Tekstweergave van WFNHC_1888_01_07_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
8de
Jaargang.
ZATERDAG
1
JANUARI
1888.
No.
2.
WE
IESUND
I
Nieuwe
Iloornsclie
Courant.
Ab
onnementsprijs
per
kwartaal,
voor
Hoorn.
ƒ1,00
u
u
h
fr-
per
post
-
1,20
Afzonderlijke
nommers
-
0,05
Dit
blad
verschijnt
Dinsdag-
en
Vrijdag-avond.
UITGEVER
P.
GEÊRT8,
HOORN.
Prijs
der
advertentiën
van
1—5
regels
.
ƒ
0,40
Elke
regel
daarboven
-
0,076
Groote
letters,
randen
enz.
worden
naar
plaats¬
ruimte
berekend.
Stukken
voor
de
Redactie,
uiterlijk
den
vorigen
dag.
Advertentiën
voor
deze
Courant
worden
ook
aangenomen:
voor
Rotterdam
door
het
Algemeen
Advertentie-Bureau
van
NIJGH
&
VAN
DITMAR
—
voor
Frankrijk
door
WESTER
&
Co
te
Parijs
—
voorts
door
alle
Boekhandelaren
en
Postdirecteuren.
OFFICIEEL
GEDEELTE.
No.
205.
DE
BURGEMEESTER
EN
WETHOUDERS
VAN
HOORN,
doen
te
weten,
dat
door
den
Raad
dier
gemeente,
in
zijne
vergadering
van
20
December
1887
is
vastgesteld
de
volgende
ver¬
ordening
:
VERORDENING
tot
wijziging
der
verordening
op
het
langs
den
openbaren
weg
laten
loopen
van
honden.
De
Raad
der
gemeente
Hoorn;
Gelet
op
de
artikelen
135
en
161
der
wet
van
29
Juni
1851
(Stbl.
No.
85)
regelende
de
sa¬
menstelling,
inrichting
en
bevoegdheid
der
Ge¬
meentebesturen,
HEEFT
BESLOTEN:
Art.
2
van
de
politieverordening
op
het
langs
den
openbaren
weg
laten
loopen
van
honden,
vast¬
gesteld
in
de
vergadering
van
den
Raad
dezer
gemeente
van
16
Mei
1887,
afgekondigd
den
13
Juni
daaraanvolgende
onder
No.
197,
zal
wor¬
den
gelezen
als
volgt:
„Met
hechtenis
van
ten
hoogste
vijt
da-
„gen
of
geldboete
van
ten
hoogste
vijf-en-
„twintig
galden
wordt
gestraft,
ieder,
die
„zich
op
den
openbaren
weg
bevindt
met
„een
onder
zijn
hoede
staanden
hond,
die
„eenig
voertuig
trekt
en
niet
voorzien
is
van
„een
muilkorf,
volkomen
overeenkomende
„het
model
dat
daarvan
op
het
bureau
van
„politie
te
bezichtigen
is,
en
tevens
voldoende
„en
geschikt
voor
den
hond,
die
er
mee
is
„voorzien."
„Deze
bepaling
geldt
voor
honden,
die
als
„trekdieren
plegen
te
worden
gebruikt,
ook
„wanneer
zij
niet
voor
eenig
voertuig
ge¬
spannen
zijn."
Zijnde
deze
verordening
aan
de
Gedeputeerde
Staten
van
Noordholland,
volgens
hun
bericht
van
den
28
December
1887,
No.
31,
in
afschrift
medegedeeld.
En
is
hiervan
afkondiging
geschied
waar
liet
behoort,
den
30
December
1887,
blijkens
het
daarvan
opgemaakte
en
in
het
register
sub.
No.
203
opgenomen
proces-verbaal.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
VAN
ÜEDEM.
JJe
Secretaris,
W.
VAN
WANING
Jr.
No.
204.
DE
BURGEMEESTER
EN
WETHOUDERS
YAN
HOORN,
doen
te
weten,
dat
door
den
Raad
dier
gemeente,
in
zijne
vergadering
van
20
December
1887
is
vastgesteld,
de
volgende
veror¬
dening
:
VERORDENING
tot
wijziging
der
verordening
betreffende
de
politie
op
straten,
wegen,
andere
openbare
plaatsen,
stoepen,open¬
bare
wateren
en
waterwerken.
DE
RAAD
DER
GEMEENTE
HOORN;
Gelet
op
de
artikelen
135
cd
161
der
Wet
van
29
Juni
1851
(Stbl.
No.
85),
regelende
de
samenstelling,
inrichting
en
bevoegdheid
der
Ge¬
meentebesturen
;
HEEFT
BESLOTEN:
Artikel
23
lett.
a,
le
alinea
van
de
verorde¬
ning,
betreffende
de
politie
op
straten,
wegen,
andere
openbare
plaatsen,
stoepen,
openbare
wateren
en
waterwerken,
vastgesteld
in
de
vergadering
van
den
Raad
dezer
gemeente
van
16
Mei
1887,
afgekondigd
den
13
Juni
daaraanvolgende
onder
No.
200,
ztl
worden
gelezen
als
volgt:
„In
de
straten,
welke
door
Burgemeester
„en
Wethouders
zullen
worden
bekend
ge-
„maakt,
zoodra
er
sneeuw
gevallen
is,
deze,
„vóór
de
in
art.
20
bedoelde
perceelen,
van
„de
voor
de
voetgangers
bestemde,
langs
den
„huizenkant
aangelegde
klinkerstraat
te
doen
„wegruimen
en
op
het
rijpad
te
doen
ver¬
spreiden,
zonder
dat
daardoor
hoopen
ont¬
staan.
Met
sneeuw,
die
's
nachts
is
gevallen
„moet
dit
vóór
den
middag
van
den
volgenden
„dag
plaats
hebben."
Zijnde
deze
verordening
aan
de
Gedeputeerde
Staten
van
Noord-Holland,
volgens
hun
bericht
van
den
28
December
1887,
No.
31,
in
afschrift
medegedeeld.
En
is
hiervan
afkondiging
geschied
waar
het
behoort,
den
30
December
1887,
blijkens
het
daarvan
opgemaakte
en
in
het
register
sub.
No.
204
opgenomen
procesverbaal.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
YAN
DEDEM.
W.
Be
Secretaris,
YAN
WANING
Jr.
KENNISGEVING.
HET
HOOFD
YAN
HET
PLAATSELIJK
BESTUUR
DER
GEMEENTE
HOORN,
brengt
bij
deze
ter
kennis
van
de
Ingezetenen
dier
Ge¬
meente,
dat
het
Kohier
der
grondbelasting,
dienst
1888,
op
den
3en
Januari
jl.
door
den
Heer
Pro-
vinalen
Inspecteur
is
goedgekeurd,
en
op
heden
aan
den
Heer
Ontvanger
der
Rijks-Belastingen
binnen
deze
Gemeente
ter
invordering
is
toege¬
zonden.
HOORN,
den
4
Januari
1888
Het
Hoofd
van
het
Plaatselijk
Bestuur
voornoemd,
VAN
DEDEM.
BUITENLAND.
Het
ontslag
door
koning
Humbert
van
Italië
op
voordracht
van
den
minister-president
Crispi
aan
den
hertog
van
Torlonia,
burgemeester
van
Rome,
gegeven,
heeft
de
reeds
bestaande
klove
tusschen
de
Italiaansche
regeermg
en
het
Vati-
caan
nog
wijder
gemaakt.
Inderdaad
heeft
de
regeering
streng,
maar
naar
recht
gehandeld.
Het
was
niet
betamelijk
dat
het
hoofd
van
het
gemeentebestuur
der
Italiaansche
hoofdstad
zijne
opwachting
ging
maken
bij
den
paus,
terwijl
deze
hardnekkiger
dan
ooit
aan¬
spraak
blijft
maken
op
het
bezit
van
Rome.
En
dit
te
minder
nu
de
paus
zelfs
geweigerd
heeft
een
geschenk
te
ontvangen,
dat
koning
Humbert
hem
bij
gelegenheid
van
zijn
gouden
priesterfeest
wilde
toezenden,
en
wel
niet
„uit
naam
van
den
koning
van
Italië",
maar
„uit
naam
van
de
vor¬
sten
van
het
Huis
van
Savoye".
De
Romeinsche
correspondent
van
het
Journal
des
Bébats
schreef
omtrent
dit
geval:
„In
het
Vaticaan
beschouwt
men
het
ontslag
van
den
hertog
als
een
slag
in
het
aangezicht
van
den
paus
en
van
al
de
Europeesche
staten,
welke
zich
bij
dezen
doen
vertegenwoordigen.
De
paus
zal,
naar
men
mij
verzekert,
in
een
zijner
aanstaande
redevoeringen
in
het
openbaar
protes¬
teeren."
En
werkelijk
seinde
Reuter
x)
Dinsdagavond
uit
Rome:
„De
paus
heeft
de
leden
van
de
comités
der
diocesen
toegesproken.
In
de
eerste
plaats
be¬
tuigde
hij
zijn
dank,
en
verder
zeide
hij
dat,
in¬
dien
Italië
in
vijandschap
met
het
pausdom
blijft
verkeeren,
verzwakking
van
dat
rijk
en
vermin¬
dering
van
zijn
aanzien
daarvan
het
gevolg
zul¬
len
zijn,
terwijl
het
ook
op
tallooze
hinderpalen
zal
stuiten.
De
Italianen,
die
zich
aan
de
zijde
van
den
paus
scharen,
zorgen
voor
de
ware
be¬
langen
van
het
vaderland.
Leo
XIII
noemde
het
eene
snoode
onwaardigheid,
de
vrije
uitoefening
van
het
pausdom
te
willen
belemmeren;
de
katho¬
lieken
zullen
dit
nimmer
toelaten."
Het
is
te
hopen
en
van
de
vaderlandsliefde
der
Italiaansche
volksvertegenwoordiging
te
verwach¬
ten,
dat
het
de
poging
der
regeering
zal
steunen
om
op
afdoende
wijze
een
eind
te
maken
aan
de
woelingen
van
het
Vaticaan
en
zijne
aanhangers
om
de
éénheid
van
Italië,
met
zooveel
bloed
tot
stand
gebracht,
te
niet
te
doen
door
den
paus
zijne
wereldlijke
heerschappij
te
hergeven.
Wij
hebben
namelijk
het
oog
op
het
wetsontwerp
van
den
minister-president
Crispi,
tol
wijziging
van
het
Italiaansche
strafwetboek.
Wordt
die
wijziging
aangenomen,
dan
wordt
als
misdrijf
tegen
den
staat
gequalificeerd
en
met
scherpe
straffen
be¬
dreigd
elke
poging,
rechtstreeks
of
zijdelings
aan-
')
Het
telegraafkantoor
van
dien
naam
te
Londen,
dat
aan
alle
Europeesche
dagbladen
het
telegrafisch
nieuws,
levert,
is
genoemd
naar
Paul
Julius
Reuter,
stichter
van
dat
kantoor.
gewend
om
het
wereldlijk
gezag
van
den
paus
te
herstellen.
Het
zal
ons
benieuwen
wat
de
Curie
dan
zal
doen;
waarschijnlijk
zal
zij
den
paus
wel
weer
een
protest
in
den
mond
leggen
en
verder
....
geen
nieuws.
Ook
de
Czaar
van
Rusland
heeft
van
zijne
be¬
langstelling
in
's
pausen
feest
doen
blijken.
Hij
heeft
hem
per
telegraaf
geluk
gewenscht
en
ver¬
klaard,
dat
hij,
zelf
bezield
door
den
wensch
om
de
godsdienstige
belangen
zijner
Roomsch-Katho-
lieke
onderdanen
te
verzekeren,
er
niet
aan
twij¬
felde
of
de
zoo
dikwijls
gebleken
hooge
wijsheid
van
den
paus
zou
hem
(Czaar)
veroorloven,
de
behoeften
van
de
Roomsch-Katholieke
kerk
te
ver¬
binden
met
de
grondbeginselen
van
zijn
rijk.
De
heer
Gladstone,
die
naar
zijn
eigen
verze¬
kering
naar
Italië
ging
om
rust
te
zoeken,
heeft
op
zijn
reis
derwaarts
nog
even
voor
hij
Enge¬
land
verliet
te
Dover
eene
redevoering
gehou¬
den,
waarin
hij
o.
a.
betoogde,
dat
Groot-Britannië
zich
in
elk
geval
buiten
de
verwikkelingen
tus¬
schen
de
staten
op
het
vasteland
moest
houden,
en
heeft
daarmede
weer
heel
wat
pennen
in
bewe¬
ging
gebracht.
De
oude
man
gunt
zich
zelf
geen
rust,
maar
evenmin
anderen.
Wat,
schrijft
de
Times-—
het
wereldberoemde
Londensche
blad
—
dat
op
den
2den
Januari
jl.
zijn
honderdjarig
bestaan
*)
herdacht,
is
dal
voor
manier
van
doen!
Nog
nooit
heeft
een
politicus
van
naam
een
opmerking
gemaakt,
die
meer
in
staat
is
om
de
belangen
van
zijn
land
te
beua-
deelen
en
de
leiders
der
Eugelsche
politiek
in
verlegenheid
te
brengen.
En
de
Kölnische
Zeitung,
niet
minder
boos,
verklaart
ronduit,
dat
de
voormalige
Engelsche
premier
door
deze
beschouwing
het
bewijs
heeft
geleverd
van
een
„onverstandige
egoist"
te
zijn.
De
groote
boomveller
lijdt
ontegenzeggeiijk
aan
„kortzichtigheid,
die
aan
blindheid
doet
denken".
Immers,
betoogt
het
blad,
kan
alleen
de
Engel¬
sche
vloot
bij
den
tegen
woordigen
staat
van
za¬
ken
den
doorslag
geven
bij
een
landoorlog.
Blijft
Engeland
onzijdig,
dan
is
de
Fransche
vloot,
zelfs
zonder
de
hulp
der
Russische,
sterker
dan
de
vloten
der
andere
Staten.
Frankrijk
en
Rus¬
land
behoeven
dan
hun
leger
niet
voor
kustver¬
dediging
te
gebruiken,
maar
kunnen
hun
geheele
macht
naar
het
oorlogstooneel
zenden.
Wordt
daarentegen
de
zee
door
de
vereenigde
•)
Het
groote
6\7y-bla
The
Times
verscheen
voor
een
eeuw
onfier
dezen
titel
en
was
eene
voortzetting
van
het
drie
jaren
vroeger
—
1785
—
uitgegeven
blad
Daily
Uninersal
Register.
Ofschoon
niet
zoo
invloedrijk
als
vroeger
is
het
nog
altijd
een
der
meest
gezaghebbende
bladen
in
Engeland.
De
Times
ver¬
schijnt
gewoonlijk
met
12
dicht
in
een
gedrukte
bladzijden,
elk
van
6
kolommen,
die
in
ieder
nummer
een
gezamenlijke
lengte
hebben
van
ongeveer
40
meter.
De
inhoud
van
elk
nummer
is
voldoende
om
een
gewoon
boekdeel
van
350
a
400
bladzijden
te
vullen.
Elk
jaar
geeft
de
Times
dus
ruim
300
van
die
lijvige
boekdeelen
en
de
lengte
der
kolommen
bedraagt
te
zamen
12
kilometer.
FEUILLETON.
EINDELIJK
ONTDEKT.
XXY.
HOOFDSTUK
IX.
De
schaduw
op
den
muur.
Op
Zaterdag
keerden
Freeman
en
zijne
vrouw
terug;
zij
waren
veertien
dagen
op
reis
geweest.
Hij
liet
mij
's
avonds
roepen.
Ik,
zooals
vanzelf
sprak,
bracht
het
gesprek
spoedig
op
zijn
onder¬
zoek
naar
Lacroix.
„Niets
gevonden",
zeide
hij
hoofdschuddend.
Hij
was
naar
al
de
stations
geweest,
was
aan¬
gegaapt
en
bijna
uitgelachen
door
portiers
en
oppassers
en
dergelijke
lui,
omdat
zij
zich
her¬
inneren
zouden
aan
een
man
dien
zij
gezien
kon¬
den
hebben
of
ook
niet
gezien
konden
hebben
—■
een
maand
of
vijftien
geleden
—
vooral
daar
die
mijnheer
niets
bijzonders
had
gehad,
dat
hunne
aandacht
kon
trekken.
Bij
het
Kings-Cross-station
was
hij
beter
ontvangen;
daar
had
mijn
vriend
hem
voorgesteld
aan
den
chef
van
het
vervoer
en
deze
had
beloofd
een
onderzoek
in
te
stellen,
in
zoover
als
het
hem
mogelijk
was
en
hem
dan
de
uitkomst
te
schrijven.
„Dus,
zooals
gij
ziet",
zeide
Freeman,
„het
is
tot
op
het
oogenblik
op
niets
uitgeloopen,
en
ik
vrees,
dat
het
slot
ook
zoo
zijn
zal.
Ik
weet,
tnijn
beste
vriend
hoe
u
de
zaak
ter
harte
gaat,
maar
beschouw
ze
nu
als
hopeloos.
De
arme
man
is
vertrokken
—
verdwenen
zonder
eenig
teeken
achter
te
laten,
zooals
zoo
velen
verdwijnen
en
—"
„Niet
zonder
eenig
teeken
achter
te
laten.
Zie
hier"
—
hem
mijne
bewijsstukken
toonende
—
het
kaartje
en
den
brief."
Dat
ik
een
gevoel
van
voldoening
had,
was
mij
te
vergeven,
ik
vertelde
hem,
hoe
ik
aan
het
kaartje
gekomen
was,
en
wat
ik
van
Louise
gewaar
was
gewor
len.
„En
dit",
zeide
ik,
„houd
ik
voor
een
voldoend
be-
i
wijs,
dat
spoedig,
na
den
15
Maart,
mijnheer
■
Locroix
in
de
Lacroix-laan
geweest
is".
„'t
Is
zeker
zeer
opmerkzaam",
zeide
hij;
„ik
begin
met
u
te
gelooven,
dat
hij
inderdaad
thuis
gekomen
is.
Maar
gij
weet,
't
is
er
nog
ver
van
at,
dat
het
een
wettig
bewijs
is".
„Dat
weet
ik",
zeide
ik,
„maar
het
geeft
mij
ten
minste
de
overtuiging,
dat
de
oplossing
van
het
geheim
niet
in
Londen
te
zoeken
is,
maar
in
Timperley".
„Ik
geloof",
zeide
hij,
„dat
gij
op
slot
van
rekening
nog
een
beter
opspoorder
zijt,
dan
ik".
Ik
vrees,
dat
ik
eenigszins
trotsch
was
op
mij-
zelve;
maar
weldra
begon
eene
lange
vernedering,
die
al
mijne
hoop
en
kracht
terdege
op
de
proef
stelde.
Het
einde
der
zes
maanden
naderde,
maar
ik
had,
na
mijne
nieuwste
ontdekking,
besloten,
ten¬
minste
in
de
buurt
van
Timperley
te
blijven.
Ik
ging
eerst
naar
den
Rector,
die
nog
niet
sterk
genoeg
was
om
zijne
werkzaamheden
weer
te
hervatten,
in
de
hoop
dat
ik
hem
zou
kunnen
overhalen
om
mij
nog
een
poos
te
houden.
Ik
was
verwonderd
en
ontstemd,
toen
ik
hoorde
dat,
daar
in
't
geheel
geen
sprake
van
kon
zijn,
daar
mijn
opvolger
reeds
benoemd
was.
„Een
jong
man
uit
St.
Bee",
zeide
de
Rector^
„Mijnheer
Steinhardt
zegt,
dat
wij
niet
meer
van
die
geslepen
mannen
hier
moeten
hebben.
Ik
had
wel
gewild,
dat
gij
hier
bleeft,
maar
gij
weet
—
gij
ziet
het
kan
niet.
Als
ik
iets
voor
u
doen
kan
—"
Ik
zeide,
dat
het,
daar
ik
in
Timperley
niet
blijven
kon,
mijn
wensch
was
om
ergens
in
de
buurt
eene
plaats
te
krijgen.
Hij
zag
mij
aan
op
eene
manier,
die
mij
deed
bedenken,
of
het
wel
verstandig
was
geweest,
dat
ik
mijne
begeerte
had
geuit.
Evenwel,
hij
antwoordde,
dat
hij
be¬
proeven
zou,
wat
hij
kon
doen.
Steinhardt,
dat
was
duidelijk
genoeg,
verwachtte,
dat
ik
weg
zou
gaan,
misschien
weer
naar
het
Zuiden,
daar
Timperley
mij
zoo
mishaagde;
maar
ik
stelde
daar
mijn
Croydon-bewijsmiddel
tegen¬
over
en
besloot
niet
heen
te
gaan.
Toen
ter
tijde
waren
er
vele
hulppredikers¬
plaatsen
in
de
buurt
vacant;
ik
vroeg
eerst
om
de
een,
maar
zonder
gevolg
en
toen
om
eene
andere,
en
weer
mislukte
het.
Ik
was
teleurge¬
steld
en
terneergeslagen;
ik
wist,
dat
ik
in
Tim¬
perley
met
goed
gevolg
gearbeid
had
en
kon
nie
begrijpen,
waarom
ik
telkens
werd
afgewezent
t
mm