Tekstweergave van NHC_1908_11_28_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Achtste Jaargang. Zaterdag 28 November 1908. No. 762. n f 1 - 1 - 1.60 - 1.25 - 1.20 - 1.20 - l._ - 1.80 -0.50 - h— - Ir- NIEUWE NOORNSCHE COURANT Nieuws- en Advertentieblad. Verschijnt ZATERDAG. ABONNEMENT franco aan huis per 3 maanden 35 cents: buiten de stad „3 50 Voor het Buitenland met verhooging der port. Afzonderlijke nummers 5 ets. UITGEVER: A . O. BOI^OIlSrOBr. KAASMARKT 12 HOORN. ADVERTENTIEN: 1—10 regels 40 Cts., iedere regel meer 4 Cts. Handelsadvertentiën volgens speciaal tarief. Brieven, Ingezonden stukken, enz. in te zenden bij den Uitgever. Othcieel ueaeelie- AFKONDIGING BELASTINGKOHIER. Het Hoofd van Ret Plaatselijk Bestuur der gemeente ,H00RN brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen dier gemeente1, dat het Ko¬ hier der PERS0NEELE BELASTING, dienst 1908, no. 7 op den 20 November 1908 door den beer directeur der directe belastingen is goedgekeurd en op heden aan den heer ontvan¬ ger der directe belastingen dezer gemeente ter invordering is toegezonden. Hoorn, den 24 November 1908. Hel Hoofd v/h Plaatselijk Bestuur voorn., H. W. DE JONCHEERE. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van HOORN maken bekend, dat bij hen! is ingekomen een verzoek van VERONICA BUIJ TEN, wed. van Arie Bakker, winkelierster, wonende alhier, om verlof voor den verkoop van alcoholhoudenden drank, an¬ deren dan sterken drank, voor gebruik ter plaat¬ se van verkoop in de benedenvoorkamer aan de straat, links van den ingang en de boven¬ kamer aan de straat, van perceel Breed no. 48. Bezwaren tegen het verleenen van dat verlof kunnen binnen twee weken na heden bij hen worden ingebracht. Hoorn, 23 November 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. W. DE JONCHEERE, De Secretaris, W. VAN WANING. Van de wieg tot het graf. De merkwaardige tentoonstelling welke te Amsterdam wordt gehouden in het Panorama¬ gebouw en welke expositie wordt omschreven met den titel ,,'s Menschen levensduur, de ze¬ den en gewoonten bij dood en begrafenis in Nederland \ voorheen en thans" trekt veel be¬ langstelling. In de volgorde door den verzamelaar, den heer ;A. Th. Hartkamp, aangegeven ziet men eerst vooral zinnebeeldige voorstellingen van de duur van het menschenleven, waarbij een oud¬ tijds zeer populaire prent van de „Trap des Ouderdoms". FEUiLLETON HOJNUEiN TROUW. Oorspronkelijk verhaal. 6.) II. De hond begreep niets van hetgeen er met hem gebeurde; hij was zoo gewoon speeds bij al de familieleden te vertoeven, dat hij moeite had zich te gewennen aan de stille kamer zij¬ ner nieuwe meesteres. Mevrouw Van Eerbeek had hare meeste tijdgenooten overleefd, en de kennissen van weleer, die nog overbleven, wa¬ ren zwak of ziekelijk, en brachten haar zelden een bezoek. Hare huisgenooten achtten het vol¬ doende als zij haar aan tafel zagen, en zoo hleef zij den meesten tijd alleen. Maar zij was zoo goed en zorgzaam voor het dier, dat Max weldra zeer tevreden met zijne lotsverwisseling was, en toch ook nog wel ©eni¬ ge afleiding genoot, want ter liefde van zijne moeder, pam Paul 't Sersteven hem dagelijks op de wandeling mee. Alleen vrouw des huizes pruttelde over zijne verkregen genade. Al wat oud was, scheen nutteloos in haar oog, en deed maar beter met te verdwijnen. Mis¬ schien ook hield zij niet van Max, omdat zij wist dat hare schoonmoeder zoozeer aan hem Rechtte. Zij kon mevrouw Van Eerbeek niets Met JAN VAN GYSEN, Poëet, idie Nimmer schreef als op Maat. * Het lijk zal uytgedraagem worden in de Ege- [lantiersstraat, Ten Huyse van Belleflam, Haarsneyder, daar [hij Woonden; En aau de Buuren stees zijn Gunst Betoonde; 't Is aan de Zuyd-zy, bij de derde Dwarsstraat, [om wel te verstaan; En om met Verkeert, of door Abuys voorbij [te gaan; Soo zalje daar den Baar, voor de gang sien [Praaien, Daar men het Lyk, Oordentelyk op zal Haa- [len, UE. Naam, zal Geleezen worden om te gaan [met Verlof, Tegen .drie Uupen na 't Kathuysers Kerkhof. Hier nog een ander van een stokoude me- laatsche vrouw: ANNO 1698. Tegen Woensdag den Sen January, Werd UE. ter Gegravenis verzógt, met ANNETJE VISSER, Anders genaamt Annetje met het Kleyne Hoofje. Bejaarde Dogter van 98 Jaar. derdjarigen, waarbij zelfs van een man die—H-9 ^ Leproosen-huys: als Vriend in huys te ko- 0 Mensch, wil merken, De 'tijd heeft vlerken. Van ide Wieg tot* aan 't Graf, Legt 'den Mensch deez' Loopbaan af. Ziehier, 'geliefde jeugd, den trap van 's Men- [schen leven: De 'kindschheid huppelt langs paden van ge- [heugt, De jongelingschap komt aan, en wil naar [vreugde streven, Doch, onervaren, wijkt zij vaak van 't pad der .Jdeugd. Nu jdaagt de manbaarheid; ziedaar de denk- [krachts jaren; De mensch stapt langzaam voort; 't verstand [verslapt, verdwijnt, Thans is 't der grijsheids beurt met heure [zilvTen haren; Het brein neemt langzaam af, wen 't leven ook [verkwijnt. O, knaapje wilt gij eens (doe 't jarenwigt u [bukken) Op uw vervlogen jeugd nog lachend nederzien, Wilt dan, in vreugd en wee, de baan der deugd [steeds drukken Zij is het, die op aard' reeds hemelvreugd kan [biên. Een geheele groep geeft portretten van hon- jaar is geworden. De heer Hartkamp heeft een groot dossier aangelegd met bijzonderheden over ruim 250 Nederlandsche mannen en vrou¬ wen, die langer dan een eeuw leefden. Een volgende groep omvat portretten van zonderlinge menschen, waarbij het' historische Besje van Meurs en het vrouwtje van Pijn¬ akker, idle den naam hadden zonder voedsel te kunnen leven! Talrijke verbeeldingen van den dood in zijn verschillenden vorm zijn tentoongesteld, maar [men, Om ten half drie uuren te gaan na 't Antho- [nies Kerkhof! UE. Naam zal Gelézen worden. Ën het volgende uit Anno 1661. IN AMSTELDAM. Tegen Woensdag (den 2den November.) Gij werd te Begravinge verzocht als een [Vriend, met Beynier van Bolswaart, Die den Burger wel heeft gediend. bijzonder uitgebreid is de verzameling van be- ! Ik 1118611 van Veertig Jaar heeft ^ Turf ge- grafenisbriefjes uit vroeger tijd. Men ziet der¬ gelijke uitnoodigiitgen va.n De Ruyter en van Vondel. Uit het pestjaar 1661 een briefje met de beteekenisvolle bijvoeging aan den genoo- digde ten sterfhuize: „Komt onbeschroomt bo¬ ven." Enkele zijn zelfs op rijm. Hier is er een van een dichter: IN AMSTERDAM, Anno , Een Duysent Seven-hondert en twee en [twintig in Vreeden, Den derde van Sprocket Maant, Wort UE. ter Begravinge Gebeden. verwijten; deze had met voorbeeldigen tact hare plaats daar aan huis weten te bewaren, zich in alles voor Alice wegcijferende; maar zij ge¬ voelde instinctmatig hoezeer de oude vrouw, als „ziel", boven haar stond, en kon haar dat niet vergeven. Ella's huwelijk werd reeds spoedig voltrok¬ ken; zij was zoo beeldschoon als bruid, dat hare grootmoeder haar diep ontroerd in de ar¬ men sloot, en niet kon nalaten te fluisteren: „Mijn lief kind! God geve dat gij steeds voor ongeluk gespaard moogt blijven!" De bruidegom, die deze woorden opgevangen had, drukte hare magere hand ©n antwoordde: „Als ,het slechts van mij afhangt, zal uwe bede vervuld worden." Alles voorspelde hun dan ook slechts de zoet¬ ste levensvreugde'. Zoo ooit twee jonge lieden door belanglooze liefde tot elkander werden ge¬ bracht, dan waren zij het wél, en Ella verliet dan ook zonder tranen het ouderlijke huis, waar zij dikwijls aan de zijde van Karei de Renesse hoopte terug te keeren. Maar op den drempel der voordeur gekomen, greep haar toch eene l diepe aandoening aan. Max had uit de kamers | der grootmoeder weten te ontsnappen, en ging tegen haar opstaan, als begreep hij dat zij ver¬ trekken moest. „Jaag dat oude beest toch weg!" riep me¬ vrouw 't Sersteven, die haar met verscheidene anderen tot aan het rijtuig begeleidde, driftig uit. „Hij verhaart zoo, dat hij uw keurig reis- [dragen; Nu is hij van de Dood gantsch ter neêr ge- [slaagen; Die goede oude man was vijf-en-negentig jaar, Doe hij met Biedes Jans wierd eenen Egte Paar; Maar 't schijnt dat Godt belieft de weduw nog [te spaaren, Dit is haar vierde man, gestorven met veel Jaa- [ren; De eerste toen hij stierf was Zestig Jaaren [oud; De tweed© Hondert Zestien, doe was man weer [koud. De derde Hondert dertién, (het Eind' zijn's Le- toiletje Zal bedierven." Maar Ella luisterde op dat oogenblik niet naar haar: zij zag alleen den vriend harer kin¬ derjaren, en zij omhelsde hem onstuimig. „Ik kom gauw terug, Max," fluisterde zij, als vroeger, wanneer zij naar de kerk ging, „heel gauw!" Het bruiloftsfeest werd na haar vertrek we¬ derom voortgezet, maar de grootmoeder had zich teruggetrokken en zat voor het geopende tuinvenster harer kamer, terwijl hare hand op het hoofd van haar makker rustte. Het was nog vroeg in Juni, doch reeds zo¬ merweer; de kevers, gonsden door de lucht en de jonge blaadjes ruischten cp de vleugelen der avondkoelte; tallooae sterren schitterden aan het firmament, en daarbuiten heerscht© aller- wege een vrede, die de oude vrouw goed deed. Nu en dan slechts, als de luidruchtige'vreug¬ detonen uit het andere gedeelte van het huis tot haar doordrongen, verwrong een smarte¬ lijke trek haar gelaat. Hoe kon men daar feestvieren? Heel haar hart treurde over het heengaan van het lief¬ tallige meisje, dat het schoonste sieraad dezer woning was geweest. Zij zou onder dit dak terugkeeren, ja, maar nooit opnieuw om er voor goed te vertoeven; haar gelukkigste, zorgelooste jarer. waren voorbij; thans eerst zou zij het leven in al zijn ernst leeren kennen. Ella zelve begreep dat nog niet, maar ook zij zou zich eenmaal dezen dag heripneren als het gewich- [ven), Heelt hem door de Dood op 't laatste neg be¬ geven. Dus overleeden man is Zes-en-negentig oud; De nagelaten weeuw is Vier-en-negentig stout; Rotgans, goede bekende van deeze overleeden, Doet U.E. op deeze wijze ter Begraafnis beden; Wat valt 't schijden zuur! voor de oude is 't [een kruys, Komt pp de Looyers-gragt, onder 't Engelse [Weeshuys. Om het Lyk te brengen in 't Hof: Op 't Leydse [Kerkhof. U.E. .naam zal geleezen werden. En ten slotte nog het volgende begrafenisbriefje uit 1665, van Biedes Jans, hierboven genoemd. In Amsterdam, den eersten April, word UE. vriendelijk ter Begraaffenis gebeden met, Biedes Jans. Die nu de wereld heeft betreden. Tot hoogen ouderdom, twee jaren min dan Hon¬ gert, Het is idie Vrouw! waarvan eein ieder is ver- [wondert, Die in haar Ouderdom van Drie en negentig [Jaaren, Nog (met haar vierde man heeft lust gehad [te Paaren; Eerst in later tijd werden de uitnoodigingen ter begrafenis vervangen door kennisgevingen van overlijden. Ook van deze zijn vel© voor¬ beelden aanwezig en er blijkt uit, dat deze com¬ municaties in de 18e eeuw een zeer groot for¬ maat hadden. Een geheele afdeeling heeft .betrekking op de aansprekers. Het aansprekersoproer van 1696 is daarbij natuurlijk niet vergeten. Men ziet ge¬ heele reeksen van costuumplaten en daarnaast ook spotprenten. De ouderwetsche Amsterdam- sche (aanspreker, de „kraai", zooals hij in deni volksmond heette, was tegelijk barbier en kleer¬ maker. Vandaar allerlei spotternij in verzen en in beeld. Uit jongeren tijd o. a. de comieke voor¬ stelling van den kraai, die bij zijn tocht naar een schip op een ducdalf moest vluchten, om¬ dat de vlet, die hem overbracht, lek werd en die. daar op den paal bleef zitten met zijn krip¬ pen lamfer om hem heen waaiend, een voor¬ werp van bespotting en aanfluiting van de me¬ nigte aan den wallekant. Talrijk zijn de platen van groote begrafenis¬ sen, prenten van historische „lijkstaties", als tigste kruispunt van haar bestaan. Zou zij zich aan den avond daarvan even eenzaam gevoe¬ len als hare grootmoeder dat deed? En toch was ook zij even hoopvol uit het ouderlijk huis vertrokken. Maurits 't Sersteven vereenigde schijnbaar alles wat haar gelukkig kon maken; helaas! hij bezat ©en zwak karak¬ ter en liet zich door slechte vrienden ver-» leiden hen naar de speeltafel te vergezellen, waar hij slag op slag groote sommen verloor; wel keerde hij telkens berouwvol terug, zwoer hij zijne vrouw de duurste eeden, dat hij nim¬ mer weder aan zijn noodlottigen hartstocht zou, toegeven, maar zij leerde, ondanks hare blij¬ vende liefde, verstaan wat die dure geloften, beteekenden; en op zekeren dag vond zij hem met een kogel in het hart in zijne studeerka¬ mer liggen, haar niets achterlatend© dan een brief, waarin hij haar om vergiffenis smeekte, dat hij haar en hare kinderen tot den bedel¬ staf had gebracht. Voor zichzelve duchtte zij de armoede niet; was jong en ware zij alleen geweest, dap zou zij voor den broode gewerkt hebben; maar haar drietal was daar, dat uur op uur hare zorgen behoefde. Zij nam om hunnentwil de kleine jaarwedde aan, welke hare familie be sloot haar uit te keeren, en trok zich met hare kinderen in de strengste afzondering terug. (Wordt vervolgd.)