Tekstweergave van SC_1948_07_10_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
SURSUM CORDA GEDWONGEN OPONTHOUD ER ZIT een verrassende vaart in Gods genade. Zij loopt de mens niet alleen achterna, maar haalt hem in werkelijkheid in en gaat hem zelfs vooruit om hem te wenken naar het lichtspoor, dat leidt tot God. Doch zij werkt in het verborgene en haar werldng is veelal niet te doorgronden. Soms meent de mens, dat hij verloren loopt in de duister¬ nis van een onzekere toekomst, totdat hij plotseling ontdekt, dat de genade hem geleidt en hij het bevrij¬ dende woord van God mag horen: hier ben IK 1 Onze wegen zijn nu eenmaal Gods wegen niet God kan alles, zelfs wat menselijkerwijze onmoge¬ lijk lijkt in dienst stellen om Zijn doel te bereiken. Hoe heeft Paulus kunnen ver¬ moeden, dat zijn overhaaste vlucht uit Tessalonika en zijn wachten op een mogelijke terugkeer nog de stichting van een .nieuwe pa¬ rochie tot gevolg zou hebben? Ook deze man, die is uitverkoren om op te treden voor volken en vor¬ sten en Israels zonen 1), krijgt op dit ogeflblik evenzeer de genade tot geleide als Jozef, Jakobs zoon, die door zijn broers naar Egypte was verkocht, maar door Gods wonderlijke leiding uit zijn ge¬ vangenschap werd bevrijd en die later zijn vader en broers van ko¬ ren kon voorzien, wanneer de hongersnood het land teisterde en na dit alles getuigen moest: „God heeft me voor u uitgezonden om uw geslacht op aarde te behouden en uw eigen leven te redden. Wanj niet gij hebt mij hierheen gezonden, maar God zelf" 2). God leidt ook de apostel, die in het begin van het jaar 51, verge¬ zeld door Silas en even later ge¬ volgd door Timoteüs, in het nach¬ telijk duister Tessalonika ont¬ vlucht. Het is beter, dat hij zich voorlopig niet vertoont in deze onrustige, woelige stad De chris¬ tenen aldaar raden hem aan om (Vervolg van pag. 1.) vraagstem naar 's mensen hart, een roep om liefde, naastenliefde. Een hartstochtelijk beroep Daarmede wordt vooral bedoeld een beroep op medeleven, op har¬ telijkheid, op ontvankelijkheid voor het lot van ons evenbeeld. God gaf ons dit vermogen mee te trillen met een ander mens, zich voor die mens verantwoordelijk te voelen, niet voor niets. Niet ter completering van onze toerusting, doch als zetel en middelpunt van het beste waartoe wij mensen in staat zijn, schonk Hij ons het medeleven, de liefde. En deze zetelt in het hart- De hoogmoed daarentegen heeft haar zetel in de geest, in het menselijk verstand dat zijn grenzen niet erkennen wil. Wanneer er in deze chaotische maatschappij vanuit een hoek uit¬ komst is te verwachten, dan is dit ongetwijfeld van het hart, de zetel der liefde, de bron van onze goede wil. Wordt er van iemand gezegd dat hij „het hart op de ware plaats heeft", dan voelen wij ons tegen¬ over de bron van leven, welke sterker uitstraalt dan de zon. Deze levenswarmte is de diepere en enig ware menselijkheid. Geen verheven gedachten, geen sociale hervormingen van welke verstrekkende betekenis ook, kun¬ nen elders ontspruiten dan uit het mensenhart. Wanneer de geest en hart samengaan dan eerst stijgt de mens boven zich zelve uit. Het menselijk hart is in staat de af¬ straling te zijn van de gloed van het Goddelijk Hart, dat over¬ stroomde van „genegenheid". Daarom is het Goddelijk Hart voor ons het symbool der liefde. Om deze bron te laten werken is slechts één ding nodig Dat de poorten van ons binnenste ont¬ sluiten, dat wij de evenmens toe¬ gang verschaffen tot ons eigen leven, dat wij ons ontvankelijk stellen zoals de goede gastheer dit doet voor zijn gasten, de genees¬ heer voor de zieke, kortom dat wtj weer trachten te komen tot die vorm van gemeenschapsleven, die waarlijk Christelijk te noemen is omdat het hart daarin de over¬ hand heeft. Den Haag. Dr. Th. A. M. S. zich terug te trekken in het afge¬ legen stadje Berea, dat behoort tot een ander district, waar de stads¬ bestuurders van Tessalonika hun macht niet kunnen laten gelden en dat dus een geschikt oord is om er te schuilen. Na een tocht van 35 Km. over de Romeinse straat¬ weg slaat hij een zijweg in en komt na ongeveer 25 Km. in Berea dat ten zuidwesten van Tessaloni¬ ka gelegen is op de laatste hellin¬ gen van de Olympus Hoog steekt dit afgelegen doch welvarende stadje uit boven uitgestrekte vlak¬ ten. Bergstromen lopen er door de straten, platanen overschaduwen de tuinen. Het is Paulus' bedoe¬ ling niet om hier te blijven. Inte¬ gendeel, met heel zijn hart is hij nog bij zijn christenen in Tessalo¬ nika, die hem dringend nodig hebben. Éénmaal, tweemaal zelfs zet hij er alles op om terug te gaan. Maar de satan, die hem voortdurend op zijn reizen verge¬ zeld heeft en al meermalen ge¬ poogd heeft om hem van de goe¬ de weg af te brengen, houdt hem ook nu tegen door zijn invloed op de joden van Tessalonika 3). Het laat de apostel geen ogenblik los, dag en nacht bidt hij vurig om zijn geliefde christenen te mogen weerzien en de leemten aan te vullen in hun geloof 4). Geen verloren tijd. Intussen is zijn verblijf in Berea geen verloren tijd. Zo gauw hij aangekomen is, gaat hij naar de synagoge der joden, die tamelijk talrijk in aantal zijn 5). Zij zijn hem beter gezind dan die in Tes¬ salonika. Want ze ontvangen het Evangelie met alle bereidwillig¬ heid. Elke dag komen ze bijeen en ontrollen de Schriftrollen om nauwkeurig de teksten na te gaan, die door de Apostel zijn aange¬ haald en zich te overtuigen, of de voorspellingen in het Oude Testa¬ ment over het lijden, de dood en de verrijzenis van de Messias wer¬ kelijk in Jezus vervuld zijn 6). Hun hart staat open voor de ge¬ nade: velen van hen geloven dan ook; en een groot aantal aanzien¬ lijke heidense vrouwen en man¬ nen eveneens 7). Een nieuw gevaar. Maar de Joden van Tessalonika zitten Paulus ook in Berea op de hielen. Het zijn gevaarlijke bloed¬ honden, die heel Macedonië met hun vervaarlijk geblaf vervullen en niet tot bedaren zullen komen, voordat zij hun prooi tussen hun tanden kunnen vastgrijpey. Zodra zij te weten komen, dat de apostel ook te Berea het woord Gods verkondigt, komen zij er op af om het volk op te hitsen en in op¬ schudding te brengen 8). Als een boze geest zweeft het lijden nog in de lucht, daalt bo¬ ven de huizen der stad en glijdt langs de deuren om zich in eens op de apostel te werpen en hem te . benauwen. Maar hoe hij ook ge¬ marteld wordt, hij verbaast zich er niet over en bewaart een diepe vreugde in zijn hart, omdat hij zich God zeer nabij weet. Hoe meer lijden toch, des te dichter bij God en des te meer gelijk aan Je¬ zus, zijn Goddelijke Meester In geheel Macedonië is hij niet meer veilig, alle jodenwijken van deze streek, bewerkt door de grote sy¬ nagoge van Tessalonika, bedrei¬ gen zijn werk. Het lijkt een zwaar verlies, dat hem de kans ontno¬ men wordt om nog langer in Be¬ rea het Evangelie te verkondigen. Maar hij weet: het is nu beter om te zwijgen en door lijden zwijgend voor Jezus te getuigen, dan te spreken en zijn overtuiging niet te bezegelen door een pijnlijk offer. Schoon is de prediking van de Blijde Boodschap, dat God ons zoekt en ons volledig opeist, maar uitermate waardevol en zielen- meeslepend wordt zij, wanneer men daadwerkelijk voor zo'n blij¬ de Boodschap het bitterste lijden over heeft. Opnieuw op de vlucht. Er zit niets anders op dan ter¬ stond voor de zoveelste maal de vlucht te nemen. In alle haast ge¬ leiden de christenen van Berea hem naar zee. Silas en Timoteüs kunnen achterblijven; die worden na het vertrek van hun leider als ongevaarlijk beschouwd 9). Voor de apostel is het een smartelijke vlucht, al buigt hij zijn hoofd en al bidt hij van harte: „Het was Jahweh, die gaf; het was Jahweh, die nam: de naam van Jahweh zij gezegend!" 10). Maar in de steden van Macedonië: Philippi, Tessa¬ lonika en Berea blijven talrijke Romeinse oud-strijders en Grie¬ ken, tentdoekwevers, havenarbei¬ ders, mannen en vrouwen uit de aanzienlijke stand en meerdere joden achter, die door Paulus voor het geloof zijn gewonnen en die God prijzen, omdat zij met deze apostel van Christus in aanraking zijn gekomen. Zij behoren tot de bevoorrechten, die de bijzondere genade in hun leven hebben ont¬ vangen om op zekere dag tegen¬ over een man te hebben gestaan, die de verheerlijkte Jezus zelf heeft gezien en gesproken en die in hun ziel de liefde voor de Heer heeft gelegd, waardoor hij zelf was gegrepen en werd voortge¬ jaagd van stad tot stad. Is het dan geen voorrecht om naar deze man te mogen luisteren, die altijd de taal van zijn hart spreekt? En het hart van Paulus is het hart van Christus Zelf, zegt Sint .Joannes Chrysostomus, de „Guldenmond", de machtige redenaar van Anti- ochië tegen het einde van de 14e eeuw. Inmiddels vaart de eenzame, af¬ getobde en vluchtende apostel over zee naar Athene om in deze wonderstad, het ware Licht te ver¬ kondigen. Hier aangekomen keren de christenen uit Berea, die hem vergezeld hebben, terug, maar niet zonder een uitdrukkelijk be¬ vel voor Silas en Timoteüs: zorgt er voor, dat ge zo spoedig moge¬ lijk bij me komt 11). A. Th. Brouwer, Kapelaan. 1) Hand. 9, 15; 2) Genesis 45, 7, 8. 3) 1 Tess. 2, 17, 18 4) 1 Tess. 3, 1. 5) Hand. 17, 10; 6) Hand. 17, .11. *) Hand. 17, 12. 8) Hand 17, 13; 9) Hand. 17, 14. 10) Job 1, 21; 11) Hand. 17, 15. BRIEVEN AAN MANNEN In de rubriek „Katholieken, over wie men spreekt", heb¬ ben wij enige tijd geleden de bekende Italiaanse schrijver Papinï ten tonele gevoerd en bij die gelegen¬ heid terloops ook een van zijn laatste boeken vermeld: „Brieven aan de mensen van Paus Coelestinus VI" (Lettere agli uominï di Papa Calestino VI). In dit boek laat Papini een zekere Paus Coelestinus zich in een aantal herderlijke brieven richten tot verschillende categorieën mensen, waarbij deze Opperherder vanaf de hoogten van het Vaticaan ^eer behartenswaardige dingen zegt. Onnodig te zeggen, dat de persoon van deze Paus slechts gefingeerd is en dat ook de brieven, die Papini hem laat schrijven, verzonnen zijn. Maar met deze gefingeerde brieven heoft de gevierde schrij¬ ver een geweldige greep gedaan midden in onze on¬ rustige, döor allerlei misleidende stelsels vergiftigde en door tweedracht verscheurde tijd. De schrijver plaatst zich als het ware op de hoge uitkijkpost van de stad der Pausen en in een seiie afzonderlijke brie¬ ven richt hij zich, tot de gehele mensheid. Niets wordt verdoezeld en niets blijft onuitgesproken. Maar ook het verschrikkelijke wordt altijd op waardige toon ge¬ zegd en wanneer de Opperherder niet aarzelt om zeer harde waarheden aan de mensen voor te houden, dan proeft men door alles heen toch de liefde van de Vader voor zijn kinderen. Op deze wijze ontrolt zich voor ons in woorden, die uit het Rijk der Eeuwigheid schijnen te ontspruiten, een beeld van onze tijd, zoals het bijna niet duidelijker en vollediger had kunnen worden, ge¬ schetst. Wij laten hieronder enkele gedeelten volgen uit Papini's Pauselijke brieven tot de mannen. Laten de dames echter niet te vroeg juichen, wanneer ook zij er zich toe zetten om deze regels, die eigenlijk niet voor haar bestemd zijn, te lezen. Want misschien krij¬ gen wij nog wel eens de gelegenheid om ook iets te laten horen van hetgeen Paus Coelestinus tot het zwakke geslacht te zeggen heeft. Aan de staatsbestuurders Omdat ik u lief heb, zou ik uw lot minder hard willen maken. Ik wil u datgene leren wat allen weten, maar ook allen vergeten: men kan slechts gelukkig zijn wanneer men de anderen gelukkig maakt. Hoe kunt ge bemind wor¬ den, als uw macht zich bijna altijd aan de volkeren voorstelt als een inleiding tot rechtspraak, als een bedreiging met straf? Velen ken¬ nen uw regeringen slechts in de gestalten van politie-agenten, ge¬ vangenisbewaarders, beulen, regi¬ mentsofficieren, ontvangers der belastingen, rechters van onder¬ zoek, openbare aanklagers en al¬ lerlei mensen, die aan de vrijheid paal en perk wensen te stellen. Daarom zien de meesten in de staat een loerend wangedrocht, dat de burgers, ook de onschuldigcn, van hun geld, Hun vrijheid en hun leven berooft. Ge moest minder aan de aard¬ rijkskundige en politieke grootte van uw staten denken en iets meer, heel veel meer, aan het wel¬ zijn van de mensen, die er in wo¬ nen. Uw machtsgebied tweemaal zo groot maken betekent dikwijls slechts het aantal verdubbelen van hen, die u verwensen. Ge hebt in de laatste jaren gezien wat voor ellende de begeerte naar land en naar macht aangericht heeft. Maakt uw onderdanen minder treurig, minder geplaagd en min¬ der terneergeslagen en ge zult ze in menigerlei opzicht minder arm hebben gemaakt. Want er bestaat geen rijkdom, die opweegt tegen de zorgeloze opgewektheid van de geest. En wanneer aangeboren neiging en standsgevoel u er toe aanzet om oorlog te voeren, voert dan in de naam van God oorlog tegen de armoede, de domheid, de wreedheid, de onwetendheid der zogenaamde ontwikkelden en te¬ gen de barbaarsheid der beschaaf¬ den. Aan de staatsburgers Uw overheden en meer nog diegenen, die naar een overheids¬ post streefden om uw geluk in veiligheid te brengen hebben alles gedaan wat maar mogelijk scheen om bij verkiezingen uw stem te verkrijgen en uw misnoe- gen wegens bepaalde verschijnse¬ len te sussen. De staatsbestuurders hebben hei u soms aan brood laten ontbreken dikwijls aan de vrijheid en bijna altijd aan de rechtmatigheid. Mei schoonklinkende woorden zijn « echter nooit karig geweest. In alle landen der aarde en ge¬ durende alle eeuwen der geschie¬ denis hebt gij geleefd en leeft gij nog altijd onder de grauwe banier van de ontevredenheid. Zoals het nog nooit gehoord is, dat een boei tevreden was met zijn oogst, een arbeider met zijn loon, een knecht met zijn meester en een heer met zijn knecht, een handelaar met zijn winst, een handwerksman met zijn verdiensten, evenmin en nog min¬ der heeft men ooit verbomen dat een burger met zijn regering te¬ vreden was. In tijden van honger of van welvaart, in tijden van vrede of van oorlog, in tijden van tyrannie of van revolutie waren de mensen het in één opzicht met elkander eens:, in het verwijten, aanklagen, becritiseren, berispen belasteren en haten van hun rege¬ ring. ... Er kan voor de mensen slecht! één enkele, echte en werkdadige revolutie bestaan, die innerlijke revolutie, die Christus in de nabij¬ heid van het Meer van Geneza- reth en de tempel van Jeruzalem proclameerde en verder verbreid¬ de. In vergelijking daarmee zijn alle andere omwentelingen slechts een verwisseling van rollen, een verandering van coulissen, een óverschildering, opfrissing en be¬ werking van de eeuwige tragi- comedie met de daarbij gebruike¬ lijke wisseling van spelers. Een dichter heeft gezegd, dat de enige revolutie, die werkelijk ernstig opgevat moet worden, de zond¬ vloed geweest is. Ik zeg u echter de enige revolutie zal de volledige vervulling van het Evangelie zijn. Bedenkt slechts dat een halvering van de eigenliefde en een verdub¬ beling van de naastenliefde een dusdanige omwenteling van alle menselijke ..dingen en daarmee van de gehele menselijke maatschappij zou betekenen, zoals geen enkel! revolutie ooit bereikt heeft of ooit bereiken zal. Aan de mannen der wetenschap De wetenschap, tot nu toe voor¬ namelijk de bevorderaarster van de behoeften en dromen der men¬ sen, moet de stralende verkondig¬ ster worden van de tekenen en plannen Gods. Gij geleerden waart dienaars der lichamen en intomers van de materie. Ge moet evange¬ listen van de Geest en apostelen van het goddelijke worden. Om deze hogere trap van de wetenschap echter te kunnen be¬ reiken, is uw omkeer noodzake¬ lijk: gij moet uw arrogante aan¬ matiging afleggen en de eerlijke wil hebben, de bloedige gevolgen van uw schuld meester te worden Evenals de slang hebt gij tot de mensen gezegd: ge zult zijn at God. Ge hebt hun kennis en macht beloofd en zowel van het een al! van het andere het nodige voor¬ geschoten. Maar ondanks uw eigen¬ dunk hebt gij de mensen noch al¬ wetendheid, noch almacht kunnen schenken. Gij zijt handiger en lukkiger heksenmeesters gew dan de Ouden en ge hebt er ge¬ noegen mee genomen, voor menigte de vervaardigers va nauwkeurige tabellen en de # menstellers van krachtdadige >e cepten te zijn, architecten va formules en hypothesen, temj"e van de natuurkrachten; ge zijt iets wat ongeveer het mm houdt tussen de gediplomeer gids voor vreemdelingen en ondergod van onze planeet. De rekening in uw boeken °P niet. Ge laat u de verrichte |C sten betalen met de bovenma hoge prijs van slavernij, n" en bloed. Met uw medische weien¬ schap redt ge duizenden le en met uw natuurkunde bre g ge aan millioenen de dood. vindt machines uit die mensen werken gemakkelijker maken; maar de machines P" len de begeerte en laten oezc , in het reusachtige aangroeien, dat tenslotte dezelfde men^n- de machines uitgevonden ne onverzaadbare tyrannen wo (Vervolg pag v kt...