Tekstweergave van MC_1939_01_14_0007
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
BURGERLIJKEN
STAND
in
de
gemeente
Medemblik
week
v.
5
t/m
12
Januari
1939
Geboren:
Aaltje
Cornelia,
ld.
v.
Klaas
Groen
en
Lijsebet
Hagoort,
Oude
Haven
27.
Douwe,
z.
v.
Wil¬
lem
v.
d.
Wetering
en
Maaike
Wiersma,
Oostersingel
26.
Clemen¬
tina
Geertruida,
d.
v.
Theodorus
Bot
en
Geertruida
Mol,
Geldelooze
pad
108.
Adriana,
d.
v.
Cornelis
van
de
Maat
en
Janna
Geertruida
van
Veen,
Oosterhaven
9.
Ondertrouwd:
Stigter,
Peter,
oud
30
jaren,
arbeider,
wonende
te
Wie
ringen,
Hippolytushoef
en
van
El-
teren,
Pietje,
oud
40
jaren,
wedu¬
we
van
Helsloot,
Jan,
wonende
te
Medemblik
Koningshof
18.
IMA
-
FILMS
het
neusje
van
de
zalm
S
q
45
ct.
De
helderste
en
beste
resultaten!!!
De
snelste
film!!
Afdrukken
en
ontwik¬
kelen
scherp
en
goedkoop
11
■
■
Nieuwstraat
70
Medemblik
-
■&..
PREDIKBEURTEN
ZONDAG
15
JANUARI
1939
MEDEMBLIK
Ned.
Herv.
Kerk
(Breedstraat)
10
uur:
Ds.
B.
de
Jong
Geref.
Kerk
(Nieuwstraat)
10
uur:
Ds.
S.
de
Vries
5,30
uur:
Ds,
S.
de
Vries
Geref.
Kerk
(Meerlaan
„Ons
Huls")
10
uur:
Cand.
A.
J.
Bos
Hulppr.
Enkhuizen
Lulh.
Kerk
(Westerhaven)
5,30
uur:
dhr.
D.
Scholtz
uit
Amsterdam
Doopsgezinde
Kerk
(Tuinstraat)
5,30
uur:
Ds.
R.
de
Zeeuw
Vrijz.
Herv.
(Tuinstraat)
Geen
dienst
MIDDENMEER
Ned.
Herv.
Evang.
Vereeniging
2
uur:
Cand.
Nijdarn
Geref.
Kerk
9,30
uur:
Ds.
Chr.
v.
d.
Vliet
Voorbereiding
H.A.
2.30
uur:
Ds.
Chr.
v.
d.
Vliet
SLOOTDORP
Ned.
Herv.
Kerk
10
uur:
Ds.
B.
Nijholt
Ned.
Herv.
Evang.
Vereeniging
2
uur:
Ds.
Hanselaar,
Rijperkerk
7,30
uur:
Jeugdbijeenkomst
Geref.
Kerk
9
en
2
uur:
Ds.
Meedendorp
van
Vlagtwedde
WIERINGERWERF
Ned'.
Herv.
Kerk
10
uur:
Ds.
L.
J.
v.
d.
Kam
van
Beetgum
(Fr.)
Ned.
Herv.
Evang.
Vereeniging
9,30
uur:
Cand.
Nijdam
OPPERDOES
Neld.
Herv.
Kerk
9,30
uur:
Dr.
W.
C.
van
Uoinik
Geref.
Kerk
9,30
en
2,30
uur:
Ds.
Roest.
Chr.
Geref.
Kerk
9,30
en
3,30
uur:
Ds.
J.
Kampm'an
Woensdagavond
7
uur:
Bijbellezing
Ouid-Geref.
Gem.
(Kerkebuurt
61)
9,30
en
5
uur:
Leesdienst
TWISK
Doopsgezinde
Kerk
9,30
uur:
Ds.
R.
de
Zeeuw
Kerkbus
A'bbekerk
Opgaven
vroegtijdig
inzenden
s.v.p.
UW
KINDJE
VERKOUDEN
Wrijf
dan
keel,
rug
en
borstje
in
met
Dampo.Wonderlijk
zooals
dat
helpt!
Pot
50
ct.
Tube
40
ct.
Doos
30
ct.
OXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXÖXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXO
rN
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
X
O
X
O
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
DOOR
G.
TH.
ROTMAN
vA
114.
Hup,
daar
heeft
hij
den
bassist
Bij
zijn
kraag
genomen,
Terwijl
Pa
met
bas
en
al
Achterna
moet
komen.
Met
een
vaartje
gaat
het
zoo
Naar
het
Puttershils
bureau,
Waar
ze
tot
den
morgen
Worden
opgeborgen.
115.
Door
het
kijkgat
van
hun
cel
Zitten
onze
helden
Heel
den
nacht
voor
tijdverdrijf
Op
elkaar
te
schelden.
Maar
daar
trekken
Jim
en
Jan
Zich
geen
sikkepit
van
an:
Rustig
slapen
beiden
Ergens
in
een
weide.
116.
Na
een
dag
of
wat
is
Pa
Al
het
leed
vergeten;
„Maar
van
campagsnons",
zegt
hij,
„Wil
ik
niets
meer
weten,
't
Leidt
tot
twist
en
handgemeen;
Daarom
blijf
ik
maar
alleen.
Ik
zal
met
mijn
eigen
Vist
geen
ruzie
krijgen.
(Einde)
O
X
O
X
X
S
s
s
s
O
X
O
X
g
O
X
g
X
O
X
O
§
X
O
X
O
X
O
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
O
X
XOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOXOX
OXOXOXOXOXO
"J
\0
V
Mijn
vriend
Casimir
door
Garly
Vos.
%
Hij
kreeg
69
lau¬
werkransen.
ihllie
kennen
hem
ge¬
loof
ik
al.
Ja,
Camimir
is
een
best
mensch,
hij
is
èrg
lieftallig
en
vol
hulpvaardigheid,
hij
weet
van
bescheiden¬
heid
niet
waar
hij
met
zichzelf
heen
moet..
hm!
..
of
hebben
jullie
soms
een
aardige
herinnering
aan
hem?
Ik
zal
eens
vertellen,
wat
ik
nu
pas
weer
met
hem
heb
meegemaakt.
Er
had
een
wielerwedstrijd
plaats.
De
politie
had
de
straten
waar
de
renners
door
zouden
komen,
afgezet
en
als
wervelwinden
vloog
de
eene
na
de
andere
renner
voorbij.
Aan
beide
zijden
van
de
straat
stonden
ontelbare
toeschouwers
en
spoorden
de
renners
aan.
Behalve
Casimir.
Jawel,
behal¬
ve
Casimir.
Deze
kon
zich
met
de
wedstrijd
niet
vereenigen.
„Noemen
jullie
dat
ren¬
nen?"
riep
hij,
het
lijkt
wel
of
er
een
stel¬
letje
slakken
aan
het
kruipen
zijn"
En
dat
was
nog
maar
het
begin.
„Houd
je
mond
toch,
Casimir",
zei
ik.
Maar
als
ik
gedacht
had,
dat
hij
daar
naar
luisteren
zou,
dan
had
ik
mis
hoor.
Eerst
keek
hij
me
verachtelijk
aan
en
be¬
gon
toen:
„Stil
zijn
Waarom
zou
ik
stil
zijn?
Kijk
eens,
hoe
die
vent
daar
op
de
fiets
zit,
het
lijkt
wel
een
schildpad.
Laat
me
niet
lachen,
noem
je
dat
wielrennen?
Bij
ons
thuis
"
De
omstanders
hadden
geen
lust
dit
ge¬
sprek
mede
aan
te
hooren.'
Eerst
werd
hem
vriendelijk
verzocht
zijn
mond
dicht
te
houden,
doch
toen
dit
niet
hielp,
werd
de
II'
m
/
stemming
dreigend.
„Casimir"
,zei
ik,
"
je
krijgt
nog
een
pak
slaag,
als
je
zoo
door
gaat!"
Enfin
ik
zal
het
kort
maken.
Casimir
ontging
zijn
—
eigenlijk
welverdiende
—
bestraffing
doordat
hij
ijlings
maakte
dat
hij
weg
kwam.
Nauwelijks
in
veiligheid
brak
hij
pas
goed
los.
Hij
viel
tegen
me
uit:
„Wat
a
zeg
je
tegen
me,
dat
ik
stom
ben,
ezel?
Ik
stom?
Wat
versta
jij
nu
van
wielrennen?"
,Wat
weet
jij
er
dan
van?"
kon
ik
niet
nalaten
te
vrager,
P
Toen
zwol
de
ader
van
kwaadheid
op
zijn
voorhoofd
op.
Hij
had
als
kleine
jon¬
gen
al
gefietst,
hij
was
om
zoo
te
zeggen
fietsende
geboren,
hij
had
met
allerlei
wedstrijden
meegedaan,
en
natuurlijk
altijd
gewonnen.
Altijd!
„Daar
heb
je
me
nooit
iets
van
verteld,"
zei
ik.
Casimir
gooide
zijn
hoofd
achterover
en
antwoordde
verachtelijk:
,Als
ik
over
alles
moest
spreken,
wat
ik
in
mijn
leven
be¬
reikt
heb,
dan
heb
ik
het
druk.
In
Finland
heeft
men
mij
minister-president
willen
maken
en
de
Hollanders
hebben
mij
eens
een
millioen
gulden
aangeboden,
als
ik.."
„Casimir
!
Denk
je
dat
je
me
dergelijke
verhalen
wijs
kunt
maken"
vroeg
ik.
m
3
£
„Ja,
natuurlijk",
vervolgde
hij,
„als
men
de
waarheid
zegt
denken
de
menschen,
dat
je
aan
het
opscheppen
bent.
Maar
om
op
de
wielrennerij
terug
te
komen,
ik
heb
in
Frankrijk
eens
een
wedstrijd
gewonnen
en
weet
je
hoeveel
lauwerkransen
ik
toen
gekregen
heb.
69.
Dat
is
nog
eens
wat,
hè?
En
zoo
ging
het
maar
door,
ja,
ja.
Casi¬
mir
is
wel
bescheiden.
Opeens
zei
ik
tegen
hem:
„Ga
met
me
mee
naar
huis,
ik
heb
een
verrassing
voor
je."
Hij
wilde
onmiddellijk
weten
wat
voor
een
verrassing
dat
was,
maar
ik
be¬
waarde
mijn
geheim
goed.
Toen
wij
einde¬
lijk
bij
mij
voor
de
deur
stonden,
ging
ik
naar
binnen
en
kwam
even
later
met
mijn
fiets
naar
buiten.
„Hier
Casimir,
de
verrassing",
zei
ik.
„Je
hebt
me
nu
zooveel
verteld
van
de
wed-
WMwm
PLANT
OF
DIER?
Als
jullie
de
plaatjes
goed
bekijken,
zul
je
geen
oogenblik
denken,
dat
er
een
dier¬
lijk
wezen
afgebeeld
is.
Maar
toch
luidt
de
vraag:
Plant
of
dier?
Ja,
de
natuur
is
rijk
aan
wonderen.
Wie
zou
nu
in
deze
druiventros
een
dier
\
er-
moeden.
En
het
is
geen
druiventros,
die
hier
in
het
water
gelegd
is,
maar
de
zoo¬
genaamde
druiven-assidie,
een
dier,
dat
hoofdzakelijk
in
de
Middellandsche
zee
voorkomt.
Even
eigenaardig
is
het
geheim
van
de
vermeende
oranjeappelen.
Zijn
zij
van
een
boom
gevallen
Neen
het
zijn
dieren,
die
evenals
de
druivenassidie
in
de
zee
leven
en
daarom
zee-oranjeappelen
lijken.
Het
is
familie
van
de
kurkzwam
en
leven
voor
het
grootste
deel
met
de
kreeften
tesamen.
Afgezien
van
deze
beide
soorten
leven
er
nog
tallooze
dieren
in
de
zee,
waarvan
men
aan
het
uiterlijk
niet
zou
zeggen,
dat
het
dieren
zijn.
Ongeoefende
oogen
zouden
denken
planten
voor
zich
te
hebben.
Wie
gelegenheid
heeft,
deze
plantendieren
in
'n
groot
aquarium
gade
te
slaan,
verzuime
ia
geen
geval
het
wonder
der
natuur
met
be¬
langstelling
te
zien.
strijden,
laat
eens
zien
wat
je
kunt.
De
fiets
is
pas
nieuw,
ik
heb
hem
ongeveer
een
maand."
Casimir
bekeek
mijn
fiets
met
een
min¬
achting
en
zei,
dat
hij
geen
zin
had
om
nu
te
fietsen.
Hij
trok
zoo'n
raar
gezicht
dat
ik
tenslotte
tegen
hem
zei,
dat
ik
geloofde,
dat
hij
van
zijn
leven
nog
ifooit
op
een
fiets
gezeten
had.
Dat
was
te
veel
voor
hem
Hij
nam
een
zwaai
en
wilde
er
op
sprin¬
gen,
maar,
hij
wist
niet
hoe
hij
zijn
even¬
wicht
moest
bewaren
en
kwam
met
zijn
neus
op
de
straatsteenen
terecht.
Natuurlijk
lag
het
aan
de
fiets.
Zoo'n
koekmodel
was
alleen
goed
voor
zwakzin¬
nigen
als
ik,
zei
hij.
En
inplaats
van
nu
beschaamd
te
zijn,
gooide
hij
de
fiets
neer
en
wandelde
met
opgeheven
hoofd
weg.
Ja,
ja,
zoo
is
mijn
vriend
Casimir.
En
het
is
jammer,
dat
ik
er
bij
moet
voegen,
dat
er
veel
van
zulke
Casimirs
rondloopen.
Zorg
er
voor,
dat
jij
er
ook
geen
wordt.
hebt,
met
een
schaar
en
een
potlood.
1,1eï,
behulp
van
het
potlood
teekenen
w.'j
eerst
de
omtrek
van
de
visch
op
het
karton,
daarna
teekenen
wij
er
de
schubben
cn
't
oog
op.
Nu
knippen
wij
een
opening
van
ongeveer
y4
c.M.
breedte
tot
in
het
midden
van
het
visschenlijf,
waar
wij
de
opening
in
een
cirkel
eindigen
van
ongeveer
c.
EEN
VISCH
MET
OLIEMOTOR.
Onze
visch
met
oliemotor
is
heel
gemak¬
kelijk
te
maken.
Een
stuk
bordpapier,
een
paar
druppels
olie
is
alles
wat
je
noodig
M.
middenlijn.
Wij
nemen
nu
een
aohaal
of
bak
met
water,
die
niet
te
groot
is
en
leggen
het
vischje
daarop.
Met
behulp
een
draad
halen
wij
uit
de
olieflesch
een
druppel
olie
en
leggen
deze
in
het
cirkeltje
in
het
midden
der
visch.
Onmiddellijk
be¬
gint
de
visch
zich
nu
te
bewegen
en
be¬
schrijft
cirkels,
elipsen
en
zigzaglijnen.
Worden
de
zwembewegingen
langzamer
dan
is
een
nieuwe
druppel
olie
genoeg
om
hem
weer
in
beweging
te
krijgen.
Na
drie
of
vier
druppels
olie
moet
het
water
ver¬
nieuwd
worden.