Tekstweergave van NHC_1904_01_02_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
:
V
"
V.
;
_
.
.
«-_
-
,
N
■'
v
Yr/jvT
-V
MBi
Derde
Jaargang.
Zaterdag
2
Januari
1904.
No
291.
ë
Nieuws-
en
Advertentieblad.
Verschijnt:
WOENSDAG
en
ZATERDAG.
si
/
'
V
.A-
-
*mmf\
•
f.
»
v
-V
.ÏÏSf#
r
«f
...
«
-a;|
•
YY
*
Y
v
,
'
■
*
./
$'.j-Y
"Vy
•>-1
-
m
Si#'
U-
SShp
Y
-
;V
ijti?
r
■
t
t
V
ABONNEMENT:
franco
aan
huis
per
3
maanden
50
cents;
buiten
de
stad
„3
05
Voor
het
Buitenland
met
verhooging
der
port.
Afzonderlijke
nummers
5
ets.
UITGEVER:
A.
O.
BOLDINQH.
KAASMARKT
12
—
HOORN.
ADVERTENTIEN;
Per
regel
centSi
Handelsadvertentiën
bijzonder
lage
prijzen.
Brieven,
Ingezonden
stukken,
enz.
in
te
zenden
bij
den
Uitgever.
34ste
Prijsvraag.
Mijn
geheel
bestaat
uit
vier
woor¬
den
of
vijftien
letters.
Mijn
eerste
vindt
ge
in:
„Levensverzekering'
Mijn
tweede
is
te
vinden
in
:
„Bierhandelaar."
Mijn
derde
vindt
ge
in:
„Driekoningen."
Mijn
vierde
is
in:
„Zendingsfeest."
Oplossingen
in
te
zenden
vóór
Vrijdag
8
Januari
bij
den
uitgever
der
Courant,
A.
C.
BOLDINGH,
Kaasmarkt.
Abonné's
en
huisgenooten
van
abonné's
mogen
mededingen
;
bij
meerdere
goede
oplossingen
beslist
het
lot.
Wie
den
prijs
wint,
ontvangt
een
Keurige
WANDVERSIERING.
Officieel
Gedeelte.
INSCHRIJVING
voor
de
National©
Militie.
Burgemeester
en
Wethouders
van
Hoorn
herinneren
aan
de
verplichting
tot
het
doen
van
de
aangifte
ter
inschrijving
voor
de
natio¬
nale
militie
in
de
maand
Januari
van
hen,
die
daarvoor
volgens
de
Militiewet
1901
(waar¬
van
de
inwerkingtreding
is
bepaald
op
1
Janu¬
ari
1902)
in
de
termen
vallen.
Tot
het
doen
dezer
aangifte
worden
de
daartoe
verplichte
personen
uitgenoodigd
zich
voor
zoover
mogelijk
ter
gemeente-secretarie
Feuilleton.
Nieuwjaarswenschen.
Van
de
oudste
tijden
af
hebben
de
bewo¬
ners
der
Nederlanden
en
vooral
die
uit
de
provincie
Groningen
het
gewoonterecht
tot
den
grondslag
hunner
burgerlijke
handelingen
ge¬
nomen.
„
De
zucht
om
de
oude
„costumen"
en
„usantiën"
te
volgen,
is
algemeene
gewoonte
geworden
en
onbepaald
in
alle
zaken",
aldus
schreef
bijna
een
eeuw
geleden
een
der
meest
bevoegde
juristen
uit]
Groningen.
Ook
thans
is
deze
uitspraak
nog
in
bijna
alle
opzichten
gel¬
dig
en
verklaart
ze
het
bestaan
van
vele
en
velerlei
oude
gewoonten
en
gebruiken
in
het
Noorden
van
Groningen.
Maar
niet
alle
gebruiken
van
vroeger
zijn
blijven
voortduren
;
somm-ige
waren
in
den
loop
der
tijden
zoo
ontaard
in
ongunstigen
zin,
dat
men
er
voor
goed
mee
heeft
gebroken.
Een
van
deze
was
het
vroeger
algemeen
voorko¬
mende
„Nieuwjaarsloopen",
dat
er
voor
kinde¬
ren
desnoods
door
kon,
doch
overigens
niets
was
dan
een
formeele
bedelpartij.
Nog
zeer
goed
weten
velen
daar
zich
te
herinneren,
dat
des
morgens
vroeg
van
den
Nieuwjaarsdag,
als
het
nauwelijks
begon
te
dagen,
zwermen
kin¬
deren,
met
zakken,
ja
zelfs
met
kussensloopen
voorzien,
hun
„veul
zegen
in
't
Neijoar",
aan
de
deuren
der
huizen
uitgalmden,
om
in
ruil
daarvoor
koek,
„ollewieven",
„rolletjes",
„spek-
aan
te
melden
op
Woensdag
13
Januari
1904
des
voormiddags
tusschen
9
11
2
en
12
uur
en
des
namiddags
tusschen
2
en
5
uur.
De
betrekkelijke
artikelen
der
wet
luiden
als
volgt:
Art.
13.
A
oor
de
militie
wordt
ingeschreven:
lo.
ieder
minderjarig
mannelijk
Nederlan¬
der,
die
biDnen
het
Rijk,
in
het
Duitsche
Rijk
of
in
het
Koningrijk
Belgie
verblijf
houdt,
2o.
Ieder
minderjarig
mannelijk
Neder¬
lander,
wiens
vader,
moeder
of
voogd
binnen
het
Rijk,
in
het
Duitsche
Rijk
of
in
het
Ko¬
ningrijk
Belgie
woonplaats
heeft,
3o.
ieder
meerderjarig
mannelijk
Neder¬
lander,
die
binnen
het
Rijk.
in
het
Duitsche
Rijk
of
in
het
Koningrijk
Belgie
woonplaats
heeft,
4o.
ieder
mannelijk
ingezetene
niet-Ne-
derlander,
zoo
hij
op
den
lsten
Januarij
van
het
jaar
het
19de
levensjaar
was
ingetreden
en
niet
verkeert
in
een
der
bij
art.
15
omschreven
gevallen.
Ingezetene
is,
voor
de
toepassing
van
het
bepaalde
hierboven
onder
4o
:
A.
de
binnen
het
Rijk
verblijf
houdende
minderjarige
niet-Nederlander
:
a.
wiens
vade»1,
moedor
of
voogd
binnen
het
Rijk
woonplaats
heeft
en
haar
gedurende
de
voorafgaande
achttien
maanden
in
het
Rijk
of
de
koloniën
of
bezittingen
des
Rijks
in
andere
werelddeelen
gehad
heeft;
b.
van
wiens
ouders
de
langstlevende
bij
zijn
of
haar
overlijden
in
het
hierboven
onder
a>#
omschreven
geval
verkeerde,
al
verkeert
zijn
voogd
niet
in
dat
geval
of
al
is
deze
buiten
's
lands
gevestigd;
c.
die
door
zijn
vader,
moeder
of
voogd
verlaten
is,
of
die
ouderloos
is
of
in
wette-
lijken
zin
geen
vader
of
moeder
heeft
en
van
niet
bekend
is
dat
hij
een
voogd
heeft,
in-
dien
hij
gedurende
de
voorafgaande
achttien
maanden
in
het
Rijk
verblijf
gehouden
heeft;
B.
de
meerderjarige
niet-Nederlander,
die
binnen
het
Rijk
woonplaats
heeft
en
haar
ge¬
durende
de
voorafgaande
achttien
maanden
in
iet
Rijk
of
de
koloniën
of
bezittingen
des
Rijks
in
andere
werelddeelen
gehad
heeft.
'V
oor
minderjarig
wordt
voor
de
toepassing
van
het
bepaalde
hierboven
onder
A
gehouden
lij,
die
minderjarig
is
in
den
zin
der
Neder-
cedikken"
en
wat
niet
al
te
ontvangen.
Alles
kwam
natuurlijk
bij
elkaar
in
en
vorm¬
de
weldra
een
mixtum
compositum
van
nul
en
geenerlei
waarde,
waarvoor
velen
hadden
moeten
offeren,
meer
dan
hun
conveniëerde.
Eu
welke
de
waarde
van
de
heilwenschen
zelve
was
kon
men
zien
als
er
zich
soms
iemand
ont¬
trok
aan
de
uitdeeling,
maar
den
nieuwjaars¬
groet
eenvoudig
beantwoordde
met
„Ook
veul
zegen
in
't
Neijoar".
De
verwenschingen,
die
1
an
in
den
regel
volgden,
karakteriseerden
de
bedoeling
volkomen.
Maar
vooral
bij
de
oudere
loopers".
Deze
moesten
geld
hebben
of
een
borrel
of
liefst
beide
en
nu
behoeft
men
geen
uitermate
groot
voorstellingsvermogen
te
heb¬
ben
om
na
te
gaan,
hoe
zulke
dagen
dikwijls
eindigden.
Zelfs
jongelingen,
die
juist
niet
on¬
der
de
„Nieuwjaarsloopers"
gerangschikt
kon¬
den
worden,
vierden
den
dag,
ten
slotte
op
minder
goede
wijze.
Yelen
hunner
brachten
het
compliment
van
den
dag
bij
de
meer
gegoede
burgerij
door
middel
van
een
schot
uit
een
of
ander
vuur¬
wapen,
waarvoor
steeds
een
„borrel"
werd
teruggegeven.
Wel
is
waar
dronken
ze
niet
zelf
bij
ieder
een
borrel,
daar
er
dikwijls
school¬
jongens
meegingen
en
hij
die
een
geweer
divi¬
de
af
te
schieten,
natuurlijk
ook
reeds
in
de
termen
viel
om
aldus
getracteerd
te
worden.
Ook
was
het
niet
altijd
los
kruit
waarmee
ge¬
schoten
werd;
't
was
tevens
een
uitgezochte
gelegenheid
om
wild
te
stroopen.
In
het
Noorden
van
Groningen
is
dit
„Nieuw-
landsche
wet.
Yoor
meerderjarig
wordt
voor
04
toepassing
van
het
bepaalde
hierboven
onder
B
gehouden
hij,
die
meerderjarig
is
in
den
zin
van
voormelde
wet.
Art.
14.
De
inschrijving
geschiedt:
lo.
van
hem,
bedoeld
in
art.
13,
eerste
zinsnede
lo.:
zoo
hij
binnen
het
Rijk
verblijf
houdt
en
zijn
vader,
moeder
of
voogd
aldaar
woon¬
plaats
heeft,
in
de
gemeente
der
woonplaats
van
vader,
moeder
of
voogd
;
zoo
hij
binnen
het
Rijk
verblijf
houdt
en
zijn
vader,
moeder
of
voogd
elders
dan
binnen
het
Rijk
woonplaats
heeft,
in
de
gemeente,
waar
hij
verblijf
houdt;
zoo
hij
door
zijn
vader,
moeder
of
voogd
.
er
laten
is,
ouderloos
is
of
in
wettelijken
zin
geen
vader
of
moeder
heeft
en
het
niet
be¬
kend
is
dat
hij
een
voogd
heeft,
in
de
ge¬
meente,
waar
hij
verblijf
houdt;
zoo
hij
in
het
Duitsche
Rijk
verblijf
houdt,
in
de
gemeente
Amsterdam
;
zoo
hij
in
hei
Koningrijk
Belgie
verblijf
houdt,
in
de
gemeente
Rotterdam
;
2o.
van
hem,
bedoeld
in
art.
13,
eerste
zinsnede
20.:
zoo
zyn
vader,
moeder
of
voogd
woonplaats
1
ree
it
binnen
het
Rijk,
in
de
gemeente
der
voorplaats
van
vader,
moeder
of
voogd
;
is
de
woonplaats
van
vader,
moeder
of
voogd
in
het
Duitsche
Rijk,
in
de
gemeente
Am¬
sterdam
;
is
zij
in
het
Koningrijk
Belgie,
in
de
ge¬
meente
Rotterdam
;
3o.
van
hem,
bedoeld
in
art.
13,
eerste
zinsnede
3o.
:
zoo
hij
woonplaats
heeft
binnen
het
Rijk,
in
de
gemeente
zijner
woonplaats
;
zoo
hy
woonplaats
heeftin
het
Duitsche
Rijk,
in
de
gemeente
Amsterdam;
zoo
hij
woonplaats
heeft
in
het
Koningrijk
Belgie,
in
de
gemeente
Rotterdam
;
4o.
A.
van
hem,
bedoeld
in
art.
13,
eerste
zinsnede
4o.,
indien
hij
minderjarig
is
;
zoo
hij
verkeert
in
het
geval,
in
de
tweede
zinsnede
van
dat
artikel
onder
Aa
omschre¬
ven,
in
de
gemeente,
waar
zijn
vader,
moeder
of
voogd
woonplaats
heeft;
zoo
hij
verkeert
in
het
geval,
in
die
zin¬
snede
onder
Ab
omschreven,
in
de
gemeente,
waar
zijn
voogd
woonplaats
heeft;
is
de
woon¬
plaats
van
dezen
buiten
's
lands,
dan
geschiedt
jaarsloopen
'
verdwenen.
Of
het
maar
zoo
op¬
eens
is
gegaan,
zonder
dat
er
iets
voor
in
de
plaats
is
gekomen?
Juist
door
het
nu
inge¬
voerde
gebruik,
heeft
het
oude
misbruik
op¬
gehouden
te
bestaan.
In
verscheiden
dorpen
toch
hebben
zich,
öf
reeds
sedert
tal
van
jaren
óf
wel
zeer
kort
geleden,
commisssies
gevormd,
die
in
den
loop
van
de
maand
December
een
collecte
houden
bij
de
meer
gegoeden,
waar¬
voor
eetwaren,
en
wel
in
de
allereerste
plaats
„stoeten
'
(wittebrooden)
worden
aangekocht,
waardoor
deze
commissies
dan
ook
niet
oneigenaardig
gewoonlijk
„stoetcommissies"
heeten.
Op
Oudejaarsdag
worden
deze
„stoeten"
uit¬
gedeeld
op
een
vooraf
bepaalde
plaats
en
kun¬
nen
hiervan
alle
arbeiders
en
kleine
burgers,
uitgezonderd
enkelen,
die
in
beteren
doen
zijn,
profiteeren.
Op
vele
plaatsen
wordt
op
de
gods¬
dienstige
gezindheid
niet
gelet,
maar
ontvangen
allen
zonder
onderscheid,
ook
waar
dikwijls
de
rijke
Hervormde
kerken
een
belangrijke
bijdrage
leveren.
Do
grootte
van
de
stoeten,
waaronder,
die
wel
een
meter
lang
zijn,
regelt
zich
naar
do
meerdere
of
mindere
grootta
van
't
gezin
en
het
is
een
alleraardigst
gezieht
de
vrouwen
(in
den
regel
althans)
de
lange
witte¬
brooden
in
groepjes
te
zien
weghalen,
omdat
ze
zich
volstrekt
niet
behoeven
te
geneeren,
daar
het
karakter
van
bedeeling,
door
de
wijze
waarop
alles
in
zijn
werk
gaat,
er
geheel
aan
is
ontnomen.
Op
enkele
plaatsen
bestaan
naast
de
„stoet-
de
inschrijving
in
de
gemeente,
waar
de
min¬
derjarige
verblijf
houdt;
zoo
hij
verkeert
in
een
der
gevallen,
in
evenbedoelde
zinsnede
onder
Ac
omschreven,
in
de
gemeente,
waar
hij
verblijf
houdt;
B.
van
hem,
bedoeld
in
art.
13,
eerste
zinsnede
4o.,
indien
hij
meerderjarig
is:
in
de
gemeente,
waar
hij
woonplaats
heeft.
De
in
de
vorige
zinsnede
als
plaats
van
inschrijving
aangewezen
gemeente
is
die,
waar
het
verblijf
of
de
woonplaats
gevestigd
is
of
was
op
den
lsten
Januarij
van
het
jaar,
vol¬
gende
op
dat,
waarin
de
in
te
schrijven
per¬
soon
het
18de
levensjaar
volbracht,
tenzij
het
iemand
geldt,
wiens
inschrijving
te
Amster¬
dam
of
te
Rotterdam
moet
geschieden
wegens
verblijf
of
woonplaats
onderscheidenlijk
in
het
Duitsche
Rijk
of
in
het
Koningrijk
Belgie.
Art.
15.
Yoor
de
militie
wordt
niet
ingeschreven:
lo.
de
ingezetene
niet-Nederlander,
die
be¬
wijst
te
behooren
tot
een
Staat,
waar
de
Neder¬
landers
niet
aan
de
verpligte
krijgsdienst
zijn
onderworpen
of
waar
ten
aanzien
van
den
dienstpligt
het
beginsel
van
wederkeerigheid
is
aangenomen;
2°.
hij,
die
bewijst
in
de
koloniën
of
bezet¬
tingen
des
Rijks
in
andere
werelddeelen
ver¬
blijf
te
houden
of
woonplaats
te
hebben,
al
heeft
zijn
vader,
moeder,
voogd
of
curator
woonplaats
binnen
het
Rijk.
Art.
16.
Hij,
die
volgens
art.
13
behoort
te
worden
ingeschreven,
is
verpligt
zich
daartoe
bij
bur¬
gemeester
en
wethouders
der
gemeente,
waar
volgens
art.
14
de
inschrijving
moet
geschie¬
den,
aan
te
geven
tusschen
den
lsten
en
den
31sten
Januarij
van
het
jaar,
volgende
opdat,
waarin
hij
het
18de
levensjaar
volbragt.
Bij
ongesteldheid
of
afwezigheid
van
hem,
die
zich
ter
inschrijving
moet
aangeven,
als¬
mede
in
een
der
gevallen,
hierna
in
de
vierde
zinsnede
omschreven,
rust
de
verpligting
tot
het
doen
der
aangifte
:
indien
het
een
minderjarige
betreft,
op
zijn
vader,
moeder
of
voogd;
indien
het
een
meerderjarige
betreft,
die
onder
curatele
gesteld
is,
op
zijn
curator.
De
verpligting
van
vader,
moeder
of
voogd
geldt
evenwel
slechts
zoo
hij
of
zij
binnen
het
Rijk,
in
het
Duitsche
Rijk
of
in
het
Koningrijk
Belgie
woonplaats
heeft.
commissies"
nog
„vet-commissies",
die
aan
de
armen
vet
en
spek
uitdeelen,
daartoe
in
staat
gesteld
of
door
de
rijke
kerken,
of
door
een
collecte
bij
de
burgers,
die,
in
sommige
dorpen
althans,
behooren
bij
te
dragen
naar
verhou¬
ding
van
de
som,
die
ze
in
den
hoofdelijken
omslag
betalen.
Het
behoeft
zeker
geen
be¬
toog,
dat
deze
instellingen
vrij
wat
beter
werken
dan
de
vroegere
gebruiken.
Waar
de
com-
missie's
bestaan,
vullen
deze
zich
bij
eventu-
eele
uittreding
van
een
der
leden
zelve
aan,
zoodat
ook
dit
zonder
ophef
gebeurt.
Of
de
Nieuwjaarsdag
in
beperkten
kring
niet
anders
gevierd
kon
worden
dan
vroeger,
is
mede
een
zaak,
die
door
velen
weid
ter
hand
genomen.
Bij
zeer
enkele
boeren
van
den
ouden
stempel
komt
het
dienstpersoneel
nog
„boven",
dat
wil
zeggen
in
de
huiskamer
en
worden
de
„boerenjongens"
uit
den
„brande-
wijnskop"
met
de
familie
gezamenlijk
genoten.
Doch
waar
dit
reeds
uitzondering
is,
kan
veilig
aangenomen
worden,
dat
het
nog
bijna
alge¬
meen
gebruikelijk
is
op
de
boerderijen,
dat
het
personeel
reeds
vroeg
in
den
morgen
volop
brandewijn
met
rozijnen
wordt
gegeven.
Of
dit
ook
niet
in
beteren
zin
gewijzigd
kon
wor¬
den
?
Enfin,
dit
zijn
zaken,
die
particulier
zijn
en
waarmee
een
ander
zich
dus
niet
behoeft
in
te
laten!