Tekstweergave van NHC_1913_10_09_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
62ste JAARGANG. DONDERDAG 9 OCTOBER 1913. No. 7331 SS SS u 0) HOORNSCHE COURANT WAARIN OPGENOMEN DE 99 NIEUWE HOORNSCHE COURANT 99 3de JAARGANG. POLITIEKE MEDEWERKERS DE HEEREN : W. J. E.;H. M. DE JONG, Mr. J. LIMBURG, Mr. Th. H. DE MEESTER, Jhr. R. DE MURALT, Mr. R. J. H. PATIJN, Mr. H. SMEENGE, Dr. I. VOS e.a. ABONNEMENTSPRIJS VOOR ALLE PLAATSEN/VAN NEDERLAND f 0.75 PER KWARTAAL. VOOR HET BUITENLAND BIJ VOORUITBETALING f6.—PERJAAR. LOSSE NUMMERS 5 CENT PER EXEMPLAAR. VERSCHIJNT DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. UITGEVERS: GEBR. GROOT. BUREAUX: KL. NOORD 9, HOORN. TELEFOON INTERCOMMUNAAL99. PRIJS DER'ADVERTENTIEN: VAN 1-5 REGELS 50 CENT. ELKE REGEL MEER 10 CENT. VOOR ADVERTENTIËN BIJ ABONNEMENT SPECIAAL TARIEF. Al onze betalende abonné's zijn zonder eenige betaling hun¬ nerzijds, verzekerd tegen ongevallen, met uitkeeringen van f 800 bij geheele blijvende ongeschiktheid, van f 400 bij ge¬ deeltelijke blijvende ongeschiktheid en van f 200 bij overlijden, een en ander gewaarborgd door de Ongevallen-Verzekering- Maatschappij „Patnm" Piet-Heinplein 6, 's-flravenhage. Gelieve bij Uw aangifte als Abonné, ook Voornaam, Leeftijd en Beroep te vermelden. Herziening der Leerplichtwet. Het is meer dan een toeval, zegt het „Vad." dat bijna gelijktijdig twee be¬ langrijke rapporten over de dringende noodzakelijkheid van wijziging der Leer- Leerplichtwet verschenen zijn. Wij be¬ doelen het rapport van de heeren J. G. M. Brugma en dr. W. A. E. A. van der Grinten, leden der plaatselijke commis¬ sie van toezicht op het Lager Onderwijs te 's-Gravenhage over het ongeoorloofde schoolverzuim der z.g. „zeejongens" te Scheveningen, en het rapport van eene commissie uit de leden der Vereetiiging van Arrondissements-Schoolopzieners over de herziening der Leerplichtwet in het algemeen. De klachten over de ontoereikendheid der bestaande wettelijke bepalingen zijn niet van vandaag of gisteren. De leven¬ dige oppositie die bij de rechterzijde te¬ gen de invoering van leerplicht bestond, en de daardoor gevoede vrees, dat de toepassing in het land op veel tegenstand zou stuiten, indien men opeens te krach¬ tig ingreep, waardoor alles wellicht zou mislukken, dit alles leidde er toe, dat de wet bijzonder welwillend uitviel, te welwillend naar het oordeel ran velen. De tegenstand echter is van weinig beteekenis gebleken, en van rechts valt niet alleen menige bekentenis te boeken, dat men zich in 1900 vergist heeft, maar zelfs menige bekeering ten opzichte van het nut van den leerplicht. Naarmate men de wet in hare toepas¬ sing leerde kennen vestigde zich echter ook bij bijna allen die er mede te doen hebben, de overtuiging, dat verschillen¬ de bepalingen, wilde men het schoolver¬ zuim werkelijk met succes /bestrijden, verscherping behoeven. Het in September 1911 ingediende wetsontwerp van de sociaal-democrati¬ sche Kamerfractie ging van die gedachte uit. De voornaamste wijzigingen, die er in worden voorgesteld betreffen twee punten waarover bijna allen die de wet kennen het eens zijn, dat zij wijziging behoeven, nl. Ie. de duur van den leer¬ plichtigen leeftijd (nu van het 7de tot het 13de jaar; volgens het voorstel der genoemde heeren van het 6de tot het 14de); en 2e. het doen vervallen van het landbouwverlof, dat tot zulke groote mis¬ bruiken aanleiding geeft, en in sommige streken maanden achtereen den gang van het onderwijs belemmert. Ook de afgetreden regeering diende een voorstel tot wijziging der Leerplicht¬ wet in, maar van zoo weinig ingrijpen¬ den aard, dat men zich afvraagt, of een zoo geringe verandering eigenlijk wel de moeite en den omslag, verbonden aan de herziening eener wet, waard is. FEUILLETON. Verzegelde lippen. De eenige wijziging die iets beteekent, is, dat door een redactiewijziging de mogelijkheid wordt weggenomen, dat leerjaren, volbracht vóór den 6-jarigen leeftijd, meetellen bij de berekening van den verplichten leertijd. /Vereenvoudi¬ ging der berechting van leerplicht-over¬ tredingen en verscherping van de wet op dit punt, iets waarom van alle kanten sinds jaren is gevraagd, en dat door ve¬ len beschouwd wordt als een der groot¬ ste leemten van de wet, kon, meende de minister Heemskerk, bezwaarlijk worden voorgesteld met het oog op de toen in onderzoek zijnde herziening van het Wetboek van Strafvordering en de daar¬ bij overwogen vereenvoudiging der kan¬ tonnale rechtspraak in het algemeen. De geest die bij de samenstelling van het wetsvoorstel heeft voorgezeten, blijkt het best uit deze woorden van de Memo¬ rie van Toelichting: „Afgezien van deze nadere omlijning is liet gebied door de wet bestreken, niet uitgebreid. Onderge- teekende eerbiedigt de in 1900 gevallen beslissing, maar wenscht in de toen in¬ geslagen richting niet verder voort te gaan." Natuurlijk kon deze „nadere omlij¬ ning" van het bestaande maar in de practijk onvoldoende bevonden e , geens ¬ zins hen bevredigen, die helder inzagen, wat aan de wet ontbreekt; en het is zeer natuurlijk, dat nu 'een nieuwe regeering is opgetreden, met belangstelling wordt uitgezien, wat deze op dit gebied doen zal. Met het oog daarop zijn de beide hier bedoelde rapporten van actueel belang. Het Scheveningsche werpt het volle licht op een misstand, die waarschijn¬ lijk ook wel in andere visschersplaatsen voorkomt, het schoolverzuim der „zee¬ jongens" en den nadeeligen invloed dien het uitoefent op het onderwijs in het al¬ gemeen. De jongens varen mee, buiten de monsterrol om. Gewoonlijk heeten zij op het oogenblik van vertrek even aan boord te gaan om van vader of broer af¬ scheid te nemen; maar nauwelijks zijn zij aan boord of hef vaartuig kiest het ruime sop. De jongen gaat z.g. „voor plezier" mee, en soms worden er, als de zaak later voor den kantonrechter komt. aandoenlijke verhalen gedaan „dat hii de zeelucht zoo noodig had voor zifn gezondheid", maar aan boord doet hii dienst als werkkracht, en vervangt iemand van ouderen leeftijd. Niet alleen genieten deze leerplichtige jongens zelf geen voldoend onderwijs, maar als zij teruggekomen zijn van de reis en weer op de schoolbanken moeten plaats nemen, ondervindt -de geheele school daarvan de nadeelige gevolgen. Door hun achterlijkheid zijn zij voor hun¬ ne klasse en soms voor de geheele school een blok aan het been, terwijl de manie- 37). Roman van R. ORTMAN. Deze raad was zeker goed gemeend; maar Paul Keilig had niet den moed hem op te volgen. Zelfs in deze verklee¬ ding voelde hij zich hier in Berlijn, waar hij zooveel kennissen had, niet veilig ge¬ noeg om zich zonder dwingende noodza¬ kelijkheid onder menschen te begeven. Hij trachtte dus iets van het cichorei-af- kooksel, dat men hem als koffie voorzette, door zijne keel te gieten. Nadat hij ver¬ volgens het onbeschaamd hooge bedrag had betaald, dat de waard hem voor lo¬ gies en kost afzette, begaf hij zich op weg naar het Anhalter station, voortdu¬ rend er op bedacht de stilste en minst bezochte straten te kiezen. Het hart bonsde hem tegen de ribben, toen hij in het stationsportaal voorbij een agent van politie moest. Maar de man keurde hem slechts een onverschilligen blik waai'dig, blijkbaar in zijn uiterlijk niets verdachts vindend. De referenda¬ ris voelde zijnen moed weer een weinig rijzen. Des te heftiger was zijn schrik, toen hij, juist terwijl hij aan het loket een bil¬ jet derde klasse naar Ztirich verlangde, zich tamelijk onzacht op den schouder voelde kloppen. „Je kunt meteen voor mij óók wel een kaartje nemen", hoorde hij een onaan¬ genaam schorre stem :zeggen. „Schiet 't mij maar voor. Onderweg kunnen we we! afrekenen." Keilig had zich bij het eerste woord haastig omgedraaid en in den spreker een der schooiers herkend, met wie hij gisteren in de gelagkamer der kroeg was samen geweest. Het was een lange, magere kerel, van moeilijk te bepalen leeftijd. Al het lage en gemeene, dat in een menschelijk karakter woekeren kan, scheen op dit baardelooze vlekkige ge¬ zicht, met den langen haakneus en de dunne bloedelooze lippen, geteekend te staan. Zijn stern-orgaan was dat van den drinker, en bij den aanblik van zijne reusachtige handen moest Paul Keilig onwillekeurig aan de klauwen van een wurger denken. Het uitzicht, dat hij nu misschien uren lang zich het gezelschap van dezen boef zou moeten laten welge¬ vallen, vervulde hem" met een gevoel van onuitsprekelijk afgrijzen. Niettemin deed hij werktuigelijk het¬ geen de ander van hem verlangde. In plaats van het ééne biljet, dat hij zoo¬ even verlangd had, bestelde en betaalde hij er twee. „We zullen in de wachtkamer nog een hapje nemen", zeide hij en dan laat ik meteen mijn trooster vullen. Als men zoo'n verre reis te maken heeft, dan ren die zij op het schip zich hebben eigen gemaakt, ontwrichtenden invloed uitoefenen op de orde en den goeden gang van zaken op de school. Men leze daarover de klachten dei- schoolhoofden, opgenomen in het rap¬ port. Zij zijn soms bijzonder teekenend en welsprekend. Is dit kwaad niet te beteugelen? Blijk¬ baar wel. Zoo goed als alle geraadpleeg¬ de hoofden van scholen klagen over de te slappe toepassing der leerplicht wet, vele over de te geringe boeten (waarte¬ gen het loon der jongens ruim opweegt), sommige over het oogluikend toelaten door politie en andere autoriteiten dat die leerplichtige kinderen aan boord meegenomen worden, de langzame be¬ rechting van leerplichtovertredingen, de te groote lankmoedigheid der wet, enz. Ook in het rapport, uitgebracht door eene commissie uit de Vereeniging van Arrondissements-Schoolopzieners, vindt men,geklaagd over slapheid in de toe¬ passing. „Aber dass ist gar kein Lehrgesetz!" zeide een hoog Duitsch ambtenaar tot zijn Nederlandschen ambtgenoot, na ken¬ nis te hebben genomen van de Neder- landsche Leerplichtwet. Dit is overdreven. De Leerplichtwet heeft, ook in haar tegenwoordigen vorm, reeds veel nut gesticht, al was het alleen maar dat zij het denkbeeld van leerplicht hier te lande ingang heeft doen vinden, wat bij onzen vrijheidlievenden en zelfs tot bandeloosheid geneigden volksaard, op zich zelf reeds een groote verdien¬ ste is. Maar dit neemt niet weg, dat wij vol¬ komen beamen wat in dit rapport op blz. 30 wordt gezegd: „Verscherping der wet en strengere toepassing' is noodig ge¬ bleken." Ook het landbouwverlof zal in zijn te¬ genwoordigen vorm niet gehandhaafd kunnen worden. De leidende gedachte" bij het opnemen van dit verlof is ge¬ weest, dat de land- of tuinbouw in be¬ paalde tijden van het jaar behoefte kan hebben aan extra-handen (b.v. bij het kersen- en bessenplukken, het aardap- pelrooien, enz.). Dit werk levert dan te¬ vens een welkome bijverdienste op voor de ouders. Het verlof wordt verleend tot een maximum van 6 weken.. De onder¬ vinding heeft echter geleerd, dat van deze bepaling in haar tegenwoordigen vorm een enorm misbruik wordt ge¬ maakt in dier voege, dat het verlof wordt gevraagd voor tal van kinderen, die het niet noodig hebben, of die voor den land¬ bouw niet noodig zijn, en ook door ouders die vroeger, vóór het bestaan der Leer¬ plichtwet er niet aan gedacht zouden hebben, hunne kinderen dergelijk werk¬ te laten doen: zoodat het schoolverzuim in dit geval door de wet in de hand ge werkt wordt in plaats van tegengegaan hetgeen natuurlijk allerminst de bedoe¬ ling van den wetgever is geweest. Dat verlenging van den leerplichtigen leeftiid wenscheliik is, daarover is over 't algemeen weinig verschil. Slechts 9 van de 51 leden der Vereeniging van Arrondissements-Schoolopzieners, die daarover hunne meening hebben uitge¬ sproken, vonden verlenging niet noodig. Van de overige 42 waren 5 voor uitbrei¬ ding met twee. en 37 voor uitbreiding met één jaar. „Hierbij woog vooral dit onweerlegbaar argument, dat het onder- moet men zorgen dat men ondei'weg niet van zijn stokje valt." De referendaris was radeloos; maar hij had niet den moed om zich van dezen nieuwen reiskameraad te ontdoen. Hij volgde hem feitelijk naar het buffet in de wachtkamer en betaalde gedwee zoo¬ wel voor de twee borrels, die de ander bestelde, als ook voor de aanzienlijke hoeveelheid brandewijn, met welke hij zich eene groote veldflesch vullen liet. Daarna gingen zij beiden op het, plan¬ kier, en de lange met den haakneus keek uit naar eene met zijne wenschen over¬ eenkomende coupé. „Hier zullen we maar instappen", zei¬ de hij na eenig zoeken. „Er zijn wel al twee plaatsen bezet, maar ik zal wel zorgen dat we gauw samen alleen zijn. Daar ben ik net goed van thuis, moet je weten." Hij was er inderdaad goed van thuis naar de referendaris al spoedig kon bemerken. De gruwelijk stinkende siga¬ ren, met welker bijtende rook hij de af- deeling vulde, zoodra de trein zich in beweging had gezet; daarbij het vlegel¬ achtige gedrag van den kerel, en de ge¬ meene taal, die zelfs Paul Keilig telkens de kleur in het gezicht deed slaan, dit een en ander had weldra teweegge¬ bracht hetgeen er mee beoogd was. Reeds aan het volgende station haastten de medereizigers zich, den coupé te ver¬ laten ; en de ontzettende reiskameraad, van wien de referendaris nog steeds niet wijs doop kinderen van 13 en 14-jarigen leeftijd ontvangen, wat dieper, en wat verder kan gaan, en beter zal bijblijven, wat alleszins gewenscht mag heeten." Wij hebben in het bovenstaande en¬ kele van de voornaamste punten de revue laten passeeren ten opzichte waarvan wijziging der Leerplichtwet door hen die met de toepassing der wet vertrouwd zijn, wordt noodig geacht. Verschillende detailpunten of bepalingen waarover de meeningen meer verdeeld zijn, lieten wij ter zijde. De aangehaalde rapporten hebben K ons opnieuw den indruk gewekt, dat wij¬ ziging van die wet ten aanzien van de aangeduide onderdeelen hoogst wen- schelijk is. Hoofdtaak der nieuw opge¬ treden Regeering is onzer inziens, aan het Nederlandsche volk, door een be¬ perkte grondwetsherziening, het alge¬ meen kiesrecht te brengen, en de ouder¬ domsvoorziening, thans in art. 369 der in¬ validiteitswet op zoo gebrekkige en on¬ billijke wijze geregeld, deugdelijk te re¬ gelen. Aan 'het stellen van eischen tot wetswijzigingen, die het groote werk zouden kunnen belemmeren of ook maar bemoeilijken, doen wij daarom niet mede. Maar mocht de Regeering tijd en gele¬ genheid vinden, om een herziening van de leerplichtwet in bovenomschreven zin volledig voor te bereiden, liever nog tot stand te brengen, dan zal zij ook bier¬ mede de natie aan zich verplichten. Gemeentebegrooting. in. Hoofdstuk VI: Kosten van het onder¬ wijs. 1. Lager onderwijs. Jaarwedden der onderwijzers: a. School voor kosteloos onderwijs f 14275, b. tweede burgerschool voor jongens en meisjes f 8770, c, eerste burgerschool voor meisjes f 6965, d. eerste burger¬ school voor jongens f 9625. Voorts wordt uitgetrokken voor eventueele verhoogin¬ gen voor vacaturen f 365, totaal der¬ halve f 40000. Vergoeding aam onderwijzers, aan het hoofd van scholen staande, wegens ge¬ mis van vrije woning en tegemoetkoming in de huishuur aan onderwijzers van bijstand f 1600; kosten van het herha- lingsonderwijs f 750; kosten van het instandhouden van schoollokalen en on¬ derwijzerswoningen f 1670; kosten van het aanschaffen en onderhouden dér schoolboeken, leermiddelen en school- behoeften f 2100. De raming van het ar¬ tikel is met f 300 verhoogd, waaronder begrepen voor toepassing van de bios¬ coop bij het onderwijs f 185, als: aan de vereeniging van Nederlandsche ge¬ meenten voor gebruik van films voor 10 opvoeringen f 110 en aan den exploitant van de bioscoopinrichting voor gebruik van het lokaal 7 g. h f 7.50 per keer. Kosten van verlichting en verwarming en van het schoonhouden der schoollo¬ kalen f 3650, kosten van het plaatse¬ lijk schooltoezicht en der commissie tot wering van schoolverzuim f 450; kosten van voeding en kleeding rechtstreeks van gemeentewege te verstrekken aan arme schoolkinderen f 200; tegemoet¬ koming aan de hoofden en de onderwij¬ zers en onderwijzeressen, op 1 Juli 1908 verbonden aan de O. L. Scholen, tot de- helft in de eventueel door hen ver¬ schuldigde premie aan het weduwen- en weezenfonds van burgerlijke ambtenaren f 35 0;andere kosten van het L. O. f 500. II. Middelbaar onderwijs. Bijdrage aan het Rijk in de kosten der R. H. B. School f 7000; jaarwedden van directeur en leeraars aan de burger¬ avondschool ƒ 4300; onderhoud dei- schoollokalen f 690; jaarwedde van den concierge en van den amanuensis f 300; onderhoud en aankoop van schoolmeu- belen en hulpmiddelen voor het onder¬ wijs f 400; kosten van vuur en licht f 1000; kosten der vergaderingen van de commissie van toezicht f 50. III. Andere instellingen van onderwijs Kosten der muziekschool f 1200; Kos¬ ten der bewaarschool f 3000; kosten dei- naaischool f 820. In totaal is dit hoofdstuk uitgetrokken op f 70410. Hoofdstuk VII: Kosten van het arm¬ wezen, mitsgaders subsidiën en bijdra¬ gen aan onderscheidene daarmede in verband staande instellingen. Belooning van doctoren, heelmeesters, vroedmeesters, vroedvrouwen, enz. f 1300; geneesmiddelen voor behoeftigen f 2800; kosten van vervoer en van ver¬ pleging van mitsgaders van genees¬ kundige hulp aan arme en zieke door¬ trekkende reizigers f 50; kosten van verpleging van arme krankzinnigen f 6150. (Voor rekening dezer gemeente wor¬ den verpleegd, in het krankzinnigenge¬ sticht „Meerenberg" te Bloemendaal 16 en in „Duin en bosch" te Castricum 2 lijders, in het Israël, gesticht te Apel¬ doorn 2 lijders en in ,,'s Heeren Loo" te Ermelo 2 lijders). Verder wordt uitgetrokken voor kosten van verpleging in godshuizen en elders f 1775; onderstand aan behoeftigen f 11000; kosten van beheer f 475. Het hoofdstuk geeft in totaal aan f 23550. Hoofdstuk VIII: Renten en aflossin¬ gen. De post renten van geldleeningen gseft een totaal aan van f 15618, waarvan 340 g. wordt verstrekt door de admini¬ stratie der gasfabriek en f 8800 door de administratie der waterleiding. De aflossing van geldleeningen be¬ draagt in totaal f 98000, waarvan f 3500 door de gasfabriek en f 1500 door de waterleiding wordt verstrekt. Van annuï- teitsleeningen wordt afgelost f 5967.30, waarvan f 2189.40 wordt verstrekt dooi¬ de Vereeniging de ambachtsschool voor Hoorn en omstreken. In 't geheel wijst dit hoofdstuk aan f 31386.30. Hoofdstuk IX: Pensioenen en wacht¬ gelden. Pensioenen aan voormalige gemeente¬ ambtenaren f 3379. Op 1 Oct. 1913 nl. traden in werking de Pensioenwet voor de Gemeente-ambtenaren 1913 en de Weduwenwet voor de Gemeente-ambte¬ naren 1913, weshalve met dien datum, krachtens art. 21 der gemeentewet, van rechtswege ophouden te gelden: a. de verordening regelende het ver- leene nvan pensioenen en wachtgeld aan gemeenteambtenaren en bedienden in de anders wist dan dat hij Anton heette, kon zich zoo lang als hij was op eene dei- zitbanken uitstrekken. „Zoo! Nu wordt 't gemoedelijk", zeide hij. „Nu kunnen we ook een beter stroot¬ je rooken en op ons gemak eens drinken." Hij reikte Paul Keilig de flesch, en toen hij zag dat de jonge man aarzelde om die aan zijne lippen te zetten, stiet hij een schamper lachen uit. „Doe maar niet zoo vies, mijn jonge! Denk je nog altoos dat je van een be¬ ter slag bent, dan wij? Maar dan heb je de plank heelemaal mis, hoor! Gelijke monniken, gelijke kappen en als je in 't bosch bent, dan moet je huilen- met de wolven. Als je met mij goeje maats wilt wezen, dan moet je niet je neus op¬ trekken versta je wel ?" En Paul Keilig dronk niet één¬ maal, maar zoo vaak als de ander hem de flesch aanbood. In 't eerst deed hij het met eene onuitsprekelijke walging, enkel uit vrees voor de stekende oogen, die ,naar hij meende, met eene dreigen¬ de uitdrukking op hem gericht waren, maar gaandeweg met klimmend welge¬ vallen aan de opwekkende en bemoedi¬ gende werking van den vurigen drank, die zijne ledige maag met een aangenaam gevoel van warmte vervulde en den gru- welijken angst bedaarde, welke hem bij * den aanvang der reis vaak als een koorts lijder had doen rillen. Be ongenoode kameraad toonde zich nu niet meer bijzonder spraakzaam. Hij gemeente Hoorn en b. de pensioenver- ordening voor de vaste werklieden en beambten in dienst van de gasfabriek der gemeente Hoorn en voor hun wedu¬ wen. Toelagen aan voormalige gemeente¬ ambtenaren f 1450. Bijdrage der ge¬ meente ten behoeve van het pensioen¬ fonds voor de gemeente-ambtenaren f 3650. De toelichting bij deze post ga¬ ven we reeds bij de ontvangsten. Het hoofdstuk is in zijn geheel uit¬ getrokken op f 8479. Hoofdstuk X: Andere uitgaven niet on¬ der de vorige hoofdstukken begrepen. Kosten der Kamer en koophandel en labrieken f 200; kosten in zake de mi¬ litie f 150; kosten van begeleiding van militieplichtigen en verlofgangers en an¬ dere voorschotten, ten behoeve van het Rijk, wegens betalingen van allerlei aard f 150; kosten van den ijk en herijk der maten en gewichten, mitsgaders van het lokaal deswege f 15; kosten van open¬ bare vermakelijkheden en feesten ƒ 100; kosten van brandverzekering van gebou¬ wen en meubels f 490; kosten van het voeren van gedingen en kosten van rechtskundig onderzoek f 200; kosten van gemeenschappelijke zaken, belan¬ gen, inrichtingen of werken, bedoeld bii art. 122 der wet van 29 Juni 1851 f 1750 (deze post betreft het onderhoud der we¬ gen en vaarten tusschen de steden Am¬ sterdam, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Mon¬ nikendam en Purmerend); uitkeering aan het Rijk en de Provincie van hun aandeel in de teruggaaf van verplegings- kosten van krankzinnigen f 70; kosten van het sluiten van geldleeningen f 500; kosten van verzekering, ingevolge de Ongevallenwet 1901 f 200; uitkeering a. d. weeshuizen voor gemis van renten f 1610; verschaffen van drinkwater aan het garnizoen f 50; subsidie aan het Hoornsch Muziekkorps f 400; bijdrage in de kosten van onderhoud van het ge¬ bouw aan het Breed, in gebruik bij het Rijkszuivelconsulentschap f t200; sub¬ sidie aan de vereeniging, de ambachts¬ school voor Hoorn en omstr. f 2500; con¬ tribution, subsidiën, enz. aan verschil¬ lende vereenigingen f 380, waaronder f 100 als maximum subsidie aan veree¬ nigingen, die drankbestrijding ten doel hebben, rijkstoelagen aan de onderwij¬ zers bij het O. L. onderwijs f 300; kos¬ ten van keuring, enz. van het op de groote voor- en najaarsmarkten aange¬ voerde vee f 200; teruggaaf van tijdelijk in de gemeentekas gestorte gelden, af¬ komstig ran de administratie der ge¬ meente-gasfabriek f 40000; idem, afkom¬ stig van de gemeente-reiniging f 1000: tijdelijke voorschotten aan het gasbedrijf f 10000; videm aan de waterleiding f 10000; idem aan de gemeente-reiniging f 5000; bij .voorschot aan gemeente-amb¬ tenaren en -inrichtingen te verstrekken gelden, ten behoeve van door hen te be¬ talen kleine uitgaven, '/arbeidsloonen, enz. f 3000; gratificatiën, enz. uit te keeren aan gemeente-ambtenaren of hun betrekkingen bij jubilea, overlijden, enz. f 200: kosten van den gemeentelijken vischafslag f 950; subsidie aan de ver¬ eeniging tot ziekenverpleging f 500; kosten van een cursus in eerste hulp bii bedrijfs-ongevallen f 100. In totaal geeft dit hoofdstuk aan f 81308.50. lag al rookend op zijne bank, floot af en toe een straatdeuntje en veroorloofde zich van tijd tot tijd eene ruwe aardig¬ heid, wanneer aan een station de een of ander zich gereed maakte om in de cou¬ te stappen. Tegen het middaguur noodde hij den referendaris grootmoediglijk te eten in de wachtkamer van een groot station. Maar hoewel Paul Keilig sinds langer dan vier-en-twintig uren niets behoor¬ lijks meer gegeten had, kon hij toch geen brok over zijne lippen krijgen. De ander daarentegen at met voortreffelijken appe¬ tijt, bestelde na den maaltijd een dozijn goede sigaren en liet zich ook den tot op den laatst en droppel geledigden „troos¬ ter" nog eens vullen, ditmaal niet, zooals te Berlijn, met een betrekkelijk slappen brandewijn, maar nu met koppig kirschwasser, dat hij aan het buffet ge¬ proefd en genietbaar verklaard had. Terwijl Paul Keilig het weerzinwek¬ kende gedoe van zijn reisgenoot met machteloöze ergernis zoo aanzag, had Jiij in zijn door alcohol verhitte brein al¬ lerlei plannen gesmeed om zich van den afschuwelijken kerel te bevrijden. Toen het signaal tot instappen gegeven werd, deed hij hem werkelijk ook het voorstel, dat zij van elkaar zouden scheiden. „Het samen reizen is te gevaarlijk", zeide hij. U kunt toch wel denken dat ik gegronde reden heb om liever niet met de justitie in aanraking te komen. En natuurlijk zou dit ook u in ongelegen¬ heid kunnen helpen." Met een sluw knipoogje had de ander hem van terzijde aangegluurd. „Dat wil zeggen, dat je wel graag van mij af wou, mijn jongen? Maar zóó zijn we niet getrouwd. Ik heb t mij nu eenmaal in mijn hoofd gezet, dat wij sa¬ men van één bord eten, en daarbij blijft 't. Het kan mij niet veel schelen, hoe 't bij slot van rekening met mij loopt. Maak je daór dus geen zorg over. „Maar u ziet toch dat u mij wanhopig maakt met uwe ontzettende opdringerig¬ heid !" barstte Keilig los. „Wat voor be¬ lang hebt u er bij, mij zoo te plagen? Zeg mij wat u er voor hebben moet, om mij in vrede mijn eigen weg te laten gaan. Bent u met driehonderd mark te¬ vreden ?" „Niet met drieduizend! Tk heb je al gezegd, dat er met hoogneuzigheid bii mij niets gedaan te krijgen is... Maar t wordt hoog tijd dat wij nu weer in den wagen stappen, en de kellner wacht op zijn geld. ]e kunt 't wel voorschieten." Zoo m»est Keilig wel alle hoop opge¬ ien om den liederlijken reiskameraad van zich te kunnen afschudden, en met doffe berusting schikte hij zich in zijn lot. „N. R. Ct." Wordt vervolg