Tekstweergave van WFNHC_1887_01_08_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
I Zij willen nb. ook een duit in liet zakje gooien. Daar durft wordt aan de Köfnische Zeitung uit St. Petersburg geschreven de minister van Buitenlandsche Zaken, graaf Robilanl, in tegen¬ woordigheid nog wel van den Russischen gezant, baron Uexkiill, zijn afkeuring te kennen geven over Ruslands optreden in Bulgarije en over Kaulöars, gedrag. En wat het ergste is, Ruslands vertegen¬ woordiger heeft daartegen met geen enkel woord geprotesteerd. Flet spreekt van zelf, dat dit zwijgen dien gezant minder eer zal brengen dan aan Kaul- bars diens rumoerig handelen. Intusschen heeft de Duitsche regeering bij de tweede lezing van het militaire wetsontwerp in de commissie van rapporteurs uit den Rijksdag opnieuw een nederlaag geleden, daar elk der par¬ tijen in hoofdzaak haar standpunt handhaafde. De regeering bleef bij haar eisch: vaststelling van de legersterkte in vredestijd op 468,409 man voor zeven jaren; de liberalen bleven er bij slechts 454,402 man te willen toestaan, en het centrum, om wel het geheele getal toe te staan, maar slechts voor drie jaren. Nadat het voorstel der liberalen en dat van het centrum verworpen waren de conservatieven en nationaal-liberalen steraden tegen elke gedeeltelijke bewilliging werd de geheele paragraaf van het wetsontwerp verworpen. Het tweede artikel, betreffende de versterking der Kaders, wetd aangenomen. Heden Vrijdag zal de rapporteur het verslag uitbrengen, waarna de Rijksdag het ontwerp zoo spoedig mogelijk in behandeling zal nemen. Naschrift. De telegraaf meldt ons, dat niet de gouverneur-generaal van Canada, de markies van Lansdown, maar de heer E. Stanhope, thans mi¬ nister van Oorlog is benoemd en deze de benoe¬ ming heeft aangenomen. BINNENLAND. Eene voor kooplieden niet onbelangrijke be¬ slissing werd dezer dagen door de rechtbank te Amsterdam gegeven. De eischer vorderde van het lid eener ontbon¬ den firma de helft van hetgeen hij haar had ge¬ leend; de gedaagde ontkende zijne aansprakelijk¬ heid, waarop de eischer overlegging der boeken vorderde, waartoe de gedaagde zich bereid ver¬ klaarde en welke door de rechtbank werd bevolen. Nadat ged. door liet hof niet ontvankelijk was verklaard in zijn appèl, sommeerde eischer hem om de boeken over te leggen, waarop hij ver¬ klaarde daartoe buiten staat te zijn, wijl zij na het overlijden van zijn compagnon waren ver¬ nietigd. De eischer voerde daartegen aan, dat beroep op het ontbreken of vernietigen den gedaagde niet kan baten, omdat volgens art. 9 wetb. van koophandel de koopman verplicht is zijne boeken 80 jaren lang te bewaren. De rechtbank, die zich met dit gevoelen ver- eenigde, stelde dan ook den eischer in het ge¬ lijk. Voor dezen pleitte mr. H. J. van Lier, voor den gedaagde mr. J. Kappeijne v. d. Coppello. Iibl. Gedurende de maand Nov. j.l. is in de Rijksposlspaarbank ingelegd ƒ 589,263,88, terug¬ betaald ƒ 380,187.18. Alzoo meer ingelegd dan terugbetaald ƒ 209,076.70. Aan het einde der maand Oct. was ten name der verschillende in¬ leggers ingeschreven ƒ 8,871,535.78, zoodat het gezamenlijk tegoed der inleggers op ultimo Nov. 1886 bedroeg ƒ 8,580,612.48. In den loop van Nov. zijn 3347 nieuwe boekjes uitgegeven; 802 zijn er geheel afbetaald, zoodat er aan het einde der maand 137,400 in omloop waren. De regeering heeft een wetsvoorstel, bevat¬ tende de nadere bepalingen omtrent den accijns op het zout, aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal ingezonden. De Voedingstentoonstelling zal zich in zoo¬ verre van hare voorgangsters onderscheiden, dat er geen monopolie voor den verkoop van levens¬ middelen zal bestaan, maar dat er gelegenheid zal zijn voor eene behoorlijke mededinging. Een der Amsterdamsche bakkers heeft voor zulk een monopolie een aardig sommetje gelds geboden, hetgeen echter van de hand werd gewezen. Óf er dus wel liefhebbers zullen zijn, die lust hebben om eene zware concurrentie te voeren om dan nog eene zekere percentage van den omzet aan de commissie af te staan, valt te betwijfelen. Ieder exposant van het middeneeuwsche markt¬ plein heeft ƒ 2.50 per meter gronds te betalen en voorts ƒ 50 voor het plan van den voorgevel van zijn gebouw, terwijl natuurlijk alle bouwkosten voor zijne eigene rekening komen. De producten der koek- en banketbakkerij, als behoorende, volgens het oordeel der commissie, niet tot voedingsmiddelen, zijn uitgesloten. {Ned. Batch. Ct.) Door het vele ijs op de Zuiderzee is de gemeenschap met de stoombooten tusschen Enk- nuizen en Stavoren voorloopig gestaakt, en dus hebben de treinen van Amsterdam via Enkhuizen— Stavoren—Leeuwarden geen aansluiting ineer. In de Leemvarder Ct. van Dinsdag j.l. wordt bij verschillenhe hardrijderijen niet minder dan ƒ2510 uitgeloofd voor prijzen en premiën. Er is dan ook bijna geen plaats in Friesland zoo klein, of er bestaat eene ijsvereeniging. Bij gele¬ genheid van zoo'n hardrijderij is ieder in de weer, oin aan het feest luister bij te zetten. De hand¬ werken staan stil, de scholen zijn gesloten, jong en oud vermaakt zich. Het schilderstuk is ontworpen naar de bekroonde teekeningen van den Franschen architect Bobin. Een Italiaansche schilder ontwierp het doek, dat door onze stadgenooten van der Waag en Witkamp werd afgewerkt. Het panorama verplaatst den toe¬ schouwer als ooggetuige voor het tooneel der ver¬ woesting van Pompeji, eene der merkwaardigste en treurigste gebeurtenissen der oudheid. Om den toeschouwer de illusie niet te ont¬ nemen, zullen wij ons van verdere beschrijving voorloopig onthouden. JPlaa/tselijlse lieiücliten. HOORN, 7 Januari 1887. F E E S T V I E R I N G ter gelegenheid van den herdenking van den GEBOORTEDAG van JAN F ï £ T E E S Z. COEN, den 8 Januari 1587. Dinsdag avond trad voor de leden der Katholieke Vereeniging te Amsterdam, en hunne dames, dr. Schaepman, lid der Tweede Kamer, als spreker op, met eene voordracht over den parlementairen regeeringsvorm en het kiesrecht. Het bericht, dat in de jongst aangekomen mailbladen voorkomt, over het vertrek van den hoogleeraar Pekelharing op 1 December naar Atjeh, is niet juist. Blijkens particuliere brieven was hij toen nog te Batavia en bestond er nog geen plan van vertrek. Ook op 1 Januari be¬ vonden de heeren Pekelharing en W inkler beiden, blijkens een telegram van laatstgenoemde, zich Vad. nog te Batavia. Omtrent de werkzaamheden der enquête¬ commissie deelt het Vad. nader mede, dat de commissie met haar verhooren zal voortgaan ge¬ durende al den vrijen tijd, dien zij te harer be¬ schikking heeft, ook tijdeus de Kamer zitting hout. Maar met het einde van dit reces der Ka¬ mer zal zij wel niet veel verder gekomen zijn dan de 146 personen, die uit Amsterdam en Maastricht zijn opgeroepen. j Betreffende het ongeluk aan het station te Maartensdijk, deelt de heer H. J. Kwint aldaar het volgende mede aan het U. 1).: „De waarnemende chef van R., waarschijnlijk door drukke bezigheden overstelpt, wilde zich bij aankomst van den trein van 9.33 uit Hilversum, nog op het laatste oogenblik over de rails naar het aan de overzijde gelegen perron begeven, maar gleed uit en viel, waardoor de trein over hem heenging en hem het hoofd van den romp scheidde. Men moet zich verwonderen, dat derge¬ lijke ongevallen hier niet meer gebeuren. Met het personeel aan het station is het aller¬ treurigst gesteld; een chef en één adsistent, de laatste met een houten been, zijn belast met den dienst, bestaande in het geven van kaartjes, het telegrafeeren, het houden der administratie, het afroepen, sluiten der hoornen en het bewaken van den overweg (dit laatste laat veel te wensclien over), het omzetten der wissels, enz., enz., en dat aan een station, waar dagelijks ruim 20 trei¬ nen ophouden en jaarlijks tusschen de 30 en 40 duizend passagiers op- eu afgaan. Het is waarlijk hoog tijd, dat de Holiandsche Maatschappij, die ten behoeve van hare administratie een paleis bouwde, zich de onkosten van eenig meerder per¬ soneel aan het station alhier getroost." Woensdagmiddag werd in het Panoramage¬ bouw, in de Plantage, het nieuwe doek, voor¬ stellende „de Verwoesting van „Pompeji," ter be¬ zichtiging gesteld voor genoodigdeu. Het doek stelt de stad Pompeji voor bij het begin der uitbarsting van den Vesuvius. Desespereert niet" zoo sprak Coen ons heden morgen toe toen wij, opstaande een blik wierpen naar den somberen donkeren hemel, die onze stad overdekte. En waarlijk, of het was uit eigen vriendelijken drang of door het uitlokkend vermogen der allerwegen in onze straten wap¬ perende vlaggen, weten wij niet, maar te 11 uur brak de zon door en goot zij haar vriendelijk licht over onze feestelijk uitgedoste stad. Van torens en openbare gebouwen niets slechts, ook van de meerderheid der particuliere woningen wappert de driekleur en liet huisje in de Gra¬ venstraat, waar men zegt, dat onze groote burger, nu driehonderd jaren geleden, geboren is, prijkt in groen en vlaggedoek. Het is zoo, eerst morgen 8 Januari is het Coens verjaardag, maar heden hebben wij, beter dan morgen, tot feestvieren den tijd en wij trachten ons dus heden te brengen in de meest feestelijke stemming. Aan het Bestuur der „Vereeniging voor Volks¬ vermaken" komt de eer toe dat zij tot deze feest¬ viering het intialief heeft genomen. Krachtig ge¬ steund door den heer K. Gorter, predikant b/d doopsgezinde gemeente alhier, en door den heer B. H. Habbema, docent in de gymnastiek a/d H. B. School, heeft zij een programma opge¬ steld bestaande uit optocht, matinée-inusicale en feest-concert inet ta'bleaux-vivants, voorstellende gebeurtenissen uit Coen's leven, afgewisseld dat, vooral in verband met den korten tijd van voorbereiding, allen lof verdient. De stof voor den historischen optocht is genomen uit de voor het vaderland en de Compagnie zoo beteekenisvolle jaren, welke tusschen 1618 en 1629 besloten liggen en welke met hunne worsteling tegen Bantam, de Engelschen en Mataram, be¬ kroond met twee duurzame zegepralen, de een op den westelijken vorst, de andere op den ooste¬ lijken keizer behaald, als gedragen zijn geworden door den geest van den grooten Gouverneur- Generaal, Jan Pietersz. Coen. Eerst eenvoudig koopman in dienst der Compagnie, daarna chef van al hare Indische kantoren, vervolgens Gou¬ verneur-Generaal, later nog eens met dezelfde waardigheid bekleed, goed koopman, scherpzinnig politicus, onverzettelijk en onbaatzuchtig verde¬ diger der belangen van de Compagnie, generaal, admiraal, vestingbouwkundige, wetgever, freetrader van 1600, heeft hij zijn geheele leven lang ge¬ streden voor de verwezenlijking van ééne gedachte: de vestiging der O. I. Compagnie en toen hij nauwelijks halverwege den berg, de oogen sloot kon hij in dit opzicht gerust zijn. Hij is dan ook de hoofdpersoon in den optocht, aan wiens verschij¬ ning de oprechte vaderlander de gedachte vast¬ knoopt van eene kostelijke overzeesche bezitting die duizendvoud het offer van Coens rust, genot en leven, in goud aan Nederland heeft terugbe¬ taald. Hem gaan vooraf, —want hij heeft evenzeer zijne voorgangers gehad, als het hem aan mede¬ standers niet heeft mogen ontbreken een drietal groote mannen van de zee, die reeds hunne lauweren behaald hadden, toen hij zich nog gereed moest maken er naar te streven; hem vergezellen de Gouverneurs, aan wie belangrijke kommandementen over eilanden en landstreken waren toevertrouwd, wijl ze zich reeds door hun beleid of hunne onver¬ schrokkenheid onderscheiden hadden; de Raden van Indië, in het leven geroepen door hem zei ven, hem bijstaande in moeilijke oogenblikken, wan¬ neer in dien veelbewogen tijd, onmiddellijk raad diende geschaft, Gouverneurs of Gouverneurs- Generaal in den dop; mindere beambten, onder wie een enkele straks het kommandement over het fort te Jakatra, op zich zal nemen, dat echter blijken zal boven zijne krachten te gaan; de Pre¬ dikant, opdat der Bataviaansche gemeente onver- valscht de leere Calvijns zal gepredikt worden; de Dokter, opdat, wat de een zoo goed aan de ziel doet, door den ander aan het lichaam worde verricht; de vorsten van Bantam en de Soesoehoenan van Mataram, zich verbazende dat zij op zoo vreedzame wijs in Coens gezelschap wandelen; een drietal Bewindhebbers van de Hoornsche Kamer der O. I. Compagnie, die zeker met Fiskaal Wintgens het plan der afreis in 1627 hebben besproken en zich vergenoegd de handen wrijven bij de gedachte, welke voordeelen eer¬ lang, door Coens heldhaftig optreden op Java, naar de kassen der Compagnie zullen vloeien; eindelijk een aantal soldaten en matrozen, die, terwijl zij de oude traditie der Holiandsche dap¬ perheid naar het Oosten overplantten, getoond hebben niet vervaard te zijn voor een tienmaal sterkeren vijand. Het geheel is eene voorstelling, van een gewichtig oogenblik in onze vaderlandsche en tegelijk Indische historie, met Hoorns grooten burger als middelpunt. Te 12 uur op het Doelenplein opgesteld, nam deze optocht, opgeluisterd door de stafmuziok van het 7e Regiment Infanterie, onder directie van den Heer Sonneman, een aanvang. Hij nam, door Commissarissen van orde bege¬ leid en voorafgegaan door het Bestuur en de Feestcommissie van „Volksvermaken", het Dage- gelijksch B. stuur onzer gemeente, de vertegen¬ woordigers van het garnizoen en der dienstdoende Schutterij alhier en gevolgd door eenige vereeni- gingen in de stad, die met hare vaandels zich hadden aangesloten, zijn weg langs: Gedempte Turfhaven, Nieuwe Veemarlct, Kleine Noord, Qroote Noord, Roosteen, Oost, Zon, Gerritsland, Breestraat, Kerkplein, Nienwstraat, Gouw, Turf¬ haven en Groote Noord naar het Park. De personen in den optocht werden voorgesteld door 11H. Leden en Adspirant-Leden der Gym- nastiekvereenigingen Oefening eu Uitspanning door Inspanning, die zich hiervoor bereidwillig hadden beschikbaar gesteld. De optocht zelf slaagde uitstekend. In uitne¬ mende orde gerangschikt, liepen de verschillende personen, voorzoover wij konden opmerken, in uitnemende houding en op gepasten afstand van elkaar, geregeld voort. De costumes waren keurig afgewerkt en al schitterden zij niet in het zonlicht, dat zich helaas! weer achter nevelen verborg ge¬ durende bijna den geheelen duur van den op¬ tocht, men kon, vooral aan de kleeding van Jan Pietersz. Coen en aan die der beide gouverneurs en der Raden van Indië, zien, dat de feestcom¬ missie moeite noch kosten heeft gespaard. Ook de Javanen waren precies . . . Javanen. M. e. w. de uitslag was geheel naar wer.sch en de ver¬ schillende vereenigingeu met hare keurige vaan¬ dels zetten aan het geheel gepasten luister bij. Honderden menschen, mannen, maar vooral vrouwen en kinderen, bewogen zich langs de stra¬ ten en verdrongen zich voor de stegen, waaraan onze stad zoo rijk is, om straks den optocht op een ander punt nog eens te zien. Was het eer¬ bied voor de tonen van Sonnemans kapel of ver¬ bazing of.... misschien gebrek aan warme sym¬ pathie; waardoor het kwam dat bij het volk geen hoerah's of bravo's werden vernomen als teeken van geestdrift? Wie zal het zeggen? Van opge¬ wondenheid was o. i. geen sprake. Deze zal mis¬ schien hedenavond zich openharen. In ons volgend nummer hopen wij te melden hoe wij den dag verder feestelijk heboen doorge¬ bracht. De matinee musicale, die ten 2 ure in het Parklokaal begint, roept ons thans. merkt, of in T midden gebracht; 't hielp niets, ze waren tot over de ooren verliefd, en de ex- wachtmeester, had gezegd: „hij zou niet weten waarom het niet goed zou gaan. Wat had hij vroeger wel met zijn recruten een moeite gehad, maar hij had ze wel klaar gekregen; en toch bielden ze van hem." Dat de vergelijking tus¬ schen recruten en zijn aanstaande vrouw niet op¬ ging dat begreep hij niet. Ter bestemder tijd werd hun huwelijk voltrok¬ ken, en beiden zagen er keurig netjes, met een woord onberispelijk uit. Toch had zich al een verschil in meening en inzicht opgedaan, en de ex-wachtmeester was nu al tot. de ontdekking ge¬ komen, dat men gemakkelijker met recruten klaar kan komen dan met een vrouw. Wat was het geval? De bruigom zou een fijn zwart pak laten maken, hier was natuurlijk niets tegen; alleen de dorps- kleêrmaker had er tegen dat het in de stad werd gemaakt, aangezien naar 's mans bewering, hij met den besten collega uit de stad kon con- curreeren. Daar de bruigom zijn trouwpak in de stad liet maken, had hij aan de bruid voorgesteld, dat zij t met haar goed ook zou doen, hij wist wel een goede naaister, want hij zou 'i mooi vinden als 't wat op z'n stadsch gemaakt werd. Bij dit voorstel begon de bruid hartelijk te lachen, en vroeg of hij dacht dat zij niet wist, hoe of 't behoorde? En gaf toen ten antwoord: ,/t Is allang in orde! Je zult eens zien hoe mooi 't is." 't Had op den bruigom een onaangenamen indruk gemaakt, dat hij zijn zin niet kreeg, en hij kon er door aan de weet komen, dat er niet alleen ver¬ schil van smaak is, maar dat over de smaak moei¬ lijk valt te twisten. Hun huwelijksleven ging tamelijk kalm voort, doch daarna werd hun huwelijks geluk zeer ver¬ hoogd, door de geboorte eener dochter; jammer dat het der ouders, vooral den vader aan de noo- dige wijsheid ontbrak, om de opvoeding van hun kind zoodanig te leiden, waardoor beider geluk, èn van hun kind èn van hen zelve wat heter ge¬ waarborgd was. Waren beiden, vader en moeder, 't hierin eens dat hun kind er allerliefst uitzag; zij wilden ook dat het er netjes uit zou zien; doch hier open¬ baarde zich meer verschil in smaak en gevoelen. Moeder zag haar dochtertje gaarne netjes, maar dorpskleederdracht, zooals de meisjes van Ary Streumer, den boer waar zij had gediend. Vader hield vooral niet minder van netjes, maar had zich tot model gekozen de meisjes van den No¬ taris, zijn patroon, en dergelijke, derhalve niet in dorpskleederdracht. Moeder wenschte dat hare dochter het zilver ijzer zou dragen, met een mooi fijn kappenkant; vader wilde dat zij 't haar opgemaakt zou hebben. Wij zien, verschil van rneening, en smaak, doch wat het treurigst was, 't gaf aanleiding tot on¬ aangenaamheden, verstoorde den huisselijken vrede, en bovenal, 't deed zoo vqel kwaad aan de op¬ voeding van hun kind. f Wordt vervolgd. De Hoornsche Zangvereeniging gaf Woens¬ dag jl. haar eerste uitvoering in dezen winter. Het programma bestond uit „Zion" concertstuk van N. Gade, voor., gemengd koor met bariton¬ solo; een tenor-aria uit de opera Hans Heilling van Marschner en Die erste Walpurgisnaclit van Mendelssohn voor tenor-, bariton- en bas-soli en koor. Als solisten traden op de heeren Rogmans van Amsterdam eu A. M. van Wognuru. Wij hebben deze uitvoering met genoegen bij¬ gewoond en veel genoten; toch maakte het werk van Gade op ons niet den indruk dien wij er van verwacht hadden. De statige koren klonken niet vol genoeg, een sterkere bezetting en eene begeleiding van groot orchest zouden hieraan ten goede zijn gekomen, maar „quand on n a pas ce qu'on aitne" enz. De bariton-solo werd door den heer M. zeer verdienstelijk gezongen. De heer Rogmans werd bij zijn optreden met een applaus begroet waarmede wij van harte in¬ stemden. Dezen zoo terecht gevierden zanger in dit barre jaargetijde tot ons te zien komen ver¬ dient gewaardeerd te wordeu. De voordracht van de groote tenor-aria uit Hans Heilling deed ons den heer Rogmans voor het eerst op het gebied der opera ontmoeten en bewonderen; zijn krachtig en helder geluid en zijn hartstochtelijke voordracht werkten overweldigend op zipie hoorders en tot onze verbazing zong de heer Rogmans na een daverend applaus de geheele aria nog eens weer. Na de pauze was ons de vertolking van „Die erste Walpurgisnacht" van het begin tot het einde één genieting. Solisten en koorzangers werk¬ ten vol toewijding samen om deze zoo karakter¬ volle compositie van den grooten Mendelssohn