Tekstweergave van NHC_1912_07_13_0005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
lste JAARGANG No. 126. TWEEDE BLAD. ZATERDAG 13 JULI 1912. Bericht. Ahoiiné's van dit blad hebben het recht om VRAGEN tot de Redactie te richten, over burger¬ lijke rechten en verplichtingen, handels-, proces- en strafrecht, economische en sociale aangelegen¬ heden, zegel, registratie, hypothe¬ ken, enz. Deze vragen worden zoo spoedig mogelijk KOSTELOOS beantwoord Naam en woonplaats van den vrager worden NIET vermeld, doch moeten aan de redactie wor¬ den medegedeeld, daar zij anders door onzen rechtskundigen advi¬ seur niet in behandeling worden genomen. DE REDACTIE. Uit Holland's Noorden. Gelukkig is de zomertijd nu toch eindelijk gekomen. Want werkelijk, 't werd noodig tijd, dat aan die natte periode een einde kwam. Wat toch een getob hebben de meeste boeren gehad met den hooi¬ oogst. Almaar regen en nóg eens regen. En de enkele dagen, dat er geen water viel, dan droogde 't eigen¬ lijk nog zoowat niets. Bij de meeste boeren is 't hooi dan ook veel te lang onderweg geweest, zoodat er heel wat slecht hooi geteeld zal zijn. De laatste week is echter gelukkig zeer zonnig en droog geweest, zoodat er toen tenminste door sommigen nog al wat „goed" hooi is gemaakt. Ook voor de bouwers was 't gelukkig, dat de natte periode een einde nam, want velen maakten zich niet ten onrechte zeer bevreesd voor 't op¬ treden van de aardappelziekte. Er waren er hier en daar dan ook al wat akkertjes, waar zich verdachte plekjes in 't loof begonnen te vertoo- nen. Maar gelukkig is 't niet zeer erg geweest, tenminste in de knol zelf komt de ziekte tot dusver nog sporadisch voor. Hoogst waarschijnlijk is de drukste aardappeltijd nu al weer achter den rug, hoewel natuurlijk ook tegenwoordig nog dagelijks de aanvoer zeer belangrijk is. Was in de aardappelcampagne van 't vorige jaar de hoogste aanvoer on¬ geveer 13000 zak, nu kwam de hoogste aanvoer op 1 Juli, toen niet minder dan 15,229 halve HL. aan de veiling werden afgeslagen. Bijna ongelooflijk nietwaar, zoo'n reusachtige omzet. Om de belangrijkheid meenden we dan ook goed te doen door even een overzicht van den aanvoer te geven over de week van 1—6 Juli, ongetwij¬ feld de belangrijkste aardappelweek van 't geheele marktseizocn. Tevens zullen we even de prijzen van de groote muizen vermelden, waaruit soms in¬ teressante (voor bouwers 'vooral) ge¬ volgtrekkingen zijn te maken. 1—6 Juli. Maandag 15,229 halve HL. prijs f 1.80 a f 2.IS Dinsdag 14,733 1.60 a - 1.95 Woensdag 13,399 - 1.65 a - 1.95 Donderdag 13.231 - 1.60 a - 1.95 Vrijdag 13.415 - 1.25 a - 1.75 Zaterdag 11.494 - 1.20 a - 1.60 Totaal 81.501 halve H.L. 't Is ons natuurlijk niet mogelijk het juiste bedrag van dezen aardappel- omzet te vermelden, maar ongetwijfeld kunnen we vaststellen, dat er in die week alleen aan aardappelen voor meer dan f 120.000 aan de veiling te Bo- venkarspel is omgezet. Zooals men uit bovenstaand lijstje kan opmaken, is er in 't laatst van ' de vorige week plotseling een daling in de aardappelprijzen gekomen. Vrij¬ dag (5 Juli) waren eensklaps de aard¬ appelen bijna een halven gulden per zak goedkooper dan daags te voren, 't Spreekt van zelf, dat dit voor vele bouwers een tegenvallertje was, maar ook de bouwerij is nu eenmaal niet zonder verrassingen. De bloemkoolaanvoer bedroeg: Maandag 20660 stuks. Prijs f 7.— a f 8.50 Dinsdag 17070 - 8.50 10.- Woensdag 21980 ., - 12.50 - 14.75 Donderdag 22390 - 7.— - 8.50 Vrijdag 24055 - 6.50 - 8.50 Zaterdag 48350 - 6.50 - 8.25 Totaal 154505 stuks De aanvoer van sluitkool is nog niet zeer belangrijk. Zoo nu en dan ko¬ men enkele partijtjes roode- en witte kool aan de veiling. Zaterdag (6 Juli) gold de roode kool f9.50 a f 10.75; witte- f 9.50 per 100 stuks. Geeft de bouwerij tegenwoordig in den oogsttijd handen vol werk, ook bij onze tuinders is 't meer dan druk. Men schiet bijna handen te kort om 't „vuil" de baas te blijven, terwijl bovendien ook andere werkzaamheden in vollen gang zijn. 't Bessenplukken is namelijk overal begonnen. De meeste bessen van hier en uit onze naaste omgeving worden door de Veilingvereeniging Bangert en omstreken aan den afslag verkocht. Behalve in „voorkoop", worden ook op de dagelijksche veiling belangrijke partijen aangeboden. De prijzen in „voorkoop" besteed, waren alleszins gunstig te noemen: voor roode 10 cent per pond, voor zwarte bijna 20 cent per pond. Wie nu aardig wat heeft hangen, maakt bepaald met zijn tuin uitstekende zaken. Nu is 't een feit, dat bij enkelen de boomen niet al te vol zitten. Vooral in sommige tuinen zijn de roode zeer slecht bezet. Dit zijn echter uit¬ zonderingen. Bij de meesten geeft het beschot redenen tot tevredenheid. En dan bij zulke prijzen. Wie dan nog klaagt, klaagt bepaald „van weelde." Ook de vruchtboomen staan er hier over 't algemeen uitstekend voor. Niet alleen, dat over 't algemeen de struik- vormen aardig dragen wat wel eens anders is geweest maar vooral de „hoogstammers" zijn best beladen. Vooral peren zullen er dit jaar heel wat komen; appelen wel wat minder, maar toch ook nog zeer voldoende, 't Staat er dus voor de oofttelers goed voor. De vroegste soorten beginnen al aardig te kleuren; zelfs heb ik al een lekkere „Haantjespeer" geproefd. C. DE BOUWER. De stille Stad. Ten tweeden male lazen we in de Nieuwe Hoornsche Courant over ge¬ ruchten aangaande verdwijning van ons garnizoen naar elders niet alleen, maar meer gedefinieerd naar Alkmaar. Wat dit voor onze stad zou zijn, is bijna niet te beschrijven. Enorme materieele schade natuurlijk voor neringdoenden. Niet alleen dat de Soldaatjes dan verdwijnen, maar ette¬ lijke officiers- en onderofficiersgezinnen gaan mee. Waar nu in de laatste jaren zoo vroolijk in bijna alle Hoorn¬ sche woningen de gordijnen voor de ramen vertellen, dat 't huis bewoond wordt, waar zelfs veel nieuwe huizen zijn bijgebouwd, daar zouden dan zoo ontelbare vele Unheimische leege ge¬ bouwen den voorbijganger met hun kale ramen aangrijnzen. Waar nu de vroolijke uniform want al ben ik persoonlijk ook antimilitairist in hart en nieren, toch verlevendigen een helder roode kraag en glimmende uniformkoopen ontegenzeggelijk de doodelijke stijfheid van de tegenwoor¬ dige mannenkleeding waar nu dan de vroolijke uniform de Hoornsche straten zoo'n gezellig aanzien kunnen geven en de meisjes met nog meer graagte de straat optrekken, daar zal dan veel minder levendigheid heer- schen. Geen slaande trommen meer, waarvan het geluid in de breede stra¬ ten ruimte vindt, om een echo te doen weerklinken; geen trompetgeschal meer, al zou een Nurks ook kunnen zeggen, dat dit laatste toch al bijna niet meer gehoord wordt, in de kazer¬ ne zelfs al vervangen is door proza- isch bellen; stil zullen de moede, oude gevels voorover hangen en met elkaar fluisteren over die vroolijke oude tijden. Met recht zal dan Hoorn worden „De stille Stad" van Noord- Holland. Rechtbank naar Alkmaar. Kadettenschool in Alkmaar. Kazerne straks naar Alkmaar. Tuinbouwschool Ho, die is er nog niet. Die kan misschien nog hier komen. Als we er tenminste een beetje ons best voor doen. Als die wordt opgericht gaat 't waarschijnlijk om Hoorn of Alkmaar. In deze laatste stad zullen ze natuurlijk ook niet stil zitten. Wordt er hier in Hoorn ook aan gewerkt om die inrichting bij eventueele totstandkoming hier te deen stichten? Volgens mijn leeken- inzicht zou ik haast zeggen: „Hoorn ligt nog meer in 't centrum van Lan- gedijk en Streek; Alkmaar kreeg zijn Cadettenschool, kreeg onze rechtbank, kreeg een /ój'/whoogereburgerschool toen onze gemeente zelf zoo'n inrich¬ ting met rijkssubsidie kon oprichten, nu eindelijk ook wij eens wat Maar zoo eenvoudig zal die questie wel niet zijn op te lossen. * * * Van een stille stad sprak ik. En toch stil zitten doen we hier niet Bracht onze veste in oude tijden zijn groote zonen voort, het moderne Hoorn bracht aan kunstlievenden onzen Messchaert al is over de al te groote vereering, die dezen grooten zanger ten deel valt een ander muzen¬ zoon, van buiten af in Onze Stad geimporteerd, ook minder gesticht. Ja, Dr. Naber, al hoop ik ook nóg zoo dat u met uw naam en uw Sirene nog vaak de bladen over Hoorn zal doen schrijven met lof namelijk toch kan ik me best begrijpen, dat uw muziekinstrument de menschen te Amsterdam minder warm kon maken, dan de goddelijke stem van onzen oud-stadgenoot. Maar tevens hoop ik, dat op het a.s. Sappho-Volksconcert u proefondervindelijk zult kunnen bewijzen in 't openbaar, dat de Sirene veel belooft voor de toekomst. * * * En nu nog iets over stilzitten, of eigenlijk juist over 't omgekeerde er van. 80° is 't in mijn kamer. Verwachting, warmer temperatuur, zegt 't weerbericht. Hardlooptocht Hoorn Enkhuizen Zondag over een week, zeggen twee- ja wat moet ik zeggen, „sportverkrach ters," is dunkt me nog het beste woord op hen toepasselijk Dat je je oefent in 't hardloopen can ik me begrijpen, dat kan bij vele spelen zijn nut hebben, staalt boven¬ dien de spieren, maar om dat nu te gaan overdrijven enkel uit zucht om zich met een ander te meten, om je naam in de krant te zien staan, zie dat moet toch in ernstig afkeurende woorden mijn sportlievend hart uit. Sport blijve Sport geen gekken¬ werk. Toe tweetal Hoornsche jongens, gaan jullie dien dag maar 's lekker¬ tjes aan den Westerdijk in 't gras iggen, en in 't badhuis daar een xisch bad nemen. NICO. Ds. Ewoldt geïnterviewd. Een der redacteuren van het week- jlad Het Leven, die Ds. Ewoldt geïnterviewd heeft, schrijft: Zooals vrijwel iedereen in den lande, lebben ook wij ons, tijdens de behan¬ deling der zaak tegen Ds. Ewoldt voor de rechtbank te Heerenveen, een oor¬ deel gevormd omtrent den beklaagde. Wij geven toe, dat oordeel is een persoonlijk oordeel, is ontsproten aan wat wij zagen en hoorden, aan wat wij voelden vooral, en omdat het gevoel iets zeer subjectiefs is, willen wij ons oordeel voor ons zelf houden, iet niet in het openbaar meedeelen. Maar wèl willen wij er even op wijzen, dat in elk geval óns oordeel zuiverder kan zijn, dan dat van de duizenden, dte het hebben gebaseerd op de, soms juiste, soms onjuiste courantenberichten en op de uit den aard der zaak onvolledige verslagen der rechtszitting, omdat wij de zitting zelf hebben bijgewoond, en dus een indruk konden krijgen, dien anderen moesten missen. Zonder ons, zooals zoovelen, te laten beïnvloeden door het spreekwoord van de koe, die men niet bont noemt als er geer. vlekje aan is, hebben wij ons een meening gevormd over dezen, in ieder geval beklagenswaardigen man en die meening heeft het verlangen in ons sterker en sterker doen worden om dezen in vrijheid gestelde nader te leeren kennen, hem te spreken, om zoodoende ons oordeel te kunnen toetsen. Reeds in het bijschrift bij de reeks foto's, die we van het proces hebben gegeven, deelden we mee, dat we onmiddellijk na de invrijheidstelling van den beklaagde een kort onder¬ houd met hem hadden, waarover we toen echter, omdat nog steeds de uit¬ spraak niet was gevallen en ook daarna de mogelijkheid nog niet was uitge¬ sloten, dat het Hof te Leeuwarden een nieuwe behandeling der zaak voor een hooger rechtcollege zou gelasten, geen mededeelingen wenschen te doen. Nu echter is de daarvoor gestelde termijn verstreken, de rechtszaak tegen ds. Ewoldt is uit en ook de kerkelijke kwestie is, met het ontslag van den heer Ewoldt als dominee, een ontslag waarin hij heeft berust, ten einde. Niets weerhield ons dus, om hem andermaal te bezoeken, andermaal een onderhoud met hem te hebben, dat ons en naar wij hoopten ook onze lezers, beter in staat zou stellen, het gevormde oordeel aan de waarheid te toetsen. Wij zochten hem dan ook op in Hommerts, waar hij tijdelijk verblijf houdt op de boerenhofstede van zijn zwager, Nanne de Boer en werden daar vriendelijk door den zwaar be¬ proefden man ontvangen in het een¬ voudig gemeubelde, maar heldere en van welstand getuigende zijkamertje, dat voor hem als werkkamertje was ingericht. Wat wij van hem wenschten te weten? vroeg hij ons. Ja, dat was niet maar zoo in een enkel woord te zeggen: we wilden vooral eens met hem praten, hem spreken over zijn verblijf in de ge¬ vangenis, over zijn indrukken, over zijn plannen voor de toekomst, kortom over alles wat hem zelf na aan het hart moest gaan op dit oogenblik, om daardoor materiaal te verzamelen voor een artikel, dat het publiek in staat zou stellen, zich een beter, zoo het kon een milder oordeel te vormen over dezen ongelukkige, die, ja, door de rechtbank was vrijgesproken van moord op zijn vrouw, maar daaraan de bittere woorden had moeten hooren toevoegen: „wegens gebrek aan bewijs". Wegens gebrek aan bewijs! Hoe zwaar moeten niet die woorden druk¬ ken op een ontwikkeld man, die er den vollen omvang van beseft! Die gedachte deed ons de vraag waarmee hij ons ontving niet rechtstreeks beant¬ woorden, maar ons vragen, hoe hij zich voelde, na vrijspraak op dién grond. Een smartelijke trek kwam om zijn mond toen hij antwoordde: „Wat wil ik daartegen doen? Zoomin als de rechtbank kan bewijzen dit ik schul¬ dig ben, zoo min kan ik het bewijs leveren, dat ik onschuldig ben, ik moet mij dus wel in mijn lot schik' ken, al kunt u wel begrijpen, dat zulk een einde van de zaak voor mij buitengewoon pijnlijk is. Trouwens heel de behandeling van mijn zaak is gevoerd op een wijze, die volgens mij de Nederlandsche rechtspraak onwaardig is." Wat wilt u daarmee zeggen ? Kunt u daarover misschien ook iets naders vertellen?" „Zeker wel, maar dan zou ik u ook alles moeten zeggen, moeten beginnen oïj het begin, want al aanstonds heeft men van groote vooringenomenheid olijk gegeven." Mijnheer Ewoldt," antwoordden we daarop, „niets zal ons aangenamer zijn, dan u, die zooveel van anderen lebt moeten hooren, in de gelegen- ïeid te stellen, nu ook eens zelf te spreken," waarop hij volgenderwijze zijn verhaal begon: Het is waar, dat ik niet al te best ïarmoniëerde met mijn vrouw, dat er nog al eens kwestie was, maar dat was toch niet van zóó ernstigen aard, dat we in het geheel niet meer met elkaar omgingen. En al gebeurde het niet zoo heel vaak, toch gingen we nog wel eens samen fietsen echter nooit, wanneer we pas kwestie had¬ den gehad. En zoo kwam het dan ook, dat ik, toen mijn vrouw mij s-morgens op den dag van het onge- uk, vroeg, haar hier, in Hommerts, te willen komen afhalen, ik haar dat leloofde, mits het niet regende of ïard woei. Toch is het feit alleen, dat ik haar dien avond van Hommerts ging afhalen, al dadelijk als een aan¬ wijzing voor mijn schuld beschouwd. Op Vrijdag den 16en Februari, s-avonds omstreeks 10 uur was het ongeluk gebeurd en zooals u weet was het lijk van mijn vrouw toen gebracht naar de woning van den heer Schaap te Tjerkgaast. Toen ik mij Zaterdags weer naar Schaap wilde begeven, werd ik onder¬ weg gearresteerd. U kunt begrijpen hoe onverwachts me dat op 't lijf viel!" Werd u toen onmiddellijk naar Heerenveen gebracht?" Neen, eerst ging ik mee terug naar de pastorie, waar mij een voorloopig verhoor werd afgenomen tegen een uur of twee, half drie, werd toen naar Heerenveen gereden. Daar werd ik 's-avonds nog gehoord door den rechter-commissaris, die daarop, in overleg met den officier van justitie mijn voorloopige aanhouding gelastte, op grond van een gezegde van mijn zwager Leenstra, een broer van mijn vrouw, dat ik gepoogd zou hebben, mijn vrouw te vergiftigen." Maar hoe kwam deze er dan toe, dat te beweren?" vroegen wij. Volgens zijn verklaring zou mijn vrouw zelf hem dat hebben gezegd, maar daarvan geloof ik niets; veeleer denk ik, dat hij die mededeeling had ontvangen van zijn moeder, mijn schoonmoeder dus, die wel meer van die fratsen uithaalde zoo'n balletje opgooide, zoo 't een of ander fanta¬ seerde, om daardoor achter de waar¬ heid te komen. (Wordt vervolgd.) Binnenland. Bond voor Staatspensionneering. In de Woensdag te Leeuwarden gehou¬ den vergadering van den Bond voor Staats- pensionneering werd in huishoudelijke vargadering de propaganda voor de ver¬ kiezingen in 1912 en 1913 behandeld. Aangenomen werd: lo. die propaganda te concentreeren in de districten waar in verband met de stemmencijfers van 1909 de kans bestaat, dat een Tweede Kamer¬ lid, tegenstander van staatspensionneering, plaats make voor een voorstander; 2o. dat het hoofdbestuur aan de Tweede Kamercandidaten schriftelijk vraagt of door de federaties of afdeelingen doet vragen hoe zij denken over staatspension¬ neering, en de antwoorden bekend maakt aan de federaties of afdeelingen: 3o. dat bij de kiesvereenigingen in de kiesdis¬ tricten wordt aangedrongen op het stellen van candidaten, voorstanders van staats¬ pensionneering. De vraag: is het wenschelijk, kamer¬ candidaten, voorstanders van staatspen¬ sionneering, officieel met alle door de statuten toegestane middelen te steunen, werd aangenomen, met den mits, dat het steunen moet geschieden onder nadere goedkeuring van het hoofdbestuur, ge¬ hoord de federaties en afdeelingen, en zonder dat bij dat steunen partij wordt gekozen tusschen voorstanders leden van verschillende partijen. Verder werd besloten de jaarvergade ring voor 1913 te houden in April en tevens dat het hoofdbestuur diligent blijft van het oogenblik af dat het ontwerp Talma in behandeling komt. Tot leden van het hoofdbestuur werden gekozen : mej. Elise Jochim te Amster¬ dam, H. de Ruiter te Stiens en U. G. Dorhout te Venhuizen. Aangenomen wordt het voorstel van Lochem, dat afdeelingen, die voor het volgende seizoen een of meer avonden een bondsspreker wenschen, daarvan kennis geven hetzij aan het bestuur, hetzij aan den spreker, dien men wenscht. met vermelding van die avonden, die het af- deelingsbestuur beslist ongeschikt acht, De datum, waarop men uiterlijk de uit- noodiging moet doen, zal nader in het Bondsorgaan bekend worden gemaakt. Het daarop volgende voorstel van Apeldoorn omtrent het krachtig ter hand nemen van de propaganda in die streken waar zich nog geen afdeelingen bevinden vervalt, doordat volgens de mededeeling van het hoofdbestuur de ingestelde pro paganda-commissie deze taak reeds aan vaard heeft. Over de bevordering van den brochure- handel wordt eenige discussie gevoerd. Aangenomen wordt het voorstel van Heilo, om een prijsvraag uit te schrijven voor het vervaardigen van eenige tooneel- stukken als pleidooi voor Staatspension¬ neering en wel voor het platteland, of beter gezegd voor kleine tooneelen. Het hoofdbestuur heeft reeds een jury daar¬ voor aangewezen. Eveneens wordt aangenomen het voor¬ stel van Arnhem, gesteund door het hoofdbestuur, om een prijsvraag uit te schrijven voor vlugschriftjes, geschikt te¬ vens om in de pers te worden opgeno¬ men. Daarna werden eenige punten afgehan¬ deld het orgaan betreffende. Ingetrokken wordt een voorstel van Gorredijk om naast de twee redacteuren een commissie van redactie te benoemen, welke commissie in 1910 was afgeschaft. Verworpen wordteen voorstel van Zie- rikzee om het aantal stemmen van een afdeeling te doen afhangen van het aan¬ tal leden daarvan. Aangenomen wordt het voorstel van de Geldersche federatie om het kalender¬ jaar in te voeren als vereenigingsjaar, alsook het voorstel van de afdeeling Eind van 't Diep om het leeftijdsminimum voor het lidmaatschap te stellen op 18 jaar. Verworpen worden voorstellen om de algemeene vergadering langer te doen duren. Als het noodig mocht zijn zal het hoofdbestuur daartoe wel het voorstel doen. Door de afdeeling Rotterdam wordt voorgesteld de contributie vast te stellen als volgt : a 20 cent per jaar-exemplaar yan het orgaan, dat via het afdeelingsbe- stuur voor de leden wordt aangevraagd. Indien de afdeelingen zelve zich belasten met de verzending aan de leden, worden de daarvoor bepaalde verzendkosten van dit bedrag afgetrokken ; b. een door de algemeene vergadering na advies van het hoofdbestuur vastgesteld percentage van de contributie-inkomsten, welke vooraf verminderd zijn met de a 20 cent bere¬ kende abonnementsgelden. Rotterdam meent, dat op deze wijze een veel rechtvaardiger toestand zal ge¬ boren worden niet alleen, maar dat ook het hoofdbestuur er de beschikking door zal krijgen over grooter bedragen, wat van zooveel belang is te achten, omdat de strijd tegen de wet-Talma voor de deur staat. Het hoofdbestuur is tegen het voorstel, omdat niet vooraf te bepalen is wat tegenwoordig wèl het geval is hoe groot het bedrag zou zijn, dat aan contributie geëischt zou worden van de afdeelingen. Het voorstel-Rotterdam zou de werkzaam¬ heid van den Bond geheel aan banden leggen. Bovendien zou te taak van den penningmeester zoo omslachtig gemaakt, worden, dat niet gemakkelijk iemand te vinden zou zijn, die zich daarvoor be¬ schikbaar kon stellen. Het voorstel-Rotterdam wordt verwor¬ pen met 93 tegen 30 stemmen en 8 blanco's. Rotterdam stelt voor, dat .er een strijd- kas zal worden gevormd met het oog op de a. s. verkiezingscampagne en om een commissie van actie te benoemen, die de schriftelijke en mondelinge verkiezings¬ propaganda zal voeren en regelen. Hiertoe wordt besloten. De begrooting over 1913 wordt vastge¬ steld in ontvangst en uitgaaf op f 12,658. Op de vergadering werd aangeboden door de Propaganda Federatie het Wes¬ terkwartier een verzamelstaat als uitslag van een gehouden onderzoek in het kies¬ district Zuidhorn, waaruit blijkt, dat het kiesdistrict telde 44, 682 inwoners, waar¬ van 847 van 70 jaar en meer, terwijl er slechts 84 waren van 60 tot 70 jaar, die in loondienst vallen onder art. 357 van het wetsontwerp-Talma. Ook blijkt er nog uit, dat tegen 60, die wel premie konden betalen er 664 waren, die het niet kunnen. Al- of niet ontgroenen. Door de Vereeniging tot bestrijding van het groenwezen is een brochure aan ouders en voogden van aanstaan¬ de studenten toegezonden. Wij ont¬ kenen hieraan het volgende: Het is een van zelf sprekend iets, dat studenten lid worden van het Studentenkorps en tegen dat korps¬ leven op zich zelf wenschen wij geen bezwaren te opperen, al kunnen de bedoelde middelen tot verhooging van het vereenigingsleven ook door aan¬ sluiting bij andere korpsen of bonden verkregen worden. Onder de korps¬ leden bevinden zich even goede en voortreffelijke elementen als onder de studenten, die daar buiten staan. Maar bedoelde korpsen stellen tot voor waarde van toetreden het groenloopen en het is hiertegen, dat wij een ern¬ stige waarschuwing willen doen hooren. Immers zijn in eiken eenigszins om¬ vangrijken kring, dus ook in de stu dentenkorpsen, minderwaardige per¬ sonen. Het zou tot een goede voor¬ bereiding van den novitius behooren, dusdanige personen te ontwijken; maar de groenreglementen dwingen den novitius, niet alleen ook met die personen in aanraking te komen, maar ook hen te gehoorzamen, ja zich fei¬ telijk nagenoeg als willoozen ook te onderwerpen aan vuile, misselijke bejegeningen, aan viezigheden, die in geen anderen stand der Maatschappij zouden worden gedoogd. Er is slechts één middel om zich aan deze handelingen te onttrekken, n.l. te weigeren zich te onderwerpen aan de bevelen van elk individuee student-korpslid. Indien de noviti, ol' althans een zeker aantal onder hen, weigeren het lidmaatschap van het korps te aanvaarden, zoolang bedoelde reglementaire bepaling niet is inge¬ trokken, zou de groote grief, die nu tegen het groenloopen bestaat, wel spoedig worden opgeheven. Willen de studentenkorpsen, waar¬ van het Utrechtsche en het Leidsche onlangs enkele wijzigingen in hun reglementen voor candidaat-leden aan¬ brachten, die bepaling niet afschaffen, wat belet dan den novitius zich aan te sluiten bij groepen of korpsen, die deze voorwaarden niet stellen en hem vrij laten naar eigen inzien te hande¬ len, zonder gevaar te loopen te wor¬ den gemolesteerd? Men neme dus geen besluit alvo¬ rens den stap rijpelijk te bebben overwogen. Een sprookje van Gezag. Een inzender schrijft in de „Alk. Ct.": Een zeker land, klein van oppervlak en gering naar het aantal zijner in¬ woners, had de vrijheid zoo oneindig lief, dat het goed en bloed daarvoor veil had. Na langen en heftigen strijd verdreef het den vijand van zijn land¬ palen, en sedert kan van dat land de naam niet genoemd worden, of die hem hoort denkt aan Victorie en Vrijheid. In dat land, waar men zoo innig de vrijheid liefhad, heerschte lange jaren rust en vrede. De wapens waren omgesmeed in zeisen en ploegscharen, en zelfs de woningen der veldoversten werden hervormd tot tehuizen voor wie oud zijn en arm. Want zoo innig lief heeft dat land de vrijheid, dat het zelfs aan ouden van dagen het recht op armoe en bange zorg niet ontnemen wil. Maar wie te oud zijn en te arm, hun wordt een tehuis verstrekt in de woning des veldoversten. En om dat tehuis te maken tot een waar tehuis, krijgen die ouden van dagen aldaar eenen vader en eene moeder, mitsgaders dezelver ouderlijke zorgen. Zegen verspreiden zij om zich, deze twee, overal, waar zij hunne schreden zetten; met ouder¬ lijke genegenheid verzorgen zij die ouden, en den kranken onder dezen valt liefderijker zorg nog ten deel. Hun worden de middelen gereikt door den dokter verstrekt, maar het voedsel, dat hun herstel bevorderen en hunne krachten versterken zou, dat wordt hunlieden niet verschaft. Want er moet orde zijn en regel in dat tehuis, waar één vader en ééne moeder te zorgen hebben voor zoovele ouden van dagen, die hunne kinderen zijn. Opdat nu die orde en regel gehand¬ haafd worden in dat tehuis voor ouden van dagen, zijn vrome en vroede mannen, spruiten van dien vrijheid- minnenden bodem, afgevaardigd om toe te zien op dat huis en zijne be¬ woners. Op eenen avond nu wendde een der opzieners wien echter het recht van toe te zien van rechtschwege was gelaten, zonder dat het van rechtswege hem meer toekwam zijne voet¬ stappen naar dat tehuis, en bijzonderlijk naar de vertrekken waar de mannen bijeenzaten, en waar bovendien aan de nog-niet-oud en nog-niet-arm-genoege broeders en zusters eene gave der be¬ deeling werd toegereikt. Binnentredende sprak de opziener tot wie daar zaten, zeggende „Goeden avond". En het wederwoord, dat tot hem klonk uit aller mond, luidde: „Goeden avond". Maar het was den opziener, alsof uit éénen mond die wedergroet niet geklonken hadde, en deswege ontstak hij in toorn. „Wat is u," aldus sprak hij, „dat gij niet mij uwen wedergroet brengt?"-„Ik bracht denzelve", antwoordde de aangespro¬ kene, en die rondom hem zaten be¬ vestigden deze woorden, zeggende: „hij heeft u een goeden avond toe- gewenscht." Nochtans hechtte de opziener niet aan deze woorden; rooder werd zijn hoofd, luider klonk zijn stem, vuriger vlamde zijn blik, heftiger ziedde zijn toorn. En hij niet bedenkende in zijnen toorn, dat hij aldaar niet meer gezag oefenen mocht sprak: „weet gij wel, dat ik, uw opziener, u ver¬ wijderen kan uit dit huis van genade?" Nu trachtende bij dit woord de daad te voegen, greep hij den ouden man bij deszells kleeren dewelke buiten dat huis door anderen hersteld ge¬ worden waren, aangezien de kleer¬ maker des huizes zich aan de aldaar geoefende barmhartigheid ganschelijk eigenmachtig onttrokken had, en er dus geen was, die lappen zetten kon op de kleederen en poogde, hem af te dringen van zijne plaats. De oude nu beknelde tot bloedens zijnen vinger in de tabaksdoos, waaruit hij bezig was, zijne pijp te stoppen. Even¬ wel weerhield deze beknelling zijns vingers den oude niet, zich te weer te stellen, en zoo geschiedde het, dat een zes en zeventigjarige moest wor¬ stelen met een nog jeugdigen opziener, die van het gezag, dat hem niet meer toekwam, zelfs misbruik te maken wist. Hiermede nochtans was de zucht des opzieners naar wrake nog niet gestild. Nog steeds van toorn ziedende gelastte hij het echtpaar, dat is als vader en moeder van deze ouden van dagen, dat zij hem de vrijheid tot