Tekstweergave van NHC_1912_01_06_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
't
Oude
Casino,
de
„
Brittish
Crown",
die
open
waren
gebleven,
't
orkestje
leeg,
de
draaiorgels
wezenloos
glim¬
merend,
en
nergens
vrouwen,
met
en¬
kel
wat
verdwaald
mansvolk
verwezen
langs
de
muren,
tenzij
er
'n
biljart
was
gezet
'n
potje
te
keuen.
En
van
de
Raamstraat
tot
aan
de
Hofstraat,
waar
de
wijdste
bressen
zijn
gesloopt,
daar
was
't
donker
als
de
ruïne
van
'n
brand,
waar
havenlooze
kinderen
op
de
puinhoopen
stoeiden.
Er
was
veel
politie,
en
de
agenten
keken
maar
zoowat
onnoozeltjes
voor
zich
heen,
—
zelf
vermoedelijk
ook
zoo'n
beetje
onwennig,
nu
hun
passen
niet
meer
op
de
muziekmaat
gingen.
Maar
....
zij
hadden
niets
te
doen.
'n
Enkele
onnoozele
hals
klampte
er
hen
over
aan.
'k
Hoorde
'n
klein
deerntje
zich
beklagen:
„Wat
'n
pret
hè?
—
nou
zonder
muziek?"
Een
idealistisch
harmonica-blazer
werd
even
omringd.
Maar
z'n
instrument
blies
dra
den
laatsen
adem
uit,
op
't
glin¬
steren
van
een
helm.
Grappenmakers
eischten,
als
in
de
tingeltangels
cadanceerend:
„één,
twéé,
drie....
komt
er
haast
wat?
Meziek....
meziek!"
'n
Paar
bleeke
jongeheeren
befilo-
sofeerden:
nu
was
de
eenige
aantrek¬
kelijkheid
uit
Rotterdam
weg.
—
Och
—
zei
'n
snaak
—
't
is
maar
een
stil
Piet
Heintje.
Doch
de
eigenlijke
bewoners
wisten
wel
beter.
Zij
hadden
hier
en
daar
een
rouwkaart
aan
't
raam
gehangen:
Heden
overleed
na
een
lang¬
durig
en
vreugdevol
bestaan
DE
ZANDSTRAAT.
Alleen
zij
die
haar
bij
leven
hebben
gekend,
kunnen
ten
volle
beseffen
wat
smartelijk
verlies
dit
is.
Het
Rouwcomité,
BELZE
BET
KAAT
HAAR
IN
DE
WAR.
Buitenlandsch
Overzicht.
DE
OORLOG.
Er
loopen
vredesgeruchten.
Italië
zou
nader
hebben
bedacht
dat
zij
ge¬
noeg
te
doen
zal
hebben
met
Tripoli
en
van
Cyrenaïka
afzien.
Vermoedelijk
is
de
vorming
van
het
nieuwe
Turksche
Ministerie
hier
aanleiding
tot
de
geruchten.
Veel
ver¬
andering
is
echter
niet
in
't
kabinet
gekomen
wat
de
leidende
personen
betreft,
zoodat
't
moeilijk
valt
na
te
gaan
waarop
't
vermoeden
steunt,
Uit
Rome
wordt
voorts
getelegra¬
feerd
dat
de
generaal,
onder
wiens
leiding
de
Italiaansche
troepen
te
Bir
Tobras
zoo
ernstig
klop
kregen,
van
zijn
bevel
is
ontheven,
omdat
hij
een
te
kleine
colonne
met
te
weinig
levens¬
middelen
tegen
de
Turken
had
aan¬
gevoerd.
Groote-Stads-Lucht.
Scientific
American
vestigt
er
nog
eens
de
aandacht
op,
welke
invloed
licht,
lucht
en
ruimte
op
den
groei
van
onze
kinderen
hebben.
Vergeleken
worden
de
jongens
uit
de
Birming-
hamsche
achterbuurten
met
die
uit
Bourne
Village,
een
Engelsch
tuin¬
stadje
van
4000
zielen,
waar
ieder
gezin
over
een
terrein
van
(j
are
be¬
schikken
kan.
Hierbij
bleek,
dat
de
zesjarige
tuinstadjongens
45
pond
wo¬
gen,
terwijl
de
zesjarige
Birminghamsche
kleuters
niet
de
39
pond
haalden.
Bij
jongens
van
acht
jaar
vond
men
53
en
48
pond,
bij
tienjarige
knapen
61
en
56,
bij
twaafjarige
72
en
63.
De
tuinstadjongens
waren
dus
voort¬
durend
zwaarder.
Ook
bleek
de
tuin¬
stad-jongen
gemiddeld
twee
inches
langer
te
zijn.
Inderdaad,
de
invloed
van
licht,
lucht
en
ruimte
is
groot,
Open
uw
ramen
luidt
het
advies.
Binnenland.
Het
galabal
ten
Hove
—
Mis¬
geraden
—
Een
gerucht?
De
schrijver
van
de
Haagsche
Kroniek
in
de
„Nieuwe
Gron.
Ct."
vertelt:
„Vanavond
is
't
hofbal
—
of
de
eigenlijke
groote
Nieuwjaarsreceptie
ten
Hove
gehouden.
Het
was
er
stampvol
en
nog
zelden
was
er
in
Noordeinde
en
alle
omliggende
straten
zoo'n
fille
van
rijtuigen
en
auto's.
De
groote
balzaal
en
de
omliggende
ver¬
trekken
waren
smaakvol
versierd
en
maakten
in
de
schitterende
electrische
verlichting
een
tooverachtig
effect.
Men
schat
't
getal
genoodigden
op
circa
1000,
zoodat
't
maar
goed
is,
dat
zij
over
vele
zalen
waren
verdeeld.
Gedanst
is
er
zoo
goed
als
niet,
schoon
de
Kon.
kapel
opwekkende
balmuziek
ten
gehoore
bracht.
De
toiletten
waren
als
steeds
prachtig
en
de
keur
van
gala-costumes.
vooral
van
de
diplo¬
maten,
de
rijke
uniformen
van
leger¬
en
marine-autoriteiten
en
de
pracht
van
decoraties
verhoogden
den
aan¬
blik.
Onder
de
dames
waren
er,
die
zeer
de
aandacht
trokken
door
den
exquisen
smaak
harer
sleepkleeden
en
den
rijkdom
van
haar
diamanten-
tooi
in
haar
en
om
de
gedecolleteerde
halzen.
H,
M.
de
Koningin,
die
met
den
Prins
en
H.
M.
de
Koningin-Moeder
te
9
uur
in
de
zaal
verscheen
en
een
paar
uur
cercle
hield
om
de
geluk-
wenschen
van
tal
van
genoodigden,
speciaal
daartoe
door
haar
geroepen,
in
ontvangst
te
nemen
en
die
tegen¬
over
enkelen
op
recht
hartelijke
wijze
te
reciproceeren,
—
de
Koningin
zag
er
verrukkelijk
uit.
Zij
droeg
een
kleed
van
witte
brocaatzijde
met
zilver
gegarneerd,
de
schitterende
diadeem
op
't
fraai
gecoiffeerde
hoofd
en
een
verblindend
schoone
riviere
om
den
hals.
De
Koningin-Moeder
was
in
licht
lila-satijn,
met
kanten
overkleed
verschenen.
Beide
vorstinnen
hadden
't
groote
lint
van
den
Ned.
Leeuw
om
de
schouders,
evenals
de
Prins,
die
in
admiraalsuniform
was.
Zeer
laat
in
den
avond,
na
een
tournee
langs
rijen
van
gasten,
verlieten
de
vorstelijke
personen
de
zalen;
toen
werd
er
nog
een
weinig
gedanst
en
aan
de
welvoorziene
buffetten
veel
eer
bewezen.
Tegen
12
uur
waren
ongeveer
de
laatste
rijtuigen
vóór.
Men
was
er
algemeen
over
uit,
hoe
prachtig
't
feest
was
en
en
hoe
de
beide
vorstinnen
en
Prins
zich
met
groote
beminnelijkheid
met
de
gasten
hadden
"onderhouden."
Klaarblijkelijk
echter
is
de
schrijver,
die
heel
goed
blijkt
te
weten,
hoe
het
op
zoo'n
bal
ten
Hove
toegaat,
er
dit
jaar
niet
geweest.
Althans
volgens
de
N.
R.
Ct.
en
N.
C.
is
de
Koningin
niet
op
het
galabal
ver¬
schenen
!
Wij
lezen
in
„De
Nieuwe
Courant"
:
„Op
het
galabal
gisteravond
ten
Hove
was
natuurlijk
de
teleurstelling
over
het
niet
verschijnen
van
de
Koninklijke
gastvrouw
algemeen
en
niet
minder
de
belangstelling
in
de
reden
van
Haar
afwezigheid.
Gelukkig
bleek
van
een
minder
gunstigen
gezondheidstoestand
van
H.
M.
geen
sprake
te
zijn,
maar
deed
onder
de
aanwezigen
het
gerucht
van
een
reden
van
hoogst
verblijdenden
aard
de
ronde,
waarvan
geen
tegen¬
spraak
vernomen
werd".
Wij
achten
ons
niet
verantwoord
onzen
lezers
dit
nieuwtje
te
ont¬
houden
—
de
verantwoording
echter
geheel
aan
het
Haagsche
blad
latend.
Onder
de
bezoekers
van
het
gala¬
bal
was
(en
dit
nu
is
wel
de
waar¬
heid)
de
heer
Drucker
uit
Londen,
aan
wien
onze
musea
het
bezit
of
het
bruikleen
van
zooveel
kunst¬
schatten
te
danken
hebben.
Hij-droeg
het
costuum,
vastgesteld
voor
de
ge¬
noodigden
op
de
feesten
van
het
Engelsche
hof
en
was
versierd
met
het
Grootkruis
van
de
orde
van
Oranje
Nassau,
hem
indertijd
verleend
wegens
zijn
schenkingen
aan
musea
hier
te
lande.
Uit
de
kunstkringen
werden
opge¬
merkt
dr.
Hofstede
de
Groot
en
de
kunstschilder
Blommers.
Albert
Vogel
was
er
in
hoedanig¬
heid
en
in
de
uniform
van
reverse-
luitenant
der
landmacht.
Dadelijke
Rechtspraak.
Aan
dit
onderwerp
wijdt
het
Hand.
een
artikel,
waarin
het
de
aandacht
vestigt
op
het
groote
belang
van
de
zonder
uitstel
uitgesproken
beslissingen
in
strafzaken.
Het
blad
keurt
de
tegen¬
woordige
gebruikelijke
wijze
van
doen,
de
mededeeling,
na
sluiting
van
het
onderzoek,
die
de
uitspraak
over
14
dagen
aankondigt,
af
en
beveelt
aan,
dat
de
rechters
terstond
hun
beslissing
nemen,
tenzij
het
geval
zoodanig
is,
dat
een
uitvoerige
beraadslaging
noodig
blijkt.
Het
oordeel
van
den
strafrechter
behoort
zoowel
tegenover
den
beklaag¬
de
als
tegenover
het
publiek
een
krachtigen
indruk
te
wekken;
af-
of
goedkeuring,
de
beteekenis
van
recht
en
onrecht
te
doen
gevoelen.
Op
de
individuen
moge
die
indruk
niet
immer
een
blijvende
zijn,
in
't
algemeen,
steeds
weder
in
de
veelheid
der
zaken
gewekt,
zal
zij
van
groote
beteekenis
blijven.
Mede
hierin
is
een
diepere
oorzaak
te
vinden
van
het
belang
der
openbaarheid
van
de
strafrechtspraak,
in
stede
van
de
administratieve
afdoe¬
ning
uit
vroegere
tijden.
Door
die
openbaarheid
is
het
recht
veel
meer
als
iets
voor
het
volk
levends
erkend.
Dit
levende
nu
kan
alleen
worden
behouden,
het
gewicht
van
's
rechters
oordeel
ten
volle
beseft,
indien
het
valt
dadelijk
na
de
behandeling
der
zaak,
als
alle
betrokkenen
nog
in
de
zittingzaal
aanwezig
zijn
:
de
beklaagde,
de
aanklagers
of
benadeelden
of
be¬
langhebbenden,
alle
getuigen,
het
publiek,
de
pers;
indien
de
stemming
die
de
zaak
heeft
gebracht,
niet
reeds
weer
is
teloor
gegaan.
De
geldende
practijk
schiet
daarin
geheel
te
kort.
Veeltijds
komt
de
beklaagde
zelf
niet
hooren,
anderen
nog
minder;
de
publieke
belangstelling,
ook
der
cou¬
rantenlezers,
is
reeds
weer
afgeleid,
tn
de
klap
op
den
vuurpijl
komt
—
het
lijkt
zelfs
komisch
—
als
allen
reeds
weer
naar
huis
toe
zijn."
De
schrijver
van
het
artikel
acht
de
tegenwoordige
praktijk
verlagend
voor
het
aanzien
der
rechtspleging.
De
gerechtigheid
krijgt
den
schijn
van
harteloosheid.
„Zou
men
immers
niet
denken,
dat
de
rechters,
dienaren
van
het
recht,
er
gretig
op
moesten
zijn,
na
hun
onderzoek
zoo
spoedig
mogelijk,
dat
rechtsoordeel,
't
welk
in
hun
binnenste
geboren
wordt,
tot
uiting
te
brengen
?
Maar
neen,
instede
daarvan,
schuift
men
zijn
stoel
even
wat
na
den
an¬
deren
kant
en
zegt:
„Daar
zullen
wij
later
wel
eens
wat
van
hooren;
deur¬
waarder,
de
volgende
zaak."
Viel
nog
te
meenen,
dat
gedurende
die
veertien
dagen
uitstel
de
zaak
den
magistraat
geheel
vervullen
bleef
en
zij
hem
onmisbaar
waren
om
zijn
oordeel
te
doen
rijpen,
—
maar
dit
stelt
waarlijk
niemand
zich
voor."
Het
blad
meent
voorts,
dat
de
be¬
staande
methode
het
zedelijke
aanzien
der
rechtspleging
allerminst
bevordert,
en
het
onbegrijpelijke
van
den
eigen¬
lijken
gang
van
het
recht
slechts
ver¬
meerdert,
en
besluit:
„Als
wat
strekken
kan
om
de
strafrechtspleging
bondig,
kernachtig,
expressief,
treffend
en
onverwijld
te
doen
zijn,
is
voor
hare
werking
winst."
Naar
aanleiding
van
de
tegenspraak
der
Nieuwe
Ct.
van
het
bericht
over
de
ontvoering
van
een
meisje
uit
Den
Haag,
dat
door
een
Parijsch
echtpaar
te
logeeren
was
gevraagd,
meldt
de
Haagsche
correspondent
vnn
de
L.
Ct.
dat
hij
zijn
bericht
ten
volle
hand¬
haaft.
De
duurte.
Naar
de
Haagsche
correspondent
van
de
L.
Crt.
verneemt,
zullen
de
zoogenaamde
Toeslag-ontwerpen
in
de
Eerste
Kamer
op
zooveel
verzet
stuiten,
dat
verwerping
er
van
zoo
goed
als
zeker
is.
KENNISGEVING.
B.
en
W.
van
HOORN;
Gelezen
een
verzoekschrift
van
D.
KAAT,
aldaar,
waarbij
vergunning
wordt
gevraagd
tot
het
plaatsen
en
in
werking
brengen
van
een
gasmotor
van
12
P.K.,
ten
behoeve
van
machi¬
nale
houtbewerking,
in
het
perceel
kad.
bekend
Sectie
A,
No.
1028,
ge¬
legen
aan
de
Bierkade
in
deze
ge¬
meente
:
Gelet
op
artt.
6
en
7
der
Hinderwet:
Brengen
ter
algemeene
kennis,
dat
bovenbedoeld
verzoekschrift
en
de
daarbij
overgelegde
stukken,
vanaf
heden,
gedurende
den
tijd
van
veer¬
tien
dagen
ter
secretarie
dezer
ge¬
meente
voor
belanghebbende
ter
in¬
zage
liggen
en
dat
op
Vrijdag
19
Januari
a.s.,
des
middags
ten
twaalf
uur,
aldaar
de
gelegenheid
zal
wor¬
den
aangeboden
om
bezwaren
tegen
het
oprichten
der
inrichting
in
te
brengen.
De
aandacht
van
belanghebbenden
wordt
er
op
gevestigd,
dat
niet
tot
eventueel
beroep
zijn
gerechtigd,
zij,
die
niet
overeenkomstig
art.
7
der
Hinderwet
voor
het
Gemeentebestuur
of
een
of
meer
zijner
leden
zijn
ver¬
schenen,
ten
einde
hunne
bezwaren
mondeling
toe
te
lichten.
Hoorn,
den
5
Jan.
1912.
B.
en
W.
voornoemd,
VAN
BUREN
LENSINCK
L.B.
De
Secr.
W.
VAN
WANING.
Plaatselijk
Nieuws.
De
motorboot
en
de
vischvangst.
Hoorn.
Noch
onze
óuderwetsche
Zuiderzee-visscher,
noch
de
man,
die
de
zoetwatervisschen
tracht
te
ver¬
schalken,
willen
van
de
moderne
vaar¬
tuigen,
zooals
stoombooten
en
motor¬
schuitjes,
iets
weten.
Niet
alleen
ergeren
zij
zich
dagelijks
over
de
groote
snelheid
van
hun
nieuwerwetsche
concurrenten,
maar
ook
zijn
zij
er
heilig
van
overtuigd,
dat
zij
de
visschen
verjagen.
Voor
eenige
jaren
richtten
de
visschers
van
de
Elbe
en
het
Bodenmeer
dan
ook
een
verzoek
aan
de
regeering,
om
althans
de
tuffende
motorbooten
het
varen
in
de
visch-
wateren
te
beletten.
Indertijd
deden
die
van
de
Lofoten
hetzelfde.
Naar
aanleiding
van
dit
verzoek
liet
de
Noorsche
regeering
onderzoeken,
of
werkelijk
de
motorboot
de
visschen
naar
andere
oorden
kon
jagen.
Prof.
Nansen,
die
als
deskundige
gehoord
werd,
kwam
toen
tot
het
resultaat,
dat
dit
wel
eens
het
geval
kon
zijn,
al
geloofde
hij
het
niet,
dat
de
motorboot
zoo'n
ongunstigen
invloed
op
de
visch¬
vangst
had,
dat
de
regeering
maat¬
regelen
daartegen
had
te
nemen.
Onlangs
heeft
prof.
Parker
van
de
Harvard-Universiteit,
een
autoriteit
in
de
visscherij-wetenschap,
ook
zijn
meening
omtrent
de
kwestie
ten
beste
gegeven.
Hij
kwam
tot
de
conclusie,
dat
het
leven
van
de
motor-boot
niet
de
visch
deed
opschrikken.
Alleen
een
plotselinge
ontploffing
kon
hiertoe
in
staat
zijn.
Ook,
wanneer
de
boot
eenigen
tijd
had
stil
gelegen,
kon
het
gaan
draaien
van
den
motor
de
visschen
op
de
vlucht
jagen.
Wanneer
echter
langzaam
een
motor-boot
kwam
aanvaren,
had
deze
geen
anderen
invloed,
dan
een
naderend
zeilschip
op
de
visschen.
Bovendien
geloofde
de
hoogleeraar,
dat
de
visschen
aan
het
geluid
van
de
motoren
al
meer
en
meer
zouden
wennen.
Om
de
motorboot
te
beletten
in
vischrijke
wateren
te
varen,
noemde
hij
de
meest
klinklare
onzin.
Zooals
men
weet,
is
er
ook
wel
eens
op
gewezen,
dat
de
motorbooten
het
water
verontreinigen,
hetgeen
ook
z'n
schadelijke
gevolgen
voorde
visscherij
had.
Prof.
Parkerzeide
echter,
dat,
indien
het
water
nooit
erger
verontreinigd
werd,
dan
door
de
motorbooten,
de
vereenigingen
tegen
water-verontreiniging
hun
doel
hadden
bereikt.
(Prov.
Ov.
en
Zw.
Ct.)
Lessen
in
spreken
en
voordracht.
Naar
wij
vernemen
stelt
de
heer
Jac.
Wilson
zich
voor
hier
ter
stede
een
be¬
gin
te
maken
met
het
geven
van
lessen
in
spreken
en
voordracht.
Ieder
die
zelf
veel
moet
spreken
of
anderen
aanhooren
bij
lange
redevoerin¬
gen,
zal
erkennen,
dat
l'art
de
dire,
wei¬
nigen
van
nature
is
gegeven
en
door
studie
slechts
langzaam
en
bij
volharding
wordt
aangeleerd.
Toch
bestaat
bijna
op
geen
enkei
gebied
zooveel
onkunde
en
dwaling
als
hier.
Schr.
dezes
woonde
eens
in
den
ge¬
meenteraad
te
Utrecht
—
het
is
al
een
jaar
of
twaalf
geleden
—
bij
de
behan¬
deling
van
een
voorstel
van
B.
en
W.
om
aan
een
onderwijs-inrichting
voor
meisjes
ook
les
in
spreken
te
doen
geven.
Een
eerzaam
kruidenier,
lid
van
den
raad,
kon
zich
dat
voorstel
maar
niet
begrijpen
;
zijn
bestrijding
kwam
in
hoofd¬
zaak
hier
op
neer,
dat
de
vrouwen
over
het
algemeen
toch
wel
voldoende
van
de
tongriem
waren
gesneden!
Zoo
eenvoudig
als
dat
Utrechtsche
raadslid
de
zaak
vond,
is
ze
echter
waarlijk
niet!
We
herinneren
ons
ook
een
groote
politieke
meeting,
waarop
een
bekend
politicus,
thans
overleden,
mr.
Kerdijk,
het
woord
voerde.
Mr.
Kerdijk
was
een
nobel
en
braaf
man,
maar
dat
hij
een
welluidend,
aan¬
genaam
orgaan
bezat,
kon
moeilijk
van
hem
worden
beweerd.
Toen
midden
in
zijn
rede
zijn
stem,
zooals
men
dat
wel
eens
uitdrukt,
„over¬
sloeg",
werd
er
in
de
zaal
gelachen.
„Lach
u
daar
niet
om"
zei
de
redenaar
ernstig.
„Bedenk,
dat
ik
mijn
stem
aan
de
openbare
zaak
heb
ten
offer
gebracht."
Mr.
Kerdijk
dacht
toen
wellicht,
dat
hij
de
waarheid
sprak.
Toch
sprak
hij
althans
niet
de
geheele
waarheid.
Want
het
blijft
de
vraag:
indien
hij
zijn
stem
oordeel¬
kundig
had
leeren
gebruiken
of
hij
wel
ooit
zulk
een
heesch
geluid
zou
hebben
gekregen
!
Het
spreekt
vanzelf
dat
de
ademhaling
voor
de
toon-
en
woordvorming
maat¬
gevend
is.
Diepe
ademhaling
in
onge¬
dwongen
stand
(waarbij
de
spieren
van
het
lichaam
die
niet
behoeven
te
func-
tioneeren
in
volkomen
rust
zijn)
is
de
beste.
Voor
de
juiste
beheersching
der
stem
is
een
minimum
ademverbruik
ge¬
boden,
wordt
te
veel
lucht
uitgeblazen,
dan
„verdrinkt"
de
toon
daarin,
wordt
„verhüllt,
gevoileerd,"
en
krijgt
door
de
niet
meer
harmonische
vibraties
der
stembanden
iets
ruws.
Opmerking
ver¬
dient
hierbij
dat
de
uitspraak
van
con¬
sonanten
meer
ademgebruik
vereischt
dan
die
van
vocalen.
Spreekt
iemand
met
overmatig
adem¬
verbruik,
dan
teistert
hij
daardoor
zijn
stembanden,
die
een
gestadigen
harden
druk
hebben
te
doorstaan.
Bovendien
ontstaat
dientengevolge
bloedsaandrang
(stuwing)
naar
strottenhoofd
en
en
een
gevoel
van
„volheid"
dat
aanleiding
geeft
tot
kuchen.
Meermalen
bieden
de
stembanden
langen
tijd
weerstand
aan
die
schadelijke
invloeden,
doch
veelal
treden
de
storingen
eer
op
en
vormen
een
keelziekte,
die
echter
bij
goede
be¬
handeling
steeds
curabel
blijkt.
Bij
den
oermensch
en
bij
het
kind
—
want
ook
hier
is
de
ontwikkeling
van
het
individu
een
verkleind
beeld
van
die
der
soort
—
ontstaan
de
eerste
klanken
door
imitatie
van
natuurgeluiden
en
door
physieke
sensaties
(gevoelens
van
lust
en
onlust).
Is
de
taal
dus
zelve
ontstaan
uit
een¬
voudige
klanken,
die
door
de
eeuwen
heen
werden
gevormd
en
vervormd
en
door
verbinding
van
klinkers
en
mede¬
klinkers
tot
woorden
groeiden,
hét
kind
vindt
dezen
woordenschat
thans
kant
en
klaar
en
leert
door
nabootsing
van
het
gehoorde.
Wanneer
men
de
schoonheid
eener
taal
wil
gevoelen
en
begrijpen,
dient
men
zich
rekenschap
te
geven
van
den
oor¬
sprong
der
woorden,
wier
begrip,
wier
inhoud
zoo
menigvuldig
ligt
in
hun
klank.
In
„waaien"
geeft
de
w
bijv.
het
geluid
van
den
wind
weer,
in
„ruischen"
is
het
de
r
die
aanspreekt,
in
„loeien"
de
l.
In
„scheren",
schoffelen"
hooren
we
in
de
harde
scli
een
scherp
gekras
van
't
scherpe
voorwerp,
in
„stilte",
„staan"
„stoel",
„stal",
„storm"
zijn
de
twee
be¬
ginletters
essentieel,
in
„rust"
dezelfde
letters
achteraan
het
woord.
De
„klankkleur"
zij
dus
in
harmonie
met
den
inhoud
van
het
woord.
Wie
dat
in
zijn
spreken
bereikt,
mag
de
kunst
van
zeggen
de
zijne
noemen.
Om
goed
te
kunnen
spreken
dient
men
te
leeren
op
welke
wijze
men
zijn
spieren
moet
bewegen,
welke
moeten
rusten
en
welke
niet.
Reeds
van
de
mondstanden
van
iemand,
die
goed
spreekt,
is
veel
te
leeren,
om
helder,
niet
binnensmonds
of
tusschen
de
tanden,
maar
scherp
gear¬
ticuleerd
de
woorden
tot
haar
recht
te
brengen,
zonder
inslikken
of
afstijpen
van
lettergrepen.
Zoo
kan
men
komen
tot
een
gehard
en
ontwikkeld
orgaan.
Merkwaardig
is
het
zeker,
dat
de
eene
streek
van
ons
vaderland
zoo
veel
beter
gearticuleerd
spreekt
dan
de
andere.
Dat
men
nu
van
een
man
van
de
practijk
en
voortreffelijk
voordrachtkun¬
stenaar
als
den
heer
Wilson
niet
alleen
profijt
zal
kunnen
trekken
om
goed
te
leeren
spreken,
doch
zelfs
om
op
een
„wel¬
sprekende"
en
„welluidende"
manier
zijn
gedachten
te
ieeren
uiten,
daarvan
zijn
we
ten
volle
overtuigd.
We
wenschen
den
heer
Wilson
derhalve
van
harte
succes
op
zijn
pogen.
—
De
heer
S.
Vlaar
alhier
won
op
de
nationale
Pluimveetentoonstel¬
ling
te
Alkmaar
tal
van
prijzen.
Wij
verwijzen
naar
het
verslag
in
dit
nummer
van
onzen
Alkmaarschen
cor¬
respondent.
Een
Jubileum.
1
Januari
heeft
de
agent
van
politie
P.
de
Rooy
in
stilte
den
dag
mogen
herdenken,
waarop
hij
voor
35
jaren
in
dienst
trad
bij
de
Hoornsche
politie.
—
Onze
stadgenooten
J.
C.
van
Hinte
en
C.
Voogd
zijn
benoemd
tot
klerk
3e
klas
bij
de
Rijksbelastingen.
Eerstgenoemde
te
Haarlem
en
laatst¬
genoemde
te
Hoorn,
alwaar
beiden
tot
heden
werkzaam
waren.
Militair
bericht.
Bij
het
Woensdag
alhier
gehouden
examen
ter
verkrijging
van
een
getuig¬
schrift
voor
militaire
bekwaamheid
of
(en)
lichamelijk
geoefendheid
slaagden
:
Voor
militaire
bekwaamheid
en
lichamelijke
geoefendheid
de
jongelin¬
gen
:
Honig,
Oortman-Gerlings,
Polet,
Wonder,
Kaag,
Gennes,
allen
uit
Hoorn.
Koolhaas
uit
Enkhuizen.
Stapel
uit
Hoogkarspel.
Ruiter
uit
Blokker.
Bakker,
Heidenrijk,
Tessel
uit
Berk¬
hout.
Voor
militaire
bekwaamheid
de
jongelingen:
Nobel,
Langereis
en
Groot
uit
Berkhout.
Voor
lichamelijke
geoefendheid
de
jongelingen:
Bakker,
Bouwman,
Maste-
ling,
Groot,
Zomerdijk,
allen
uit
Hoorn.
Voor
het
examen
ter
verkrijging
van
een
getuigschrift
voor
lichamelijke
ge¬
oefendheid
tot
toelating
bij
het
reser¬
vekader
slaagden
de
jongelingen
:
Not-
trot
uit
Hoorn
en
Bed
ij
n
uit
Enk¬
huizen.
(In
een
gedeelte
onzer
vorige
oplaag
reeds
vermeld).
Bij
het
Donderdag
j.l.
voortgezette
examen
ter
verkrijging
van
een
ge¬
tuigschrift
voor
militaire
bekwaamheid
of
(en)
lichamelijke
geoefendheid
slaag¬
den
alhier
voor
beide
getuigschriften
de
jongelingen:
De
Haas
van
Andijk,
Langedijk
van
Abbekerk,
Willig
van
Beets,
Groot
van
Egmond-Binnen,
Rood
van
Grootebroek,
Schouten,
J.
Groot,
J.
Koomen,
Pannekeet,
Schek-
kerman
van
Hoogwoud,
de
Winkel
van
Nibbixwoud,
Poppes
van
Oost¬
huizen,
Smit
van
Oudendijk,
Grave-
stein
van
Urk,
Visser
van
Warder,
Schouten,
P.
Vriend,
Neefjes
en
Brink-
mann
van
Wervershoof,
Saai
v,
Zwaag.
Voor
militaire
bekwaamheid:
Schuur¬
man
van
Andijk,
Nobel
v.
Avenhorn,
v.
d.
Molen
van
Obdam,
Ligthart
en
Timmerman
van
Grootebroek.
Voor
lichamelijke
geoefendheid:
Braas
van
Avenhorn,
Wit
van
Midwoud,
Koning
van
Oosthuizen,
Feld
van
Obdam,
Muijs
van
Westwoud,
Jong
van
Zwaag.
Alkmaar,
5
Januari
1912.
Heden¬
morgen
te
10
uur
werd
door
den
Voorzitter
der
Vereeniging,
den
heer
W.
Zaadnoordijk,
de
9e
nationale
pluimvee
tentoonstelling
geopend,
welke
op
5,
6
en
7
Januari
wordt
gehouden
in
de
lokalen
van
de
Har¬
monie
alhier.
De
deelneming
in
deze
belangrijke
tentoonstelling
is
bovenmatig,
blijkende
uit
het
groot
getal
inzendingen.
Meer
dan
1000
nummers
zijn
geëxposeerd.
Dat
de
vereeniging
zich
in
toenemen-
den
bloei
mag
verheugen,
bewijst
het
feit
dat
in
1909
400,
in
1910
425
en
in
1911
600
nummers
werden
inge¬
zonden
en
thans
1000
!
Een
groote
collectie
post-
en
sier-
duiven
en
konijnen,
benevens
mooie
inzendingen
Hollandsche
hoenders
en
witte
kuifkippen
trekken
zeer
de.
aan¬
dacht.
Het
zou
te
veel
plaatsruimte
vergen
om
de
talrijke
bekrooningen
op
te
nemen,
waarom
wij
volstaan
met
de
vermelding
dat
de
heer
S.
Vlaar
uit
Hoorn
met
zijne
inzendingen
verschillen¬
de
prijzen
verwierf
o.
a.
een
le
Prijs
voor
Hollandsche
hoenders,
zilverlaken,
een
3e
prijs
voor
minorcas,
een
2e
prijs
voor
orpingtons,
le
prijzen
voor
broekels
en
mechelsche
hoenders,
een
3e
prijs
voor
sierduiven
(raadsheeren),
benevens
eenige
zeer
eervolle
vermeldingen.
Wij
kunnen
belangstellenden
aan¬
raden
een
bezoek
aan
deze
tentoon¬
stelling
te
brengen,
welke
op
Zondag
7
Januari
a.s.
tegen
betaling
van
f
0.10
toegankelijk
is.
Het
volgend
jaar
hoopt
de
Vereeni¬
ging
op
eenigszins
luisterrijke
wijze
haar
10-jarig
bestaan
te
vieren.
De
jury
bestond
uit
de
heeren
G.
Muijs
te
Amersfoort,
N.
Wafelbakker
te
Baarn,
J.
H.
v.
Piggelen
te
Utrecht,
W.
Zaadnoordijk
te
Alkmaar
en
G.
H.
Stouten
te
Haarlem.
Het
Alkmaarder
meer.
Al
geruimen
tijd
liepen
er
—
ver¬
neemt
het
Handelsblad
uit
Alkmaar
—
geruchten,
dat
het
Alkmaarder
meer
zou
worden
drooggelegd,
doch
deze
geruchten
waren
al
zoo
dikwijls
ver¬
spreid,
dat
niemand
er
ten
slotte
meer
geloof
aan
hechtte.
Dezer
dagen
bevatte
de
locale
pers
echter
eene
onder-
teekende
advertentie,
dat
van
Prov.
Staten
concessie,
was
aangevraagd
niet
om
het
Alkmaarder
meer
droog
te
maken,
doch
slechts
een
.
gedeelte
daarvan,
en
wel
het
gedeelte
dat
den
naam
van
„De
Drielings"
draagt.
Thans
blijkt
uit
het
ter
Prov.
Grif¬
fie
ter
visie
gelegde
plan
dat
Do
Drielings
voor
een
zeer
groot
deel
omringd
wordt
door
den
zoogenaam-
den
strekdam
langs
het
Noord-Holl.
Kanaal,
de
Kade
la
gs
het
Kooger¬
polder
Kanaal
en
den
Noordelijken
ringdijk
van
den
Westerpolder,
Om
dit
gedeelte
van
het
Alkmaardermeer
af
te
sluiten
en
droog
te
leggen,
zal
het
alleen
noodig
zijn
een
dijk
aan
te
leggen,
die
zich
aansluit
aan
de
Westelijke
punt
van
den
ringdijk
van
den
Westwouder
polder
en
een
strook
grond,
die
aan
bovenbedoelden
strek¬
dam
is
gehecht.
De
op
deze
wijze
in¬
gesloten
kom
zal
ongeveer
een
grootte
hebben
van
170
H.A.
Aangenomen
wordt,
dat
na
inkrim¬
ping
van
de
op
den
bodem
liggende
sliblaag
het
maaiveld
een
dieptelig¬
ging
zal
hebben
van
ongeveer
3.30
M.
onder
N.
A.
P.,
in
verband
waar¬
mede
het
peil
van
den
watetstand
in
den
droog
te
leggen
polder
kan
worden
aangenomen
op
4
M.
onder
A.
P.
In
het
midden
zal
een
molentocht
worden
ontworpen,
die
van
af
den
afsluitdijk
in
oostelijke
richting
het
uit
te
malen
water
door
het
motorgemaal
zal
moeten
voeren,
om
dit
op
't
Koogerpolder
Kanaal
uit
te
slaan.
Langs
de
rug¬
zijde
van
den
molentocht
zou
een
landweg
worden
aangelegd
om
langs
dezen
kade
aan
het
Koogerpolder
Kanaal
te
bereiken,
terwijl
voor
gron¬
den
ten
N.
van
den
molentocht
ge¬
legen,
waarschijnlijk
uitwegen
kunnen
worden
gezochl
en
gevonden
over
den
meergenoemden
strekdam
langs
't
N.-
Hollandsch
Kanaal,
welke
gemeen¬
schap
heeft
met
bovenbedoelde
kade.
Door
de
drooglegging
zullen
de
belangen
van
de
omliggende
polders
en
de
scheepvaart
bevorderd
worden
en
tevens
het
incultuur-brengen
van
vruchtbaren
grond
mogelijk
maken.
De
kosten
worden
geraamd
op
f
106.000.
Zwaagdijk.
De
bekende
vracht¬
rijderszaak
van
den
Heer
C.
Mol
is
bij
onderhandschen
verkoop
overge¬
gaan
voor
f
3500
in
handen
van
den
Heer
K.
Vleugel
te
Lutjebroek.
Wognum.
Door
het
schrikken
van
het
paard,
geraakte
Woensdagmiddag
de
knecht
van
den
Molenaar
Appel¬
man,
met
paard
en
wagen
in
den
sloot.
Met
vereende
krachten
werd
eerst
het
paard
en
daarna
den
wagen
op
het
droge
gebracht,
waarna
de
reis
weer
vervolgd.
Hoogkarspel.
De
uitgeschreven
bij¬
eenkomst
van
de
afd.
Hoogkarspel
van
den
Bond
voor
Staatspensioneering
heeft
door
Donderdagavond
in
„de
Landbouw"
succes
gehad.
De
heer
Bloemendaal
van
Boven-
karspel
zette
in
eenvoudige
taal
uiteen,
wat
de
Bond
wil,
en
waarnaar
men
streeft.
De
tooneelvereeniging
„De
Roze-
knop"
voerde
met
uitbundig
succes
op:
Oud
en
afhankelijk
van
Hester,
voorkomende
in
't
jaarboekje
1911.
Een
toepasselijk
lied
en
een
prach¬
tig
tableau
geheel
in
den
geest
van
den
Bond
was
een
waardig
slot
der
vergadering.
Met
groote
dankbaarheid
bracht
dan
ook
Ds.
Goedhuis
aan
't
einde
der
samenkomst,
namens
de
+
150
aan¬
wezigen,
hulde
aan
allen,
die
dezen
avond
tot
een
welgeslaagde
bijeen¬
komst
hebben
gemaakt.
Vischafslag.
De
Medemblikker
Courant
schrijft:
Naar
wij
vernemen,
is
alleen
in
de
maanden
Mei
en
Juni
aan
den
ge-
meente-vischafslag
voor
circa
f
21.000
aan
visch
afgeslagen;
wel
een
bewijs,
zoo
zeggen
althans
onze
visschers,
dat
deze
instelling
in
eene
bepaalde
behoefte
voorziet.
Zeer
tevreden
zijn
ze
ook
over
het
optreden
van
den
afslager.
Zoo
blijve
het,
met
een
„rijke
buit",
ook
in
het
jaar
1912!
De
oprichting
van
een
visch-rookerij
in
het
a.
s.
seizoen
is
zoo
goed
als
zeker.
Sport*
Voetbal.
Zondag
a.s,
zullen
de
volgende
voetbalwedstrijden
gespeeld
worden:
„Sport
I"
tegen
„Neerlandia"
van
Amsterdam.
Deze
wedstrijd
is
door
„Neerlandia"
met
5—0
gewonnen
ge¬
geven,
daar
zij
niet
opkomen.
„Hollandia
III"
krijgt
„Z.
F.
C.
III"
van
Zaandam
op
bezoek.
„Hollandia
II"
speelt
tegen
een
Veteranen-elftal,
bestaande
uit
oud¬
leden
van
„Hollandia".
Oosthuizen.
In
Café
Sjoukes
zal
a.s.
Dinsdag
de
damwedstrijd
weder
voortgezet
worden
om
7
uur
des
avonds.
Voor
ieder
is
deze
wedstrijd
kosteloos
bij
te
wonen.
Grootebroek.
Uitslag
v/d
kolfwed-
strijd
bij
den
heer
M.
Onneweer.
le
prijs
129
p.
D.
Bloemendaal,
Bovenk.
2e
pr.
127
p.
W.
Ooteman,
Bovenk.
3e
pr.
124
p.
C.
Boekke,
Gr.
Broek.
4e
pr.
121
p.
D.
Smit,
Bovenk.
5e
pr.
118
p.
Jb.
Smit,
Bovenk.
6e
pr.
115
p.
C.
Bakker,
Bovenkarspel.
le
Serieprijs
54
p.,
J.
Vet,
Gr.
Broek.
2e
Serieprijs
46
pun¬
ten,
T.
Roosje,
Gr.
Broek.
Aantal
deelnemers
31.
Prijsbiljarten
32
deel¬
nemers,
le
pr.
K.
Tol
Gr.
Broek,
2
pr.
W.
Broertjes,
Gr.
Broek,
3e
pr.