Tekstweergave van SC_1883_12_11_0010_R
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Donderdag
30
Mei
1940
ENKHUIZER
COURANT
Tweede
Blad
Aantekeningen
uit
Enkhuizen's
verleden.
Geschiedenis
van
het
beurtveer
Enkhuizen-Amsterdam.
Kantongerecht
Hoorn.
Delicten
uit
een
grijs
verleden.
ov
De
Enkhuizer
dienst
bleef
in
handen
der
familie
Rienderhoff.
De
bovengenoemde
Frans
Rienderhoff
overleed
29
Haart
1817,
nadat
hy
kort
te
voren
onder
goedkeuring
van
het
Stadsbestuur
de
dienst
overgedragen
had
aan
zijn
zoon
Gerrit
Rienderhoff,
en
zo
vervolgens.
De
laatste
exploitant
van
deze
dienst
uit
de
familie
Rienderhoff
was
Jan
Rienderhoff
Gz.,
die
14
Sept.
1899
Is
over¬
leden.
De
Amsterdammer
dienst
werd
tot
1858
waargenomen
door
L.
Blom.
Na
zijn
over¬
lijden
droeg
het
Amsterdamse
Gemeentebe¬
stuur
deze
bediening
op
aan
Jacobus
de
Bruyn,
tot
dusver
varende
in
het
veer
Am¬
sterdam—Harderwijk,
waarvoor
hij
6
Mei
1839
was
aangesteld.
Voor
de
bediening
van
het
veer
solliciteer¬
de
in
1858
ook
Jan
Klein
Pz.r
varende
op
de
tonnenlegger
van
zijn
vader.
De
„gerequireerde
eed"
waarvan
in
de
acten
van
aanstelling
gesproken
wordt,
duid¬
de
als
volgt:
Eed
voor
de
Harkt-,
Beurt-,
Veer-
en
andere
Schippers
van
deze
Stad
op
andere
Steden
en
en
plaatsen
varende.
Dat
zweert
gij,
dat
alle
Pakken,
Zakken,
Gelden,
Brieven,
Koopmanschappen
en
an¬
dere
Waren,
u
toevertrouwd
om
over
te
voeren,
wel
en
getrouwelijk
zult
gadeslaan,
en
goede
zorge
dragen,
dat
geene
van
de¬
zelve
Goederen
worden
beschadigd
of
ver¬
minderd;
dat
gij
op
uwe
aankomst,
ter
plaatse
waar
dezelve
zijn
geadresseerd,
ten
spoedigste
behandigen
of
te
doen
be¬
stellen
zult,
zooals
het
behoort:
dat
gij
van
allen
en
ieder
derzelver
Goederen,
van
nie¬
mand
meerder
Vracht
zult
afvorderen,
dan
de
Lijsten
van
de
Vrachtloonen,
bij
de
Re¬
geering
van
deze
Stad
geëmaneerd
en
als
nog
te
emaneeren,
zijn
medebrengende.
Dat
gij
de
Passagiers
behoorlijk
zult
bejege¬
nen,
dan
van
dezelve
insgelijks
voor
-
---me
Vracht-
of
Veerloon,
niet
meer
afeischen
als
daartoe
staat,
en
namaals
bü
de
Regee¬
ring
voornoemd,
opgesteld
zoude
mogen
worden.
Verders
dat
gij
de
Ordonnantiën,
zoo
dezen
aangaande
bereids
gemaakt,
als
nog
te
maken,
wel
en
getrouwelijk
naar-
komen
en
achtervolgen
zult,
en
vervolgens
alles
doen,
dat
een
goed,
getrouw
en
be¬
leefd
Schipper
schuldig
is
en
behoort
te
doen.
Zoo
waarlijk
helpe
mij
God
Almagtig!
Na
de
overneming
van
het
veer
vestigde
Jacobus
de
Bruyn
zich
te
Enkhuizen,
gelijk
ook
zijn
voorganger
L.
Blom
hier
woonachtig
was
geweest.
Dit
was
in
overeenstemming
niet
de
aloude
voorschriften;
goedgekeurd
door
Amsterdam.
Een
jaar
tevoren
had
zich
nog
een
inci¬
dent
in
de
bediening
van
het
veer
voorge¬
daan.
Op
23
Nov.
1857
richtte
het
Amster¬
damse
gemeentebestuur
een
schrijven
aan
de
regering
van
Enkhuizen,
houdende
klach¬
ten
over
de
bestelling
door
F.
Uilham,
en
verzoek,
om
maatregelen
ter
voorkoming
van
verdere
onregelmatigheden.
De
beide
dienstdoende
beurtschippers
Blom
en
Rienderhoff
werden
door
B.
en
W.
van
Enkhuizen
opgeroepen,
om
te
dezer
zake
ge¬
hoord
te
worden.
Dit
onderzoek
leidde
tot
de
conclusie,
dat
F.
Uilham
werd
gesom¬
meerd,
om
op
een
nader
vast
te
stellen
dag
voer
B.
en
W.
te
verschijnen
en
over
te
leg¬
gen
de
bewijzen
van
afrekening
en
voldoe¬
ning
der
achterstallige
verschotgelden
en
vrachtlonen.
De
man
schijnt
in
gebreke
te
zijn
gebleven,
hieraan
te
voldoen,
waarop
schorsing
uit
zijn
betrekking
is
gevolgd.
De
heide
schippers
kregen
last,
dat
zij
voors¬
hands
zelf
voor
de
bestelling
te
Amsterdam
moesten
zorgdragen.
Enige
tijd
daarna
is
Uilham
ontslagen
en
deden
B.
en
W.
afstand
van
hun
recht
tot
aanstelling
van
een
besteller
te
Amsterdam,
hetwelk
zij
overdroegen
aan
de
regering
dier
stad
in
het
belang
van
de
controle
over
de
bediening
van
deze
post.
Jacobus
de
Bruyn
heeft
het
veer
waarge¬
nomen
tot
zijn
dood
in
1879,
waarna
de
dienst
overging
op
zijn
zoon
Jacobus
Willem
de
Bruyn
(overleden
in
1922),
wiens
zoon
Jaco¬
bus
in
1899
de
tweede
dienst,
die
van
Jan
Rienderhoff,
overnam.
Bijzonderheden
over
het
verloop
van
de
dienst
tot
het
einde
der
19de
eeuw
zijn
ver¬
der
niet
te
vermelden.
De
betekenis
van
het
veer
was
gaandeweg
sterk
verminderd
door
de
concurrentie
van
spoor
en
boot.
Toen
Jacobus
de
Bruyn
in
1858
aangesteld
werd
als
beurtschipper
in
het
veer
Enkhul-
zen—Amsterdam,
had
Enkhuizen
nog
offi¬
ciële
beurtdiensten
op
Sneek,
Leeuwarden,
Lemmer,
Zwolle,
Rotterdam
en
Urk.
(In
1858
werd
door
Rotterdam
nog
aangesteld
als
Schipper
in
het
veer
Enkhuizen—Rotter¬
dam,
Hendrik
Kofman),
doch
mettertijd
zijn
die
alle,
met
uitzondering
van
de
diensten
op
Urk
en
Amsterdam,
te
niet
gegaan.
1899—1939.
In
de
loop
van
1899
stelden
de
heren
De
Bruyn
(vader
en
zoon)
zich
in
verbinding
met
Schipper
J.
Rienderhoff,
die
toen
reeds
de
leeftijd
van
74
jaar
had
bereikt,
ten
einde
diens
beurtveer
op
Amsterdam
waar
te
ne¬
men,
maar
door
het
plotseling
overlijden
van
Rienderhoff
op
14
September
werden
de
on¬
derhandelingen
afgebroken.
Direct
richtte
zich
nu
de
naar
zelfstandigheid
hunkerende
jonge
schipper
Jacobus
de
Bruyn,
tot
de
ge¬
meentebesturen
van
Enkhuizen
en
Amster¬
dam,
met
verzoek
om
de
dienst-Rienderhoff
te
mogen
voortzetten
en
gebruik
te
maken
van
de
ligplaatsen
Dijk,
Enkhuizen
en
Oos-
terdokskade,
Amsterdam.
Op
16
September
werd
door
het
gemeente¬
bestuur
van
Enkhuizen
de
gevraagde
toe¬
stemming
verleend
en
enige
dagen
later
ook
door
dat
van
Amsterdam.
En
zo
trad
op
19
September
1899
Jucobus
do
Bruyn
als
zelf¬
standig
schipper
op,
maar
in
samenwerking
met
zijn
vader.
Hij
opende
voorlopig
zijn
dienst
met
een
gehuurd
schip.
Maar
er
daagde
terzelfder
tyd
een
zware
concurrent
op.
De
firma
De
Groot,
Horjus
en
Co.
te
Hoorn,
die
reeds
een
dagelijkse
stoomboot-
dienst
Enkhuizen—Kampen
v.v.
onderhield,
achtte
het
ogenblik,
waarop
de
beurtveer-
dienst-Rienderhoff
door
overlijden
onderbro¬
ken
werd,
gunstig
om
een
dienst
Enkhuizen
—Amsterdam
v.v.
in
te
stellen
met
haar
stoomboot
„Vereniging
II".
Op
2
Oct.
1899
werd
deze
dienst
geopend.
Als
agent
te
Enk¬
huizen
fungeerde
de
heer
B.
Kooy.
De
heren
De
Bruyn
zagen
in,
dat
het
nood¬
zakelijk
was,
de
oude
paden
te
verlaten
en
rich
aan
het
moderne
verkeer
aan
te
pas¬
sen,
teneinde
de
steeds
zwaarder
wordende
concurrentie
te
land
en
ter
zee
het
hoofd
te
kunnen
bieden.
Aan
de
firma
Croles
&
Zn.
te
IJlst
werd
opdracht
gegeven
tot
het
bouwen
van
een
nieuwe
motortjalk
van
±
100
ton,
waarin
geplaatst
zou
worden
een
25
P.K.
motor
van
de
fa.
Rennes
te
Utrecht,
te
leveren
door
de
firma
G.
Schild
&
Zn.
te
Enkhuizen.
De
18de
Augustus
1900
was
dit
schip,
ge¬
naamd
„De
Stad
Enkhuizen",
vaarklaar
en
vertrok
het
van
de
werf
naar
Enkhuizen.
„De
Stad
Enkhuizen"
was
het
tweede
mo¬
torschip,
dat
de
Zuiderzee
zou
bevaren
en
had
op
de
tocht
door
Friesland
heel
veel
be¬
kijks;
de
bewoners
der
boerderijen
langs
de
vaarweg
kwamen
haastig
toelopen,
want
een
schip,
dat
zich
zonder
zeilen
voortbewoog
cn
toch
geen
stoomboot
was,
hadden
zij
nog
nooit
gezien.
By
aankomst
te
Enkhuizen
werd
het
opge¬
wacht
door
een
grote
menigte
van
be¬
langstellenden,
om
getuige
te
zijn
van
het
binnenlopen
van
het
eerste
motorschip.
Dit
initiatief
van
den
jongen
ondernemer
getuigde
van
energie
en
het
verstaan
van
de
geest
van
de
tyd.
De
eerste
Zaterdag
na
aankomst
werd
met
het
nieuwe
motorschip
de
dienst
Enk¬
huizen—Amsterdam
vervuld.
In
1904
werd
aan
Gebr.
De
Boer
te
Lem¬
mer
opdracht
gegeven
tot
het
bouwen
van
een
motortjalk
van
ongeveer
100
ton,
even¬
eens
voorzien
van
een
Rennes-motor
van
25
P.K.,
ter
vervanging
van
het
beurtschip
„De
Vrouw
Aaltje",
waarmede
J.
W.
de
Bruyn
ettelijke
jaren
de
dienst
Enkhuizen—Amster¬
dam
had
waargenomen.
Het
nieuwe
schip
kreeg
de
naam
„Margaretha".
Gedurende
vier
jaren
onderhielden
nu
twee
ondernemingen
de
goederen-
en
passagiers-
dient
Enkhuizen—Amsterdam,
naast
de
stoombootdiensten
Harlingen—Enkhuizen—
Amsterdam
en
Sneek—Enkhuizen—Amster¬
dam.
Toen
kwam
J.
de
Bruyn
met
de
firma
De
Groot,
Horjus
en
Co.
tot
een
accoord,
waar-
b(j
de
dienst
van
laatstgenoemde
firma
werd
overgedragen
aan
de
eerste,
die
tevens
eige¬
naar
werd
van
de
stoomboot
„Vereniging
II"
(15
April
1908).
Schipper
J,
W.
de
Bruyn
trok
zich
wegens
hoge
leeftijd
terug
en
de
exploitatie
van
het
veer,
dat
rich
ook
uitbreidde
tot
Zaandam
en
de
Zaanstreek,
kwam
nu
geheel
in
handen
van
zijn
zoon
Jacobus
de
Bruyn
met
de
mo¬
tortjalken
„De
vrouw
Margaretha",
„De
Stad
Enkhuizen"
en
de
stoomboot
„Vereniging
II"
In
1910
werd
in
de
vaart
gebracht
de
stoomboot
„Vereniging",
welke
aangekocht
was
van
de
firma
Martini
Buys
te
Rotter¬
dam.
De
dienst
kon
nu
uitgebreid
worden
tot
een
dagelijkse
dienst
van
Enkhuizen
naar
Amsterdam:
vertrek
's
morgens
5
uur
van
Enkhuizen
en
's
middags
5
uur
van
Amster¬
dam.
De
beide
motortjalken
zijn
toen
verkocht
aan
de
onderneming
beurtdienst
Medemblik
—Amsterdam.
De
bemoeiingen
van
De
Bruyn
breidden
zich
b(j
voortduring
uit.
In
1914
aanvaardde
hij
het
agentschap
Enkhuizen
van
de
stoom-
bootdienst
Kampen—Urk—Enkhuizen,
en
vier
jaar
later,
in
1918,
dat
van
de
beurt-
dienst
Rotterdam—Enkhuizen,
stoomboot
James
Laming.
In
1922
werd
het
bedrijf
omgezet
in
een
Naamloze
Vennootschap
„Enkhuizer
Stoom
-
bootdienst",
benevens
de
N.V.
„Stoomboot-
dienst
Vereniging
II"
en
(in
1923)
de
N.V.
„Stoombootdienst
III".
Deze
combinatie
kwam
onder
directie
van
J.
de
Bruyn.
De
stoomboot
„Vereniging
II"
werd
in
1923
in
de
vaart
gebracht
voor
de
directe
ver¬
binding
Enkhuizen—Zaandam
en
de
Zaan¬
streek.
Te
voren
werden
de
goederen,
be¬
stemd
voor
de
Zaanstreek,
vervoerd
via
Am¬
sterdam
in
samenwerking
met
de
firma
Bets
&
Zn.,
doch
sinds
een
concurrerende
dienst
Enkhuizer.
-Broekerhaven—Zaandam
begon¬
nen
was
op
Enkhuizen—Amsterdam
te
va¬
ren,
achtte
het
EnkhulzëV
bedrijf
het
nood¬
zakelijk
een
directe
dienst
Enkhuizen—Zaan¬
dam
te
openen.
*
*
*
Hoe
waren
de
tijden
veranderd!
In
vorige
eeuwen
zou
het
niet
mogelyk
geweest
zijn,
eigenmachtig
een
dienst
als
hierboven
be¬
doeld
in
het
leven
te
roepen
zonder
consent
van
stedelijke
autoriteiten
onder
verder
toe¬
zicht
van
een
vakorganisatie,
het
schippers¬
gilde,
dat
de
diensten
ordende,
en
er
voor
zorgde,
dat
geen
schipper
in
het
„veer"
zou
komen
varen,
als
daardoor
de
belangen
van
de
gecertificeerde
schippers
schade
zouden
kunnen
ondervinden.
Het
karakter
van
het
oude
beurtveer
was
trouwens
al
gewijzigd
sinds
het
in
de
vaart
brengen
van
motor-
en
stoomschepen,
waar¬
door
men
nu
„geregelde
motor-
en
stoom¬
bootdiensten"
gekregen
had,
die
wat
Enkhui¬
zen—Amsterdam
betreft
in
één
leiding
ver¬
enigd
waren,
zodat
men
niet
meer
spreken
kon
van
„beurtschippers",
van
schippers,
die
op
beurt
(beurten)
varen,
gelijk
in
de
hier¬
voor
vermelde
ordonnantiën
was
omschre¬
ven.
*
+
*
Tot
1928
is
er
enigszins
rust
in
het
bedrijf
voorzover
er
van
rust
sprake
kan
zjjn
in
een
expeditiebedrijf.
Het
vervoer
langs
de
weg
't
Was
rang
en
pang
en
rats
(ZONDER
KUCH
EN
BONEN.)
De
kantongerechtzitting
van
gisteren
was
gewijd
aan
een
aantal
delicten,
waarvan
men
zou
wanen,
dat
ze
tot
het
grijs
verleden
be¬
horen.
Het
ging
n.l.
om
een
hele
serie
aanrijdin¬
gen
met
die
vehikels,
welke
vroeger
als
automobiel
bekend
stonden.
En
aangezien
deze
machines
tegenwoordig
uit
de
tijd
schijnen
te
zijn
en
vervangen
door
het
edele
ros,
had
deze
zitting
een
haast
historische
betekenis.
De
kans
is
niet
uitgesloten
dat
het
nu
aan
het
kantongerecht
even
rustig
wordt
als
op
onze
mooie
wegen.
Zo
men
ziet,
heeft
alles
weer
z'n
goede
kant!
Met
„rang"
en
„pang"
en
„rats"
werd
ge¬
demonstreerd,
hoe
hard
de
aanrijdingen
wel
waren
aangekomen.
Natuurlijk
bleef
het
niet
alleen
bij
„rats",
want
de
bijbehorende
kuch
en
bonen
werden
•
j
.
;jk
door
den
Kantonrechter
uitgedeelu
aan
die
patiënten
die
niet
over
voldoende
kasmiddelen
beschikten.
D.V's
OPGERAAPT
WERK.
Da's
opgeraapt
werk,
beweerde
de
eerste
verdachte
P.
B.
uit
Wervershoof,
toen
de
getuige
C.
J.
Mol
niet
al
te
zeer
in
zijn
voordeel
praatte.
Maar
er
bleek
helemaal
geen
kwestie
van
èen
doorgestoken
kaart
aan
de
orde
te
zijn,
want
getuige
verklaarde
met
de
hand
op
het
hart,
dat
iedereen
hem
even
dierbaar
was.
Het
ging
er
om,
wie
de
schuldige
was
van
een
botsing
tussen
twee
auto's
op
de
Tol-
wegbrug
te
Hoogkarspel.
Verdachte,
die
in
verzet
gekomen
was
te¬
gen
een
verstek-vonnis,
gaf
den
man,
die
achter
hem
reed
de
schuld,
maa.
de
reeds
genoemde
getuige
had
duidelijk
gezien,
dac
B.
de
aanrijding
veroorzaakte,
weshalve
deze
„de
klos"
werd.
En
aangezien
deuz'
persoon
reeds
vele
autozonden
op
zijn
overigens
smetteloos
ge¬
weten
had,
was
de
eis
lang
niet
mals,
ofte¬
wel
2
tientjes
op
15
dagen.
Omdat
verdachte
als
autotransportonder¬
nemer
nu
werkloos
is,
kreeg
hy
een
tientje
of
10
dagen
korting.
HOGE
BOMEN
IN
DE
STORM.
Het
is
nu
eenmaal
een
bekend
feit,
dat
hoge
bomen
het
eerste
vallen
in
de
storm.
En
als
dat
dan
een
sneeuwstorm
betreft,
gaat
het
helemaal
gesmeerd,
waarvan
de
passagiers
uit
de
VV.A.C.O.-bus,
die
op
14
Maart
door
de
barre
natuur
aan
de
Zwaag-
dijk
hobbelden,
kunnen
meepraten.
Want
op
een
onzalig
moment
kregen
ze
zomaar
een
complete
boom
op
hun
dak,
een
ongeval,
dat
wonder
boven
wonder
zonder
met
auto's
begon
echter
met
voor
de
dienst
te
water
(het
beurtveer")
bedenkeiyke
vor¬
men
aan
te
nemen
en
na
rijp
overleg
besloot
de
Directie
der
N.V.
„Enkhuizer
Stoomboot-
dienst"
ook
een
auto
voor
het
expeditiebe¬
drijf
in
exploitatie
te
brengen.
Er
werd
een
Chevrolet-wagen
aangekocht,
een
garage
gebouwd
aan
de
Z.-Havendyk
en
een
bestelhuis
geopend
te
Amsterdam,
N.Z.
Voorburgwal
18.
't
Ging
vlug
per
motor,
snel
per
boot...
Toen
kwamen
and're
'fyjden.
„Die
voor
is,
wint"
zei
toen
De
Bruyn,
En
liet
zyn
auto's
rijden.
(Siebe
de
Jong)
Sinsdien
z(jn
meerdere
auto's
in
gebruik
genomen
en
verscheidene
kleine
diensten
door
de
N.V.
overgenomen.
Thans
liggen
de¬
ze
alle
helaas
stil.
Mogen
we
hopen,
dat
bin¬
nenkort
weer
de
zilverwitte
auto's
door
Ne¬
derlands
dreven
zullen
snellen.
peisoomyke
ongelukken
afliep.
De
gewraakte
boom
bleek
losgekapt
te
zijn
en
zonder
bewaking
achtergelaten.
Daarvoor
was
de
voorwerker
J.
K.
uit
Spanbroek
verantwoordelijk.
Uiteraard
kreeg
hij
over
de
gevaarlijke
grap
heel
wac
te
horen,
zodat
de
eis,
2
tientjes
of
15
da¬
gen,
uiteindeiyk
nogal
meeviel.
Aangezien
cr
ooit
nog
heel
wat
materiële
schade
te
ver¬
goeden
viel
gaf
de
kantonrechter
nog
50%
korting.
EEN
HARDE
ZOEN.
Een
zaakje,
waarby
minder
diggelen
vie¬
len,
was
dat
tegen
den
Hoornaen
dierenarts,
P.
N.,
die
by
het
achteruilryden
voor
zyn
woning
de
auto
van
den
Alkmaarsen
reizi¬
ger
Th.
H.
Sterker
een
„zoen"
verkocht
had,
welke
nogal
hard
aankwam.
De
dierendokter
had
zelf
nog
de
politie
opgeoeid,
iets
wat
liy
beter
achterwege
had
kuimen
laten,
daar
de
schade
zeer
vriend-
schappelyk
geregeld
werd
en
hy
nu
voor
het
kykje,
dat
de
politie
kwam
nemen
nog
een
tientje
moest
aftikken.
MILITAIRE
HAAST.
Ten
dage,
dat
de
militairen
haast
hadden,
had
de
Enkhuizer
chauffeur
M.
L.
in
Hoorn
op
het
Keem
gereden
met
een
bus
vol
land-
verdedigers.
En
hy
had
zo'n
haast
gehad,
dat
hy
ver¬
geten
had
een
richtingaanwyzer
uit
te
ste¬
ken,
waardoor
de
auto
van
den
Hoornsen
winkelier
A.
Otter
voor
ƒ
18,29
beschadigd
werd.
De
haastige
chauffeur
moet
dit
bedrag
nu
betalen
en
zes
ryksdaalders
bovendien,
zyn-
de
de
kosten
der
genomen
beslissing.
DE
WEG
TE
SMAL.
Een
zekere
meneer
J.
J.
G.
uit
Groningen,
die
de
lange
reis
maar
niet
gewaagd
had,
was
in
Hoorn
aan
de
Tweeboomlaan
met
een
verhuisauto
op
6
wielen
aan
het
experimen¬
teren
geslagen.
Hy
wilde
het
vehikel
doen
draaien,
maar
dat
gelukte
hem
slechts
ten
koste
van
een
hekje,
dat
hy
nu
moet
beta¬
len,
plus
ƒ
8
voor
de
rechtspraak.
EEN
ONBELEEFDE
MENEER.
Ook
de
volgende
patient
kwam
niet
per-
soonlyk
met
zyn
watertje
voor
den
dokter.
Dat
was
U.
V.
S.
,die
op
een
afgesloten
weg
in
Abbekerk
gedreigd
had
de
mensen
aan
mosterd
te
zullen
ryden.
als
hy
er
niet
door
mocht.
Voor
dit
argument
was
men
gezwicht.
De
onbeleefde
man
mócht
doorryden,
maar
kreeg
meteen
een
bon
achter
zich
aan.
De
kosten
hiervan
werden
bepaald
op
2
ryksdaalders.
NOG
EEN
GEKRAAKT
HEK.
Ook
nummero
volgt
schitterde
door
afwe¬
zigheid.
Dit
nummer
was
J.
B.
A.
D.,
die
ln
Twisk
een
hekje
geramd
had,
dat
ƒ
9
waard
was,
maar
wat
hy
voor
60
pop
had
kunnen
afkopen.
Die
rit
ging
natuurlyk
niet
door
en
D.
kwam
er
nu
voor
ƒ
15
of
5
dagen
af,
een
straf,
die
zo
hoog
gesteld
was,
omdat
hy
reeds
eerder
aanrijdingen
had
veroor¬
zaakt
in
niet
geheel
nuchtere
staat.
DE
ENIGE
VARIATIE.
De
enigste
variatie
in
het
program
was
de
veehouder
G.
V.
uit
Abbekerk,
die
zonder
vergunning
balen
stro
vervoerd
had.
De
man
had
dat
stro
nodig
gehad,
omdat
hij
zyn
beesten
anders
moest
laten
verhon¬
geren.
Dat
hy
zulks
niet
kon
aanzien,
kostte
hem
nu
een
tientje.
HIJ
GING
MAAR
WAT
UIT
RIJDEN
OP
EEN
„PLOFJE".
In
het
gelukkig
bezit
van
een
rybewys
A
was
de
chauffeur
P.
H.
D.
uit
Edam
er
maar
eens
op
een
plofje,
oftewel
een
éénpittertje
op
uit
gegaan.
Maar
hiervoor
diende
hy
een
rybewijs
C.
te
hebben
en
aangezien
dit
ont¬
brak
moest
hy
nu
conform
de
eis
4
pop
betalen.
—
Feuilleton
—
ACHTER
DE
BOSSEN.
Een
roman
uit
Siberië
door
Fr.
Enskat
Nadruk
verboden.
26
De.
avond
had
het
Proeska-dal
in
duister¬
nis
gehuld.
Wel
fonkelden
er
een
paar
ster-
ten
aan
het
firmament,
maar
zoals
zo
vaak
i>ij
heldere
hemel,
heerste
beneden
op
de
aarde
geen
licht.
Als
een
beschonkene
waggelde
Lörne
naar
de
stal.
Schier
onbewust
bracht
hy
zyn
paard
naar
buiten,
zadelde
het
en
reed
weg.
De
teu¬
gels
hingen
slap
in
rijn
hand.
Het
dier
sloeg
vanzelf
de
weg
naar
de
Irbytsch
in.
Het
ging
in
de
richting
van
het
stampwerk.
In
Hal
dwarrelden
de
gedachten
verward
dooreen.
Voelde
hy
zich
pijnlyk
getroffen?
Hy
wist
het
niet.
Het
gelukte
hem
ook
niet
lo-
gisch
te
denken.
Telkens
wanneer
hij
pro¬
beerde
zyn
toestand
te
overdenken,
werden
zijn
gedachten
afgeleid
door
een
of
ander
de¬
tail
van
geringe
betekenis.
Tenslotte
gaf
hij
het
op
zich
intens
met
de
gebeurtenissen
der
laatste
uren
bezig
te
houden.
Rechts
voor
hem
doken
de
schaduwen
van
bet
stampwerk
op.
Zyn
werk!
Nooit
meer
2°u
hy
het
mogen
betreden.
En
hoe
goed
had
het
hem
gedaan,
hoe
had
hy
er
rich
over
verheugd,
toen
het
daverende
geluid
van
het
stampen
en
walsen
voor
het
eerst
door
het
dal
klonk.
—
Voorby!
Hij
dreef
het
sjokkende
paard
in
de
rich¬
ting
van
het
Winddal.
Langzaam
ontwik¬
kelde
zich
een
bepaald
plan
in
zijn
ver¬
ward
brein:
Hy
zou
naar
Nanglu
gaan.
—
Nanglu,
de
eenvoudige,
eerlijke
natuurmens.
—
Hy
was
wel
de
enige,
die
een
incident
als
dit
vooruit
had
zien
aankomen.
De
revolver,
die
hy
—
Hal
—
als
waar¬
deloos
had
beschouwd,
was
dus
toch
nog
met
een
enkele
patroon
geladen
geweest?
—
Eigenaardig
—
—
!
Nu
was
hij
ontmaskerd,
uitgestoten.
En
een
moordenaar
had
men
hem
genoemd.
—
Dat
had
Lansky
wel
verduiveld
geraffineerd
'in
scène
gezet.
Alles
was
tegen
hem.
De
anderen
konden
immers
niet
weten,
dat
Lansky
waarheid
en
verdichtsel
handig
dooreen
had
gevlochten
—
juist,
zoals
hij
dat
voor
zyn
duistere
plannen
nodig
had.
Maar
met
dat
al
had
hij
—
Hal
voor
de
bewoners
van
het
Proeska-dal
afgedaan.
Voor
altyd!
Bessin....
Kare....?_
—
Hoe
zouden
dlë
nu
over
hem
denken
?
Lieve,
kleine
Kare
?
Hij
hield
van
haar.
Meer
dan
hy
ooit
van
iemand
gehouden
had.
Dat
besefte
hy
eerst
nu.
Eigenaardig,
dat
deze
overtuiging
zich
nu,
op
dit
ogenblik,
zo
onweerstaanbaar
aan
hem
opdrong.
Zou
hij
nu
zyn
tydelijk
onderbroken
vlucht
uit
Rusland
weer
voortzetten!
Neen
—
neen!
Lansky
bevond
zich
nog
in
het
Proeska-dal.
Wie
weet,
wat
hij
nog
in
zyn
schild
voerde.
De
bewoners
van
het
dal
vermoedden
niets
van
zyn
duistere
praktyken.
Hal
zou
in
de
nabyheid
biyven
en
een
oog
in
het
zeil
hou¬
den.
Misschien
had
men
vandaag
of
morgen
zijn
hulp
nodig.
Het
was
maar
goed,
dat
hij
het
geweer,
toen
Peter
Bessin
heb
kwam
roepen,
by
Nanglu
had
achter
gelaten.
Nu
bezat
hij
tenminste
een
behoorlyk
wapen.
Maar
overigens
had
hij
dan
ook
alles
ver¬
loren.
Was
dat
wel
zo?
Had
hij
werkelijk
alles
verloren?
Neen
—
plotseling
drong
met
ver¬
rassende
zekerheid
het
besef
tot
hem
door,
dat
hy
toch
iets
had
gewonnen,
namelyk
zich
zelf!
Nu
was
hij
Immers
weer
Hal
Lörne!
Een
gevoel
van
voldoening
verdreef
zijn
sombere
gedachten.
Ja!
Hy
was
weer
zichzelf.
Leugen
en
bedrog
behoorden
tot
het
verleden.
Dat
was
ook
wat
waard
—
en
stellig
niet
zo
heel
weinig.
Toen
Hal
het
in
duister
gehulde
Winddal
inreed,
sloten
zijn
handen
zich
voor
het
eerst
sinds
hij
va:
Bessinhoeve
wegreed,
vast
om
de
teugels.
In
de
verte
flikkerde
een
klein
vuur.
Daar
zou
Nanglu
wel
zijn,
de
trouwe
Osseet.
Hal
had
rijn
zwaarmoedigheid
al
weer
afgelegd.
27
Lansky
stond
in
het
midden
van
de
ruim¬
te,
welke
in
de
barak
als
conversatiezaal
dienst
deed.
Zyn
metgezellen
drongen
op¬
gewonden
om
hem
heen.
Zyn
ruwe
stem
klonk
echter
boven
alles
uit.
„Ilc
weet
heel
goed,
wat
ik
doe.
Dat
be¬
hoeven
jullie
mij
niet
te
vertellen.
—
Wie
heeft
jullie
hierheen
gebracht,
hè?
Wien
zal
je
het
te
danken
hebben,
als
de
roebels
je
straks
in
de
schoot
worden
geworpen?
Nu?!"
Een
ogenblik
trad
de
stilte
in.
Daarop
echter
zei
een
van
het
troepje:
„Ik
moet
die
roebels
eerst
nog
zien.
—
Op
het
ogenblik
ben
je
hard
bezig
de
mensen
tegen
ons
in
het
harnas
te
jagen.
Het
zal
zeker
niet
in
ons
belang
blijken
te
zijn,
als
wij
ons
de
vijandschap
van
den
ouden
Bessin
op
de
hals
halen!"
„Je
spreekt
naar
dat
je
verstand
hebt",
gromde
Lansky.
„Laat
dat
nu
maar
aan
my
over.
Het
komt
er
in
de
eerste
plaats
op
aan
een
beetje
verder
te
zien
dan
je
neus
lang
is
en
de
lengte
van
jullie
neuzen
is
nu
een¬
maal
wel
heel
abnormaal!"
„Luister
eens
even!"
Het
was
Gregor,
die
zich
aandiende.
Zyn
stem
klonk
luid,
maar
volkomen
beheerst.
„Ook
mij
staat
je
houding
niet
aan,
Lansky.
Dat
grove
optreden
tegen
Alexi
was
dwaas
en
onverstandig.
En
waarom
moest
Lörne
vertrekken?
Wat
kan
het
ons
schelen,
of
hy
zich
als
Hal
of
als
Frans
uitgeeft?"
„Dacht
je
dat,
Gregor?
—
Laat
ik
je
dan
mogen
vertellen,
dat
het
zo
niet
verder
door
kon
gaan.
De
knaap
werd
gevaarlyk
voor
ons
allemaal.
Bovendien
ben
ik
er
achter
ge¬
komen,
dat
hy
Frans
Mertens
heeft
ver¬
moord".
,,Zo
—
?
2iou
hy
dat
gedaan
hebben?"
„Ja!
Of
twyfel
je
daar
soms
aan?"
Gregor
gaf
geen
antwoord
en
Lansky
ver-
vervolgde:
„Hal
Lörne
moest
verdwijnen.
Hij
stond
ons
maar
in
de
weg.
We
mogen
niet
uit
het
oog
verliezen,
dat
dat
zaakje
hier
zó
niet
lang
meer
mag
voortgaan.
Wij
hebben
nu
een
behooriyke
hoeveelheid
Bilun-yzer
ge¬
produceerd
en
Michel
Bessin
zal
dan
ook
wel
reeds
met
plannen
rondlopen
om
zich
vandaag
of
morgen
voor
de
verkoop
met
de
buitenwereld
in
verbinding
te
stellen.
Als
wy
dat
zonder
meer
toelaten
zyn
wy
krankzin¬
nig.
Van
het
begin
af
is
myn
streven
er
op
gericht
geweest
deze
winstgevende
onder¬
neming
geheel
ln
eigen
handen
te
krygen.
Bessin
en
die
anderen
moeten
uitgeschakeld
worden.
Reken
maar
eens
uit,
wat
er
dan
voor
ons
te
verdienen
valt!
Op
de
een
oi
andere
manier
moet
de
oude
Bessin
worden
gedwongen
de
exploitatie
aan
ons
over
te
laten.
Dan
hebben
wy
de
handen
vrij
en
eerst
dan
zullen
wy
een
behooriyke
beloning
ont¬
vangen
voor
de
moeilyke
reis,
die
wy
ons
getroost
hebben.
En
dat
moeten
we
zien
te
bereiken
vóór
de
oude
Bessin
zich
met
even¬
tuele
afnemers
in
verbinding
stelt.
Anders
ls
het
te
laat!"
„Maar
dat
gaat
immers
niet!
Denk
Je,
dat
Bessin
daar
ooit
in
zal
toestemmen?
Geen
sprake
van!"
„Stommelingen
zyn
jullie!
Hy
moet
eenvoudig!
Ik
heb
een
handig
plannetje
in
elkaar
gedraaid.
En
dat
relletje
met
Alexi
was
myn
eerste
zet
op
het
schaakbord.
Be¬
grijpen
jullie
het
nu?"
(Wordt
vervolgd.)
DIT
NUMMER
BESTAAT
UIT
1
BLAD
(6
pagina's)
en
weegt
S3
gram.
Zendt
men
deze
courant
door,
dan
ls
het
port
hiervoor:
Binnenland
en
koloniën
•
.
1
\\
et.
•