Tekstweergave van WFNHC_1887_04_02_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
—N
e
n.
8,25
p
a«i,
5,25
n
1,50
n
n
H
u
!25
n
n
.—
n
,50
tt
n
p.
n
stun
n
—
h
H
50
n
0
»
50
n
0
24.-
i7:=
10,—
9,—
0,4»
17,—
en
Oon-
4de
Jaargang
ZATERDAG
2
APRIL
1887.
No.
27.
WEST-FRIESLAND
iVienwe
lloorusrlir
Courant.
Abonnementsprijs
per
kwartaal,
voor
Hoorn.
ƒ
1,00
„
„
„
fr.
per
post
-
1,20
Afzonderlijke
nommers
-
0,05
Dit
blad
verschijnt
Dinsdag-
en
Yrijdag-avond.
UITGEVER
P.
GÉÉRT
S,
HOORN.
Prijs
der
advertentiën
van
1—5
regels
.
ƒ
0,40
Elke
regel
daarboven
-
0,07'
Groote
letters,
randen
enz.
worden
naar
plaats¬
ruimte
berekend,
tukken
voor
de
Redactie,
uiterlijk
den
vorigen
dag.
Advertentiën
kunnen
ingezonden
worden
tot
uiterlijk
's
namiddags
!2
uur
des
Dinsdags
en
Vrijdags.
Eene
viermaal
geplaatste
advertentie
wordt
slechts
driemaal
in
rekening
gebracht.
OFFICIEEL
GEDEELTE.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER
EN
WETHOUDERS
VAN
HOORN,
brengen,
ter
voldoening
aan
artikel
87
der
Wet
op
de
Nationale
Militie
van
den
19
Augustus
1861
(Staatsblad
No.
72),
bij
deze
ter
kennisse
van
de
daarbij
belanghebbenden,
dat
de
TWEEDE
zitting
van
den
Militieraad
voor
deze
Gemeente
zal
worden
gehouden
ten
raadhuize,
alhier,
op
Vrijdag,
den
löden
April
1887,
des
voormiddags
ten
11
ure,
ten
einde
uitspraak
te
doen
omtrent
al
de
in
de
eerste
zitting
niet
af¬
gedane
zaken
en
omtrent
hen
die
als
plaatsver¬
vanger
of
nummerverwisselaar
verlangen
op
te
trcdfin
HOORN,
den
29
Maart
1887.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
D.
VAN
AKERLAKEN,
LB.
Be
Secretaris,
W.
VAN
WANING
Jr.
BEKENDMAKING.
DE
BURGEMEESTER.
VAN
HOORN,
brengt
bij
deze
ter
kennis
van
de
ingezetenen,
dat
van
at
heden
ter
gemeente-secretarie
verkrijgbaar
zijn,
blanco
verzoekschriften
ter
bekoming
van
jacht¬
en
vischacten
en
van
kostelooze
vergunningen
tot
uitoefening
der
visscherij.
HOORN,
den
30
Maart
1887.
Be
Burgemeester
voornoemd,
D.
VAN
AKERLAKEN,
LB.
BUITENLAND.
De
bekend
Russische
journalist
is
uit
Mos¬
kou
naar
Petersburg
vertrokken
en
daar
reeds
aangekomen,
waarschijnlijk
om
bij
zijn
strijd
tegen
den
minister
Von
Giers
ook
zijn
persoonlijken
invloed
bij
den
Czaar
te
doen
gelden.
Het
heet
nu
weer,
dat
zijn
blad,
de
Moskowskya
Wedomosti,
nog
geen
waarschuwing
van
den
cen¬
sor
heeft
ontvangen
voor
zijn
heftige
polemiek
tegen
de
vriendschappelijke
staatkunde
door
de
Russische
regeering,
d.
i.
den
heer
Von
Giers,
tegenover
Duitschland
gevolgd.
En
men
zou
het
wel
haast
gelooven,
omdat
hij
voortgaat
met
de
vinnigste
artikelen
tegen
Duitschland
te
schrijven.
In
een
tweede
artikel,
dat
zeer
de
aandacht
trekt,
betoogt
hij,
dat
het
driekeizersverbond
nadee-
lig
is
voor
Ruslands
belangen;
en
dat
alleen
dan,
wanneer
Duitschland
tusschen
Rusland
en
Frank¬
rijk
wordt
geplaatst,
Duitschland
zijue
aanmati¬
gende
staatkunde
zal
wijzigen.
Waarschijnlijk
zal
nu
de
Czaar,
die
zijn
gun¬
steling
een
waarschuwing
schijnt
te
willen
be¬
sparen,
den
heer
Katkoff
persoonlijk
een
wenk
geven
om
tegenover
Duitschland
een
zachteren
toon
aan
te
slaan.
Nog
altijd
verkeert
men
vooral
aan
het
hof
onder
don
diepen
indruk
van
den
aanslag
van
jl.
13
Maart.
De
universiteit
te
St.
Petersburg
heeft
zich
gehaast
om
den
Czaar
een
adres
van
hulde
en
gehechtheid
aan
te
bieden
—
immers
liadden
ook
studenten
aan
den
aanslag
deelgenomen
—
en
de
Czaar
heeft
de
studenten
bedankt,
maar
daarbij
tevens
de
hoop
uitgesproken,
dat
de
stu¬
denten
hunne
gehechtheid
niet
slechts
op
het
papier,
maar
ook
door
de
daad
zouden
toonen.
Heel
opwekkend
zal
dit
adres
wel
niet
op
den
Czaar
gewerkt
hebben,
want
niet
meer
dan
een
derde
van
de
studenten,
die
bij
de
universiteit
zijn
ingeschreven,
hebben
het
onderteekend.
De
Czair
schijnt
zijn
reis
naar
de
Donsche
Kozakken
te
willen
doorzetten.
Reeds
bij
den
aanvang
zijner
regeering,
vóór
zes
jaren,
was
hij
van
plan
hun
gast
te
zijn;
maar
toen
is
er
niets
van
gekomen,
evenmin
als
verleden
jaar,
toen
een
Kozakken
officier
een
aanslag
in
den
zin
had.
Of
het
er
thans
van
komen
zal?
De
ministers
zullen
wel
al
hun
best
doen
om
den
Czaar
van
zijn
plan
af
te
brengen;
want
zullen
zij
in
staat
zijn
genoegzaam
voor
liet
leven
van
hun
meester
te
zorgen?
De
Petersburgsche
cor¬
respondent
van
het
Rdshl.
schrijft
daaromtrent:
,/Nu
moet
men
weten,
dat
een
zooverre
reis
per
spoorweg
naar
het
binnenste
van
Rusland,
niet
slechts
voor
een
keizerlijken
trein,
maar
ook
voor
eiken
anderen
trein
en
voor
iederen
particu¬
lier,
gevaarlijk
is.
De
spoorbanen
zijn
zeer
onsterk
gemaakt,
de
vele
bruggen
en
tunnels
dreigen
elk
oogenblik
in
te
storten,
en
de
zoogenaamde
spoor¬
wegrampen
zijn
daar
aan
de
orde
van
den
dag.
/,De
reden
van
dien
slechten
toestand
ligt
niet
in
zuinigheid
vanwege
het
Rijk,
want
de
gelden
waren
ruimschoots
beschikbaar
gesteld,
maar
in
het
feit,
dat
aan
de
verduisteringen
en
omkoope-
rijen,
waaraan
de
ingenieurs
en
aannemers
zich
schuldig
maken,
paal
noch
perk
wordt
gesteld."
En
dit
laatste
is
geen
wonder,
daar
hoog
en
laag
in
Rusland
van
ouds
her
onder
één
deken
heeft
geslapen:
halen
voor
de
eigen
beurs
wat
er
van
'a
Rijks
schatkist
te
halen
valt.
Zoo
gaat
het
in
een
land,
waar
één
man
alle
gezag
in
handen
heeft.
Maar
hoe
dan
ook
toewijding
te
verwachten
aan
het
algemeene,
aan
's
lands
belang,
waar
alles
afhangt
van
de
willekeur
van
één
man,
die
op
zijn
beurt
afhankelijk
is
van
eigen
hartstochten
en
opvattingen
en
van
de
inzichten,
en
inblazin¬
gen
zijner
naaste,
zich
zelve
zoekende
omgeving
?
Intussehen
zal
een
nieuw
artikel
van
sir
Charles
Dilke
in
het
April-nummer
van
de
Fortnightly
Review
den
Russen
weer
een
hart
onder
den
riem
steken.
Hij
moge
door
der
zake
kundigen
weersproken
zijn,
hij
blijft
bij
zijn
bewering,
dat
het
Russische
leger
tegen
de
gezamenlijke
legers
van
Duitschland
is
opgewassen.
Aangezien
nu,
volgens
hem,
een
oorlog
tusschen
Rusland
en
Oostenrijk
onvermijdelijk
is,
en
in
weerwil
van
het
vernieuwde
verbond
tusschen
Duitschland,
Oostenrijk
en
Italië,
noch
Duitschland
Oostenrijk,
zal
bijstaan,
zoolang
er
nog
Franscheti
wonen
aan
gene
zijde
van
den
Rijn,
noch
Oostenrijk
van
Italics
hulp
gediend
zal
zijn,
als
het
daarvoor
Zuid-Tvrol
tot
de
taalgrens
toe
zou
moeten
afstaan,
wat
Italië
ontwijfelbaar
vorderen
zou,
zoo
is
het
zonneklaar,
dat
de
strijd
tusschen
beide
staten,
Oostenrijk
en
Rusland,
spoedig
ten
nadeele
van
het
eerste
rijk
beslist
zou
zijn;
immers
is
Rus¬
lands
leger
twee-
si,
driemaal
sterker
dan
bet
Oostenrijk-Hongaarsche.
Het
samentrekken
van
bet
Russische
paardevolk
op
de
grenzen
van
Galicië
heeft
terecht
te
Weenen
grooten
indruk
gemaakt.
Het
gevaar
ligt
hier¬
in
,
dat
een
oogenblik
na
het
verklaren
van
den
oorlog
de
Russische
cavalerie
Galicië
over-
stroomen,.
de
telegraaflijnen
afsnijden,
de
spoor¬
wegen
opbreken,
het
geheele
mobilisatieplan
van
Oostenrijk
in
de
war
sturen
en
de
Oostenrijksche
cavalerie
in
de
pan
hakken
zal.
Voor
Rusland
mogen
sir
Dilkes
verwachtingen
opwekkend
zijn,
voor
Oostenrijk-Hongarije
ont¬
moedigend,
wij,
wel
belangstellenden,
maar
geen
belanghebbenden,
lezen,
zien
toe,
en
wachten
af;
want
wie
durft
hier,
in
weerwil
van
sir
Dilkes
stoute
beweringen,
een
voorspelling
wagen.
Wel
valt
het
niet
te
ontkennen,
dat
de
Oosten¬
rijk-Hongaarsche
monarchie
alle
wezenlijke
kracht
mist
door
hare
innerlijke
verdeeldheid.
Immers
is
het
rijk
een
samenstel
van
tegenstrijdige
soms
zelfs
vijandige
deelen,
die
kunstmatig
bij
elkander
gehouden
worden.
In
het
geheele
gebied,
waarover
Frans
Jozef
den
schepter
voert,
leven
13.000.000
Slaven
en
slechts
17.000.000
der
heerscbende
rassen,
nl.
Germanen,
Polen
en
Magyaren;
terwijl
ongeveer
3.500.000
Romanen
en
Italianen
bij
de
Slaven
moeten
worden
gevoegd,
omdat
ook
zij
vijandig
gezind
zijn
tegen
de
overheerschende
nationali¬
teiten.
Hoe
kan,
vraagt
sir
Dilke,
zulk
een
toe¬
stand
op
den
duur
blijven
bestaan?
De
nieuwe
dwangwet
voor
Ierland
door
den
heer
Balfour,
minister
voor
Ierland,
bij
het
En-
gelsche
Parlement
ter
tafel
gebracht,
brengt
niet
alleen
Engeland,
maar
zelfs
Amerika
in
rep
en
roer.
Het
moet
(dan
ook
erkend
worden,
dat
zij
strenger
en
harder
is
dan
één
barer
zes-en-tachtig
voorgangsters.
In
het
wetsontwerp
worden
namelijk
de
rech¬
terlijke
ambtenaren
gemachtigd
tot
het
hooren
van
getuigen
onder
eede,
ook
in
die
gevallen,
waarin
niemand
van
het
plegen
van
een
misdaad
wordt
beschuldigd.
Doch
indien
men
de
getui¬
genissen
heeft
dient
ook
de
zekerheid
te
bestaan,
dat
men
een
vonnis
kan
verkrijgen,
en
daarvoor
moet
de
jury
(de
rechtbank
van
gezworenen)
wor¬
den
afgeschaft
voor
een
zekere
soort
van
misdaden.
In
plaats
der
jury
zal
de
summiere
rechtspraak
hiervoor
worden
opgedragen
aan
twee
overheids¬
personen,
aan
wie
de
bevoegdheid
wordt
verleend
als
hoogste
straf
tot
zes
maanden
dwangarbeid
te
veroordeelen.
De
misdaden,
welke
niet
meer
door
de
jury,
maar
door
deze
rechtbank
zullen
worden
beoordeeld,
zijn:
misdadige
samenzwering,
boycotten,
oproerige
samenscholingen,
beleediging
van
ambtenaren,
willekeurige
inbezitneming,
aan¬
sporing
tot
misdaad
en
Moonlighting.
De
vrijheid
van
drukpers
blijft
gehandhaafd,
want
door
deze
wijziging
der
rechtspleging
hoopt
de
regeering
de
pers
te
verhinderen
deel
te
nemen
aan
de
misdadige
beweging.
De
strafzaken
van
Ieren
voor
niet-politieke
misdaden
zullen
in
Engeland
worden
behandeld.
Tot
politieke
misdaden
strekt
deze
wijziging
zich
niet
uit;
doch
zij
betreft
alteen
moord,
po¬
ging
tot
moord,
brandstichting
in
bewoonde
hui¬
zen
en
inbraak.
De
wet
is
alleen
van
toepassing
in
districten,
die
door
den
onderkoning
daartoe
aangewezen
zijn.
Tevens
wordt
dezen
de
bevoegdheid
ver¬
leend
gevaarlijke
vereenigingen
te
ontbinden.
Dergelijke
besluiten
van
den
onderkoning
moe¬
ten
binnen
7
dagen
na
hun
uitvaardiging
ter
kennis
worden
gebracht
van
het
Parlement,
dat,
indien
het
niet
bijeen
is,
tot
bekrachtiging
dier
besluiten
terstond
moet
worden
bijeengeroepen.
Toen
de
heer
Balfour
het
ontwerp
toelichtte,
schilderde
hij
de
toestanden
in
Ierland
als
hoogst
bedenkelijk
af.
Volgens
hem
waren
sedert
1845
slechts
7
jaren
aan
te
wijzen,
in
welke
het
aan¬
tal
der
agrarische
misdaden
in
Ierland
grooter
was
geweest
dan
thans,
en
in
elk
dezer
jaren
was
eme
uitzonderingswet
bij
het
Parlement
in¬
gediend.
In
Munster,
Connaught,
Leinster
en
Ulster
stonden
op
dit
oogenblik
1770
personen
ouder
bijzondere
bescherming
der
politie
en
hier¬
voor
waren
niet
minder
dan
770
extra-manschap¬
pen
noodig,
welker
onderhoud
aan
het
land
jaar¬
lijks
eene
som
van
55.000
Pd.
St.
kost.
Volgens
de
inlichtingen
der
rechterlijke
ambtenaren
grens¬
den
de
toestanden
in
Mavo,
Limmerick,
Cork
en
Kerry
aan
volslagen
anarchie,
en
kon
men
zich
zelfs
in
een
burgeroorlog
niets
treurigers
denken.
Het
was,
volgens
den
minister,
belachelijk
te
on¬
derstellen,
dat
de
Nationaal-Liga
geen
ander
doel
had,
dan
de
zwakke
pachters
in
bescherming
te
nemen
tegen
de
machtige
grondeigenaars;
had
de
liga
werkelijk
geen
ander
doel,
dan
zou
niemand
haar
veroordeelen.
Doch
hij
streefde
naar
gansch
andere
zaken,
en
de
regeering
kon
daarbij
niet
lijdelijk
toezien.
Natuurlijk
dat
de
Parnellisten
en
Gladstoni-
anen
zich
met
hand
en
tand
tegen
deze
wet
ver¬
zetten,
maar
wij
betwijfelen
of
het
hun
iets
baten
zal.
Bijna
alle
Engelsche
bladen
betuigen
hun
instemming
met
het
ontwerp
der
regeering.
Slechts
de
jDaily
News,
die
het
ontwerp
den
steun
der
liberalen
onwaardig
noemt,
maakt
een
uitzondering,
en
ook,
dit
blad
vooral
niet
te
vergeten,
de
Pall
Mall
Gazette.
Deze
beweert,
dat
al
de
bepalingen
van
het
ontwerp
gevoegelijk
door
ééne
enkele
zouden
kunnen
worden
ver-
F
E
U
I
L
L
E
rF
O
IV.
in
de
Dames-Coupé.
DOOK
W.
F.
HACKLiiNDER.
IV.
Intussehen
zoude
het
bewustzijn
helderder
in
hem
terugkeeren,
nadat
hij
uog
eens
in
den
droom
een'
strijd
had
gestreden,
als
die
liugenootsehe
edelman
tusschen
liefde
en
plicht,
terwijl
het
voorbijrollen
van
onderscheidene
zware
vrachtwa¬
gens,
die
door
hnn
dreunend
geluid
de
venster¬
ramen
deden
rammelen,
zijn
volledig
ontwaken
uit
een'
dommelenden
sluimer
zou
bespoedigen.
Hoe
het
zij,
hij
zwaaide
met
zijn
zwaard
even¬
als
Raoul,
in
den
droom
namelijk,
met
de
bede:
„U,
0
beveel
ik
dit
dierbaar
wezen,"
en
sprong
in
gedachten
uit
het
raam
naar
beneden,
maar
in
de
werkelijkheid
van
zijn
bed
overeind,
om
—
met
wijd
opgesperde
oogen
en
eene
uit¬
drukking
van
de
onuitsprekelijkste
verbazing
een
jong,
aardig,
zeer
bescheiden
gekleed
meisje
te
aanschouwen,
dat
lachend
voor
hem
stond.
//Elze!
—
droom
ik
nog
voort
of
zijt
gij
het
zelve?"
In
plaats
van
terstond
te
antwoorden,
legde
zij
hare
hand
op
zijn'
arm
en
antwoordde
toen
met
een
vroolijk
gelukzalig
gelaat:
//lk
moest
komen,
om
u
mijn'
dank
te
betui¬
gen,
daar
gij
mij
zoo
onuitsprekelijk
gelukkig
ge¬
maakt
hebt."
//Ik
zou
u
gelukkig
gemaakt
hebden,
Elze?"
z/Ja,
door
uw'
brief,
dien
ik
een
uur
geleden
ontving."
//Inderdaad
?"
vroeg
hij
en
voegde
er
met
een
twijfelachtig
lachje
bij:
//dat
had
ik
waarlijk
niet
gedacht!"
z/Hoe
kunt
gij
zoo
spreken,
Julius!
alsof
de
vervulling
mijner
vurigste
wenschen
voor
mij
niet
het
hoogst
geluk
zoude
zijn!"
»Ha,
dus
heb
ik
uwe
vurigste
wenschen
ver¬
vuld,
terwijl
ik
slechts
aan
eene
bittere
noodza¬
kelijkheid
toegaf?"
z/Aan
eene
bittere
noodzakelijkheid?
—
Zoo
was
het
dan
slechts
eene
bittere
noodzakelijkheid,
die
u
heeft
bewogen
om
mij
zoo
gelukkig,
o,
zoo
hoogst
gelukkig
te
maken?"
//Waardoor
heb
ik
u
dan
zoo
gelukkig
gemaakt,
Elze?"
vroeg
hij
met
een'
schuwen,
achterdoch-
tigen
blik,
terwijl
hij
zich
heimelijk
in
zijn
vleescb
kneep,
om
door
pijn
tot
de
overtuiging
te
komen,
dat
hij
volmaakt
wakker
was.
z/Door
uw'
brief,
Julius."
z/Wat,
mijn
briet
heeft
u
gelukkig
gemaakt?"
z/Ja!"
riep
zij
met
hartelijke
vreugde,
//in
de
hoop
eener
eindelijke
en
eeuwige
vereenigiug
met
u."
z/Door
mijn'
brief?"
—
vroeg
hij,
terwijl
hij
eene
eigenaardige
rilling
over
al
zijne
leden
ont¬
waarde
en
een
gevoel
had,
als
rezen
zijne
haren
dreigend
overeind
—
//Elze,
waar
—
hebt
gij
—
dien
brief?"
Zij
haalde
hem
lachend
van
de
verborgen
plaats
te
voorschijn,
waar
jonge
meisjes
dergelijke
zaken
gewoonlijk
bewaren
en
ging
daarbij
zoo
talmend
en
coquet
te
werk,
dat
hij
bijna
ongeduldig
werd
en
haar
den
brief
onder
een
heftig
stampen
met
den
voet
ontrukte.
Daarop
ontvouwde
hij
het
blad
haastig
met
bevende
vingers.
En
nauwelijks
had
bij
er
een
oog
in
geslagen,
of
hij
riep
op
wanhopigen
toon:
,/wee
mij,
wat
is
er
gebeurd!
Die
rampzalige
Schmetterich
heeft
in
zijn'
roes
de
brieven
verruild.
De
hemel
sta
mij
bij!"
De
hemel
deed
dit
echter
op
geenerlei
wijze,
noch
door
een
totale
zonsverduistering,
noch
door
een
kleine
aardbeving,
die
Elze
misschien
genoopt
had,
om
met
een'
gil
het
hazenpad
te
kiezen.
Zij
wrikte
noch
verschrikte,
totdat
zij
de
volle,
vree-
selijke
waarheid
had
vernomen.
Daarop
zonk
zij
snikkend
in
een'
stoel,
terwijl
Van
Ruppinger
met
de
sprongen
van
een'
wilden
tijger
naar
de
kamer
van
zijn'
oppasser
ijlde,
om
dezen
ter
ver¬
antwoording
uit
zijn
bed
te
sleuren,
waar
ook
hij
na
verrichten
zuren
arbeid,
den
slaap
der
recht¬
vaardigen
sliep.
z/Wat
hebt
gij
met
de
beide
brieven
gedaan,
die
de
luitenant
Schmetterich
u
gegeven
heeft?"
,/Ik
heb
ze
aan
hunne
adressen
bezorgd,
den
eenen
aan
mejuffrouw
Elze,
eu
den
ander
in
de
I.
f
1
J
i
'
i
•J