Tekstweergave van NHC_1910_03_12_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
in Negende Jaargang. Zaterdag 12 Maart 1910. No. 826. NIEUWE HOORNSCHE COURANT, Nieuws- en Advertentieblad. Verschijnt ZATERDAG. ABONNEMENT huis per 3 maanden 35 cents. „3 50 Voor het Buitenland met verhooging der port. Afzonderlijke nummers 5 ets. franco aan buiten de stad UITGEVER: A. C. BOLD1NGH KAASMARKT 12 HOORN. ADVERTENTIEN: 1—10 regels 40 Cts., iedere regel meer 4 Cïa. Handelsadvertentiën volgens speciaal tarief. in te zenden Brieven, Ingezonden stukken, enz bij den Uitgever. Officiëel Gedeelte. BEKENDMAKING. DRANKWET. ? Burgemeester en Wethouders van HOORN maken bekeno, dat op Zaterdag, den 19en Maart e.k., schouw zal worden gedreven over de voor het algemeen verkeer openstaande wegen en voetpaden, met hunne bermen of zijkanten in de gemeente, voor zoover het provinciaal reglement op de wegen daarop van toepassing is. Ieder, die tot onderhoud verplicht is, wordt aangemaano te zorgen, dat de wegen in goede orde worden bevonden. Ouder l^e t onderhoud is ook begre¬ pen het opsnoeien van het houtge¬ was. De herschouw zal, zoo noodig, gehouden wor¬ den op Zaterdag, den 16en April a.s. De onderhoudsplichtige, die ten, slotte nala¬ tig mocht blijven, wordt gestraft met eene. boete van ten hoogste f.75.— . Hoorn, den 9 Maart 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. W. DE JONCHEERE. De Secretaris, W. VAN WANING. FEUILLETON. Na lijden verblijden. 2.) Het gezin van baas Van, Gierst zit aan den disch; de tafel is voor acht personen gedekt; het menu bestaat uit een dampenden schotel aardappelen, waarvan sommige er uitzien als de cogen van een schelvisch. Moeder Van Gierst heeft een stukje spek uitgebakken, waarvan de geur alfeen acht frissche, gezonde kinderen doet watertanden en hun een gullen lach op de lip¬ pen toovert. „Moeder, krijg ik saus van u," vraagt een der kleinste jongens. „Ja, kereltje, ik zal je helpen," zegt de g9ede vrouw, terwijl ze het vocht door elkaar roert eu de tafel nadert. „Zuinig aan, kinderen, want ik heb niet veel, hoor." „Moeke," zegt de vijftienjarige, blonde Ma¬ rie, terwijl ze haar vader, die achter in het vertrek gezeten, het maal gadeslaat, een knik en een glimlach toewerpt, „moeke, mij geen saus; ik eet liever droog." „Kom, Marie, dat is maar malligheid, er is genoeg voor jou ook." „Maar ik houd er niet van, moeke," brengt ze daar tegenzin, en terwijl ze de blonde lok¬ ken met een beweging van 't bevallige kopje naar achter werpt, ziet ze haar vader zoo smee- kenri aan, dat hij zich gedwongen gevoelt, moe- Burgemeester en Wethouders der Gemeente HOORN brengen ter openbare kennis, dat op 3 Maart 1910 bij hen is ingekomen een ver¬ zoekschrift vpn CORNELIA HOMAN, wed. W. WEIJS van beroep tapster, wonende te Hoorn, om vergunning voor den verkoop van sterken drank in _het klein, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in de navolgende localiteiten: de benec.enlckaliteiten van het perceel, kadastraal bekenu Gemeente Hoorn, Sectie A No. 3870, plaatselijk gemerkt No. 1, en gelegen aan ae Veermanska£e, aldaar. Binnen twee weken na de dagteekening dezer bekendmaking kan een ieder tegen het verleu¬ nen van deze vergunning schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethouders inbrengen. Hoorn, den 7 Maart 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. W. DE JONCHEERE. De Secretaris, W. WAN WANING. SCHOUW over de WEGEN. Een wereldtaal. In de bekende serie „Pro en Contra" wordt in het tweede nummer der zesde serie het vraagstuk besproken over een wereldtaal. Het pro werd geschreven door Ds. A. J. P. Boeke, te Noordwijkerhout, terwijl dr. D. C. Hes- seling, hpogleeraar aan de Rijks-Universiteit te Leiden het centra leverde. De heer Boeke dan meent, dat het wereld¬ taal-probleem voorloopig teruggebracht is tot het vrpagsjuk betreffende de mogelijkheid der invoering van een internationale hulptaal en wijst er op voor 'diegenen, die meenen, dat liet hier hoogstens een zaak van uitsluitend prac- tisch belang geldt, hoe van den aanvang af steeds personen van de meest uiteenloopende gedachten- en werkkringen er zich mee heb¬ ben bezig gehouden, en wat meer zegt, vol¬ gens schr., er voor geijverd hun gansche leven lang. „En Ijet feit, dat onder dezen vooral ook vele geestelijken zich hebben onderscheiden, zal toch mede wel als een bewijs mogen geiden, dat er neg andere belangen mee gemoeid moe¬ ten zijn, dan die van „vergemakkelijking van den wereldhandel en 't vreemdelingenverkeer", zooals men op het oogenblik belangstellende krin¬ gen vooral ten onzent nog vrijwel algepieen schijnt te denken." Na vervolgens een verklaring te hebben ge¬ geven, waarom de belangstelling voor het we- rek'taai-vraagstuk bij de taalkundigen in 't al¬ gen.een en in ons land in 't bijzonder nog zoo gering moet heeten, terwijl, zoo, vervolgt de heer Boeke, de eventueele invoering eener in¬ ternationale hulptaal juist voor ons volk van zoo gicote beteekenis zou blijken, zegt de schrij¬ ver - alaus, meldt het Vaderl. dat de be¬ hoefte aan één internationale taal bestaat en het onnooaig is daa.r bepaalde argumenten voor aan tc halen. „Natuurlijk blijkt dit echter het ciicelijkste op wetenschappelijk gebied, omdat nier ziph daar het gemakkelijkst uit." Het Latijn, dat over de geheele beschaafde wereld in kerk en wetenschap de algemeen er¬ kende internationale spreek- zoowel als schrijf¬ taal is geweest, wordt thans niet meer als zoo- aer tc- vragen het haar dan toch maar droog te laten eten. „Nu, 't is mij goed; ziezoo kinderen, eet nu maar eens raak," en terwijl der brave vrouw de woorden van de lippen zijn, gevoelt ze zoo innig diep, hoe sober het maal is bij vroeger; en een traan, uit het moederhart geweld, big¬ gelt langs de ingevallen wangen. De kinderen behoeven dit echter niet te zien; zij1 begeeft zich daarom naar de keuken om eene of andere bozigheid te verrichten. 't Is baas Van Gierst echter niet ontgaan en nauwelijks is zijn vrouw verdwenen, of hij sluipt haar na en slaat zijn armen om den hals der gade, roet wie hij zestien jaar steeds overvloed gekend heeft „Moed gehouden, moedertje," zegt baas Van Gierst, maar 't is hem niet mogelijk het tril¬ len zijner stem te verbergen, „het is nog zoo heel slim niet; ze hebben immers nog eten en zijn tevreden." „Maar man, je weet niet hoe pijnlijk het voor mij is, als Marietje altijd voor 't een of ander bedankt, waarvan ze ziet dat niet genoeg is. Gisteren zag ik, dat ze haar brood onder de twee kleinsten verdeelde, en met een lachend gelaat zag ze, hoe de kleinen het oppeuzel¬ den, terwijl ze zelf honger had. Ik maak me erg ongerust over haar, als er geen verbete¬ ring in ons lot komt." ,,'t Is een engel dat kind, en ik zou ha,ar zco gaarne met iets extra,'s gelukkig maken, maar er is dan ook maar niets te doen! Onze aardappelen raken ook op, er zal dus 't een of apper moeten gebeuren, maar wees verze¬ kerd moeder, eten zal er komen, al zou ik 't aanig gebruikt. v Maar zou dan niet één der tegenwoordige levende nationale talen als zoodanig kunnen werden aangenotnen? vraagt de heer Boeke. Het is 't Franseh geweest, dat naast het La¬ tijn het eerst er naar heeft gedongen, en 't ook een tijdlang voor een uitgebreider kring heeft mogen zijn. Voor wetenschappelijke doeleinden toch, maar ook in 't dagelijksch verkeer zoo¬ wel als in de politiek, bewees het zich vol¬ kom ep bruikbaar. „Veelzeggend is echter, dat het eerst al se¬ dert Napoleon's val en vervolgens 41a 1870 lang¬ zamerhand geregeld is teruggegaan. En moge het dan ook op het oogenblik nog ten onzent als de eerste vreemde taal op de meeste scho¬ len women onderwezen en als hoftaal gelden, voor zijn mogelijke verheffing tot toekomstige internationale taal zullen enthousiaste patriotten een lans breken." Het Duitsch komt voor internationale taal niet in aanmerking, maar het Engelsch in de eerste plaats, juist deze taal, „gesproken door betrek¬ kelijk 't grootst aantal volkeren en personen, met zijn meest vereenvoudigde spraakkunst en een aanpassingsvermogen met- betrekking tot het in zich opnemen van alle mogelijke oude en nieuwe vreemde woorden, waarin het door geen anc.efe mededingster onder de nationale talen worvit geëvenaard." „Natuurlijk zou daarnaast de bij uitstek moei¬ lijke spelling en uitspraak, die door de Engel¬ se hen zelf als de groote bezwaren hunner taal worden erkend, haar algemeene invoering als internationale taal niet weinig in den weg staan, maar toch is 't om een gansch andere reden, oat deze in de toekomst ondenkbaar is. - „En uat is het merkwaardigerwijs met de over¬ al haan brekende internationale bewegingen, te¬ gelijkertijd oplevend nationalisme. „Geen volk tegenwoordig of het heeft naast zijn bevordering van internationale interessen zijn opwekking tot verzorging en handhaving van de moedertaal, waarvan dan ook o. m. de reeds genoemde verschijning van allerlei wetenschap¬ pelijke standaardwerken, tot in 't Japansch toe, zeker wel het duidelijkste bewijs zijn." Dit nationalisme zou, meent schrijver, belet¬ gaan stelen!" „Mensch, zwijg!" brengt zijn vrouw verschrikt uit, terwijl ze fyaar hand op 's mans mond legt, „blijf me van 't lijf met zulke dwaze praat¬ jes; God beware ons dat je ooit een dief zoudt worden!". Terwijl de beide ouders samen beraadslagen en peinzen, wat er gedaan moet worden oip hun gezin voor volslagen armoede te behoe¬ den, eten de kinderen er stevig op los. Geen aardappel, hoe geel of groen hij er ook uit¬ ziet, wordt terzijde gelegd. Honger maakt alle spijzen lekker. 't Is halfeen; de laatste bedeelden komen met hun emmers langs het raam van de Van Gier- sten. Een kleip haveloos ventje, die den emmer nauwelijks kan beuren, zet zijn vracht voor het raam, waarvoor kinderen zitten te eten, neer, om een oogenblik uit te rusten. Kleine Wim' die vlak voor 't raam is gezeten, staart met welg vallen in de dampende soep, waarin klei¬ ne stukjes spek drijven. „Hè," zegt de oudere Karei, „ik zou wel een boni je lusten! Waarom halen wij ook geen scep, 'L is toch voor iedereen; niet?" „Foei, Karei,' zegt Marie, „zou jij dan zoo graag willen dat we zoo arm waren, dat we van de bedeeling soep moesten halen?" _,,Neen, dat niet, maar ik lust zoo graag erw¬ tensoep; jij niet?" „Ja-wel, ik ook; maar Zondag krijg je ze im¬ mers. Zou jij soep durven halen, Sientje?" gaat ae spreekster voort tot een jonger zusje. „Ik niet!" roepen alle zeven als om strijd, ten, qat alle naties medewerken om één harer, en oan nog wel het machtige Britsche Rijk door de oflicieele verheffing van het Engelsch tot internationale taal znlk een ongemotiveer- öen voorsprong te verschaffen. Vervolgens gaat schrijver de pogingen na tot samenstelling van een kunsttaal, waaraan behoefte bestaat pu de andere talen onbruik¬ baar gebleken zrjn voor het doel. De vele mislukkingen der tot dusverre aan¬ geboren systemen verklaart de heer Boeke hier¬ door, dat het er niet alleen op aankomt of een project onder een kleinen kring van men- schen voor bepaalde doeleinden kan worden toe¬ gepast, maar. dat dan de eisch gesteld moet worden, dat het zich practisch bruikbaar heeft bewezen voor eigenlijk alle denkbare terreinen van bet geheele internationale leven. . Na eenige systemen naaer beschouwd te heb¬ ben, meent schrijver, dat het Esperanto bewe¬ zen heeft als spreektaal practisch bruikbaar te zijn en ook als schrijftaal, ofschoon het nog niet aan alle voorwaarden om als internationa¬ le taal t-e worden ingevoerd, beantwoordt. „Toch verdient het alle aandacht, dat de mees¬ te wetenschappelijke mannen, door het Esperan¬ to nog onbevredigd gelaten, al mochten zij zich misschien sedert voorloopig tot een afwachten¬ de houding bepalen, erkennen, dat in richting der verbeteringen, door het Deligataro aange¬ bracht, de eindoplossing zal worden gevonden, wanneer vroeg of laat de officieele invoering der internationale taal, zal worden aan de or- ' de gesteld. „Zou ooit aldus besluit de schrijver zijn „pro" „bij het toekomstig .Permanent Hof van Arbitrage in Den Haag niet eens een van ■oe eerste punten der agenda kunnen wezen?" In het contra betoogt de Leidsche hoogleeraar dr. D. C. Hesseling vooreerst, dat in dit ge¬ val een „contra" niet .meer wezen kan dan een waarschuwing tegen een illusie. Immers, 'n critisch overzicht over de kleine 100 voor¬ gestelde wereldtalen zou te ver voeren. Op een zeer belangrijk feit vestigt de schrij¬ ver dan de aandacht en wel op het toenemend gevoel van zelfstandigheid onder de kleinere volken als Bulgaren, Finnen, Grieken en Roe- terwijl Karei een kleur krijgt en onder tafel Marie een hand toesteekt, ,,'t Was maar gekheid Marie, want ik zou niet gaarne willen, dat de jongens mij uitscholden, zooals van morgen öerrit Lamme gedaan hebben op de speelplaats." „Zco Karei; maar daar heb jjj toch niet aan mede gedaan, hoop ik?" „Zeker niet zus, want ik heb hem nog ge¬ holpen. Kees Jansen wilde niet hebben dat hij meespeelde en zei: „Ga jij maar naar den soep- emmer." Gerrit kreeg de tranen in zijn oejgen eu trok zich in een hoekje terug". „Ja Marie," valt Lotje in, „en. toen, heeft Karei partij voor hem, getrokken en gezegd, dat Gerrit dat niet helpen kon, en dat mees¬ ter altijd gezegd had dat armoede geen schan¬ de was, en da.t Kees Jansen een. nare jongen vas. En teen ging Karei met Gerrit spelen ' u toen kwamen al ae jongens naar hen toe en bleef Kees alleen staan." „Pat was heel goed van je, Karei," zei Ma¬ rie en ze gaf haar broer een fermen zoen. „Ja, maar ik vond 't toch niet plezierig dat meester het gehoord had, want Kees moest eerst alleen binnen komen en toen Gerrit. Meester heeft Kees vergiffenis laten vragen aan Gerrit en hem laten beloven dat hij nooit zoo iets meer zeggen zou." „Daar heho.ef je geen spijt van te hebben, jongen; die wat verdient, die moet wat heb¬ ben. Komaan, jongens, de handen gewasschen en dan aan je schoolwerk of gaan spelen." Wordt vervolgd.