Tekstweergave van NHC_1905_01_04_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Vierde Jaargang. Woensdag 4 Januari 1905. No 890 NIEUWE b COURANT Nieuws- en Advertentieblad. Verschijnt: WOENSDAG en ZATEBMG. ABONNEMENT franco aan huis per 3 maanden 50 cents; buiten de stad 8 65 Voor het Buitenland met verhooging der port. Afzonderlijke nummers 5 ets. ••" t •; ^ ^ f.: T a t. UITGEVER: A. O. BOLDINGH. KAASMARKT 12 HOORN. ADVERTENTI EN : 1—10 regels 40 Cts., iedere regel meer 4 Cts. Handelsadvertentiën volgens speciaal tarief. Brieven, Ingezonden stukken, enz. in te zenden bij den Uitgever. Goudsche Pijpen. Ieder kent het aardige, van grachten door¬ sneden stadje Gouda, al was het slechts van wege de lekkere Goudsche kaas, de heerlijke Goudsche sprits, de helderwitte Goudsche kaarsen en de alom bekende Goudsche pijpen. Een eigenaardige industrie is het maken van steenen pijpen, die reeds dateert van zeer lang terug. Iu de oude gildeboeken van Gouda komt de naam van Dirk Goedewaagen reeds voor in de zestiende eeuw. Feitelijk is deze firma de eenige, die uit dien ouden tijd is overgebleven. Zij is de voornaamste ge¬ weest in Gouda en zal het voorloopig nog wel blijven, steeds op middelen zinnend, om den roem der Goudsche pijp nog te verhoo- gen en het afzetgebied daarvan uit te breiden. We veronderstellen, dat verschillende onzer lezers er belang in zullen stellen, hoe een Gouwenaar in elkander wordt gezet. Daarom ontleenen we het volgende aan „le fumeur", een blad, dat in het nummer van Januari daarvan een zeer juiste beschrijving gaf. Ook uit eigen ondervinding kunnen wo bij «en eventueel verblijf in Gouda, een bezoek aan de fabriek der heeren Goedewaagen ten zeerste aanbevelen. Om een Goudsche pijp te maken, is er klei noodig. Alle hout is evenwel geen timmer¬ manshout en alle klei geen pijpenklei. De klei, die wij noodig hebben, komt uit Duitsch- land, België, Frankrijk en Engeland. De Duitsche klei komt uit de omstreken van Yallendar aan den Rijn en wordt uit heel diepe putten te voorschijn gehaald. De fijnste klei is die uit Engeland. Het is z.g. zeeklei. Dan hebben wij die uit de Ardennen. Op een diepte van 100 meter onder den grond zijn er formeele mijnen om de klei er uit te werken. In zeer groote blokken wordt zij omhoog geheschen. Een bezoek aan zulk een mijn vordert een beschrijving op zich zelf. Met de voeten in een soort aardbeien mandje en de handen aan een touw geklemd, gaat men de diepte in. Op handen en voeten moet men door de nauwe gangen kruipen. Yoor de meesten iets om kippevel van te krijgen, doch een Hollandsche jongen staat voor niets. Feuilleton De Pleegzuster. Uit het Duitseh. 52.) „Moeder, wilt u mij gek maken?" riep hij, met de hand op een sierlijk tafeltje slaande, zoodat een paar vaasjes tinkelend op den grond vielen. „Laat haar 'loopen!'' zeg ik je, „vrijwillig ; want je moet wel. Zij komt niet terug. Lief¬ gehad heeft ze je nooit; je dolle hartstochte¬ lijkheid van toen heeft haar het hart warm gemaakt. Gebrand heeft het nooit voor jou, zooals het nu voor dien daar brandt! Begrijp dan toch! Ik zag het dadelijk, bij den eersten blik: die heeft je niet lief. Maar kijk haar eens in de oogen; als je 't minste idee van vrouwenoogen hebt, zal je zien, dat zij niet iemand is met een koel, zacht temperament. Zij heeft een gloeiend, hartstochtelijk hart! Zij weet het vuur te bedwingen, tot er oogen- blikken komen, dat het moet opvlammen; maar niet voor jou. Wat heb ik mij menigmaal geërgerd, als ze je zoo verbaasd kon aankijken, of zij je heelemaal vergeten had en eerst door een woord van je weer aan je tegenwoordigheid herinnerd werd. Maar jij was natuurlijk blind, door je eigen hartstocht. Och, je bent de eeni¬ ge man niet, wien 't zoo gaat! Er hebben In ladingen van 2 a 300,000 kilo komt de klei in Gouda aan. De stad ligt prachtig te midden van al de omgevende landen, die de grondstof leveren. De eerste bewerking, die de grondstof nu ondergaat, is het hakken van kleine stukjes. Dan worden verschillende soorten gemengd en met water verzadigd of te wel, zooals de vakterm luidt „gezookt." Als het water cr nu uitgeloopen is en men een vaste slib ver¬ kregen heeft, wordt de klei gemalen. De ge¬ malen klei gaat nu op wagentjes een grooten kelder in, waar zij een half jaar ongeveer wordt bewaard en een rottingsproces onder¬ gaat. Dit proces draagt er zeer veel toe bij de pijp sterker en glanzender te maken. Nu kunnen wij aan het pijpen maken be¬ ginnen. Aan verschillende tafels zitten dood¬ kalm de werklui met hoopjes van die gepre¬ pareerde klei voor zich. Met een ongeloofelijke behendigheid nemen zij er wat af, juist zoo¬ veel als zij voor een gegeven soort pijp noodig hebben en rollen uit de hand den steel en den kop tegelijk. Dan nemen ze een ijzerdraad, ter lengte van den pijpensteel en duwen die door den kleisteel. Yooraan bevindt zich een klein bol knopje waarmede de geoefende werkman voelen kan of hij precies in het midden blijft. Dit eigenaardig en primitief instrument noemt men „weier". (Sommigen beweren, dat dit komt van „wijder", omdat men de steel eenigszins wijder maakt. Meer waarschijnlijk is de Engelsche afleiding van wire, dat ijzer- draad beteekent.) De bewerking in deze afdeeling noemt men „kasten", waarschijnlijk van het Engelsche „to cast", vormen, gieten. Met een klein instrumentje, dat wel iets heeft van een grooten, sterk gekromden schoen¬ makersels schrapt men de oneffenheden om den steel weg en bergt de heele pijp in een vorm, die men niet beter vergelijken kan dan bij een gewoon koperen of ijzeren pijpen- etui. Met een stopper geeft men dan aan den kop de holte en drukt de klei vast tegen de wanden van den kop. Die vormen worden ook aan de fabriek gemaakt. Eerst worden zij in klei geboetseerd, in gips afgegoten en daarna gegoten in koper er meer voor haar in vlam gestaan. Ik heb nooit goed begrepen, wat ze eigenlijk in haar zien!" Zij verstomde in haar steeds scherper wor¬ dende polemiek . . ,. . de houding van haar zoon maakte haar beangst. Hij scheen geen woord te hooren, staarde vóór zich op den grond en liet het hoofd op gebalde vuisten rusten, 't "Was, of hij een vizioen van waan¬ zin of dood voor zijn blik zag oprijzen. „Frits Karl!" iiep ze, „heb je gehoord, wat ik zei ? " „Meer dan genoeg!" bromde hij, het hoofd naar haar toe keerend. „En denk je er over net als ik ? Wil je haar opgeven.... Dadelijk?! Ik mag het haar zeker schrijven, haar in het gezicht zeg¬ gen, welke plannen en bedoelingen zij heeft bij dien zieken man op Saloschin ? " „Neen, dat zult u niet! U doet niets! Mor¬ gen ga ik naar Saloschin en breng haar mee; reken daarop!" Zijn gezicht was verwrongen, onheilspellend flikkerde het in zijne oogen. Met schrik ontwaarde zij, dat ze een mis¬ greep had gedaan; dat door haar schildering van het vuur, hetwelk sluimerde in dat meib- jeshart, onder eeD koel uiterlijk, het beeld van het schoone wezen als door een bliksem¬ flits plotseling klaar voor zijne oogen stond, en dat een angstig gevoel hem zei, dat hij geen afstand mocht doen van h^ar, die hem toebehoorde. om op de gewone wijze met de vijl te worden bijgewerkt. In die vormen vindt men de tref¬ fend gelijkende portretten gegraveerd van staatslieden en bekende personen, voorstel¬ lingen uit het dieren- en plantenrijk, in een woord alles, wat de natuur aanbiedt of de menschelijke fantaisie ontwerpen kan. Er is hier ruimte en plaats voor een ongeloofelijke verscheidenheid en dat de firma Goedewaagen er van partij weet te trekken, bemerkt men reeds bij den eersten blik in het kantoor, waar oneindige variaties pijpen langs de wanden zijn opgehangen. Hoe worden evenwel de gekrulde pijpe- steelen gemaakt, hoor ik U al vragen. O, heel eenvoudig. De losse, buigzame steel wordt door den werkman kalm om een houten klos gedraaid, tot het gewenschte aantal krul¬ len of knoopen verkregen is. Heel eenvoudig, maar ik stond er toch van te kijken, waar¬ schijnlijk omdat men de eenvoudigste dingen vaak ver weg zoekt. Is de pijp, die met rechten steel wel te verstaan, zoover gereed, dan gaat de vorm tusschen een schroef, die wordt aangeperst. Het zuiver stellen van die schroef is een ding van groote beteekenis, omdat bij de minste oneffenheid de pijp scheuren zou. Er worden pijpen van respectable afmetingen gemaakt. Zoo liet men mij een vorm zien van niet minder dan een Meter lang. Komt nu de vorm uit de schroef en de pijp uit den vorm, dan vindt men natuurlijk nog oneffen randen aan den kop. De pijpen gaan dan naar een andere afdeeling, waar een h.eele verzameling dames aan het werk is, ouden en jongen, maar meestal jongen, allen met het sprekende Goudsche type, dat ons doet denken aan sprits en kaas. Die vrouwen nemen heel handig en kalm den oneffen rand weg en maken dien mooi rond. Dit werk noemt men „tremmen", waarschijnlijk van het Engelsche „to trimm", opmaken, in orde brengen. De vriendelijke lezer zal hebben opgemerkt, dat ik al eenige malen sprak van „kalm." Dit deed ik met opzet. Ik heb nog nooit in mijn leven zulke kalme menschen gezien. Het werk geschiedt byna zonder dat er een geluid gegeven wordt. Zelfs de vrouwen en meisjes houden haar mond, iets ongehoords. Ik moet Zij kende hem: als hij zich in het hoofd had gezet, iets te begeeren, dan moest hij het hebben tot eiken prijs, dan liet hij al het andere liggen, al was het ook duizendmaal meer waard. Waanzin was het, als hij naar Saloschin ging. Met zijn driest, heftig optreden kon hij daar niets doen. Wat wou hij er mee? Het hem ontglippend majoraat kon hij niet terug halen, en het meisje ook niet! Hij maakte zich belachelijk en wierp zijn eigen glazen in. Als zijn dwaze verliefdheid ruchtbaar werd, zou het onmogelijk zijn, de plannen ten uit¬ voer te brengen, die zij kunstig had gemaakt voor zijn geluk, voorgevoelend, dat het andere hem ontsnappen zou. Ze zag hem weifelend aan. De toestand, waarin hrj nu verkeerde, was haar nieuw en vreemd; ze wist niet, waar ze hem moest aanpakken. Toch was elk uitstel gevaarlijk; dat voelde zij. Een poos tuurde zy naar buiten in het sneeuwgewemel; en ze kreeg licht. „Was het werkelijk het vooruitzicht, dat lieve meisje te verliezen, wat je zoo boes maakte, mijn jongen ?" vroeg zij. „Ik weet niet. Yraag mij nu niets." Ze zweeg een oogenblik; toen zei ze, op den ouden Tuchtigen toon: „Als zij zich werkelijk verbidden liet ener van afzag, het majoraat uit de eerste hand te krijgen, dan zou jelui moeten wachten op je bevordering tot kapitein eerste klasse; want.." eerlijk bekennen, dat deze psychologische puzzle mij voor een oogenblik afleidde van de pijpenmakerij. Zijn de brooze voorwerpen, die pijpen zullen worden, zoover gereed, dan worden ze netjes in bakken gelegd om een paar dagen uit te droogen, dat wil zeggen tot water en olie er uit getrokken zijn. Er wordt voor dat droogen niet gestookt, doch de warmte uit den oven, die tweemaal per week wordt gestookt, leidt men naar de verschillende lokalen door middel van groote en wijde ijzeren toevoerbuizen. Men verkrijgt zoodoende een constante, zich gelijk blijvende temperatuur. Weer andere meisjes en vrouwen krijgen de pijpen dan in h anden. Met een agaatsteen polijsten zij de pijp of liever glanzen haar. Op dat oogen¬ blik is de pijp op zijn broost. Nu worden ze opgestapeld tegen een in¬ strument, dat trompet heet en werkelijk den vorm heeft van een wijde bazuin, rondom bezet met riggeltjes. Eerst gaan de heel lange pijpen er tegen en daarna de kleinere. Is de trompet vol, dan plaatst men haar in eenen vuurvasten pot en legt er de pypen met korte steelen boven op. Eigenaardig is het, dat die niet aan elkander gaan kleven. De heele zaak wordt nu in den oven gezet, waar plaats is voor ruim 500 gros pijpen, ongeacht de aar¬ den potten en pannen, welke de firma ook fabriceert, onder leiding van den genialen en eenvoudigen kunstenaar, den meesterknecht Kerper. Die oven wordt gestookt met turf, zooafa de gewone steenovens en ik kon mijn ooren bijna niet gelooven, toen de heer Goedewaa¬ gen Jr. mij mededeelde, dat men daarmede een hitte ontwikkelde van 1000 graden Cel¬ sius. Yierentwintig uren lang staat alles te bakken. Als de pijpen er uit genomen zijn doopt men ze in zeepsop, waardoor men het kleven der pijpen voorkomt. De pijpen heb¬ ben, na het bakken, een witte kleur. In weer andere afdeelingen zijn vrouwen bezig de pijpen te sorteeren. Dit is een werk, waaraan zeer veel vast is. Yan het juist en goed sorteeren hangt voor een groot deel af bij welke kwaliteit de pijpen zullen worden ingedeeld. De zuiver rechte steelen zijn beter, dan die wat krom getrokken zijn. Op allerlei „Kunt u mij nu niet met rust laten?" Zij stond op en mat hem met den gebie¬ denden blik, die nooit zijn uitwerking had gemist. „Mijn jongen, je vergeet, dat je tegen je moeder spreekt..." Nu vloog hij overeind, greep zijn pet en ging naar de deur. „Adieu, mama!" De huisdeur viel achter hem in het slot; hij was gegaan. De moeder bleef achter, met het verbitterend besef, een dubbele nederlaag te hebben geleden. Ze was echter de vrouw niet, om zoo gauw aan zichzelf te twijfelen. Zij dacht en overwoog en combineerde en besloot, vol te houden en uit te voeren, wat zij voor het rechte hield. Haar kalmte kwam terug, en ze herinnerde zich, dat er nog gegeten moest worden. Wat zou Rosette, die draak, wel denken? Mevrouw ging naar de keuken en beval: „Gauw opdoen!" De draak zat ijverig te schrijven, een ver¬ zoek aan een bevriende besteedster, haar een nieuwe betrekking te bezorgen, „zoo spoedig mogelijk". „Opdoen?" vroeg de meid, met goed ge¬ speelde verbazing. „Mevrouw meent zeker: koffiezetten? Het eten heb ik in de kast ge¬ zet en de vaten gewasschen. 't Is Zondag, en ik ga uit. Yerleden Zondag ben ik ook al thuis gebleven, omdat mevrouw ziek was." (Wordt vervolgd.)