Tekstweergave van WFNHC_1885_01_10_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
(laar
vergoten
bloed,"
zoo
spreekt
een
van
dé
Fransche
bladen.
Al
weer
dus
een
nieuwe
titel
van
eigendoms
verkrijging
uitgevonden!
Maar
bet
blad
vergeet
zich,
als
het
meent
dat
alleen
andere
mogendheden
begeerige
blikken
werpen
op
plekken
die
voor
koloniën
geschikt
zijn.
Frank¬
rijk
zelt'
doet
in
dat
streven
naar
kolonisatie
ook
al
even
goed
mee
en
het
stilzwijgende
bondge¬
nootschap
met
Duitschland
tegen
Engeland
is
daarvan
het
gevolg.
De
eenige
die
reden
heeft
om
naijverig
te
zijn
is
vooralsnog
dus
slechts
de
Britsche
regeering,
die
daarenboven
in
dat
bondgenootschap
nog
reden
heeft
om
bezorgd
te
zijn
over
de
Egyptische
z
aken.
De
langzaamheid
van
het
parlement
daarbij,
wordt
meer
en
meer
afgekeurd
en
ook
de
Times
zelf
protesteerde
dezer
dagen
krachtig.
„'t
Kan
zijn,"
zegt
het
blad,
„dat
verdeeldheid
in
den
boezem
van
't
ministerie
het
van
krach¬
tige
handelingen
zal
aftrekken
maar
het
zou
waar¬
diger
en
voordeeliger
zijn
vrijwillig
af
te
treden
en
geen
veroordeelende
stemming
van
het
parle¬
ment
af
te
wachten,
indien
er
verdeeldheid
in
het
ministerie
is.
„Dit
wordt
door
het
land
geëischt,
indien
de
ministers
niet
in
staat
zijn
een
krachtig
besluit
te
nemen
en
niets
vermogen
dan
te
drijven
op
den
stroom
der
gebeurtenissen."
Het
blad
ziet
dan
ook
in
het
Fransch-Duitsch
bondgenootschap
een
feit
dat
het
kabinet
zal
dwingen
eindelijk
eens
te
bedenken
om
bf
af
te
treden
öf
zijn
gedragslijn
te
veranderen.
Of
die
alliantie
echter
lang
stand
zal
houden
is
nog
zoo
heel
zeker
niet.
Nog
altijd
is
er
in
het
Fransche
volk
iets
overgebleven
van
den
ouden
geest
die
het
in
1870
deed
juichen
toen
de
kreet
weerklonk
„a
Berlin,"
en
het
in
1883
met
stee-
nen
deed
werpen
naar
Alfousus
XII,
die
voor
Russier
werd
uitgescholden
enkel
en
alleen
om¬
dat
de
Duitsche
Keizer
hem
met
een
Russisch
regiment
had
begiftigd.
Ten
bewijze
daarvan
dienen
de
volgende
woorden,
ontleend
aan
een
rede
van
den
heer
Paul
Bezt,
weleer
een
mede¬
stander
van
wijlen
Gambetta,
die
hij
dezer
dagen
hield
ter
herinnering
aan
den
overledene
dictator.
„Zijn
graf
zal
niet
werkelijk
gesloten
zijn
eer
de
taak,
welke
hij
zich
zelf
stelde,
voltooid
is.
De
Republiek
is
gegrondvest
en
bevestigd,
maar
de
herstelling
der
oude
grenzen
moet
nog
g
schieden.
Sceptische
naturen
mogen
dit
een
droom
noemen,
doch
indien
twee
jaren
geleden
de
dood
Gambetta's
dagen
niet
plotseling
had
afgesneden,
dan
..."
Hier
zweeg
de
spreker,
maar
ieder
kan
het
in
gedachten
aanvullen
zonder
vrees
voor
vergissing.
Als
Gambetta
zien
moest
wat
er
tegenwoordig
gebeurde,
zou
hij
zich
zijn
tochten
met
de
luchtbal¬
lon
herinneren
en
er
aan
denken
hoe
dikwijls
hij
de
kogels
der
Duitschers
met
gevaar
voor
zijn
leven
moest
ontvluchten,
en
zijn
haren
zouden
te
bergen
rijzen.
Dat
Luciahaai
reeds
geannexeerd
is
wordt
te
gengesproken
en
natuurlijk.
Het
spreekt
vanzelf
dat
er
daartoe
eerst
toestemming
noodig
zal
zijn
van
de
nieuwe
Boeren
republiek
die
bet
protec
toraat
over
Zoeloeland
heeft.
Yan
den
anderen
kant
is
Engeland
weer
bezig.
Het
gerucht
gaat
dat
deze
mogendheid
bezit
beeft
genomen
van
de
ge-
heele
Pondo-kust.
Spoedig
blijft
er
van
Atrika
zoodoende
geen
plekje
meer
onbezet
over.
Ten
slotte
nog
een
mededeeling
over
de
sou-
vereiniteit
over
den
Congo-Staat.
Het
heet
nu
dat
niet
Leopold
II
die
zal
aanvaarden,
maar
prins
Hendrik,
tweede
zoon
van
den
Duitschen
kroon¬
prins.
Liever
had
men
prins
Boudewijn
van
Vlaan¬
deren,
maar
deze
is
nog
te
jong.
Waarschijnlijk
zullen
er
echter
nog
wel
eenige
plannen
worden
gemaakt.
BINNENLAND.
—
De
heer
K.
T.
Baron
van
Lijnden
van
Sandenburg
herdacht
gister
zijn
25jarige
werk¬
zaamheid
als
voorzitter
van
het
bestuur
der
Haagsche
afdeeling
van
de
Ned.
Vereen,
tot
af¬
schaffing
van
sterken
drank.
Bij
die
gelegenheid
werd
hem
onder
treffende
blijken
van
waardeering
aangeboden
een
prachtige
aneroïde-barometer
op
ebbenhouten
voetstuk,
voorzien
van
een
zilveren
plaat,
waarop
te
lezen
staat:
„1860
4/1
1885.
Aan
K.
T
Baron
Van
Lijnden,
voorzitter
van
de
afdeeling
's
Gravenhage
der
Nederlandsche
Ver¬
eeniging
tot
afschaffing
van
sterken
drank,
na
25jarige
onverdeelde
toewijding
en
voorbeeldelooze
volharding."
Eigenaardig
zou
het
zijn,
indien
ook
zij,
die
op
het
initiatief
der
vereeniging,
het
gebruik
van
sterkendrank
inderdaad
hadden
afgeschaft,
den
Voorzitter
hadden
herdacht
en
hem
op
d'een
of
d'andere
wijze
een
blijk
van
waardeeriug
hadden
gegeven.
Dit
zou
anderen,
die
reden
meenen
te
hebben
aan
het
succes
der
vereeniging
te
twijfe¬
len
,
tot
andere
gedachten
kunnen
brengen.
Och!
de
ellende
door
het
misbruik
van
sterken
drank
teweeggebracht,
is
allerwege
nog
zóó
groot,
dat
de
jubilaris
goed
zou
doen
ons
de
moedgevende
ervaringen
van
zijn
25jarig
voorzitterschap
iu
ruimeren
kring
mede
te
deelen.
om
hunne
zoolang
genoten
voorrechten
te
moeten
zien
verminderen.
Maar
waar
de
strijd
om
het
bestaan
voor
allen
in
onze
dagen
zwaarder
dan
ooit
is,
zullen
zij
zelve
erkennen
dat
hier
de
in¬
komsten
niet
zijn
in
verhouding
tot
de
werkzaam¬
heden
of
van
de
kennis,
die
er
voor
vereischt
wordt
oin
loten
uit
te
tellen
en
in
te
pakken.
Dat
kan
immers
ieder
doen?
Moge
de
tijd
spoedig
komen
dat
de
geheele
Staatsloterij,
behoort
tot
de
dagen
van
Olim!
—
Het
hoofdbestuur
der
Maatschappij
voor
Ge¬
neeskunde
is
voor
het
jaar
1885
samengesteld
als
volgt:
Prof.
A.
P.
Fokker,
Groningen,
pre
sident;
W.
P.
Ruysch
,
's
Gravenhage
,
vice-pre¬
sident;
dr.
A.
A.
G.
Guve,
Amsterdam,
secre¬
taris;
dr.
M.
Juda,
Amsterdam,
penningmeester;
dr.
C.
E.
Daniels,
Amsterdam,
bibliothecaris;
prof.
P.
K.
Pel,
Amsterdam,
vice-secretaris;
dr.
C.
Van
der
Boon,
Meppel;
dr.
II.
P.
Kapteyn,
Abkoude;
dr.
J.
A.
Korteweg,
Amsterdam;
dr.
C.
J.
Snijders,
's
Gravensande;
en
dr.
Jac.
B.
de
la
Faille,
Leeuwarden,
leden.
—
Door
de
Maatschappij
ter
bevordering
der
bouwkunst
wordt
eene
prijsvraag
uitgeschreven
voor
de
bebouwing
van
het
terrein
achter
het
Rijksmuseum
te
Amsterdam.
—
Te
Rotterdam
is
—
volgens
het
Hhl.
—
met
vrij
goeden
uitslag
een
zandsproeiwagen
in
gebruik
gesteld,
om
gladde
straten
begaanbaar
te
maken.
Zulk
een
wagen
zou
den
inwoners
van
Hoorn
zeker
ook
zeer
welkom
zijn.
Het
was
dezer
dagen
koddig
te
zien
hoe
sommige
voetgangers
al
glij¬
dende
worstelden
om
het
evenwicht
te
houden
en
ten
slotte
toch
als
gevallene
grootheden
konden
begroet
worden.
Intusschen
zulk
een
val
kon
voor
rnenschen
op
leeftijd
zeer
gevaarlijk
zijn
en
wij
wenschen
daarom
dat
ieder
gemeentebestuur
spoedig
in
het
bezit
kome
van
een
goedwerkende
zand-
sproeiwagen.
—
Omtrent
de
meergemelde
zaak
der
Engelsche
dames
te
's
Hage
meldt
de
Haagsche
Ct.
't
vol¬
gende
:
Wij
vernemen,
dat
de
klacht
van
de
Engelsche
dames
over
een
onwellevende
bejegening
door
de
Haagsche
politie,
door
tusschenkomst
van
den
Engelschen
gezant
aan
den
Minister
van
Buiten-
landsche
Zaken
gezonden,
ter
kennis
is
gebracht
vau
zijn
ambtgenoot
van
Justitie.
De
Minister
van
Justitie
heeft
de
stukken
ge¬
zonden
aan
den
procureur-generaal
te
's
Graven¬
hage
om
bericht,
consideratie
en
advies.
Het
hoofd
van
het
parket
heeft
onmiddellijk
een
enquête
ingesteld
bij
de
politie
aldaar.
Allen
ambtenaren
en
beambten,
die
zoowel
bij
de
over¬
brenging
naar
het
commissariaat
als
bij
het
ge¬
beurde
in
het
politiebureau
tegenwoodig
waren,
is
gelast
van
hun
bevinding
schriftelijk
rapport
te
doen.
—
Bij
het
verhoor
voor
den
hoofdcommissaris
van
politie
van
de
beide
Eng.
dames,
alsmede
van
de
dienaren
van
politie,
die
bij
de
overbrenging
naar
het
commissariaat
hunne
diensten
verleenden,
en
eenige
ooggetuigen
werd
ieder
hunner
iu
de
gelegenheid
gesteld
zijne
verklaring
af
te
leggen
ten
overstaan
van
den
heer
E.
Brine,
vice-consul
van
Groot-Brittannië
te
's
Gravenhage,
bijgestaan
door
jhr.
Teding
van
Berkhout,
leeraar
aan
de
H.
B.
S.,
als
tolk.
Uit
dit
verhoor
op
tegenspraak
moet
zijn
ge¬
bleken
dat,
terwijl
de
politiedienaren
benevens
hunne
getuigen
volhouden,
dat
de
politie
alleen
is
tusschenbeiden
gekomen
ter
bescherming
van
de
dames
tegen
het
straatgemeen,
en
de
dames
op
hare
beurt
geenszins
zulk
een
ongunstigen
in¬
druk
hebben
ontvangen
van
hare
behandeling
in
het
politiebureau
door
een
of
meer
der
inspec¬
teurs,
zij
desniettemin
staande
houden,
dat
haar
geleide
naar
het
commissariaat
willekeurig
was
en
volstrekt
niet
als
beschermmaatregel
ondernomen
kon
zijn.
—
Uit
hetgeen
in
den
laatsten
tijd
omtrent
de
Staatsloterij
is
medegedeeld
blijkt,
dat
deze
zaak,
waarvan
reeds
de
grondslag
vicieus
is,
ook
in
de
toepassing
menige
reden
tot
aanmerking
geeft.
In
het
Fad.
wordt
nu
onder
anderen
mede¬
gedeeld,
dat
de
collecteurs
voor
een
lot
betalen
ƒ
60
en
het
aan
de
gedelegeerden
voor
gemid¬
deld
ƒ65
overdoen.
Zij
eischen
van
dezen
contante
betaling
of
goede
borgen.
De
collecteur
heeft
niets
te
doen
dan
de
loten
te
laten
afhalen,
te
teekenen
en
aan
de
gedelegeerden
uit
te
reiken.
Hiervoor
ontvangen
zij
ƒ
5
per
lot;
er
zijn
drie
loterijen
in
het
jaar;
dit
maakt
ƒ15
en
nu
heeft
de
collecteur
Polak
in
den
Haag
1800
loten,
de
collecteur
de
Vassy
525
loten,
de
collec¬
teur
van
Stockum
450
loten,
en
zij
maken
dus
onderscheidenlijk
een
inkomen
van
ƒ
27,000,
ƒ
7872
en
ƒ
6750.
Wij
geven
toe,
dat
het
eene
zeer
onaangename
gewaarwording
moet
zijn
voor
de
HH.
collecteurs
—
In
de
Enkhuizer
Cour.
van
heden
lezen
wij
het
volgende:
„In
de
Amsterdammer
D.
v.
N.
van
6
Jan.
1.1.
en
voorts
in
het
Nieuws
v.
d.
Dag
en
de
Haarlemmer
courant
van
den
7den
leest
men
onder
de
nieuws
berichten:
„Naar
men
ons
mededeelt,
hebben
eenige
jonge
dames
te
Enkhuizen
het
plan
opgevat
om
aldaar
eene
Sociëteit
voor
dames
op
te
richten."
Er
schijnt
in
onze
stad
tegenwoordig
een
correspondent
van
Dagbladen
te
schuilen,
die'
blijkbaar
aan
de
kinderschoenen
nog
niet
goed
ontwassen,
zich
nu
eens
ongemakkelijk
beet
laat
nemen,
dan
weder
meent
zich
de
meest
ongepaste
grappen
te
kunnen
veroorloven.
Het
publiek
zij
bij
deze
gelegenheid
eeus
en
voor
goed
voor
dien
kwant
gewaarschuwd
en
late
zich
nu
noch
in
het
vervolg
iets
door
hem
op
den
mouw
spelden.
Wij
voor
ons
verklaren
nadrukkelijk,
dat
wij
hoege¬
naamd
niets
hebben
vernomen,
wat
aanleidiug
kan
hebben
gegeven
tot
zijn
opzienbarend
bericht,
en
hopen
daarom,
dat
de
bladen
die
het
plaatsten,
al
ware
't
alleen
in
hun
eigen
belang
en
in
dat
der
eerlijkheid
en
goede
trouw,
ook
beleefd
ge¬
noeg
zullen
zijn
om
onze
tegenspraak
op
te
nemen."
Hoewel
wij
dit
bericht
niet
overnamen,
willen
we
er
gaarne
toe
medewerken
dit
ook
wat
al
te
„geruchtmakend"
bericht,
dat
reeds
in
vele
bladen
de
ronde
deed,
tegen
te
spreken.
—
Naar
de
Amst..
verneemt,
sluit
de
rekening
der
te
Amsterdam
gehouden
internationale
land¬
bouwtentoonstelling
zonder
tekort.
—
Nu
het
schijnt
dat
het
ijsvermaak
eindelijk
eens
kan
genoten
worden,
deelen
we
het
volgende
imede.
De
meeningen
omtrent
voldoende
ijsdikte
schij¬
nen
nog
al
uiteen
te
loopen,
zoodat
ook
het
annonceeren
dier
dikte,
zooals
door
sommige
ijsclubs
geschiedt,
niet
veel
gerustheid
geeft.
Een
inzender
in
het
Utr.
Dgll.
geeft
de
vol¬
gende
aanwijziug,
die
wij,
als
uit
offieieele
bron
geput,
gaarne
mededeelen
om
tot
het
voorkomen
van
ongelukkeu
mede
te
werken.
„Gewoonlijk
neemt
men
aan,
voor
enkele
man¬
schappen
0.04
M.,
infanterie
met
tusschenruimte
0.08
M.,
gesloten
infanterie
0.09
M.
Aangezien
men
nu
eene
schaatsenrijdende
menigte
het
best
bij
inf.
met
tusschenr.
kan
vergelijken,
is
dus
0.08
M.
gebiedend
noodzakelijk.
Daar
het
echter
meermalen
voorkomt,
dat
op
een
of
ander
punt
toevallige
samenkomsten
plaats
hebben,
komt
het
mij
voor,
dat
beneden
0.09
M.
het
bestuur
der
IJsclub
niet
verantwoord
is,
indien
het
toestemming
verleent
tot
het
gebruiken
der
baan
voor
meer
dan
enkele
personen."
—
Men
schrijft
aan
het
Fad.:
In
den
Over-
brakerpolder,
een
waterschap
gelegen
buiten
de
De
Betaalmeester
hielp
hem.
Zij
drukten
tegen
den
steen
zoodat
hun
't
zweet
uitbrak,
niet
het
koude
angstzweet,
neen,
schitterende
parelen
van
krachtige
inspanning
stonden
hen
op
't
gezicht.
Doch
de
steen
bewoog
zich
niet.
„Wij
zijn
een
paar
dwazen,
sprak
de
Commis-
„saris,
de
steen
is
niet
van
zijn
plaats
te
brengen.
„En
toch
die
verdachte
klank!
Laten
we
naar
„buiteu
gaan."
Zij
gingen
naar
buiten.
De
Betaalmeester
sloot
alles
zorgvuldig
dicht,
't
Was
nog
voor
drieën;
de
beambten
waren
nog
niet
terug.
Het
deftige
klooster,
't
welk
thans
tot
regee-
rings-gebouw
diende,
lag
vroeger
buiten
den
ring¬
muur
der
stad.
Ringmuur
eu
poort
waren
reeds
lang
opgeruimd,
want
de
stad
had
zich
naar
alle
zijden
uitgebreid,
maar
in
den
omtrek
van
't
klooster
was
het
zoo
gebleven
als
't
vroeger
was.
Met
zijn
linkervleugel
lag
dit
gebouw
naar
de
stad
toe.
Aan
zijn
rechterhoek
stond
vroeger
de
kerk.
in
onmiddellijk
verband
met
de
kloostermuren.
Zij
was
later
afgebroken
en
verbouwd
in
vertrekken
voor
de
regeeriugs-beambten.
Slechts
de
boven¬
matig
dikke
mureu
aan
't
einde
der
kerk
had
men
laten
staan
om
daar
de
lokalen
voor
het
ministerie
van
financiën
in
te
richten.
In
het
uiteinde,
juist
daar
waar
vroeger
het
hoog-altaar
gestaan
had,
was
nu
de
geldkelder
aangebracht.
Daarheen
richtten
nu
de
Betaalmeester
en
de
Commissaris
van
politie
hunne
schreden.
De
ronde
hoek
der
kerk
lag
naar
de
landzijde
en
geheel
vrij.
Zij
werd
omvat
door
een
grasperk,
waarop
een
schildwachthuisje
stond.
Onmiddellijk
daaraan
grenzende,
lag
een
groote,
prachtige
tuin.
Aan
de
overzijde
van
den
tuin
zag
men
een
nog
hooger
en
grooter
gebouw,
waarbij
de
tuin
behoorde.
Toen
het
klooster
nog
bestond,
was
het
de
wo-
uing
van
den
Proost
geweest,
en
daarom
heette
het
ook
nu
„de
proostdij."
Op
dit
oogenblik
werd
het
door
den
regeeriugs-president
bewoond.
„Voor
een
politie-beambte,
een
woestijn,"
sprak
„de
Commissaris.
Geen
enkele
opening,
geen
stel-
„laadje
hier
of
daar,
waar
aan
het
scherpziende
„oog
iets
verdachts
kan
zien.
Uw
geldkelder
ligt
„in
een
onneembare
vesting.
De
muren
zijn
waarlijk
„vijf
roet
dik.
Hier
ziet
men
het
duidelijk.
De
„vensters
zijn
zoo
smal,
dat
geen
kleermaker,
en
„de
ijzeren
staven
daarin
zoo
nauw
aan
een
be-
„vëstigd
dat
geen
muis
er
door
kan.
En
ten
over¬
vloede
staat
daar
ook
nog
de
schildwacht.
Alzoo,
„amice
Aders,
weet
ge
of
hebt
gij
ook
wat
„anders?"
De
Betaalmeester
wist
niets
meer.
Op
eens
ver¬
wijdden
eu
verhelderden
zich
de
oogen
van
den
Commissaris.
Zij
maten
de
hoogte
der
muren,
de
grootte
der
steenen,
en
scheenen
in
den
grond
te
willen
boren.
„Wel
drommel!"
riep
hij.
„Wat
is
er
Swarz?"
„De
ingang
naar
den
kelder
is
iu
uw
kantoor?"
„Je
bent
er
immers
zelf
geweest?
„Hoeveel
trapjien
waren
er?"
„Drie"
en
't
zijn
hooge."
„En
hier
buiten
ligt
de
grond
hoog
bij
den
„muur
op.
En,
en
—"
„Wat
meen
je
toch
en
wat
bereken
je,
Swarz
?"
„Stil,
stil!"
„Maar
waarheen
staar
je
toch
zoo?"
„Stoor
me
niet."
(Wordt
vervolgd.)
Willemspoort
te
Amsterdam,
wordt
de
nieuwe
gasfabriek
voor
Amsterdam
gesticht,
en
de
stad
had
voor
den
aanleg
van
dat
werk
noodig
het
terrein,
waarop
de
polderwaterraolen
stond
en
een
deel
der
kade,
die
polderwaterkeering
is.
Na
lange
ouderhoudelingeu
zijn
de
molen
enz.
aan
de
stad
overgegaan.
Amsterdam
plaatste
voor
haar
rekening
ten
behoeve
des
polders
een
geheel
nieuw
stoomgemaal,
en
gaf
bovendien
een
kapitaal
van
een
en
dertig
duizend
gulden.
Voorts
is
de
polder
voortaan
ontheven
van
het
onderhoud
van
het
onderhoud
van
de
helft
der
kade,
die
nu
geen
waterkeering
meer
behoeft
te
zijn.
Wij
vernemen,
dat
door
die
ingelanden
van
dit
kleine
poldertje
is
besloten
ƒ
5000
te
plaatsen
op
het
grootboek
en
ƒ
25000
onder
elkaar
te
verdeelen,
bunder-bunders-gewijze!
Circa
ƒ
200
per
hectare!
Ingelanden
hebben
op
zulk
een
besluit
geen
hoogere
goedkeuring
noodig.
—
Tot
voorzitter
van
den
polder
Beschoot
is
benoemd
de
heer
D.
Schuitemaker
Lz.
te
Grost-
huizen,
in
plaats
van
den
heer
P.
Hoek
Spaans,
overleden.
—
Naar
de
Amst.
Cl.
verneemt,
is
aan
de
ambtenaren
der
Holl.
IJz.
spoorwegmaatsch.
bij
dagorder
gelast
geen
berichten
omtrent
die
maat¬
schappij
aan
de
pers
bekend
te
maken.
Na
ont¬
dekt
vergrijp
zal
de
overtreder
onmiddellijk
uit
zijne
betrekking
worden
ontslagen.
De
maatschappij
zal
waarschijnlijk
spoedig
in¬
zien,
dat
zij
op
deze
wijze
alleen
bevordert,
dat
minder
goed
ingelichten
dan
haar
ambtenaren
nu
mededeeliugen
doen,
die
dientengevolge
der
maat¬
schappij
nog
onaangenamer
zullen
zijn.
Wauneer
zullen
sommige
autoriteiten
hier
te
lande
toch
eiudelijk
gaan
inzien,
dat
tijdige
en
volledige
openbaarheid
het
eenig
afdoende
middel
is,
om
lasterlijke
of
overdreven
berichten
te
voorkomen
of
onschadelijk
te
maken?
—
De
gemeenteraad
van
's
Gravenhage
heeft
besloten
tot
geleidelijke
afschaffing
der
kermis,
in
den
geest
vau
geheele
afschaffing,
binnen
eenige,
doch
niet
van
een
bepaald
aantal
jaren.
—
De
heer
E.
Lacheret
verdedigt
zich
in
het
Fad.
tegen
den
aanval
van
prof.
S.
Vissering.
Hij
verklaart
daarin
dat
hij
niet
de
Doopsgezin¬
den
bestrijdt,
maar
wel
de
moderne
leer,
die
in
de
kerk
der
Mennonieten
te
's
Gravenhage
wordt
gepredikt.
Alsof
dit
eenig
onderscheid
maakt!
Onverdraag¬
zaamheid
tegen
een
secte
of
tegen
eene
godsdien¬
stige
richting,
dat
komt
op
hetzelfde
neer.
Dat
men
iu
onze
beschaafde
19de
eeuw
zoo
onver¬
draagzaam
zijn
kan
en
dit
op
zoo
duidelijke
wijze
uitspreekt,
als
de
Waalsche
predikant
uit
deu
Haag
deed,
dat
is
ergerlijk
en
kon
ons
doen
twijfelen
of
er
inderdaad
vooruitgang
is.
Gij
die
vrijheid
van
overtuiging
vraagt
voor
u
zeiven,
geef
haar
ook
aan
anderen!
—
Niet
minder
dan
131
sollicitanten
hebben
zich
aangemeld
voor
de
vacante
betrekking
van
bouwkundig
opzichter
bij
de
gemeentewerken
te
Arnhem.
—
Naar
men
verneemt,
zal
de
Willem
Barents
dit
jaar
geen
reis
naar
de
Noordpool-ge
westen
ondernemen.
—
De
kamer
van
koophandel
te
Enschede
heeft
besloten,
een
adres
in
te
zenden
aan
den
minister
van
waterstaat
enz.,
om
het
uitvoerrecht
van
suiker
in
Indië
af
te
schaffen,
en
het
adres
van
de
kamer
te
Oosterhout,
tot
het
bekomen
van
een
lager
tarief
der
aangeteekende
brieven
met
aangegeven
geldswaarde,
te
steunen.
Het
is
te
wenschen
dat
dit
voorbeeld
door
meerdere
Kamers
van
Koophandel
worde
gevolgd.
—
De
Hollandsche
Maatschappij
van
landbouw
heeft
het
rapport
van
eene
commissie,
benoemd
om
op
te
sporen
de
middelen,
om
de
bestaande
knoeierijen
in
den
boterhandel
tegen
te
gaan,
benevens
haar
voorstel
om
eene
vereeniging
hier
te
lande
op
te
richten
tot
bescherming
van
den
handel
in
natuurboter,
verzonden
aan
de
verschil¬
lende
landbouw-maatschappijen
in
Nederland,
met
het
verzoek
om
te
willen
medewerken
tot
het
tot
stand
komen
van
bedoelde
vereeniging.
Daar
er
in
ons
land
ten
minste
70
kunstboterfabrieken
zijn,
zoo
ligt
voor
de
hand
dat
daardoor
eene
bedenkelijke
en
zeer
schadelijke
concurrentie
voor
den
landbouwenden
stand
is
ontstaan.
BlaatselijLce
Berichten.
Hoorn
9
Jan.
Dinsdagavond
gaf
de
rederijkers¬
kamer
„Hofdijk"
hare
tweede
openbare
uitvoering
in
het
Parklokaal.
De
Rijzweep
van
J.
Hubertus
Janssen
werd
op
zeer
verdienstelijke
wijze
opgevoerd.
Het
stuk
is
te
algemeen
bekend
om
in
bizonderheden
te
behandelen;
genoeg
zij
gezegd
dat
ieder
naar
zijn
vermogen
tot
het
welslagen
heeft
medegewerkt,
ofschoon
we
niet
willen
verzwijgen
dat
de
rol
van
Gustaaf
Muller
beter
tot
zijn
recht
had
moeten
komen.
Het
juiste
karakter
werd
in
geen
enkel
tooneel
weergegeven.
Hendrik
was
zeer
natuurlijk
maar
nu
en
dan
wel
wat
te,
levendig.