Tekstweergave van WFNHC_1885_01_10_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
(laar vergoten bloed," zoo spreekt een van Fransche bladen. Al weer dus een nieuwe titel van eigendoms verkrijging uitgevonden! Maar bet blad vergeet zich, als het meent dat alleen andere mogendheden begeerige blikken werpen op plekken die voor koloniën geschikt zijn. Frank¬ rijk zelt' doet in dat streven naar kolonisatie ook al even goed mee en het stilzwijgende bondge¬ nootschap met Duitschland tegen Engeland is daarvan het gevolg. De eenige die reden heeft om naijverig te zijn is vooralsnog dus slechts de Britsche regeering, die daarenboven in dat bondgenootschap nog reden heeft om bezorgd te zijn over de Egyptische z aken. De langzaamheid van het parlement daarbij, wordt meer en meer afgekeurd en ook de Times zelf protesteerde dezer dagen krachtig. „'t Kan zijn," zegt het blad, „dat verdeeldheid in den boezem van 't ministerie het van krach¬ tige handelingen zal aftrekken maar het zou waar¬ diger en voordeeliger zijn vrijwillig af te treden en geen veroordeelende stemming van het parle¬ ment af te wachten, indien er verdeeldheid in het ministerie is. „Dit wordt door het land geëischt, indien de ministers niet in staat zijn een krachtig besluit te nemen en niets vermogen dan te drijven op den stroom der gebeurtenissen." Het blad ziet dan ook in het Fransch-Duitsch bondgenootschap een feit dat het kabinet zal dwingen eindelijk eens te bedenken om bf af te treden öf zijn gedragslijn te veranderen. Of die alliantie echter lang stand zal houden is nog zoo heel zeker niet. Nog altijd is er in het Fransche volk iets overgebleven van den ouden geest die het in 1870 deed juichen toen de kreet weerklonk „a Berlin," en het in 1883 met stee- nen deed werpen naar Alfousus XII, die voor Russier werd uitgescholden enkel en alleen om¬ dat de Duitsche Keizer hem met een Russisch regiment had begiftigd. Ten bewijze daarvan dienen de volgende woorden, ontleend aan een rede van den heer Paul Bezt, weleer een mede¬ stander van wijlen Gambetta, die hij dezer dagen hield ter herinnering aan den overledene dictator. „Zijn graf zal niet werkelijk gesloten zijn eer de taak, welke hij zich zelf stelde, voltooid is. De Republiek is gegrondvest en bevestigd, maar de herstelling der oude grenzen moet nog g schieden. Sceptische naturen mogen dit een droom noemen, doch indien twee jaren geleden de dood Gambetta's dagen niet plotseling had afgesneden, dan ..." Hier zweeg de spreker, maar ieder kan het in gedachten aanvullen zonder vrees voor vergissing. Als Gambetta zien moest wat er tegenwoordig gebeurde, zou hij zich zijn tochten met de luchtbal¬ lon herinneren en er aan denken hoe dikwijls hij de kogels der Duitschers met gevaar voor zijn leven moest ontvluchten, en zijn haren zouden te bergen rijzen. Dat Luciahaai reeds geannexeerd is wordt te gengesproken en natuurlijk. Het spreekt vanzelf dat er daartoe eerst toestemming noodig zal zijn van de nieuwe Boeren republiek die bet protec toraat over Zoeloeland heeft. Yan den anderen kant is Engeland weer bezig. Het gerucht gaat dat deze mogendheid bezit beeft genomen van de ge- heele Pondo-kust. Spoedig blijft er van Atrika zoodoende geen plekje meer onbezet over. Ten slotte nog een mededeeling over de sou- vereiniteit over den Congo-Staat. Het heet nu dat niet Leopold II die zal aanvaarden, maar prins Hendrik, tweede zoon van den Duitschen kroon¬ prins. Liever had men prins Boudewijn van Vlaan¬ deren, maar deze is nog te jong. Waarschijnlijk zullen er echter nog wel eenige plannen worden gemaakt. BINNENLAND. De heer K. T. Baron van Lijnden van Sandenburg herdacht gister zijn 25jarige werk¬ zaamheid als voorzitter van het bestuur der Haagsche afdeeling van de Ned. Vereen, tot af¬ schaffing van sterken drank. Bij die gelegenheid werd hem onder treffende blijken van waardeering aangeboden een prachtige aneroïde-barometer op ebbenhouten voetstuk, voorzien van een zilveren plaat, waarop te lezen staat: „1860 4/1 1885. Aan K. T Baron Van Lijnden, voorzitter van de afdeeling 's Gravenhage der Nederlandsche Ver¬ eeniging tot afschaffing van sterken drank, na 25jarige onverdeelde toewijding en voorbeeldelooze volharding." Eigenaardig zou het zijn, indien ook zij, die op het initiatief der vereeniging, het gebruik van sterkendrank inderdaad hadden afgeschaft, den Voorzitter hadden herdacht en hem op d'een of d'andere wijze een blijk van waardeeriug hadden gegeven. Dit zou anderen, die reden meenen te hebben aan het succes der vereeniging te twijfe¬ len , tot andere gedachten kunnen brengen. Och! de ellende door het misbruik van sterken drank teweeggebracht, is allerwege nog zóó groot, dat de jubilaris goed zou doen ons de moedgevende ervaringen van zijn 25jarig voorzitterschap iu ruimeren kring mede te deelen. om hunne zoolang genoten voorrechten te moeten zien verminderen. Maar waar de strijd om het bestaan voor allen in onze dagen zwaarder dan ooit is, zullen zij zelve erkennen dat hier de in¬ komsten niet zijn in verhouding tot de werkzaam¬ heden of van de kennis, die er voor vereischt wordt oin loten uit te tellen en in te pakken. Dat kan immers ieder doen? Moge de tijd spoedig komen dat de geheele Staatsloterij, behoort tot de dagen van Olim! Het hoofdbestuur der Maatschappij voor Ge¬ neeskunde is voor het jaar 1885 samengesteld als volgt: Prof. A. P. Fokker, Groningen, pre sident; W. P. Ruysch , 's Gravenhage , vice-pre¬ sident; dr. A. A. G. Guve, Amsterdam, secre¬ taris; dr. M. Juda, Amsterdam, penningmeester; dr. C. E. Daniels, Amsterdam, bibliothecaris; prof. P. K. Pel, Amsterdam, vice-secretaris; dr. C. Van der Boon, Meppel; dr. II. P. Kapteyn, Abkoude; dr. J. A. Korteweg, Amsterdam; dr. C. J. Snijders, 's Gravensande; en dr. Jac. B. de la Faille, Leeuwarden, leden. Door de Maatschappij ter bevordering der bouwkunst wordt eene prijsvraag uitgeschreven voor de bebouwing van het terrein achter het Rijksmuseum te Amsterdam. Te Rotterdam is volgens het Hhl. met vrij goeden uitslag een zandsproeiwagen in gebruik gesteld, om gladde straten begaanbaar te maken. Zulk een wagen zou den inwoners van Hoorn zeker ook zeer welkom zijn. Het was dezer dagen koddig te zien hoe sommige voetgangers al glij¬ dende worstelden om het evenwicht te houden en ten slotte toch als gevallene grootheden konden begroet worden. Intusschen zulk een val kon voor rnenschen op leeftijd zeer gevaarlijk zijn en wij wenschen daarom dat ieder gemeentebestuur spoedig in het bezit kome van een goedwerkende zand- sproeiwagen. Omtrent de meergemelde zaak der Engelsche dames te 's Hage meldt de Haagsche Ct. 't vol¬ gende : Wij vernemen, dat de klacht van de Engelsche dames over een onwellevende bejegening door de Haagsche politie, door tusschenkomst van den Engelschen gezant aan den Minister van Buiten- landsche Zaken gezonden, ter kennis is gebracht vau zijn ambtgenoot van Justitie. De Minister van Justitie heeft de stukken ge¬ zonden aan den procureur-generaal te 's Graven¬ hage om bericht, consideratie en advies. Het hoofd van het parket heeft onmiddellijk een enquête ingesteld bij de politie aldaar. Allen ambtenaren en beambten, die zoowel bij de over¬ brenging naar het commissariaat als bij het ge¬ beurde in het politiebureau tegenwoodig waren, is gelast van hun bevinding schriftelijk rapport te doen. Bij het verhoor voor den hoofdcommissaris van politie van de beide Eng. dames, alsmede van de dienaren van politie, die bij de overbrenging naar het commissariaat hunne diensten verleenden, en eenige ooggetuigen werd ieder hunner iu de gelegenheid gesteld zijne verklaring af te leggen ten overstaan van den heer E. Brine, vice-consul van Groot-Brittannië te 's Gravenhage, bijgestaan door jhr. Teding van Berkhout, leeraar aan de H. B. S., als tolk. Uit dit verhoor op tegenspraak moet zijn ge¬ bleken dat, terwijl de politiedienaren benevens hunne getuigen volhouden, dat de politie alleen is tusschenbeiden gekomen ter bescherming van de dames tegen het straatgemeen, en de dames op hare beurt geenszins zulk een ongunstigen in¬ druk hebben ontvangen van hare behandeling in het politiebureau door een of meer der inspec¬ teurs, zij desniettemin staande houden, dat haar geleide naar het commissariaat willekeurig was en volstrekt niet als beschermmaatregel ondernomen kon zijn. Uit hetgeen in den laatsten tijd omtrent de Staatsloterij is medegedeeld blijkt, dat deze zaak, waarvan reeds de grondslag vicieus is, ook in de toepassing menige reden tot aanmerking geeft. In het Fad. wordt nu onder anderen mede¬ gedeeld, dat de collecteurs voor een lot betalen ƒ 60 en het aan de gedelegeerden voor gemid¬ deld ƒ65 overdoen. Zij eischen van dezen contante betaling of goede borgen. De collecteur heeft niets te doen dan de loten te laten afhalen, te teekenen en aan de gedelegeerden uit te reiken. Hiervoor ontvangen zij ƒ 5 per lot; er zijn drie loterijen in het jaar; dit maakt ƒ15 en nu heeft de collecteur Polak in den Haag 1800 loten, de collecteur de Vassy 525 loten, de collec¬ teur van Stockum 450 loten, en zij maken dus onderscheidenlijk een inkomen van ƒ 27,000, ƒ 7872 en ƒ 6750. Wij geven toe, dat het eene zeer onaangename gewaarwording moet zijn voor de HH. collecteurs In de Enkhuizer Cour. van heden lezen wij het volgende: „In de Amsterdammer D. v. N. van 6 Jan. 1.1. en voorts in het Nieuws v. d. Dag en de Haarlemmer courant van den 7den leest men onder de nieuws berichten: „Naar men ons mededeelt, hebben eenige jonge dames te Enkhuizen het plan opgevat om aldaar eene Sociëteit voor dames op te richten." Er schijnt in onze stad tegenwoordig een correspondent van Dagbladen te schuilen, die' blijkbaar aan de kinderschoenen nog niet goed ontwassen, zich nu eens ongemakkelijk beet laat nemen, dan weder meent zich de meest ongepaste grappen te kunnen veroorloven. Het publiek zij bij deze gelegenheid eeus en voor goed voor dien kwant gewaarschuwd en late zich nu noch in het vervolg iets door hem op den mouw spelden. Wij voor ons verklaren nadrukkelijk, dat wij hoege¬ naamd niets hebben vernomen, wat aanleidiug kan hebben gegeven tot zijn opzienbarend bericht, en hopen daarom, dat de bladen die het plaatsten, al ware 't alleen in hun eigen belang en in dat der eerlijkheid en goede trouw, ook beleefd ge¬ noeg zullen zijn om onze tegenspraak op te nemen." Hoewel wij dit bericht niet overnamen, willen we er gaarne toe medewerken dit ook wat al te „geruchtmakend" bericht, dat reeds in vele bladen de ronde deed, tegen te spreken. Naar de Amst.. verneemt, sluit de rekening der te Amsterdam gehouden internationale land¬ bouwtentoonstelling zonder tekort. Nu het schijnt dat het ijsvermaak eindelijk eens kan genoten worden, deelen we het volgende imede. De meeningen omtrent voldoende ijsdikte schij¬ nen nog al uiteen te loopen, zoodat ook het annonceeren dier dikte, zooals door sommige ijsclubs geschiedt, niet veel gerustheid geeft. Een inzender in het Utr. Dgll. geeft de vol¬ gende aanwijziug, die wij, als uit offieieele bron geput, gaarne mededeelen om tot het voorkomen van ongelukkeu mede te werken. „Gewoonlijk neemt men aan, voor enkele man¬ schappen 0.04 M., infanterie met tusschenruimte 0.08 M., gesloten infanterie 0.09 M. Aangezien men nu eene schaatsenrijdende menigte het best bij inf. met tusschenr. kan vergelijken, is dus 0.08 M. gebiedend noodzakelijk. Daar het echter meermalen voorkomt, dat op een of ander punt toevallige samenkomsten plaats hebben, komt het mij voor, dat beneden 0.09 M. het bestuur der IJsclub niet verantwoord is, indien het toestemming verleent tot het gebruiken der baan voor meer dan enkele personen." Men schrijft aan het Fad.: In den Over- brakerpolder, een waterschap gelegen buiten de De Betaalmeester hielp hem. Zij drukten tegen den steen zoodat hun 't zweet uitbrak, niet het koude angstzweet, neen, schitterende parelen van krachtige inspanning stonden hen op 't gezicht. Doch de steen bewoog zich niet. „Wij zijn een paar dwazen, sprak de Commis- „saris, de steen is niet van zijn plaats te brengen. „En toch die verdachte klank! Laten we naar „buiteu gaan." Zij gingen naar buiten. De Betaalmeester sloot alles zorgvuldig dicht, 't Was nog voor drieën; de beambten waren nog niet terug. Het deftige klooster, 't welk thans tot regee- rings-gebouw diende, lag vroeger buiten den ring¬ muur der stad. Ringmuur eu poort waren reeds lang opgeruimd, want de stad had zich naar alle zijden uitgebreid, maar in den omtrek van 't klooster was het zoo gebleven als 't vroeger was. Met zijn linkervleugel lag dit gebouw naar de stad toe. Aan zijn rechterhoek stond vroeger de kerk. in onmiddellijk verband met de kloostermuren. Zij was later afgebroken en verbouwd in vertrekken voor de regeeriugs-beambten. Slechts de boven¬ matig dikke mureu aan 't einde der kerk had men laten staan om daar de lokalen voor het ministerie van financiën in te richten. In het uiteinde, juist daar waar vroeger het hoog-altaar gestaan had, was nu de geldkelder aangebracht. Daarheen richtten nu de Betaalmeester en de Commissaris van politie hunne schreden. De ronde hoek der kerk lag naar de landzijde en geheel vrij. Zij werd omvat door een grasperk, waarop een schildwachthuisje stond. Onmiddellijk daaraan grenzende, lag een groote, prachtige tuin. Aan de overzijde van den tuin zag men een nog hooger en grooter gebouw, waarbij de tuin behoorde. Toen het klooster nog bestond, was het de wo- uing van den Proost geweest, en daarom heette het ook nu „de proostdij." Op dit oogenblik werd het door den regeeriugs-president bewoond. „Voor een politie-beambte, een woestijn," sprak „de Commissaris. Geen enkele opening, geen stel- „laadje hier of daar, waar aan het scherpziende „oog iets verdachts kan zien. Uw geldkelder ligt „in een onneembare vesting. De muren zijn waarlijk „vijf roet dik. Hier ziet men het duidelijk. De „vensters zijn zoo smal, dat geen kleermaker, en „de ijzeren staven daarin zoo nauw aan een be- „vëstigd dat geen muis er door kan. En ten over¬ vloede staat daar ook nog de schildwacht. Alzoo, „amice Aders, weet ge of hebt gij ook wat „anders?" De Betaalmeester wist niets meer. Op eens ver¬ wijdden eu verhelderden zich de oogen van den Commissaris. Zij maten de hoogte der muren, de grootte der steenen, en scheenen in den grond te willen boren. „Wel drommel!" riep hij. „Wat is er Swarz?" „De ingang naar den kelder is iu uw kantoor?" „Je bent er immers zelf geweest? „Hoeveel trapjien waren er?" „Drie" en 't zijn hooge." „En hier buiten ligt de grond hoog bij den „muur op. En, en —" „Wat meen je toch en wat bereken je, Swarz ?" „Stil, stil!" „Maar waarheen staar je toch zoo?" „Stoor me niet." (Wordt vervolgd.) Willemspoort te Amsterdam, wordt de nieuwe gasfabriek voor Amsterdam gesticht, en de stad had voor den aanleg van dat werk noodig het terrein, waarop de polderwaterraolen stond en een deel der kade, die polderwaterkeering is. Na lange ouderhoudelingeu zijn de molen enz. aan de stad overgegaan. Amsterdam plaatste voor haar rekening ten behoeve des polders een geheel nieuw stoomgemaal, en gaf bovendien een kapitaal van een en dertig duizend gulden. Voorts is de polder voortaan ontheven van het onderhoud van het onderhoud van de helft der kade, die nu geen waterkeering meer behoeft te zijn. Wij vernemen, dat door die ingelanden van dit kleine poldertje is besloten ƒ 5000 te plaatsen op het grootboek en ƒ 25000 onder elkaar te verdeelen, bunder-bunders-gewijze! Circa ƒ 200 per hectare! Ingelanden hebben op zulk een besluit geen hoogere goedkeuring noodig. Tot voorzitter van den polder Beschoot is benoemd de heer D. Schuitemaker Lz. te Grost- huizen, in plaats van den heer P. Hoek Spaans, overleden. Naar de Amst. Cl. verneemt, is aan de ambtenaren der Holl. IJz. spoorwegmaatsch. bij dagorder gelast geen berichten omtrent die maat¬ schappij aan de pers bekend te maken. Na ont¬ dekt vergrijp zal de overtreder onmiddellijk uit zijne betrekking worden ontslagen. De maatschappij zal waarschijnlijk spoedig in¬ zien, dat zij op deze wijze alleen bevordert, dat minder goed ingelichten dan haar ambtenaren nu mededeeliugen doen, die dientengevolge der maat¬ schappij nog onaangenamer zullen zijn. Wauneer zullen sommige autoriteiten hier te lande toch eiudelijk gaan inzien, dat tijdige en volledige openbaarheid het eenig afdoende middel is, om lasterlijke of overdreven berichten te voorkomen of onschadelijk te maken? De gemeenteraad van 's Gravenhage heeft besloten tot geleidelijke afschaffing der kermis, in den geest vau geheele afschaffing, binnen eenige, doch niet van een bepaald aantal jaren. De heer E. Lacheret verdedigt zich in het Fad. tegen den aanval van prof. S. Vissering. Hij verklaart daarin dat hij niet de Doopsgezin¬ den bestrijdt, maar wel de moderne leer, die in de kerk der Mennonieten te 's Gravenhage wordt gepredikt. Alsof dit eenig onderscheid maakt! Onverdraag¬ zaamheid tegen een secte of tegen eene godsdien¬ stige richting, dat komt op hetzelfde neer. Dat men iu onze beschaafde 19de eeuw zoo onver¬ draagzaam zijn kan en dit op zoo duidelijke wijze uitspreekt, als de Waalsche predikant uit deu Haag deed, dat is ergerlijk en kon ons doen twijfelen of er inderdaad vooruitgang is. Gij die vrijheid van overtuiging vraagt voor u zeiven, geef haar ook aan anderen! Niet minder dan 131 sollicitanten hebben zich aangemeld voor de vacante betrekking van bouwkundig opzichter bij de gemeentewerken te Arnhem. Naar men verneemt, zal de Willem Barents dit jaar geen reis naar de Noordpool-ge westen ondernemen. De kamer van koophandel te Enschede heeft besloten, een adres in te zenden aan den minister van waterstaat enz., om het uitvoerrecht van suiker in Indië af te schaffen, en het adres van de kamer te Oosterhout, tot het bekomen van een lager tarief der aangeteekende brieven met aangegeven geldswaarde, te steunen. Het is te wenschen dat dit voorbeeld door meerdere Kamers van Koophandel worde gevolgd. De Hollandsche Maatschappij van landbouw heeft het rapport van eene commissie, benoemd om op te sporen de middelen, om de bestaande knoeierijen in den boterhandel tegen te gaan, benevens haar voorstel om eene vereeniging hier te lande op te richten tot bescherming van den handel in natuurboter, verzonden aan de verschil¬ lende landbouw-maatschappijen in Nederland, met het verzoek om te willen medewerken tot het tot stand komen van bedoelde vereeniging. Daar er in ons land ten minste 70 kunstboterfabrieken zijn, zoo ligt voor de hand dat daardoor eene bedenkelijke en zeer schadelijke concurrentie voor den landbouwenden stand is ontstaan. BlaatselijLce Berichten. Hoorn 9 Jan. Dinsdagavond gaf de rederijkers¬ kamer „Hofdijk" hare tweede openbare uitvoering in het Parklokaal. De Rijzweep van J. Hubertus Janssen werd op zeer verdienstelijke wijze opgevoerd. Het stuk is te algemeen bekend om in bizonderheden te behandelen; genoeg zij gezegd dat ieder naar zijn vermogen tot het welslagen heeft medegewerkt, ofschoon we niet willen verzwijgen dat de rol van Gustaaf Muller beter tot zijn recht had moeten komen. Het juiste karakter werd in geen enkel tooneel weergegeven. Hendrik was zeer natuurlijk maar nu en dan wel wat te, levendig.