Tekstweergave van WFNHC_1884_01_03_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
M 1: ,, Al ii ii: No. I. ZATERDAG 5 JANUARI. 188A. iff* Nieuwe Hoorusche Courant. Uitgever P. G E E R T S te Hoorn. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdag-avond. Advertentiën worden aangenomen op bovengenoemde dagen tot 's namiddags I uur. Stukken voor de Redactie bestemd uiterlijk den vorigen dag. Abonnementsprijs per kwartaal, voor Hoorn . . . ƒ1,00. u it franco per post . - 1,20. Afzonderlijke nommers - 0,05. Prijs der advertentiën van I—5 regels - 0.40. Elke regel daarboven - 0,0772* Groote letters, randen enz. wordan naar plaatsruimte berekend. Aan den aanvang-. Daar zijn ervaringen die tot hoogen ernst stemmen, en die ons niet zonder aarzeling doen voortgaan. Onze lezers zullen het begrijpen en billijken, wanneer wij zeggen, dat dergelijke ervaringen de onze zijn, waar wij ons gereed maken West-Friesland" zijn reis te doen aanvaarden. Allerlei vragen moeten worden beantwoord: wat willen wij, wat verlangen wij, waar¬ toe weder de reeks onzer bladen met een vermeerderd, zullen wij de taak die met lust aanvaard wordt kunnen volbrengen, zijn onze krachten daartoe voldoende ge¬ oefend F Maar dat zijn overleggingen voor de redacteuren onderling van belang; het publiek vraagt naar dat alles niet. Wij begrijpen dat, en komen daarom eenvoudig met onze verklaring, met het resultaat van een ernstig beraad en onderling overleg. Wat dit nieuwe blad zal willen? De uitgever heeft het in zijne eerste aankondiging duidelijk genoeg ge¬ zegd; wij sluiten ons gaarne aan bij hetgeen hij als zijn voornemen heeft te kennen gegeven. Wij aanvaar¬ den slechts den arbeid, door hem afgebakend, ons ter volvoering opgelegd. Daarom heden slechts een enkel woord ter inleiding, meer niet. De eischen der dagbladpers gesteld, zijn he¬ den zeer groot en hoogst ernstig. Het volksleven is, in menig opzicht, ontwaakt, wordt als tot nieuwe krachtsopenbaring geroepen. Niet meer al¬ leen te midden van, en door de machthebbenden wordt, op ,/lands-vaderlijke wijze," voor zijn belangen gezorgd. Bij alles wat er heden geschiedt en nog geschieden moet, begrijpt het volk dat zijn belangen behartigd worden. Maar daarom mag het niet alles wachten van anderen, niet alles van de Wet alleen. Het volk wie geeft ons een beteren naam, waar we aan 't geheel der staatsburgers denken moet telkens meer inzien en begrijpen, dat de Wet niet anders kan en mag wezen, dan de uitdrukking van de hoogte die het volksleven, in ieder gegeven oogenblik, heeft ingenomen. Maar daartoe is de eerste eisch die heden vervuld moet worden: volksopvoeding in stoffelijken, geestelij¬ ken en zedelijken zin. En zietdaar wat, naar onze innige overtuiging, de roeping is der dagbladpers, inzonderheid van wat de ,/kleine pers" genoemd wordt. Onze groote bladen, die iederen dag eens of meermalen verschijnen, hebben ten taak al de feiten van den dag te bespreken; moeten iederen dag geheel het maatschappelijke leven doen kennen in den uitgebreidsten zin van dit woord. Be¬ scheiden schijnbaar is de roeping der ,/kleine pers" die slechts één of twee malen per week tot de lezers komt. Ja, bescheidener, maar daarom niet minder belangrijk. Zij heeft ten taak, het breede panorama dat de groote bladen dag aan dag voor ons laten voorbijgaan als sa¬ men te vatten; opdat er één levensbeeld ontsta dat, getrouw aan de natuur, allen doet zien waar we tel¬ kens zijn aangekomen, dat telkens het geheel leert overzien en begrijpen. Maar dit is slechts een deel van den arbeid haar toevertrouwd. Ze moet een open oog hebben ook voor het schijnbaar kleine dat in kleiner kring voorvalt, en dat in 't groot geheel der dingen als verzinkt, maar toch van zoo veel belang is voor 't geheel. Ze moet een open oog hebben voor lokale be¬ langen. En verder nog: ze moet telkens de lezers voeren naar het gebied van het schoone om ook den zin daarvoor te wekken; ze moet telkens en telkens weêr iets te zeggen hebben tot het volksgeweten opdat slapenden worden wakker geroepen en nieuwe krachten worden gevormd voor den algemeenen arbeid ... Een deeltje van die taak wil ook n West-Friesland" aanvaarden. Was het noodig, daarvoor in onze oorden nog een blad te voegen bij de bestaande? Wie zal, met het oog op den eigen arbeid, die vraag met volkomene onpartijdigheid kunnen beantwoorden? Laat de uitkomst hier het antwoord geven. Wij kunnen dit slechts zeg¬ gen: jaren lang leefde reeds bij velen in onze streken, te Hoorn en daarbuiten, de wensch, naar meer organen der openbare meening; aldus: er is dus behoefte die nog bevrediging vraagt. En dat verwondert ons geens¬ zins. Het aloude West-Eriesland is een bloeiend deel van ons vaderland; handel en nijverheid zijn daar op een vrij hoog standpunt gekomen; door de nieuwe spoorweg-verbinding zal dat al beter worden. . . zou onder die duizende nijvere, denkende menschen slechts plaats zijn voor twee a drie bladen die meer bijzonder hun belangen bespreken? Die veronderstelling ware te ongerijmd. Daarom wij willen met de bestaande bladen samen werken voor alles wat het volksleven krachtiger kan maken en daardoor het volksgeluk kan vergrooten. Maar er is meer. Of wij het goedvinden of betreu¬ ren, toch is het zoo: wij leven midden in den strijd der partijen. En, bij erkenning van het bestaansrecht van elke partijformatie, moet iedereen zich kunnen uit¬ spreken opdat men, door wrijving van denkbeelden, der waarheid nader kome. Want alles wat openbaar maakt is licht. Van deze beginselen gaan wij uit; deze gedachten vervullen ons, waar wij met vereenigde krachten wil¬ len gaan werken in het belang van onze medeburgers, van West-Friesland bovenal. Wij zullen ons bewegen bovenal op praktisch ter¬ rein; de belangen van handel en landbouw gaan ons bovenal ter harte; maar niet minder de groote belan¬ gen des volks op politiek gebied. Er moet publiek leven worden gewekt. Zonder te verloopen in politieke tinnengieterij, willen wij telkens dat alles bespreken wat aan de orde is gesteld. Maar wij leggen hier geen programma bloot; laat het blijken wat wij willen en kunnen. Wanneer liefde voor de publieke zaak iets beteekent, dan gaan wij moedig en vol vertrouwen aan den arbeid. Maar dan doen wij ook een beroep op onze mede¬ burgers, bovenal op allen die een hart hebben voor onze volksbelangen. Nederland staat, in menig opzicht, vooraan onder de volken, maar Nederland mist nog dat opgewekte, veerkrachtige publieke leven dat elders gevonden wordt. Mocht ons blaadje het bewijzen, dat in het aloude West-Friesland een krachtig leven bloeit. Wij roepen de medewerking in van allen die spreken en schrijven kunnen, en de openbare zaak willen dienen. Waar wij eerbied hebben voor den persoon, wie dan ook, en alles streng zullen weren wat op personaliteiten gelijkt, willen we zaken bespreken en beoordeelen zon¬ der te vragen, of men ons veroordeelen of prijzen zal. Wij achten het noodig dit duidelijk uit te spreken. En waar wij nu dit eerste nommer ter perse leggen nog een enkel woord. Het nieuwe jaar is reeds eenige dagen oud, de heilwenschen zijn gebracht en beant¬ woord, wij voegen nu nog de onze daarbij. Weest al¬ len gezegend, in alle opzichten, gij die dit blad in han¬ den neemt; gezegend zij ons Vaderland, ons altijd de heilige plek waaraan wij verbonden zijn met de beste herinneringen en waaraan ieder onzer de beste krachten moet wijden. Laat er kracht zijn in Nederlands burgers, waarachtige ijver, groote moed. Moge handel, landbouw, nijverheid en veeteelt een jaar van bloei tegemoet gaan. Moge er waarheid zijn op staatkundig-, liefde en waar¬ deering zijn op godsdienstig gebied. En als 1884 is geëindigd, zullen wij dan met vol¬ doening terugzien op den arbeid dien wij nu onderne¬ men? Wij wachten de toekomst af. Maar wat ons en allen moet bezielen waar wij het onbekende tegengaan is de overtuiging, dat alles wat er, in eenigen arbeid met liefde ondernomen, goeds is zal blijven; dat ook het kleine niet onbeduidend is, wanneer het, al is het op bescheidene wijze, iets goeds wil doen. EEN KOMAN OP HET LAND. 't Is Medemblikker paardenmarkt en 8 Juni. Omstreeks dien tijd is het groote hengsten- en paardenmarkt te Beusichem; misschien heeft dezelfde feestelijkheid in die dagen ook nog wel elders plaats. Ik houd dit zelfs voor waarschijnlijk. Voor mij is aan een paardenmarkt altijd verbonden de herinnering van mooi wéér en het dragen van een witten broek. Ik geloof eigen¬ lijk, dat we dezen laatsten wel wat vroeg in het jaar aantrokken en dat we er ook wel eens in liepen te rillen van de kou, of dat hij te dun bleek te zijn voor den hem begietenden regen want de paardenmarkt, die een événement was van de dagen mijner jeugd viel op den lsten Mei. Maar, hoe onvriendelijk de Meimaand, klijkens de ervaringen van de laatste jaren, wezen moge, voor mijne herinnering was het toen toch meestal mooi weêr. Maar den natten en kouden pan¬ talon in aanmerking genomen, geloof ik toch dat de 8ste Juni een geschikter datum voor deze feestelijk¬ heid moet geacht worden de 1ste Mei. _ Dit zij dan zooals het wil, toevallig is het zeker niet, dat deze dag in het vroege of latere voorjaar valt. 't Is een dag van algemeene vroolijkheid en //van nog iets meer." Het was dan Medemblikker paardenmarkt. Hoe nabij ik ook woonde; ik was er zelf niet heengegaan. Ik wilde liever eens zien, wie en hoevelen er heengingen. Men kan hen beter waarnemen wanneer ze u één voor één voorbijgaan, dan in de volle straat, waar alles te gelijk om strijd uw aandacht vraagt. Aan een van de toegangen naar Medemblik gezeten, zag ik hen er heen gaan: de bezoekers van kermis en markt en 't kwam mij voor dat er, bij overdrijving gesproken, //geen grootje aan 't spinnewiel" was ge¬ bleven. Daar trokken ze dan voorbij, de sombere dichte jachtwagens, waarin men afgesloten is van de wereld en waarvan men de ingezetenen meer vermoe¬ den dan zien kan, ofschoon er, ik moet het bekennen, ter wille van de plechtigheid van den dag, wel eens een zeiltje op was; de vroolijke tentwagentjes, de til¬ bury's met en zonder kap, de groote opene boeren- en vrachtwagens, getrokken door het werkpaard, bestuurd door den werkman van den baas en volgeladen met een twaalftal leden van des bestuurders familie of vriendenkring, die allen de werkzaamheden en de zorgen eens voor een dag ter zijde zetten en uitgingen voor hun pleizier, 't geen alleen ten opzichte van de paar¬ den in twijfel kon getrokken worden. Sedert de statis¬ tiek heeft uitgemaakt, dat er in Noord- en Zuid-Hol¬ land ongeveer 4000 vrouwen meer dan mannen gevon¬ den worden, is het de vrouwelijke genot- en spel- zucht mede in aanmerking genomen niet langer verwonderlijk dat in de tibury's meestal twee vrouwen den bestuurder zusterlijk in haar midden hadden geno¬ men terwijl in de rijtuigen en wagens eveneens het schoone geslacht (gelijk ook somtijds in de huizen) overheerschend was. Daar waren ook voetgangers van het bovenvermelde //grootje" af tot het kind in het duw- of trekwagentje, dat wel niet eigenlijk kon gezegd worden te loopen maar dat toch door afkomst en banden van bloedver¬ wantschap tot de klasse der voetgangers moet gerekend worden. Van wege de gelijkheid onzer lotsbedeeling (ook ik ben voetganger, lezer!) boezemt mij deze klasse de meeste belangstelling in. Daar gaat zij, of liever daar schuift zij voort op hare twee beenen als op twee beweegbare zuilen, de dikke moeke, als een klrkhen hare kiekens volgende, hare dochteren en hare zonen, zonen niet altijd /, van vele gebeden" maar helaas! ook wel eens van vele vloeken, ja 'e»rmogens, > J een9®skracht it v°lks,eitje even »g keluk geen "g is 'ent begra- lflan(^ en menige drageujg die een mog< is zoo.v zwak- verken hoe v 1\j nu ook wel niet. ND. [aandag jl. t enwoordiginj s, door de en, de stan * £ r conferen, weest der,re kt van ?4z. ïoorden be^e de Enge, >t herinnerd ,j00; -er regeer, uu» 7 Toch r't liberal W 1§Ï>. "U vr> ,\T I was hie ïij verdeelm drie klassen van Egypte me. waarop zij opge- ' offers aan dat eede oogen Engr r zien optredi waren op ee {eland en F. jjn met helP iit toch eigen ° it onderste uit aeksel op den neus' ste plaats moest met kingen met Brittan- 1 houden en te ver' unde van Gladstone elingen kennen onzt zij nog opgemerkt, d zal doen van het ƒe > waarin echter, 'gt dat dit niet ver- leene internatio- iat vóér of op jer uit -Egypt# 'ijk zal worden jfflliteit van het m, les e u-1 k i enkele punten i spoedig ver ferentiebii, oed ratet hei 12 eve Hagttu/om ge ' i f 3 - x A * dal ¥°nk h, dan boete Mn in hr naar lieveli f nog | y ie het "»* i pleiziet muziek >, zoe alinea een ; en : want zij 'ij, i te schitteren ®1 >1 alles wat zij ' mt te schitteren. '' 'J ~J( nat