Tekstweergave van MC_1934_01_13_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Acht en Twintigste Jaargang EERSTE BLAD No. 1497 MEDEMBLIKKER COURANT Nieuws- en Advertentieblad ZATERDAG >*-" v E e.r v u T P~'K voor Medemblik en Omstreken 13 JANUARI 1934 ABONNEMENTSPRIJS : Per 3 maanden 50 ct. Franco per post 65 et. Abonnementen en Advertentiün worden aangenomen hij alle Boekhandelaren en Postadministraties. Dit blad verschijnt des VRIJDAGSAVONDS. UITGAVE FIRMA A. A. IDEM A MEDEMBLIK Interc. Telel. 6 Postrekening 66914 AD VERTENTIËN 1—5 regels 50 ct. Elke regel meer 10 ct. 4 plaatsingen eener zelfde advertentie worden 3 maal berekend. Voor abonnement vrage men prijsopgave. Ab.-advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk Donderdagsmiddags 2 uur; kleine adv., familieberichten enz. tot Vrijdagsmorgens 10 uur. HM 5J»raaji DENKT U OOK EENS AAN 230394 het Gironummer van het Plaatselijk Crisis-Comité ? Uit de geschiedenis van Medemblik IX. BELEG VAN MEDEMBLIK IN 1588. i Dit beleg heeft een lange en onver¬ kwikkelijke voorgeschiedenis, en 't zou eenige artikelen vorderen ze eenigszins duidelijk uit elkaar te zet¬ ten. Daar zie ik dus van af. Genoeg zij het er op te wijzen, dat Leicester, door de Engelsche Koningin gezon¬ den om Holland bij te staan, niet het vertrouwen wist te winnen. De staten stelden prins Maurits tot stad¬ houder aan, en het krijgsvolk moest den eed van trouw aan de staten en den stadhouder afleggen. Dat geschiedde maar niet door de Noord hollandsche vendels, die onder be¬ vel aan Sonoy stonden; noch zij noch Sonoy zelf wenschten den eed te doen. Sonoy beweerde, dat zij eerst van den eed aan Leicester af¬ gelegd, ontslagen moesten zijn; de staten beweerden dat dit een voor¬ wendsel was, daar zij inderdaad al j van den eed ontslagen waren. Zie¬ daar de kwestie aan den gang | Wat een vertogen en brieven zijn over deze zaak gewisseld! Er be- hooren moed en doorzettingsvermo- 1 gen toe de lectuur van al deze naar den schrijftrant dier dagen langdradige, omslachtige en zwaar op-de-handsche brieven te lezen! Maurits trok zelf op Medemblik af, zonder soldaten, maar hij kwam er niet in. Toen hij op 'n half uur afstand van de stad gekomen was, 1 ontmoette hij twee boden van Sonoy die hem verzochten niet in de stad te komen; Sonoy had trouwens, tot groote ontstemming der Medemblik- ker burgers, de poorten gesloten. En de prins keerde terug. Leicester kwam ook. Hij bezocht Hoorn, dat hem ontving, maar Enk- huizen raadde hem het bezoek af, zoadat hij te Grootebroek moest overnachten en den volgenden dag naar Medemblik trok; daar sleet hij eenige genoeglijke dagen bij Sonoy, die hem „treffelijk onthaalde". Sonoy had toen te Medemblik 550 FEUILLETON Een Wonderlijke GelQkenis Uit het Engelsch van JOSEPH HOCKING 22. „Nu, ik veronderstel dat enkelen van hen al hier waren toch.. . nu, voor ik wegging?" „Twee, meneer Betsy, de keu¬ kenmeid en Effie het oudste kamer¬ meisje." „Laat ze ook hier komen, Peters!" Even daarna trad het drietal binnen, en het was duidelijk te zien dat ze opgewonden waren van blijd¬ schap. Endellion monsterde hen met een snellen blik. Het kostte hem geenerlei moeite om vast te stellen wie Mevrouw Dixon was. Klein, grijs, op end' op een dame dat kon niemand anders zijn dan de vrouw, die in behoeftige omstandigheden achtergebleven weduwe van een verren bloedverwant van den over¬ leden landheer, die jarenlang a^n het hoofd van de huishouding op Dulverton Manor had gestaan. „Mevrouw Dixon!" Met uitgestoken handen liep Endellion op haar toe. soldaten, veel meer dan de staten en Maurits wenschten. Deze soldaten sloegen aan het muiten, eischten be¬ taling van hun achterstallige soldij van vele maanden, namen het stad¬ huis in bezit, enz. Zij ontwapenden de burgerij en dwongen deze hun elke week soldij uit te keeren. Men verdacht Sonoy er van, met deze muiters te heulen. Toen besloten ten slotte de Staten en Maurits met geweld aan de zaak een einde te maken. In Februari 1588 trok Maurits met Noordhollandsche schutterijen en wat krijgsvolk naar Medemblik, waar hij 27 Febr. aan kwam. Een deel der inwoners was Vertrokken, de meesten naar Enkhuizen. Bij de toegangen tot de stad wierp hij schansen op, dus aan den Wester¬ en Oosterdijk (andere wegen waren er niet); nu en dan hadden er kleine gevechten plaats. Voor de haven kruisten enkele oorlogsschepen en van deze werd ook meermalen op de stad geschoten. Op de Vliet en aanliggende wateren eindelijk voeren een aantal gewapende schuiten. Zoodat de stad van alle zijden ingesloten was. Maar gevechten van belang hadden niet plaats. Sonoy trachtte de dij¬ ken door te laten steken om het land onder te laten loopen, maar dat mislukte hem. Het was blijk¬ baar de bedoeling van den prins te trachten de stad door afsnijding van allen toevoer tot overgave te dwingen. Door beloften en bedrijgingen wist Sonoy te verkrijgen, dat een zestigtal burgers hem hulp verleen¬ den, zij werden tot een vendel ge¬ vormd en kregen hun geweren terug. De andere burgers beloofden dat zij de bezetting wel niet helpen, maar ook niet tegenwerken zouden. REIST per W. A. G. 0. - Atttobusdienst naar HOORN en AMSTERDAM nieuwe snelverbinding naar > Hoorn, met directe aansluiting naar Edam en Amsterdam. Reist op een W.A.C.O - Trajectkaart naar Hoorn 32 ct. naar Amsterdam 92 ct. Dienstregelingen gratis bij de chauffeurs en Café POT U weet toch, dat wij een speciale machine hebben om uw kleppen te slijpen? OFFICIAL FORD DEALER GEERLING & WINKELAAR Kleine Noord 18, Hoorn. Tel. 252 De oogen van het oude dametje stonden vol tranen. „Wat heerlijk dat u er weer bent, meneer Robert," stamelde ze. "U bent niet zoo veranderd als ik dacht dat het geval zou zijn. Eu —en—" „Kom, kom, mevrouw Dixon," troostte Endellion; „schreit u nu niet, anders zou ik nog denken dat u niet blij was me terug te zien." „Het is het is van vreugde, meneer Robert!" klonk het tusschen de s ikken door. „Toch kon Dulverton niet zoo'n verschrikkelijke slechte vent zijn geweest, als het personeel hem zoo'n goed hart toedroeg," peinsde hij. „Maar het is duidelijk dat ik de rechte snaar aangeroerd heb." „Kom, mevrouw Dixon, zet u nu eens een vroolijk gezicht. Ik zou graag willen dat u ter eere van mijn ' thuiskomst, aan tafel de honneurs waarneemt. En wat de anderen betreft, ik ben heel blij jullie weer te zien. Ik zie wel dat mijn oude vriendin Betsy zich mij ook herinnert, niet Betsy?" „Dat zou ik denken, meneer. U bent flinker en forscher geworden, maar verder bent u niets veranderd." „Zoo, Betsy." Hij wist nu wie van de twee Betsy was. „En Effie, het doet me genoegen dat jy de Manor ook nog altijd bent trouw gebleven. Sonoy hoopte op hulp uit Enge¬ land, waarheen Leicester zich be¬ geven had. Herhaaldelijk verspreid¬ de zich in de stad het gerucht, dat Engelsche schepen op komst waren Wie daaraan twijfel uitsprak, werd gevangen gezet, zooals dat met den vroedschap Albert Pz. Koster ge¬ schiedde. Sonoy moest wel onmid¬ dellijk aan allen twijfel den kop in¬ drukken, want alleen het geloof in Engelsche hulp hield de belegerden staande. Toen kwam plotseling het bericht, dat Leicester afstand had gedaan. Daarmee was de zaak beslist. Want waarvoor twistte men nu nog? Zeven weken had de belegering geduurd. Sonoy gaf toe en bij ver¬ drag werd hem toegestaan, voorloo- pig in Medemblik te blijven. De troepen in de stad ontvingen een deel der soldij en vertrokken, terwijl den burgers terugbetaald werd, wat hun door de soldaten was afgedwon¬ gen. En Maurits kondigde op 30 April een algemeene vergiffenis af. Sonoy beklaagde zich bitter over de Medemblikkers; hij had het verre van plezierig. Soms stonden 20 a 30 schreeuwers voor de tweede brug van het kasteel om hem te hoonen en te dreigen. De heele burgerij scheen verbitterd en deed alles, wat zij kon, om hem het leven zuur te maken. Geen wonder, dat hij spoedig ver¬ trok. Aanteekeningen. 1. Er waren vele Hollanders, vooral veel predikanten, die aan de zijde van Sonoy stonden en meenden dat hij inderdaad, gezien zijn eed aan Leycester, niet anders kon han¬ delen. Mr. C. M. van der Kemp schrijft in zijn werk: Maurits van Nassau I: „Wie had deze twist ver¬ oorzaakt, wie was er de eerste schuld van? Deze was ongetwijfeld niet bij Sonoy, maar bij Maurits en de Staten. En ook Maurits kan de schuld niet in 't bijzonder geweten worden". 2. Een geheel anderen toon laat een brochure hooren, in 1588 ver¬ schenen, een uitnemend geschreven helder betoog, dat de voorgeschie¬ denis behandeld: „Cort VerhaelVan tgene ghehandelt is metten Over¬ sten Sonoy ende den Soldaten leg¬ gende binnen Medemblick...." Het slot van dit boekje is een hevig ver¬ wijt aan en beschuldiging van Sonoy wegens zijn houding tegen de staten en prins Maurits („vande welcken hij uut soberen staet tot groote rijck- domme is gebrocht".) Van der Lnbbe terechtgesteld Geen greintje sympathie hebben wij voor dezen imbecielen Nederlan¬ der, maar voor zijn moordenaars hebben we slechts walging. Ja! we kennen ze, de ellendelin¬ gen, die in Dinant 668 menschen, I mannen, vrouwen en kinderen grijzaards en zuigelingen te hoop , lieten drijven en toen de mitrailleurs op dezen lieten richten, 't Is geen rauwe sproke. We toefden in die da¬ gen te midden van de Teutonen! Als een reliqui bewaren we het een¬ voudig bidprentje, waarop namen en voornamen der geslachtofferden I voorkomen, met de leeftijden, 73 jaar, 11 maanden, 3 weken.... Kent U And enne? Natuurlijk niet! Het is een onmogelijk klein dorpje bij Luik maar VIER HONDERD van haar bewoners zijn er in de oorlogsjaren gemassacreerd, in een paar minuten tijds, er moesten im¬ mers voorbeelden worden gesteld! We kennen ze, de barbaren, die... Neen, laten we geen oude wonden openrijten. Maar kennen doen we 'zei We hebben in den oorlog moe¬ ten meedrinken, met de bezopen, f lallende kerels, die met geroofde flesschen wijn en spelend met het ge¬ laden geweer op de hoeken stonden van de brandende straten in een brandende stad, met de üjken van de neergeschoten burgers voor zich, die uit het vuur hadden willen ' vluchten I We kennen ze, maar de tijd doet ' vergeten en heelt de wonden, 't Was oorlog en een oorlog is nu eenmaal wreed. ! Na vijftien jaar vrede is nog niets 1 veranderd. Wasscherij S. Krom N.V. Alkmaar Telef. 1523 (3 lijnen) Onze kilo wasch is buitengewoon voordeelig vooral voor de GEHEELE wasch uit huis 20 ct. per K.G. Eiken Dinsdag worden de wasschen door eigen autodienst gehaald en gebracht. Een onthutste wereld staart op het onthoofde lijk van een idioten jon¬ gen, een dwaas, ja! maar een on ïtoerekenbare. Een verwarde, die ,'tevergeefsch een paar brandjes wilde stichten en eindelijk zijn zin kreeg door een matig brandje in een gebouw van de Duitsche volksver¬ tegenwoordiging. De imbeciel liet het huis vlammen, maar de huidige machthebbers van het Rijk zijn de moordenaars van den geest, welke in dat huis woonde: de vrijheid, de volkswil. De wereld staat onthutst, omdat eerstens het vergrijp van den onge- Lukkigen jongen geenszins de be- teekenis had, welke de Nazi's er aan hebben willen toekennen, tweedens de doodstraf gruwele rechts- schennis! eerst na de misdaad op het vergrijp is gesteld, derdens om¬ dat het slachtoffer meêr beklagens¬ waardig dan misdadig was, en ten¬ slotte omdat het huidige regieme in Duitschland van elke edelmoedig¬ heid gespeend blijkt. Wéér is er een geveld geworden, omdat het noodig was een voorbeeld te stellen. Van minachting voor recht en minachting voor de stem van het wereldgeweten. P.P. Ik ben erg blij dat ik weer thuis ben en ik hoop dat jullie mij een goed meester zult vinden. Betsy moet vanavond maar een extra lekker maal voor het personeel klaar maken; naderhand zullen we mijn terugkomst meer officieel vieren." Toen de beide dienstboden de kamer hadden verlaten, nam Endellion zijn plaats aan het hoofd van de tafel in en Peters bediende zijn meester met zichtbaar genoegen. Eén ding intus- schen bracht hem van zijn stuk. „Meneer Bob" wilde bij de lunch geen wijn gebruiken en hij had nog wel een zeldzaam oud merk uit den kelder gehaald voor de bijzondere gelegenheid! „Neen, dank je Peters," zei hij, toen hij zag dat Mr. Dolgeth en de rentmeester een veelbeteekenden blik wisselden. „Je weet wat mijn zwakke plek is geweest. Nu, ik ben daar heelemaal overheen." Er heerschte een prettige, feeste¬ lijke stemming aan de lunch. Mevr. Dixon, trotsch op de haar ten deel gevallen onderscheiding van aan tafel genoodigd te zyn, straalde van geluk en Dolgeth en Binns, tevreden met de wending, die de dingen zoo onverwacht genomen hadden, voelden zich verplicht den weergekeerden heer des huizes aangenaam bezig te houden. En hoewel Endellion erop DRAiSiflA-vANVALKEriBURG'S ■n A •"iLEVERTR F"-LEEUWARDEN- 1 had aangedrongen dat er niet over zakelijke aangelegenheden gesproken zou worden, ving hij onwillekeurig heel wat wetenswaardigs op, waarmee hij zijn voordeel kon doen. Toen de lunch afgeloopen was, en Peters koffie en sigaren had gebracht stond Mevrouw Dixon op om heen te gaan. „U u hebt er geen idee van, hoe gelukkig ik me voel, meneer Robert," zei ze met trillenden stem; „vanmorgen was ik juist bezig met toebereidselen voor mijn vertrek en nu " „Maakt u toebereidselen om te blijven," riep Endellion op een toon vol hartelijkheid. „Wilt u dus niet dat ik wegga?" En weer kwamen de tranen. „Weggaan? Geen sprake van! Ik wil trouwens niet dat iemand van het personeel weggaat. Ik zal mijn best doen een model meester en landheer te zijn ik heb heel wat goed te maken." „Ik heb altijd altijd in u geloofd, meneer Robert en ik ik heb den ouden heer altijd gezegd dat u een goed hart had." „Dus u wilt vanmiddag nog niets over zaken hooren?" vroeg Mr. Dolgeth, toen de huishoudster weg was. „Neen," antwoordde Endellion. „Ik voel me daar nog niet toe in staat. Ik moet eerst een dag hebben om op adem te komen en me hier weer in te leven. Maar je kunt de boeken en papieren wel hier laten, Binns. Misschien dat ik ze nog eens even in neus. Er is zeker ook wel ergens een plattegrond van het landgoed?" Ja, meneer, dat spreekt vanzelf; in de brandkast van de bibliotheek. Peters heeft de sleutels." „Mooi, en als u, meneer Dolgeth, soms nog beseheiden hebt die onze besprekingen kunnen vergemakke¬ lijken. ..." „Ik zal ze u vanavond nog laten brengen, meneer Dulverton. Ik be¬ schouw het als een voorrecht u van dienst te kunnen zijn. Zooals Binns bevestigen kan, heb ik mij met kracht ertegen verzet dat uw oom bezit van de nalatenschap nam. Anders nu, ik denk dat hij of zijn zoon anders al eerder hier hun tenten hadden opgeslagen." Kort daarop namen de advocaat en de rentmeester afscheid en Endel¬ lion was blij alleen te zijn. Hij moest tijd hebben om zich aan zijn nieuwe omgeving aan te passen, zich den toestand te realiseeren en de gebeur¬ tenissen van dezen dag te overdenken. „Het lijkt een droom," peinsde hij. Alles is zoo wonderbaarlijk makkelijk gegaan.. Ik ben heel benieuwd..."