noodzakelijk¬
heid
wordt
voorgesteld
en
verheerlijkt.
„De
heer
Bogdanowitch",
vervolgt
de
Post,
z/moge
geen
man
van
beteekenis
zijn,
als
hoofd
van
eene
afdeeling
van
het
Russische
ministerie
van
binnenlandsche
zaken
is
hij
ongetwijfeld
eene
invloedrijke
persoonlijkheid,
gelijk
zijn
tegenwoor¬
dige
chef,
de
minister
van
binnenlandsche
zaken,
dit
in
zoo
hooge
mate
is.
Het
schijnt,
dat
graaf
Tolstoï
juist
nu
meent
van
de
diensten
van
den
ex-generaal
gebruik
te
kunnen
maken.
//Wanneer
de
Czaar
hiertoe
zijne
toestemming
heeft
gegeven
en
door
de
benoeming
van
den
nauwelijks
een
jaar
geleden
in
ongenade
gevallen
generaal
dezen
volkomen
heeft
gerehabiliteerd,
dan
moet
men
daaruit
afleiden,
dat
de
invloed,
dien
graaf
Tolstoï
ook
op
de
buitenlandsche
politiek
oefent,
weder
aan
het
toenemen
is."
En
die
in¬
vloed,
voegen
wij
er
bij,
zal
Duitschland
niet
ten
goede
komen.
Wat
wil
de
Czaar,
wil
hij
den
vrede
of
den
oorlog?
Die
vraag
stelt
zich
ook
de
Pall
Mall
Gazette
De
Russische
strijdkrachten
aan
de
Wes¬
telijke
grens
zullen,
naar
men
beweert,
spoedig
het
cijfer
van
800.000
man
bereikt
hebben.
Wat
wil,
vraagt
het
blad,
de
absolute
meester
van
al
deze
legioenen?
Het
is
van
het
hoogste
belang
dit
te
weten;
want
terwijl
het
in
West-Europa
een
weinig
stiller
wordt,
doet
het
rommelen
van
den
donder
zich
in
het
Oosten
luider
dan
ooit
hooren.
Rumenië
is
het
tooneel
geweest
van
een:
opstand.
Macedonië
is,
naar
men
beweert,
onder¬
mijnd
door
Pansiavistische
woelingen.
In
Creta,
dat
zooals
de
heer
Trikoepis
indertijd
verklaarde,
op
ieder
gegeven
oogenblik
bij
den
eersten
wenk
uit
Athene
zal
opstaan,
doen
zich
bedenkelijke
teekenen
van
ongeduld
voor.
Voeg
bij
dit
alles
de
blijvende
moeielijkheid
in
Bulgarije
en
men
zal
moeten
erkennen,
dat
het
materiaal
voor
een
algemeenen
brand
aanwezig
is,
en
dat
slechts
een
vonk
van
een
der
groote
mogendheden
noodig
is
om
dien
brand
te
doen
uitbarsten.
Zal
die
vonk
al
of
niet
vallen?
Inderdaad
schijnt
alles
er
op
te
wijzen,
dat
de
Pauslavisten
Macedonië
wederom
tot
het
tooneel
van
hunne
operatiën
willen
maken,
om
van
daaruit
de
tegenwoordige
regeering
in
Bulgarije
te
bestoken.
Dat
Griekenland
deze
pogingen
ondersteunt
is
meer
dan
waarschijnlijk.
Vandaar
dat
de
verhou¬
ding
tusschen
Turkije
en
Griekenland
in
den
laatsten
tijd
alles
behalve
vriendschappelijk
is.
De
Grieksche
regeering
heeft
zich
tot
de
vreemde
mogendheden
gewend,
om
zich
te
beklagen
over
de
vervolging,
waaraan
de
Grieken
in
Macedonië
bloot
staan
van
den
kant
der
Turksche
overheden,
en
de
Turken
beweren,
dat
zij
uit
nooddwang
handelen
tegen
rooverbenden,
terwijl
zij
in
werke¬
lijkheid
da
leden
der
geheime
genootschappen
on¬
schadelijk
trachten
te
maken,
die
een
algemeenen
opstand
voorbereiden.
De
Porte
heeft
onverwachts
haren
gezant
te
Athene
teruggeroepen,
vermoedelijk
omdat
hij
haar
niet
tijdig
genoeg
had
ingelicht
over
de
onderhandelingen
tusschen
den
tijdelijk
te
Athene
vertoevender,
Russischen
diplomaat
De
Nelidoff
en
de
Grieksche
regeering;
welke
terug
roeping
door
de
Grieksche
regeering
beantwoord
is
met
het
verleenen
van
een
onbepaald
verlof
aan
haren
gezant
te
Constantinopel,
den
heer
Conduriotis.
En
tegenover
deze
intrigues,
dit
weiken
en
drijven
van
Russische
zijde,
wapent
zich
Oostenrijk
met
alle
macht
telkens
nieuwe
millioenen
tot
verster¬
king
van
het
leger,
aan
de
vertegenwoordiging
vragende
en
die
verkrijgende
*);
wapent
zich
Servië
met
ten
nieuw
ministerie,
dat
in
aanslui¬
ting
bij
zijn
grooten
nabuur,
de
Oostenrijk-Hon-
gaarsche
monarchie
Servie's
levensbehoud
ziet;
en
wacht
Bulgarije
af
wat
de
dag
7an
morgen
')
De
Oostenrijksche
minister
van
oorlog
vraagt
behalve
de
14,000,000
florijnen,
die
bij
dezen
winter
reeds
verkreeg,
nog
een
nieuwe
40
millioen;
en
graaf
Kalnoky
verklaarde
in
den
gemeenscbappelijken
raad
der
Oostenrijksche
en
Hongaar-
schs
minister*,
dat
dit
vraag
alleizins
gerechtvaardigd
ia.
brengen
zal,
terwijl
inmiddels
prins
Ferdinand
zijn
volk
aan
zich
tracht
te
verbinden
en
werkelijk
de
Bulgaren
zich
bij
hem
aansluiten,
in
het
be¬
wustzijn,
dat
in
samenwerking
alleen
hun
behoud
tegen
Russisch
geweld
kan
gelegen
zijn.
Zoo
is
het
te
verklaren,
dat
prins
Ferdinand,
terwijl
de
groote
mogendheden
over
zijn
land
en
regeering
de
eene
op
deze,
de
andere
op
gene
wijze
op
het
papier
beschikken,
rusig
zijn
gang
gaat,
een
reis
door
zijn
land
onderneemt
en
overal
door
de
be¬
volking
met
geestdrift
ontvangen
wordt.
Zoo
te
Lovitza,
waar
hij
Maandag
aankwam,
zoo
te
Plewna,
waar
hem
een
feestmaal
werd
aangeboden,
bij
welke
gelegenheid
de
prins
eene
rede
hield,
waarin
hij
o.
a.
zeide,
dat
hij
uit
de
uitingen
der
bevolking
de
kracht
putte,
om
de
belangen
van
het
volk
te
verdedigen;
hij
hoopt
steun
te
vinden
bij
de
Bulgaarsche
patriotten.
De
Duitsche
Keizerin
is
hedenochtend
per
extra-
trein
naar
Wittenberge
vertrokken,
ten
einde,
na
haar
bezoek
aan
Posen,
ook
de
overstroomde
stre¬
ken
in
het
Elbegebied
te
bezoeken.
Wegens
den
minder
guustigen
toestand
dès
Keizers
was
de
reis
reeds
eenige
malen
uitgesteld,
maar
gisteren
gevoelde
de
Keizer
zich
zoo
goed,
dat
het
plan
nu
kon
doorgaan.
Van
Wittenberge
reist
de
Keizerin
over
Luneburg,
Lauenburg,
Büchen,
Hagenow
en
de
andere
geteisterde
plaatsen
en
keert
hedenavond
te
Charlottenburg
terug.
De
Keizer
had
Dinsdag
een
bijzonder
goeden
dag,
De
gewone
ziekteverschijnselen
vertoonden
zich
in
geringere
mate
dan
op
een
der
vorige
dagen,
zoodat
de
algemeene
toestand
van
den
patiënt
gunstiger
was.
Hij
bracht
weer
een
gedeelte
van
den
dag
buiten
het
bed
lezende
door
en
ontving
ook
weer
een
bezoek
van
prins
Bismarck.
Ten
einde
den
patiënt,
zoodra
ziju
toestand
dit
veroor¬
looft,
zoo
spoedig
mogelijk
het
genot
der
frissche
buitenlucht
te
kunnen
verschaffen,
is
reeds
in
het
park
onmiddellijk
bij
het
paleis
een
tent
opge¬
richt,
terwijl
gemakkelijke
en
warme
rijtuigen
van
bijzonder
maaksel
voor
ritjes
in
het
park
zijn
gereed
gemaakt.
Voorloopig
echter
bestaat
er
nog
weinig
voor¬
uitzicht,
dat
de
Keizer
spoedig
het
paleis
zal
kun¬
nen
verlaten.
De
mededeelingen,
welke
reeds
over
een
verplaatsing
van
den
patiënt
naar
Wiesbaden
werden
verspreid,
zijn
dan
ook
volkomen
onge¬
grond,
maar
wel
bestaat
het
voornemen
den
patiënt,
zoodra
dit
kan
geschieden,
naar
het
paleis
Frie-
drichskron
te
Potsdam
over
te
brengen.
De
president
der
Fransche
Republiek
de
heer
Carnot
is
in
het
Elysée
teruggekeerd.
Toen
zij
te
Parijs
aankwam,
bevond
zich
eene
talrijke
menigte
aan
het
station,
die
hem
luide
toejuichte.
Het
vive
Boulanger
werd
slechts
door
enkele
groep¬
jes
aangeheven.
De
Italiaansche
Kroonprins
is
bij
eene
proef¬
neming
met
een
bijzondere
soort
dynamiet
door
de
troepen
in
Afrika
gebruikt,
gewond.
Gelukkig
heeft
hij
geen
ernstige
kwetsuren
gekregen.
Naschrift.
Men
seint
uit
Rome
van
gisteren
(Donderdag.)
In
antwoord
op
eene
rede
van
het
lid
der
Kamer
van
afgevaardigden,
den
heer
Povio,
die
de
regeering
ondervraagd
had
over
de
bondgenoot¬
schappen
van
Italië,
zeide
de
minister
Crispi
o.
a.,
dat
hij
niet
geloofde
dat
prins
Bismarck
Oosten¬
rijk
naar
Saloniki
wilde
drijven.
Oostenrijk
zal
niets
doen
wat
strekken
kan
om
den
vrede
te
ver¬
storen.
Italië
is
de
bondgenoot
van
Duitschland
en
Oostenrijk
uit
gemeenschappelijke
begeerte
om
den
vrede
te
handhaven.
Op
zee
is
Italië
de
bondgenoot
van
Engeland.
Na
eene
redevoering
van
den
heer
Dongli
her¬
haalde
de
Minister
zijne
gisteren
afgelegde
ver¬
klaring.
Hij
zeide
zich
te
vereenigen
met
de
motie-
Pozzolini,
luidende:
Kamer,
hare
goedkeuring
hechtende
aan
de
politiek
der
regeering
in
Afrika,
gaat
over
tot
de
orde
van
den
dag."
Over
deze
motie,
meende
de
Minister,
zal
langdurig
beraadslaagd
worden.
De
Kamer
heeft
de
behandeling
op
aanstaan¬
den
Dinsdag
vastgesteld
BINNENLAND.
STATEN-GENERAAL.
Vereenigde
zitting
der
beide
Kamers
op
Dinsdag
1
Mei
1888.
De
heer
mr.
W.
A.
A.
J.
baron
Schimmel-
penninck
van
der
Oye,
voorzitter
der
Eerste
Kamer,
opent,
nadat
de
leden
der
beide
Kamers
zich
in
de
zaal,
bestemd
voor
de
zittingen
der
Tweede
Kamer,
vereenigd
hebben,
tegen
half
1
uur
de
vergadering
en
benoemd,
na
voorlezing
van
het
Kon.
besluit,
houdende
zijne
benoeming
tot
voor¬
zitter
der
Eerste
Kamer,
de
leden
der
commissie
om
de
door
Z.
M.
den
Koning
tot
opening
dezer
vergadering
benoemde
commissie
bij
hare
aankomst
in
het
gebouw
der
Staten-Generaal
te
ontvangen
en
in-
en
uitgeleide
te
doen.
De
heeren
Ministers,
die
zich
op
statelijke
wijze
naar
het
gebouw
der
Kamer
hebben
begeven,
worden,
na
een
kort
tijdsverloop
aldaar
aange¬
komen,
in
de
vergaderzaal
binnengeleid.
Zij
plaatsen
zich
voor
den
troon,
en
de
heer
Mackay,
Minister
van
Binnenlandsche
Zaken,
houdt
de
volgende
redv
:
Mijne
Heeren!
De
Koning
heeft
ons
opgedragen
deze
zitting
van
de
Staten-Generaal
te
openen.
Na
het
tot
stand
komen
van
de
Grondwets¬
herziening
heeft
het
vorig
Kabinet
gemeend
zijne
taak
als
geëindigd
te
moeten
beschouwen
en
heeft
het
den
Koning
behaagd
een
nieuw
Ministerie
te
benoemen,
dat
thans
voor
de
eerste
maal
het
voorrecht
heeft
de
Vertegenwoordigers
des
volks
te
ontmoeten.
De
groote
belangstelling,
bij
de
tengevolge
der
invoering
van
de
gewijzigde
Grondwet
gehouden
verkiezingen
aan
den
dag
gelegd,
bewijst
dat
de
op
uitgebreide
schaal
verleende
kiesbevoegdheid,
ook
door
de
thans
voor
het
eerst
opgeroepen
kiezers,
zeer
op
prijs
wordt
gesteld.
De
uitslag
der
verkiezingen
heeft
op
nieuw
ge¬
toond
de
in
den
lande
levendige
begeerte,
dat
bij
de
regeling
van
het
volksonderwijs
rekening
wordt
gehouden
met
het
Christelijk
bewustzijn
van
het
Nederlandsche
volk.
's
Konings
Regeering,
het
openbaar
onderwijs
als
een
voorwerp
barer
aanhoudende
zorg
be¬
schouwende,
zal
trachten
binnen
de
perken
der
Grondwet
belemmeringen,
die
tot
nog
toe
der
ontwikkeling
van
het
vrije
onderwijs
in
den
weg
staan,
zooveel
mogelijk
uit
den
weg
te
ruimen.
Ook
in
ons
Vaderland
eischen
de
maatschappe¬
lijke
vraagstukken
de
volle
aandacht.
De
door
de
vorige
Tweede
Kamer
begonnen
enquête
geeft
reeds
nu
de
gelegenheid
maatregelen
te
beramen
om
de
verbetering
van
verschillende
toestanden
te
beproeven.
De
nog
steeds
gedrukte
toestand
van
den
land¬
bouw
noopt
tot
een
voorgezet
onderzoek
naar
de
middelen
om
die
groote
bron
van
onze
volkswel¬
vaart
te
ontwikkelen
en
te
bevorderen;
ook
de
belangen
van
handel
en
nationale
nijverheid
zul¬
len
niet
uit
het
oog
worden
verloren.
De
ter
uitvoering
der
nieuwe
grondwettelijke
bepalingen
noodige
wetsontwerpen
zullen
geleide¬
lijk
worden
ter
hand
genomen.
De
regeling
van
de
administratieve
rechtspraak
zal
worden
ontworpen,
terwijl
de
volgens
de
tweede
alinea
van
art.
181
der
Grondwet
gevorderde
wet
betreffende
's
lands
verdediging
zal
worden
voorbe¬
reid
door
eene
Staats-Commissie.
Ofschoon
de
financieele
toestand
van
het
Rijk
niet
ongunstig
kan
genoemd
worden,
rekent
's
Ko¬
nings
Regeering
het
zich
ten
plicht,
door
te
trach¬
ten
vermeerdering
van
uitgaven
tegen
te
gaan
en
door
te
streven
naar
bezuiniging,
zoo
mogelijk
ver¬
hooging
van
lasten
te
voorkomen.
Eenige
bepalingen
van
de
wet
op
de
personeele
belasting
vorderen
herziening,
mede
in
verband
met
het
te
regelen
kiesrecht,
terwijl
met
ernst
zal
worden
overwogen
in
hoeverre
van
de
invoerrech¬
ten
als
bron
van
inkomst
voor
de
schatkist
meer
partij
getrokken
en
de
druk
van
enkele
accijnzen
verminderd
kan
worden.
Eene
nadere
regeling
van
de
verhouding
tusschen
de
Rijks-
en
geraeente-financiën
is
een
dringende
eisch
des
tijds.
Uitbreiding
van
het
belastinggebied
der
gemeente
zal
deze
in
staat
moeten
stellen
meer
onafhankelijk
te
voorzien
in
hare
eigene
behoeften.
De
korte
tijd,
die
ons
scheidt
van
den
dag,
waarop
het
aan
de
Nederlandsche
Bank
verleende
octrooi
zal
komen
te
vervallen,
maakt
eene
spoe¬
dige
beslissing
van
het
ten
vorigen
jare
ingediende
wetsontwerp
tot
verlenging
van
dat
octrooi
wen-
schelijk.
Uit
dien
hoofde
is
's
Konings
machtiging
gevraagd,
dit
ontwerp
reeds
dadelijk
onveranderd
in
te
dienen.
Met
betrekking
tot
Nederlandsch
Oost-
en
West-Indië,
verlangt
's
Konings
Regeering
ernstig
dat
de
heerschappij
van
Nederland
aan
die
bezit¬
tingen
tot
zegen
zij
en
dat
verlevendiging
van
landbouw,
handel
en
nijverheid
tot
verhoogde
alge¬
meene
welvaart,
zoowel
onder
de
volken
van
Indië
als
onder
de
ingezetenen
van
het
Rijk
zelf
bijdrage.
De
nood,
door
geringe
koffieoogsten
en
andere
oorzaken
ontstaan,
zal
zooveel
mogelijk
worden
gelenigd
door
matiging
bij
het
invorderen
van
belastingen,
door
de
bevolking
te
ontheffen
van
onbetaalde
diensten
en
door
het
aanleggen
van
haar
ten
nutte
komende
openbare
werken.
Naar
verbetering
der
toestanden
op
Sumatra,
waardoor
eene
vreedzame
oplossing
der
geschillen
met
Atjeh
mogelijk
worde,
wordt
gestreefd.
De
herziening
der
wet
op
het
beheer
en
de
verantwoording
van
de
Indische
geldmiddelen
als¬
mede
eene
algemeene
verordening
op
het
mijn¬
wezen
worden
voorbereid.
In
verband
hiermede
zal
ook
de
door
den
tijd
noodzakelijk
geworden
herziening
van
enkele
bepalingen
van
het
Indische
Regeeringsreglement
aan
de
orde
worden
gesteld.
Moge,
onder
Gods
onmisbaren
zegen,
onze
ge¬
meenschappelijke
arbeid
strekken
tot
heil
van
ons
Vaderland.
In
naam
des
Konings
verklaren
wij
deze
zitting
van
de
nieuwe
Kamers
der
Staten-Generaal
geopend.
—
Te
Amersfoort
is
door
de
anti-revolutionairen
en
katholieken
candidaat
gesteld
voor
de
Tweede
Kamer
de
heer
J.
E.
N.
baron
Schimmelpenninck,
oud-lid
voor
Utrecht.
—
Te
Gouda
is
tot
candidaat
voor
de
Tweede
Kamer
gesteld
de
heer
mr.
O.
J.
E.
baron
van
Wasscnaer.
—
Het
vijftigjarig
bestaan
van
Natura
Artis
Magistra
is
Dinsdag
feestelijk
te
Amsterdam
ge¬
vierd.
Van
de
openbare
en
van
vele
particuliere
gebouwen
wapperde
de
vlag,
vooral
in
de
Plan¬
tage
zag
men
vele
blijken
van
deelneming
in
de
gebeurtenis.
De
leden
van
de
Vereeniging
en
de
genoodig-
den
waren
ten
twaalf
ure
in
de
groote
zaal
van
het
gebouw
vereenigd,
waar
prof.
B.
J.
Stokvis
als
feestredenaar
optrad.
Zijne
welsprekende
rede,
waarin
hij
het
doel,
de
werkzaamheden
en
de
ge¬
schiedenis
van
de
instelling
schetste,
werd
zeer
toegejuicht.
Eene
feestcantate,
waarvan
de
woor¬
den
door
prof.
Alberdingk
Thijm
zijn
gedicht
en
waarvoor
Daniel
de
Lange
de
muziek
schreef,
werd
zeer
verdienstelijk
uitgevoerd,
met
mede¬
werking
der
dames
Holm
en
Ribbe
en
de
beeren
Messchaert
en
Stachelhausen.
De
koren
bestonden
uit
de
leden
der
Maatschappij
van
Toonkunst.