Tekstweergave van SC_1883_12_14_0025_R
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Donderdag
11
Juli
1940
ENKHUIZER
COURANT
Tweede
Blad
ïè2
uaaudie
uadett.
Belevenissen
in
een
jeugdherberg.
Het
klinkt
zo
eenvoudig:
je
kind
wordt
lid
van
de
het
haalt
kaarten,
maakt
een
reisplan
op,
zendt
de
kaarten
weg,
krygt
ze
terug,
pakt
zijn
spullen
by
elkaar,
steekt
reisgeld
bij
zich,
zoent
zijn
Moeder
nog
even
goedendag,
en
weg
is
het.
Over
idem
zoveel
dagen
komt
het
weer
terug.
En
in
die
tyd
overnacht
het
in
de
jeugdherbergen;
soms
eet
het
er
ook
nog.
Inderdaad,
doodeenvoudig.
Af
en
toe
krijg
je
een
ansicht
en
dan
weet
ik,
dat
alles
in
orde
is.
Maar
verder
weet
ik
er
eigenlyk
geen
steek
van.
Zo
gaat
het,
totdat
je
onverwacht
eens
in
de
buurt
van
een
jeugdherberg
komt.
Tenminste,
zo
ging
het
ons.
Toen
zijn
we
er
eens
gaan
kg
ken.
Eigenlijk
wel
een
beetje
raar,
want
war.
moeten
een
paar
mensen,
die
hun
eerste
jeugd
achter
de
rug
hebben,
nu
eigenlijk
gaan
doen
in
zo'n
jeugdherberg,
waar
een
straal
fietsen
de
rekken
vult
en
waar
het
wemelt
van
dat
jonge
goed?
We
vallen
ook
wel
even
op,
maar
de
aandacht,
die
we
trekken,
is
niet
hinderlijk.
Nog
voor¬
dat
we
ons
goed
en
wel
hebben
kunnen
oriënteren,
waar
we
ons
moeten
vervoegen
om
inlichtingen,
staat
de
herbergmoeder
reeds
voor
ons.
Onmiddellijk
is
ze
bereid,
ons
te
laten
zien,
hoe
zo'n
herberg
nu
eigen¬
lijk
is
ingericht
en
even
daarna
staan
we
in
het
dagverblijf,
waar
ook
de
avond
kan
worden
doorgebracht
en
waar
er
een
paar
honderd
tegelijk
kunnen
eten
en
waar
het
toch
gezellig
is.
En
zindelijk.
Terwijl'
ze
ons
een
en
ander
vertelt,
opent
ze
en-passant
het
raam
en
vraagt
een
trek¬
ker;
dia»
het
voetstuk
van
de
vlaggestuk
heeft
beklommen
om
vandaar
een
paar
tochtgenoten
te
kieken:
Haal
je
meteen
dat
vlaggekoord
een
beetje
aan?
Aan
welk
ver¬
zoek
meteen
voldaan
wordt.
Ondertussen
horen
we,
dat
er
in
Augustus
elke
dag
over
de
200
meisjes
en
jongens
komen,
om
er
hun
avondeten
te
gebruiken
en
er
te
overnachten.
Eergisteren
waren
er
ruim
20
meer,
dan
geborgen
konden
worden.
Toen
hebben
ze
er
10
doorgestuurd
naar
N.
en
12
hebben
ze
ondergebracht
in
het
E-huis
Daar
wisten
de
werkelijke
ouders
geen
steek
van.
Die
wisten
niet
beter,
of
hun
spruit
zou
in
de
J.H.
te....
logeren.
Ze
dachten
niet
aan
de
mogelijkheid,
dat
die
wel
eens
vol
zou
kunnen
zijn.
Ze
hadden
zelfs
niet
de
moeite
genomen,
er
zich
van
te
overtuigen,
of
hun
kroost
zich
wel
van
logies
verzekerd
had.
Het
is
immers
zo
doodeenvoudig?
Behalve
dan
natuurlijk
voor
de
herberg-
ouders,
die
onverwacht
voor
een
overcom¬
pleet
komen
te
staan;
die
met
een
eenvoudig
..geen
plaats
meer"
zouden
kunnen
volstaan,
maar
die
dat
een\oud»g
niet
doen
en
alles
in
het
werk
stellen,
om
dan
toch
die
kinderen
onder
dale
te
krijgen.
Kinderen,
die
ze
nooit
gezien
hebben;
waaraan
zo
(maar
dat
be¬
hoeft
ook
met)
heus
geen
schatten
verdienen;
waarvan
ze
(en
dat
is
jammer)
dikwijls
nooit
meer
iets
horen.
Morgen
doen
ze
dat,
zo
nodig,
weer.
Ook
voor
uw
kind.
Maar
voordien
heb
ik
dat
nooit
bevroed.
We
gaan
verder,
komen
in
een
jongens-
zaai.
Keurig
gerijd,
twee-hoog,
staan
daal¬
de
bedden.
Een
eenvoudige
matras,
een
kussen,
een
opgevouwen
deken.
Geen
lakens.
Maar
dat
hoeft
ook
niet,
want
de
trekker
heeft
zijn
slaapzak
by
zich.
Geen
handdoek
of
toiletgerei.
Doch
ook
dat
is
niet
nodig,
want
ook
dat
dient
de
trekker
bij
zich
te
hebben.
Ook
hier
is
het
zindelijk,
al
vindt
moeder,
dat
het
hele
huis
nodig
weer
eens
een
goede
beurt
moet
hebben,
want
overal
vind
je
„vingers".
Hoe
kan
dat
anders,
met
meer
dan
200
doortrekkers
per
dag?
Langs
een
paar
practisch
ingerichte
was¬
lokalen
en
een
bergplaats
voor
bagage
ko¬
men
we
in
een
ander
gedeelte
van
het
ge¬
bouw,
waar
zich
een
meisjesslaapzaal
be¬
vindt.
Ook
hier
dezelfde
stiptheid
en
orde,
al
lijkt
het
e
wat
vriendelijker,
dan
in
de
jongensslaapzaal,
doordat
het
uitzicht
hier
wat
aardiger
is
en
de
bedden
hier
nog
niet
twee-hoog
behoefden
te
staan.
Waarom
zou
men
dan,
zolang
het
mogelijk
is,
een
goede
gewoonte
getrouw
de
meisjes
niet
het
beste
geven
?
Of
nu
altijd
alles
van
een
leien
dakje
gaat?
vragen
we
dan.
De
vraag
is
tamelijk
naïef,
doch
is
bedoeld,
om
een
paar
details
uit
het
leven
van
alledag
los
te
krijgen.
En
die
krijgen
we.
Zo
geldt
voor
elke
J.H.,
dat
elke
trekker
zich
's
avonds,
alvorens
zich
ter
ruste
te
begeven,
de
voeten
reinigt.
Hygiëne
boven
alles,
wat
niet
overdreven
is.
Waarop
boven¬
dien,
althans
in
de
hier
bedoelde
J.H.,
scherp
wordt
gelet.
Doch
dit
was
dezer
dagen
niet
naar
de
li
m
-ja,*
Mp
■%
zin
van
een
jeugdige
gymnasiaste,
(.lie
een
stevige
voettocht
had
gemaakt,
doch
niet
van
oordc.-l
bleek,
dat
haar
voetekens
reeds
vuil
geno.g
waren,
om
daaraan
de
reinigen¬
de
hand
te
leggen.
Of
moeder
haar
van
die
noodzakelijkheid
heeft
kunnen
overtuigen,
is
niet
komen
vast
te
staan,
doch
dat
ze
zich
gereinigd
heeft
en
van
de
nood
een
deugd
maakte,
staat
als
een
paal
boven
water.
Een
ander
maal
was
er
een
zevental
van
een
soortgelijke
inrichting
(zouden
de
oude
talen
een
ongunstige
invloed
op
de
gemeen¬
schapszin
oefenen?),
waarvan
er
één
van
mening
was,
dat
zij
veel
te
fijn
was
ge¬
bouwd
om
na
tafel
de
boel
te
helpen
op¬
ruimen.
Dat
behoefde
zo
thuis
niet
te
doen,
dus
dat
deed
ze
hier
ook
niet.
Althans,
dat
dacht
ze
oorspronkelijk,
want
nadat
Moe¬
der
zich
even
met
het
geval
bad
bemoeid,
kwam
zij
van
de
dwalingen
haars
weegs
met
bekwame
spoed
terug.
Zo
moet
het
ook
want
wat
voor
logies
en
voeding
wordt
betaald,
is
niet
voldoende,
om
daarvan
bovendien
personeel
voor
het
verrichten
van
kleine
huishoudelijke
bezig¬
heden
te
bekostigen.
Bovendien
kan
het
vol¬
strekt
geen
kwaad
en
is
het
in
vele
gevallen
zelfs
heel
goed,
wanneer
de
jeugd
eens
voor
hot
feit
komt
te
staan,
dat
ze
met
dit
of
dat
een
handje
moet
helpen.
Gaven
we
hier
een
paar
incidentjes,
die
zich
met
jongedames
voordeden,
we
behoe¬
ven
er
geen
ogenblik
aan
te
twijfelen,
of
ook
met
de
jongens
is
er
wel
eens
dit
of
dat.
En
als
Vader
ons
had
rondgeleid,
hadden
we
mogelijk
nog
wel
sterker
staaltjes
te
vertellen
gehad.
Doch
daarom
gaat
het
hier
niet.
De
be¬
doeling
is
slechts,
er
eens
op
te
wijzen,
dat
dergelijke
moeilijkheden
in
het
geheel
niet
behoren
voor
te
komen
en
dat
de
ouders,
al¬
vorens
de
spes
patriae
op
de
J.H.'s
los
te
laten,
hun
kroost
zodanige
instructies
die¬
nen
te
geven,
dat
de
zware
en
verantwoor¬
delijke
arbeid
der
herbergouders
niet
on¬
nodig
wordt
belast.
Moeten
daarom
zij,
die
zich
niet
aan
de
voor
de
J.H.
gestelde
regelen
willen
onder¬
werpen,
of
die
niet
onmiddellijk
bereid
zyn,
de
geringe
hulpvaardigheid
te
betonen,
die
men
hun
vraagt,
worden
geweerd?
Ik
kreeg
de
indruk,
dat
ik
my
de
woede
van
alle
J.H.-ouders
op
de
hals
zou
halen
indien
ik
deze
vraag
bevestigend
beant¬
woordde.
Veeleer
meen
ik
,dat
zij,
sterk
door
hun
groot
idealisme,
zouden
zeggen:
„Stuar
ze
toch
maar
wij
brengen
het
hun
wel
bij!"
N.B.
Alle
inlichtingen
en
gratis
brochures
by
de
N.J.H.C.,
Tulpstraat
4—6,
Amster¬
dam-C.
In
het
dagverblijf.
Brieven
worden
er
naar
huis
geschreven
om
de
ouders
van
hun
wederwaardigheden
op
de
hoogte
te
houden.
Kantongerecht
Hoorn.
Glibberigheden
en
nattigheden
Paling,
borrels
en
moordaanslagen.
Voor
hot
Hoornse
kantongerecht
was
het
op
deze
zitting
weer
eens
het
ouderwetse
al¬
legaartje.
Diverse
debutanten
brachten
de
nodige
af¬
wisseling,
waardoor
het
programma
aantrek¬
kelijk
bleef.
Een
staalkaart
van
oude
en
nieuwe
zonden
werd
den
volke
voorgelegd,
gladde
paling,
een
dronken
renteniertje,
een
moordaanslag,
enz.
enz.,
alles
kwam
er
aan
te
pas.
Hier
volgt
een
getrouw
en
chronologisch
relaas
der
kantonrechtelijke
wedervaardighe-
den.
EEN
OVERWERKTE
CHAUFFEUR
Je
moet
welleris
wat
doen
en
je
moet
wel-
leris
wat
laten,
meende
de
Hoornse
ex-
chauffeur,
thans
hooiprikker
te
Oostwoud,
S.
M..
Maar
aangezien
zijn
baas,
de
taxi-houder
H.
K.
hem
meer
liet
doen,
dan
liet
laten,
had
hij
besloten
in
zijn
werkboekje
eens
secuur
zijn
werkuren
in
te
vullen,
waarmee
hij
ver
over
zijn
maximum
kwam.
Derhalve
vloog
de
baas
er
in
en
onze
hooi-
chauffeur
er
uit,
want
dé
baas
had
niet
veel
met
de
secure
boekhoucfeHj
op.
Wat
niet
wegnam,
dat
de
patroon
er
in
tippelde
voor
3
weken
te
zware
exploitatie
van
zyn
taxidrijver.
De
ambtenaar
vond
het
een
schandaal
dat
de
eerlijke
chauffeur
mot
kreeg
om
zijn
eer¬
lijkheid,
hetgeen
in
een
cis
van
3
x
ƒ
12,—
of
ƒ
x
10
dagen
tot
uiting
kwam.
Aangezien
er
in
de
taxi's
ook
geen
droge
kuch
meer
te
verdienen
is
en
de
baas
wellicht
ook
uit
hooien
gaat.
nam
de
kantonrechter
met
3x2
riksen
of
15
dagen
staatsvacantie
genoegen.
De
baas
was
niet
verschenen,
dus
wacht
hem
nog
een
verrassing.
HET
JOLIGE
HITJE
De
Oudendijker
agrariër
C.
K.
had
op
een
kwade
dag
in
Mei
een
jeugdig
hitje,
pas
de
jongensschoenen
ontwassen,
voor
z'n
tilbury
gespannen.
Alles
ging
goed
in
Oudendiji.'s
landelijke
dreven
tot
er
een
roodachtige
auto
bestuurd
door
zekeren
Reijnders
achterop
kwam
tuf¬
fen,
die
niet
passeren
kon
en
dus
maar
op
een
paal
vloog,
hetgeen
de
nodige
ravage
aanrichtte.
Dit
zou
allemaal
de
schuld
van
de
jolige
hittensprongen
zyn,
hetgeen
niet
kon
worden
vastgesteld,
daar
de
getuige
nog
opgeduikeld
moet
worden.
De
zaak
werd
dus
in
't
vat
gestopt,
waarin
niets
verzuurd.
GLADDE
PALING
EN
EEN
ONDES¬
KUNDIG
VISSER.
Een
Urker
visser,
thuisbehorend
op
de
wyde
Noordzee,
had
zich
uit
de
nood
der
tijden,
geoccupeerd
met
palinkjes
verschalken
op
het
IJselmeer.
Maar
aangezien
hy
die
gladde
dingen
zelfs
niet
vast
kon
houden,
had
hy
de
beestjes
de
maat
niet
kunnen
nemen,
waardoor
hij
7
kg
ondermaatse
aaltjes
aanvoerde
te
Enkhuizen.
Daar
bleek
men
wel
de
nodige
handigheid
in
de
maatnemerij
te
bezitten,
hetgeen
de
Ur¬
ker
ervoer,
nu
hjj
zich
tot
ƒ
8
of
8
dagen
hoorde
veroordelen.
EEN
HEEL
KLEIN
STUKKIE.
Tesamen
met
nog
een
twintigtal
overtre¬
ders,
die
maar
niet
verschenen
waren,
had
de
Blokkerse
expediteur
C.
B.
op
de
Lageweg
gefietst
en
het
schandalig
slechte
rijwielpad
(wat
men
inmiddels
is
gaan
restaureren)
ge¬
meden.
Hy
had
dit
maar
een
20
metertjes
ge¬
daan,
alleen
om
even
over
te
steken
en
toen
waren
er
een
paar
veldwachters
vanuit
een
greppel
en
achter
een
bosje
opgedoken,
die-1
hem
met
een
reuzevaart
op
de
bon
kwakten.
(Welk
verhaal
evenwel
door
Majoor
Kor-
ver
verontwaardigd
bestreden
werd,
want
veldwachters
zyn
geen
diepspitters!)
Een
tientje
of
10
dagen,
eiste
de
ambtenaar
voor
dit
„schandaal",
dat
hand
over
hand
toeneemt.
De
laatste
klap
kwam
zachter
aan,
want
de
kantonrechter
maakte
er
4
pop
of
4
dagen
pe-
toetos
van.
NOG
ZO'N
NUMMER.
Nog
zo'n
nummer,
nu
met
een
kleine
varia¬
tie,
werd
opgevoerd
door
den
Hoorsen
typo¬
graaf
S.
A.
V„
welke
knaap
in
het
Noorder¬
plantsoen
te
Hoorn
op
het
wandelpad
gefietst
had.
De
bordjes
stonden
er
nog
zo
kort,
verweer¬
de
hy
zich.
De
majoor
meende,
dat
ze
er
al
jarenlang
stonden,
waarin
deze
zich
overigens
deerlijk
vergiste.
Maar
dat
deed
aan
de
zaak
niets
af.
Deze
werd
met
ƒ
2
of
2
dagen
bij
de
oude
rommel
gedeponeerd.
EEN
HART.GE
HAP
VOOR
DUITSE
MILITAIREN.
Ben
Hoornse
slager,
H.
S.,
had
zo
maar
op
een
Zondag
een
hoeveelheid
hamspek,
pekel¬
vlees
en
boterhammen
worst
afgeleverd,
niet¬
tegenstaande
zulks
aan
Hoornse
slagers
ver¬
boden
is.
Maar
hij
was
in
de
verleiding
gekomen
door
de
woorden
van
een
caféhoudster,
dat
ze
eer.
aantal
Duitse
militairen,
die
belust
waren
op
een
lekker
Hoorns
hapje,
te
gast
had
gekregen.
En
daar
het
hem
voorgehouden
was
de
Duitse
militairen
in
alles
ter
wille
te
zyn,
had¬
hij
het
niet
minder
dan
een
staaltje
van
zyn
Hollandse
burgerplicht
gevonden
om
de
gevraagde
vleeswaren
te
leveren.
En
dat
zyn
spek
en
worst
de
Duitse
weer¬
macht
best
gesmaakt
had,
moge
biyken
uit
het
feit,
dat
de
Duitse
commandant,
die
op
een
of
andere
wyze
van
het
verbaaltje
hoor¬
de,
nog
een
goed
woordje
voor
hem
ging
doen
op
het
politiebureau
en
zelfs
mee
had
willen
komen
naar
het
Kantongerecht.
Nu
had
verdachte
de
order
zelf
van
de
caféhoudstcr
gekregen
en
de
vleeswaren
door
zyn
zoontje
doen
bezorgen
en
zo
viel
hy
on¬
getwijfeld
onder
de
oude
winkelsluitingswet¬
ten,
maar
Ambtenaar
en
Kantonrechter
voel¬
den
beiden
de
moellyke
situatie,
daar
de
els
ƒ
1.—
was
en
de
uitspraak
op
2
kwartjes
kwam.
(Zoals
uit
een
andere
zaak
eveneens
bleek
konden
de
Edelachtbare
heren
moeliyk
be¬
palen,
wat
t.a.v.
van
winkel-
en
caféshutlng
precies
is
toegestaan.
Zonder
hiervoor
enige
verantwoordeiykheld
te
aanvaarden,
menen
wij
te
kunnen
concluderen,
dat
het
toege¬
staan
is
om
op
ieder
uur
van
de
dag
recht¬
streeks
(dus
niet
door
middel
van
een
Hol¬
landse
tussenpersoon)
levensmiddelen
aan
Duitse
militairen
te
verkopen.
—
Red.)
EEN
DRONKEN
RENTENIER!
Een
ouden
liaas
van
anno
'78,
die
opgaf
van
beroep
gepenslonneerd
te
zyn,
de
Horlneea
Gerrit
D.,
werd
in
de
schoenen
geschoven,
dat
hy
in
kennelyke
staat,
riekend
naar
de
bekende
reuk,
op
het
Hoornse
brede
Breed
was
opgepikt.
Maar
het
keurig
uitgedoste
heertje
had
het
een
en
ander
uit
een
ander
vaatje
te
tappen,
een
vaatje
waaruit
geen
druppel
ge-
never,
maar
wel
een
overkropt
en
beledigd
gemoed
los
kwam.
Hy
was
n.l.
helegaar
niet
dronken
geweest
maar
in
zyn
reine
onschuld,
na
het
gebruik
van
2
ouwe
klaartje,
harteloos
neergeslagen
met
een
boksbeugel,
welk
apparaat
in
over-
valposltle
door
een
snodaard
bediend
werd
van-achter
een
staldeur!
De
snodaard
zat
nu
juist
drie
maanden,
omdat
hy
een
anderen
braven
burger
met
een
mes
tusen
de
ribben
gekieteld
had!
Dit
laatste
kon
de
majoor
bevestigen,
het¬
geen
de
papieren
van
den
rentenier
Kenne-
Iyk
deed
stygen.
Deze
bekende
nog
by
een
zekere
Juffrouw
te
voren
en
paar,
dit
is
twee,
kinawynjes
getankt
te
hebben,
maar
dronken
was
hy
niet,
alleen
wat
draaierig
en
los
op
de
benen
van
de
boksbeugelstoot.
Hy
had
het
een
reuze-geluk
gevonden,
dat
er
een
agent
kwam,
die
hem
meenam
naar
het
politiebureau,
waar
de
ontstane
wond
onder
het
oog
deskundig
werd
opgeknapt.
Dat
dronkenschapverhaaltje
was
den
man,
die
nooit
wat
met
politie
of
justitie
te
maken
had
gehad,
danig
tegengevallen.
Hy
krygt
nog
zyn
kans,
want
volgende
week
zal
de
agent
vertellen,
wat
hy
gezien
en
geroken
heeft.
VRIJBAD
HOORN.
In
Hoorn
is
een
officieel
strandbad
aan
de
ene
zyde
der
stad
en
aan
de
andere
kant
een
officieus,
maar
dat
biykt
voor
de
jeugd
nog
niet
voldoende
te
zyn;
want
aan
de
Wes-
terdyk
heeft
de
jeugd
er
nog
een
„vry
bad"
bijgesticht,
zo
maar
op
de
kelen.
Ze
doen
daar
helemaal
geen
kwaad,
maar
uit
fatsoensoverweginge»,
of
gaat'
het
om
fênil
t
êtau
_
CONTRABANDE
19.
(Nadauk
verboden)
Ben-
ogenblik
later,
toen
Bessie-het
een¬
voudig
doch
smakeiyk
maal
binnenbracht,
zat
hij
alweer
aan
zyn
eigen
tafel.
Na
een
haastige
blik
op
het
meisje
en
een
opmer¬
king
over
het
weer,
sloeg'hij-
verder
geen
acht
op
haar
en
liet
ook
niet
merken,
dat
hy
wist,
dat
Hector
naar
Londen
was.
Zo¬
dra
de
tafel
was
afgenomen
en
hij
alleen
was,
stak
hy
zijn
lamp
aan
en
gooide
een
hoopje
fossielen-
uit
een
leren
tas,
die
hy
altyd
bij
zich
had,
op
zyn
tochten,
op
tafel
uit.
In
werkelykheid
was
deze
natuurweten-
schappelyke
collectie
met
geen
enkel
exem¬
plaar
vermeerderd
gedurende
de
twee
Jaar,
dat
hij
als
logé
had
gewoond
in
het
kleine
huisje
by
„Duivels
Kloof".
Maar
toen
even
voor
tien
Martha
Callo¬
way
binnenkwam,
om
hem
instructies
voor
zyn
ontbyt
te
vragen,
zat
hy
over
de
stuk¬
ken
steen
gebogen
met
al
de
ongeveinsde
belangstelling
van
een
geleerden
onderzoe¬
ker
voor
een
nieuwe
aanwinst.
—
Ontbyt?
zei
hy
verstrooid,
zonder
zijn
ogen
van
zyn
werk
op
te
heffen,
o
Ja,
dat
is
waar
ook,
ontbyt!
Geeft
u
maar
wat
u
wilt.
—
Dit
is
werkelijk
een
prachtvondst!
—
En
hoe
laat
wil
mynheer
ontbyten?
vroeg
Martha.
—
Is
het
morgen
een
van
uw
late
ochtenden?
Met
moeite
wendde
Mr.
Mapleton
zyn
blik
van
zijn
fossielen
af
en
hy
keek
verwy-
tend
naar
Martha's
breed,
vrlendelyk
ge¬
zicht.
—
Voor
een
geleerde
zijn
al
die
huishou-
delyke
dingen
een
ware
bezoeking,
zei
hij
een
beetje
geïrriteerd.
—
Neen,
morgen
zal
het
niet
een
van
mijn
late
ochtenden
zyn.
Ik
heb
vandaag
zoveel
gelopen,
dat
ik
van¬
avond
niet
meer
uitga
en
dus
zal
ik
mor¬
genochtend
ook
niet
in
de
verleiding
komen
om
lang
in
bed
te
biyven,
zoals
ik
dikwyls
doe
na
een
nachtelijke
tocht.
Ik
kan
wel
ontbijten,
zo
vroeg
als
het
u
schikt.
Als
u
dat
beter
uitkomt,
kan
ik
wel
tegen
half
negen
ontbijten,
want
om
half
negen
ontbyt
uw
andere
huurder
gewoonlyk
ook,
is
het
niet?
—
U
kunt
natuurlijk
uw
ontbijt
krygen
wanneer
u
wUt,
antwoordde
Martha
een
beetje
verbaasd,
want
Mapleton
was
in
de
regel
niet
zo
inschikkelyk.
—
Maar
meneer
Yeldham
is
naar
Londen,
voegde
ze
eraan
toe.
—
Naar
Londen?
herhaalde
Mr.
Maple¬
ton,
terwijl
zijn
blik
weer
afdwaalde
naar
zyn
schatten.
—
Wat
een
geluksvogel!
Mis¬
schien
ga
ik
zelf
ook
wel
gauw
naar
Lon¬
den,
want
ik
heb
iets
gevonden,
dat
een
plaats
in
het
Brits
museum
waard
js.
Wel
te
rusten,
juffrouw
Calloway.
Ik
zal
klaar
zijn
als
het
ontbyt
klaar
is.
Toen
zyn
hospita
verdwenen
was,
streek
Mapleton
de
fossielen
weer
in
de
leren
tas,
met
een
ruwe
onverschilligheid,
welke
aller¬
minst
in
overeenstemming
was,
met
zyn
be¬
wondering
van
zoëven.
Hy
blies
de
lamp
uit,
stak
zijn
kaars
aan
en
ging
met
veel
lawaai
de
trap»
op,
terwijl
hy
gewoonlyk
by
na
geluidloos
liep.
vyf
minuten
later
blies
hy
zijn
kaars
uit,
ofschoon
hij
ln
't
geheel
geen
aanstalten
had
gemaakt
om
zich
uit
te
kleden
en
naar
bed
te
gaan.
Geheel
ge¬
kleed
zat
hij
op
de
rand.
van
zyn
bed
en
wachtte
in
het
donker,
tot
hy
juffrouw
Cal¬
loway
en
naar
dochter
naar
boven
hoorde
komen
en
langs
zijn
kamer
naar
hun
eigen
kamertjes
aan
de
achterkant
van
het
huis
gaan.
Er
waren
vier
slaapkamers
boven,
twee
aan
de
voorkant
van
het
huis
en
twee
aan
de
achterzyde,
boven
da
keuken
en
by-
keuken.
üm
in
deze
beide
laatse
vertrekjes
te
komen,
moest
men
langs
het
kamertje
van
Mapleton,
dan
een
paar
trapjes
naar
beneden
en
een
korte
gang
door.
Maar
zelfs
het
naar
bed
gaan
van
de
beide
vrouwen
was
nog
geen
reden
voor
Mapleton
om
dat
voorbeeld
te
volgen.
In¬
tegendeel,
hy
stond
op
en
ging
op
zyn
tenen
naai-
de
deur.
Na
enige
tyd
ingespannen
geluisterd
te
hebben,
deed
hy
voorzichtig
de
deur
open
en
luisterde
nog
aandachtiger.
Gerustgesteld
door
de
afwezigheid
van
alle
geluid,
ging
hy
terug
naar
zyn
bed
en
wachtte
weer,
steeds
maar
in
het
donker.
Drie
kwartier
bleef
hy
zo
bewegingloos
zitten;
toen
stond
hy
nogmaals
op
en
trad
opnieuw
naar
de
deur.
Maar
deze
keer
kwam
hy
niet
terug,
doch
sloop
behoedzaam
de
trap
af.
Het
scheen
zyn
bedoeling
niet
te
zyn,
dit
geheel
geluid¬
loos
te
doen,
want
halverwege
stapte
hy
op
de
losse
trede;
waarvan
hy.
door
zyn
langi-
durig
verblijf
in
het
huisje,
het
bestaan
zon¬
der
twyfel
kende.
Het
zou
heel
gemakkelijk
zyn
geweest,
deze
te
vermydon,
door
er
eenvoudig
overheen
te
stappen,
maar
Map-
leton
zotte
er
resoluut
zyni
voet
op,
zodat
een
vry
luid
gekraak,
de-
nachtelijke
stilte
verbraku
Het
geluid,
zou
zeker
gehoord
zyn
door:
iemand
dit
wakker
lag,
maar
het
was
niet
luid
genoeg
om
een
slapende
te
wek¬
ken.
De
rest
i
van
do
tneden
ging
de
fossielen-
zoeker
weer
byna
geluidloos
af
en
na
een
paar
seconden
verdween
hy
door
de
voor-»
deur,
Inplaats
van
het
korte
pad
te
nemeni
dat
recht
naar
de
vallei
voerde,
sloeg
hy
zywaarts
af,
Juist
zoals
Hector
hem
had
zien
doen
en
zich
zo
dicht
mogeiyk
langs
de
muur
van
het
huisje
voortbewegend,
kwam
hy
aan
de
moestuin,
üp
ongeveer
vyftig
meter
van
het
huisje
stond
een
groep
lage
vliegbomen.
Het
groepje
was
te
klein
om
de
naam
van
bosje
te
verdienen,
maar
het
was
toch
groot
genoeg
om
een
onge¬
bruikte
en
bouwvallige
stenen
koestal
te
verbergen.
Het
grootse
gedeelte
van
het
dak
was
Ingestort
en
de
muren
weken
ge-
vaariyk
uit.
Dit
ongaatvry-ultziende
ge¬
bouwtje
bleek
Map
1
eons
doel.
Om
•
redenen,
die
alleen
hemzelf
bekend
waren,
verkoos
hy
het
boven
Martha
Calloway's
zacht
ve¬
ren
bed.
By
het
gebouwtje
bleef
hy
staan
en
keek
aandachtig
naar
Martha's
huisje.
Er
was
geen
'maan,
maar
by
het
licht
van
de
ster¬
ren
waren
de
dichtbyzynde
dingen
te
onder¬
scheiden.
Het
kiezelpad
door
de
moestuin
was
vry
duldeiyk
zichtbaar
en
Mapleton
kon
een
menseiyke
gedaante
waarnemen,
die
zich
voortbewoog
ln
de
richting
van
het
schuurtje.
Hy
wachtte
tot
hi)
duideiyk
kon
gieu,
dat
het
de
gestalte
van.
een
vrouw
was,
die
een
shawl
over
haar
hoofd
had
ge¬
slagen
en
toen
ging
hy
meesmuilend
het
ge¬
bouwtje
binnen
en
verdween
ln
de
duister¬
nis.
Vermist
Bij.
de
keten-
op.
de
rots-
stond
John
Budge
en
liet
zyn
critlsche
blik
gaan
over
een
van
de
geweldige
vrachtauto's,
die
opgeladen
stond,
schynbaar
met
marmerblokken.
Se¬
dert
bet
ongeluk
van
onlangs,
werd
verdub¬
belde
zorg
besteed
aan
het
laden
en
geen
enkele
auto
mocht
het
terrein
verlaten,
voordat
deze
door
den
opzichter
was
ge¬
ïnspecteerd.
(Wordt
vervolgd.)
1