Tekstweergave van SC_1883_12_11_0010_R

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Donderdag 30 Mei 1940 ENKHUIZER COURANT Tweede Blad Aantekeningen uit Enkhuizen's verleden. Geschiedenis van het beurtveer Enkhuizen-Amsterdam. Kantongerecht Hoorn. Delicten uit een grijs verleden. ov De Enkhuizer dienst bleef in handen der familie Rienderhoff. De bovengenoemde Frans Rienderhoff overleed 29 Haart 1817, nadat hy kort te voren onder goedkeuring van het Stadsbestuur de dienst overgedragen had aan zijn zoon Gerrit Rienderhoff, en zo vervolgens. De laatste exploitant van deze dienst uit de familie Rienderhoff was Jan Rienderhoff Gz., die 14 Sept. 1899 Is over¬ leden. De Amsterdammer dienst werd tot 1858 waargenomen door L. Blom. Na zijn over¬ lijden droeg het Amsterdamse Gemeentebe¬ stuur deze bediening op aan Jacobus de Bruyn, tot dusver varende in het veer Am¬ sterdam—Harderwijk, waarvoor hij 6 Mei 1839 was aangesteld. Voor de bediening van het veer solliciteer¬ de in 1858 ook Jan Klein Pz.r varende op de tonnenlegger van zijn vader. De „gerequireerde eed" waarvan in de acten van aanstelling gesproken wordt, duid¬ de als volgt: Eed voor de Harkt-, Beurt-, Veer- en andere Schippers van deze Stad op andere Steden en en plaatsen varende. Dat zweert gij, dat alle Pakken, Zakken, Gelden, Brieven, Koopmanschappen en an¬ dere Waren, u toevertrouwd om over te voeren, wel en getrouwelijk zult gadeslaan, en goede zorge dragen, dat geene van de¬ zelve Goederen worden beschadigd of ver¬ minderd; dat gij op uwe aankomst, ter plaatse waar dezelve zijn geadresseerd, ten spoedigste behandigen of te doen be¬ stellen zult, zooals het behoort: dat gij van allen en ieder derzelver Goederen, van nie¬ mand meerder Vracht zult afvorderen, dan de Lijsten van de Vrachtloonen, bij de Re¬ geering van deze Stad geëmaneerd en als nog te emaneeren, zijn medebrengende. Dat gij de Passagiers behoorlijk zult bejege¬ nen, dan van dezelve insgelijks voor - ---me Vracht- of Veerloon, niet meer afeischen als daartoe staat, en namaals de Regee¬ ring voornoemd, opgesteld zoude mogen worden. Verders dat gij de Ordonnantiën, zoo dezen aangaande bereids gemaakt, als nog te maken, wel en getrouwelijk naar- komen en achtervolgen zult, en vervolgens alles doen, dat een goed, getrouw en be¬ leefd Schipper schuldig is en behoort te doen. Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig! Na de overneming van het veer vestigde Jacobus de Bruyn zich te Enkhuizen, gelijk ook zijn voorganger L. Blom hier woonachtig was geweest. Dit was in overeenstemming niet de aloude voorschriften; goedgekeurd door Amsterdam. Een jaar tevoren had zich nog een inci¬ dent in de bediening van het veer voorge¬ daan. Op 23 Nov. 1857 richtte het Amster¬ damse gemeentebestuur een schrijven aan de regering van Enkhuizen, houdende klach¬ ten over de bestelling door F. Uilham, en verzoek, om maatregelen ter voorkoming van verdere onregelmatigheden. De beide dienstdoende beurtschippers Blom en Rienderhoff werden door B. en W. van Enkhuizen opgeroepen, om te dezer zake ge¬ hoord te worden. Dit onderzoek leidde tot de conclusie, dat F. Uilham werd gesom¬ meerd, om op een nader vast te stellen dag voer B. en W. te verschijnen en over te leg¬ gen de bewijzen van afrekening en voldoe¬ ning der achterstallige verschotgelden en vrachtlonen. De man schijnt in gebreke te zijn gebleven, hieraan te voldoen, waarop schorsing uit zijn betrekking is gevolgd. De heide schippers kregen last, dat zij voors¬ hands zelf voor de bestelling te Amsterdam moesten zorgdragen. Enige tijd daarna is Uilham ontslagen en deden B. en W. afstand van hun recht tot aanstelling van een besteller te Amsterdam, hetwelk zij overdroegen aan de regering dier stad in het belang van de controle over de bediening van deze post. Jacobus de Bruyn heeft het veer waarge¬ nomen tot zijn dood in 1879, waarna de dienst overging op zijn zoon Jacobus Willem de Bruyn (overleden in 1922), wiens zoon Jaco¬ bus in 1899 de tweede dienst, die van Jan Rienderhoff, overnam. Bijzonderheden over het verloop van de dienst tot het einde der 19de eeuw zijn ver¬ der niet te vermelden. De betekenis van het veer was gaandeweg sterk verminderd door de concurrentie van spoor en boot. Toen Jacobus de Bruyn in 1858 aangesteld werd als beurtschipper in het veer Enkhul- zen—Amsterdam, had Enkhuizen nog offi¬ ciële beurtdiensten op Sneek, Leeuwarden, Lemmer, Zwolle, Rotterdam en Urk. (In 1858 werd door Rotterdam nog aangesteld als Schipper in het veer Enkhuizen—Rotter¬ dam, Hendrik Kofman), doch mettertijd zijn die alle, met uitzondering van de diensten op Urk en Amsterdam, te niet gegaan. 1899—1939. In de loop van 1899 stelden de heren De Bruyn (vader en zoon) zich in verbinding met Schipper J. Rienderhoff, die toen reeds de leeftijd van 74 jaar had bereikt, ten einde diens beurtveer op Amsterdam waar te ne¬ men, maar door het plotseling overlijden van Rienderhoff op 14 September werden de on¬ derhandelingen afgebroken. Direct richtte zich nu de naar zelfstandigheid hunkerende jonge schipper Jacobus de Bruyn, tot de ge¬ meentebesturen van Enkhuizen en Amster¬ dam, met verzoek om de dienst-Rienderhoff te mogen voortzetten en gebruik te maken van de ligplaatsen Dijk, Enkhuizen en Oos- terdokskade, Amsterdam. Op 16 September werd door het gemeente¬ bestuur van Enkhuizen de gevraagde toe¬ stemming verleend en enige dagen later ook door dat van Amsterdam. En zo trad op 19 September 1899 Jucobus do Bruyn als zelf¬ standig schipper op, maar in samenwerking met zijn vader. Hij opende voorlopig zijn dienst met een gehuurd schip. Maar er daagde terzelfder tyd een zware concurrent op. De firma De Groot, Horjus en Co. te Hoorn, die reeds een dagelijkse stoomboot- dienst Enkhuizen—Kampen v.v. onderhield, achtte het ogenblik, waarop de beurtveer- dienst-Rienderhoff door overlijden onderbro¬ ken werd, gunstig om een dienst Enkhuizen —Amsterdam v.v. in te stellen met haar stoomboot „Vereniging II". Op 2 Oct. 1899 werd deze dienst geopend. Als agent te Enk¬ huizen fungeerde de heer B. Kooy. De heren De Bruyn zagen in, dat het nood¬ zakelijk was, de oude paden te verlaten en rich aan het moderne verkeer aan te pas¬ sen, teneinde de steeds zwaarder wordende concurrentie te land en ter zee het hoofd te kunnen bieden. Aan de firma Croles & Zn. te IJlst werd opdracht gegeven tot het bouwen van een nieuwe motortjalk van ± 100 ton, waarin geplaatst zou worden een 25 P.K. motor van de fa. Rennes te Utrecht, te leveren door de firma G. Schild & Zn. te Enkhuizen. De 18de Augustus 1900 was dit schip, ge¬ naamd „De Stad Enkhuizen", vaarklaar en vertrok het van de werf naar Enkhuizen. „De Stad Enkhuizen" was het tweede mo¬ torschip, dat de Zuiderzee zou bevaren en had op de tocht door Friesland heel veel be¬ kijks; de bewoners der boerderijen langs de vaarweg kwamen haastig toelopen, want een schip, dat zich zonder zeilen voortbewoog cn toch geen stoomboot was, hadden zij nog nooit gezien. By aankomst te Enkhuizen werd het opge¬ wacht door een grote menigte van be¬ langstellenden, om getuige te zijn van het binnenlopen van het eerste motorschip. Dit initiatief van den jongen ondernemer getuigde van energie en het verstaan van de geest van de tyd. De eerste Zaterdag na aankomst werd met het nieuwe motorschip de dienst Enk¬ huizen—Amsterdam vervuld. In 1904 werd aan Gebr. De Boer te Lem¬ mer opdracht gegeven tot het bouwen van een motortjalk van ongeveer 100 ton, even¬ eens voorzien van een Rennes-motor van 25 P.K., ter vervanging van het beurtschip „De Vrouw Aaltje", waarmede J. W. de Bruyn ettelijke jaren de dienst Enkhuizen—Amster¬ dam had waargenomen. Het nieuwe schip kreeg de naam „Margaretha". Gedurende vier jaren onderhielden nu twee ondernemingen de goederen- en passagiers- dient Enkhuizen—Amsterdam, naast de stoombootdiensten Harlingen—Enkhuizen— Amsterdam en Sneek—Enkhuizen—Amster¬ dam. Toen kwam J. de Bruyn met de firma De Groot, Horjus en Co. tot een accoord, waar- b(j de dienst van laatstgenoemde firma werd overgedragen aan de eerste, die tevens eige¬ naar werd van de stoomboot „Vereniging II" (15 April 1908). Schipper J, W. de Bruyn trok zich wegens hoge leeftijd terug en de exploitatie van het veer, dat rich ook uitbreidde tot Zaandam en de Zaanstreek, kwam nu geheel in handen van zijn zoon Jacobus de Bruyn met de mo¬ tortjalken „De vrouw Margaretha", „De Stad Enkhuizen" en de stoomboot „Vereniging II" In 1910 werd in de vaart gebracht de stoomboot „Vereniging", welke aangekocht was van de firma Martini Buys te Rotter¬ dam. De dienst kon nu uitgebreid worden tot een dagelijkse dienst van Enkhuizen naar Amsterdam: vertrek 's morgens 5 uur van Enkhuizen en 's middags 5 uur van Amster¬ dam. De beide motortjalken zijn toen verkocht aan de onderneming beurtdienst Medemblik —Amsterdam. De bemoeiingen van De Bruyn breidden zich b(j voortduring uit. In 1914 aanvaardde hij het agentschap Enkhuizen van de stoom- bootdienst Kampen—Urk—Enkhuizen, en vier jaar later, in 1918, dat van de beurt- dienst Rotterdam—Enkhuizen, stoomboot James Laming. In 1922 werd het bedrijf omgezet in een Naamloze Vennootschap „Enkhuizer Stoom - bootdienst", benevens de N.V. „Stoomboot- dienst Vereniging II" en (in 1923) de N.V. „Stoombootdienst III". Deze combinatie kwam onder directie van J. de Bruyn. De stoomboot „Vereniging II" werd in 1923 in de vaart gebracht voor de directe ver¬ binding Enkhuizen—Zaandam en de Zaan¬ streek. Te voren werden de goederen, be¬ stemd voor de Zaanstreek, vervoerd via Am¬ sterdam in samenwerking met de firma Bets & Zn., doch sinds een concurrerende dienst Enkhuizer. -Broekerhaven—Zaandam begon¬ nen was op Enkhuizen—Amsterdam te va¬ ren, achtte het EnkhulzëV bedrijf het nood¬ zakelijk een directe dienst Enkhuizen—Zaan¬ dam te openen. * * * Hoe waren de tijden veranderd! In vorige eeuwen zou het niet mogelyk geweest zijn, eigenmachtig een dienst als hierboven be¬ doeld in het leven te roepen zonder consent van stedelijke autoriteiten onder verder toe¬ zicht van een vakorganisatie, het schippers¬ gilde, dat de diensten ordende, en er voor zorgde, dat geen schipper in het „veer" zou komen varen, als daardoor de belangen van de gecertificeerde schippers schade zouden kunnen ondervinden. Het karakter van het oude beurtveer was trouwens al gewijzigd sinds het in de vaart brengen van motor- en stoomschepen, waar¬ door men nu „geregelde motor- en stoom¬ bootdiensten" gekregen had, die wat Enkhui¬ zen—Amsterdam betreft in één leiding ver¬ enigd waren, zodat men niet meer spreken kon van „beurtschippers", van schippers, die op beurt (beurten) varen, gelijk in de hier¬ voor vermelde ordonnantiën was omschre¬ ven. * + * Tot 1928 is er enigszins rust in het bedrijf voorzover er van rust sprake kan zjjn in een expeditiebedrijf. Het vervoer langs de weg 't Was rang en pang en rats (ZONDER KUCH EN BONEN.) De kantongerechtzitting van gisteren was gewijd aan een aantal delicten, waarvan men zou wanen, dat ze tot het grijs verleden be¬ horen. Het ging n.l. om een hele serie aanrijdin¬ gen met die vehikels, welke vroeger als automobiel bekend stonden. En aangezien deze machines tegenwoordig uit de tijd schijnen te zijn en vervangen door het edele ros, had deze zitting een haast historische betekenis. De kans is niet uitgesloten dat het nu aan het kantongerecht even rustig wordt als op onze mooie wegen. Zo men ziet, heeft alles weer z'n goede kant! Met „rang" en „pang" en „rats" werd ge¬ demonstreerd, hoe hard de aanrijdingen wel waren aangekomen. Natuurlijk bleef het niet alleen bij „rats", want de bijbehorende kuch en bonen werden j . ;jk door den Kantonrechter uitgedeelu aan die patiënten die niet over voldoende kasmiddelen beschikten. D.V's OPGERAAPT WERK. Da's opgeraapt werk, beweerde de eerste verdachte P. B. uit Wervershoof, toen de getuige C. J. Mol niet al te zeer in zijn voordeel praatte. Maar er bleek helemaal geen kwestie van èen doorgestoken kaart aan de orde te zijn, want getuige verklaarde met de hand op het hart, dat iedereen hem even dierbaar was. Het ging er om, wie de schuldige was van een botsing tussen twee auto's op de Tol- wegbrug te Hoogkarspel. Verdachte, die in verzet gekomen was te¬ gen een verstek-vonnis, gaf den man, die achter hem reed de schuld, maa. de reeds genoemde getuige had duidelijk gezien, dac B. de aanrijding veroorzaakte, weshalve deze „de klos" werd. En aangezien deuz' persoon reeds vele autozonden op zijn overigens smetteloos ge¬ weten had, was de eis lang niet mals, ofte¬ wel 2 tientjes op 15 dagen. Omdat verdachte als autotransportonder¬ nemer nu werkloos is, kreeg hy een tientje of 10 dagen korting. HOGE BOMEN IN DE STORM. Het is nu eenmaal een bekend feit, dat hoge bomen het eerste vallen in de storm. En als dat dan een sneeuwstorm betreft, gaat het helemaal gesmeerd, waarvan de passagiers uit de VV.A.C.O.-bus, die op 14 Maart door de barre natuur aan de Zwaag- dijk hobbelden, kunnen meepraten. Want op een onzalig moment kregen ze zomaar een complete boom op hun dak, een ongeval, dat wonder boven wonder zonder met auto's begon echter met voor de dienst te water (het beurtveer") bedenkeiyke vor¬ men aan te nemen en na rijp overleg besloot de Directie der N.V. „Enkhuizer Stoomboot- dienst" ook een auto voor het expeditiebe¬ drijf in exploitatie te brengen. Er werd een Chevrolet-wagen aangekocht, een garage gebouwd aan de Z.-Havendyk en een bestelhuis geopend te Amsterdam, N.Z. Voorburgwal 18. 't Ging vlug per motor, snel per boot... Toen kwamen and're 'fyjden. „Die voor is, wint" zei toen De Bruyn, En liet zyn auto's rijden. (Siebe de Jong) Sinsdien z(jn meerdere auto's in gebruik genomen en verscheidene kleine diensten door de N.V. overgenomen. Thans liggen de¬ ze alle helaas stil. Mogen we hopen, dat bin¬ nenkort weer de zilverwitte auto's door Ne¬ derlands dreven zullen snellen. peisoomyke ongelukken afliep. De gewraakte boom bleek losgekapt te zijn en zonder bewaking achtergelaten. Daarvoor was de voorwerker J. K. uit Spanbroek verantwoordelijk. Uiteraard kreeg hij over de gevaarlijke grap heel wac te horen, zodat de eis, 2 tientjes of 15 da¬ gen, uiteindeiyk nogal meeviel. Aangezien cr ooit nog heel wat materiële schade te ver¬ goeden viel gaf de kantonrechter nog 50% korting. EEN HARDE ZOEN. Een zaakje, waarby minder diggelen vie¬ len, was dat tegen den Hoornaen dierenarts, P. N., die by het achteruilryden voor zyn woning de auto van den Alkmaarsen reizi¬ ger Th. H. Sterker een „zoen" verkocht had, welke nogal hard aankwam. De dierendokter had zelf nog de politie opgeoeid, iets wat liy beter achterwege had kuimen laten, daar de schade zeer vriend- schappelyk geregeld werd en hy nu voor het kykje, dat de politie kwam nemen nog een tientje moest aftikken. MILITAIRE HAAST. Ten dage, dat de militairen haast hadden, had de Enkhuizer chauffeur M. L. in Hoorn op het Keem gereden met een bus vol land- verdedigers. En hy had zo'n haast gehad, dat hy ver¬ geten had een richtingaanwyzer uit te ste¬ ken, waardoor de auto van den Hoornsen winkelier A. Otter voor ƒ 18,29 beschadigd werd. De haastige chauffeur moet dit bedrag nu betalen en zes ryksdaalders bovendien, zyn- de de kosten der genomen beslissing. DE WEG TE SMAL. Een zekere meneer J. J. G. uit Groningen, die de lange reis maar niet gewaagd had, was in Hoorn aan de Tweeboomlaan met een verhuisauto op 6 wielen aan het experimen¬ teren geslagen. Hy wilde het vehikel doen draaien, maar dat gelukte hem slechts ten koste van een hekje, dat hy nu moet beta¬ len, plus ƒ 8 voor de rechtspraak. EEN ONBELEEFDE MENEER. Ook de volgende patient kwam niet per- soonlyk met zyn watertje voor den dokter. Dat was U. V. S. ,die op een afgesloten weg in Abbekerk gedreigd had de mensen aan mosterd te zullen ryden. als hy er niet door mocht. Voor dit argument was men gezwicht. De onbeleefde man mócht doorryden, maar kreeg meteen een bon achter zich aan. De kosten hiervan werden bepaald op 2 ryksdaalders. NOG EEN GEKRAAKT HEK. Ook nummero volgt schitterde door afwe¬ zigheid. Dit nummer was J. B. A. D., die ln Twisk een hekje geramd had, dat ƒ 9 waard was, maar wat hy voor 60 pop had kunnen afkopen. Die rit ging natuurlyk niet door en D. kwam er nu voor ƒ 15 of 5 dagen af, een straf, die zo hoog gesteld was, omdat hy reeds eerder aanrijdingen had veroor¬ zaakt in niet geheel nuchtere staat. DE ENIGE VARIATIE. De enigste variatie in het program was de veehouder G. V. uit Abbekerk, die zonder vergunning balen stro vervoerd had. De man had dat stro nodig gehad, omdat hij zyn beesten anders moest laten verhon¬ geren. Dat hy zulks niet kon aanzien, kostte hem nu een tientje. HIJ GING MAAR WAT UIT RIJDEN OP EEN „PLOFJE". In het gelukkig bezit van een rybewys A was de chauffeur P. H. D. uit Edam er maar eens op een plofje, oftewel een éénpittertje op uit gegaan. Maar hiervoor diende hy een rybewijs C. te hebben en aangezien dit ont¬ brak moest hy nu conform de eis 4 pop betalen. Feuilleton ACHTER DE BOSSEN. Een roman uit Siberië door Fr. Enskat Nadruk verboden. 26 De. avond had het Proeska-dal in duister¬ nis gehuld. Wel fonkelden er een paar ster- ten aan het firmament, maar zoals zo vaak i>ij heldere hemel, heerste beneden op de aarde geen licht. Als een beschonkene waggelde Lörne naar de stal. Schier onbewust bracht hy zyn paard naar buiten, zadelde het en reed weg. De teu¬ gels hingen slap in rijn hand. Het dier sloeg vanzelf de weg naar de Irbytsch in. Het ging in de richting van het stampwerk. In Hal dwarrelden de gedachten verward dooreen. Voelde hy zich pijnlyk getroffen? Hy wist het niet. Het gelukte hem ook niet lo- gisch te denken. Telkens wanneer hij pro¬ beerde zyn toestand te overdenken, werden zijn gedachten afgeleid door een of ander de¬ tail van geringe betekenis. Tenslotte gaf hij het op zich intens met de gebeurtenissen der laatste uren bezig te houden. Rechts voor hem doken de schaduwen van bet stampwerk op. Zyn werk! Nooit meer 2°u hy het mogen betreden. En hoe goed had het hem gedaan, hoe had hy er rich over verheugd, toen het daverende geluid van het stampen en walsen voor het eerst door het dal klonk. Voorby! Hij dreef het sjokkende paard in de rich¬ ting van het Winddal. Langzaam ontwik¬ kelde zich een bepaald plan in zijn ver¬ ward brein: Hy zou naar Nanglu gaan. Nanglu, de eenvoudige, eerlijke natuurmens. Hy was wel de enige, die een incident als dit vooruit had zien aankomen. De revolver, die hy Hal als waar¬ deloos had beschouwd, was dus toch nog met een enkele patroon geladen geweest? Eigenaardig ! Nu was hij ontmaskerd, uitgestoten. En een moordenaar had men hem genoemd. Dat had Lansky wel verduiveld geraffineerd 'in scène gezet. Alles was tegen hem. De anderen konden immers niet weten, dat Lansky waarheid en verdichtsel handig dooreen had gevlochten juist, zoals hij dat voor zyn duistere plannen nodig had. Maar met dat al had hij Hal voor de bewoners van het Proeska-dal afgedaan. Voor altyd! Bessin.... Kare....?_ Hoe zouden dlë nu over hem denken ? Lieve, kleine Kare ? Hij hield van haar. Meer dan hy ooit van iemand gehouden had. Dat besefte hy eerst nu. Eigenaardig, dat deze overtuiging zich nu, op dit ogenblik, zo onweerstaanbaar aan hem opdrong. Zou hij nu zyn tydelijk onderbroken vlucht uit Rusland weer voortzetten! Neen neen! Lansky bevond zich nog in het Proeska-dal. Wie weet, wat hij nog in zyn schild voerde. De bewoners van het dal vermoedden niets van zyn duistere praktyken. Hal zou in de nabyheid biyven en een oog in het zeil hou¬ den. Misschien had men vandaag of morgen zijn hulp nodig. Het was maar goed, dat hij het geweer, toen Peter Bessin heb kwam roepen, by Nanglu had achter gelaten. Nu bezat hij tenminste een behoorlyk wapen. Maar overigens had hij dan ook alles ver¬ loren. Was dat wel zo? Had hij werkelijk alles verloren? Neen plotseling drong met ver¬ rassende zekerheid het besef tot hem door, dat hy toch iets had gewonnen, namelyk zich zelf! Nu was hij Immers weer Hal Lörne! Een gevoel van voldoening verdreef zijn sombere gedachten. Ja! Hy was weer zichzelf. Leugen en bedrog behoorden tot het verleden. Dat was ook wat waard en stellig niet zo heel weinig. Toen Hal het in duister gehulde Winddal inreed, sloten zijn handen zich voor het eerst sinds hij va: Bessinhoeve wegreed, vast om de teugels. In de verte flikkerde een klein vuur. Daar zou Nanglu wel zijn, de trouwe Osseet. Hal had rijn zwaarmoedigheid al weer afgelegd. 27 Lansky stond in het midden van de ruim¬ te, welke in de barak als conversatiezaal dienst deed. Zyn metgezellen drongen op¬ gewonden om hem heen. Zyn ruwe stem klonk echter boven alles uit. „Ilc weet heel goed, wat ik doe. Dat be¬ hoeven jullie mij niet te vertellen. Wie heeft jullie hierheen gebracht, hè? Wien zal je het te danken hebben, als de roebels je straks in de schoot worden geworpen? Nu?!" Een ogenblik trad de stilte in. Daarop echter zei een van het troepje: „Ik moet die roebels eerst nog zien. Op het ogenblik ben je hard bezig de mensen tegen ons in het harnas te jagen. Het zal zeker niet in ons belang blijken te zijn, als wij ons de vijandschap van den ouden Bessin op de hals halen!" „Je spreekt naar dat je verstand hebt", gromde Lansky. „Laat dat nu maar aan my over. Het komt er in de eerste plaats op aan een beetje verder te zien dan je neus lang is en de lengte van jullie neuzen is nu een¬ maal wel heel abnormaal!" „Luister eens even!" Het was Gregor, die zich aandiende. Zyn stem klonk luid, maar volkomen beheerst. „Ook mij staat je houding niet aan, Lansky. Dat grove optreden tegen Alexi was dwaas en onverstandig. En waarom moest Lörne vertrekken? Wat kan het ons schelen, of hy zich als Hal of als Frans uitgeeft?" „Dacht je dat, Gregor? Laat ik je dan mogen vertellen, dat het zo niet verder door kon gaan. De knaap werd gevaarlyk voor ons allemaal. Bovendien ben ik er achter ge¬ komen, dat hy Frans Mertens heeft ver¬ moord". ,,Zo ? 2iou hy dat gedaan hebben?" „Ja! Of twyfel je daar soms aan?" Gregor gaf geen antwoord en Lansky ver- vervolgde: „Hal Lörne moest verdwijnen. Hij stond ons maar in de weg. We mogen niet uit het oog verliezen, dat dat zaakje hier niet lang meer mag voortgaan. Wij hebben nu een behooriyke hoeveelheid Bilun-yzer ge¬ produceerd en Michel Bessin zal dan ook wel reeds met plannen rondlopen om zich vandaag of morgen voor de verkoop met de buitenwereld in verbinding te stellen. Als wy dat zonder meer toelaten zyn wy krankzin¬ nig. Van het begin af is myn streven er op gericht geweest deze winstgevende onder¬ neming geheel ln eigen handen te krygen. Bessin en die anderen moeten uitgeschakeld worden. Reken maar eens uit, wat er dan voor ons te verdienen valt! Op de een oi andere manier moet de oude Bessin worden gedwongen de exploitatie aan ons over te laten. Dan hebben wy de handen vrij en eerst dan zullen wy een behooriyke beloning ont¬ vangen voor de moeilyke reis, die wy ons getroost hebben. En dat moeten we zien te bereiken vóór de oude Bessin zich met even¬ tuele afnemers in verbinding stelt. Anders ls het te laat!" „Maar dat gaat immers niet! Denk Je, dat Bessin daar ooit in zal toestemmen? Geen sprake van!" „Stommelingen zyn jullie! Hy moet eenvoudig! Ik heb een handig plannetje in elkaar gedraaid. En dat relletje met Alexi was myn eerste zet op het schaakbord. Be¬ grijpen jullie het nu?" (Wordt vervolgd.) DIT NUMMER BESTAAT UIT 1 BLAD (6 pagina's) en weegt S3 gram. Zendt men deze courant door, dan ls het port hiervoor: Binnenland en koloniën . 1 \\ et.