Tekstweergave van MC_1932_01_09_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Zeven en Twintigste Jaargang >o. 1392 MEDEMBLIKKER COURANT Nieuws- en Advertentieblad ZATERDAG voor Medemblik en Omstreken 9 JANUARI 1932 ABONNEMENTSPRIJS : Per 3 maanden 50 ct. Franco per post 65 ct. Abonnementen en Advertentiön worden aangenomen bij alle Boekhandelaren en Postadministraties. Dit blad verschijnt des VRIJDAGSAVONDS. UITGAVE FIRMA A. A. IDEMA MEDEMBLIK Interc. Telef. 6 Postrekening 66914 AD VERTENTIEN: 1—5 regels 50 ct. Elke regel meer 10 ct. 4 plaatsingen eener zelfde advertentie worden 3 maal berekend. Voor abonnement vrage men prijsopgave. Ab.-advertentiën worden aangenomen tot uiterlijk Donderdagsmiddags 2 uur; kleine adv., familieberichten enz. tot Vrijdagsmorgens 10 uur. N. ï. STOOMWASSCHERIJ „DE WIERINGERpij" Wascht Eigen verzending Mangelt Redlijnen bij brand Het is al eens meer geweest, dat we er over geschreven hebben en toch voelen we ons gedrongen om het weer te doen, omdat het zoo uiterst belangrijk is: zelfredding bij brand. De redding van menschen bedoelen we. Voor de beesten zorgen we over het algemeen wel; er zijn speciaal ingerichte stallen, waaruit al het vee bij brand zich zelf kan redden. We weten ook hoe we het verlies van onze meubeltjes bij brand moeten dekken: we verzekeren ons boeltje. Maar we doen niets om het leven van vrouw en kinderen en van ons zelf te beschermen. In de Schouwburg kennen we nooddeuren, branduitgangen, brand¬ ladders en brandweermannen achter in de zaal. De overheid kent haar plicht ten opzichte van de levens der gemeenschapsleden. FEUILLETON ONTERFDI Uit het Engelsch van DOLF WYLLARDE 7. Er viel een stilzwijgen en toen vervolgde de dokter op peinzenden toon: „Bloemen doen altijd herinneringen opkomen. Myn gedachten worden onweerstaanbaar getrokken naar een ouden tuin in Touraine, als ik die Gloire de Dijon hier zie, een ouden tuin, met mos-begroeide paden en bloeiende appelboomen...." „Ik denk aan een ouden tuin in Engeland," begon Harrel, maar hij brak plotseling den zin af. „Wat Bchiet je op met al die herinneringen," ging hy op eenigszins grimmigen toon voort en zweeg toen weer, met een strakker trek om den mond. De dokter bleef het antwoord schuldig op de ontboezeming van zyn jeugdigen gastheer. Zijn blikken dwaalden onwillekeurig naar de hall, die Harrel als huiskamer ge¬ bruikte. De vloer was nu met tapijtjes bedekt en in den doorgang naar de eetkamer hingen gordijnen. Maar het waren niet deze dingen, waarop Dr. Meillet's aandacht ge¬ vestigd was. Die richtte zich op een richel van de betimmering, waarop Strijkt Vraagt prijs In scholen en gestichten, waar de leerlingen intern zijn, dus ook wonen, daar zijn eveneens reddingsmaat¬ regelen bij brandgevaar getroifen. We maakten zelf onze studies in een internaat, waar regelmatig reddings¬ oefeningen werden georganiseerd en waar in de slaapzalen bij elk raam een aan een haak bevestigd, opgerold touw hing, dat naar buiten gewor¬ pen tot den grond reikte. We voelden er ons veilig. Over het leven van vreeraden wordt over het algemeen wel gewaakt. Maar wat doen we thuis, voor onze eigen kinderen? We schreven daar in den afgeloopen zomer over, toen in een Hollandsch dorp vier kinderen op een eerste etage levend moesten verbranden, omdat men buitenaf niet bij het raam kon komen en binnen geen red¬ middelen voorhanden waren. Een paar jaren geleden verbi andden op een morgen op de Blaak, d. i. het hartje van Rotterdam, een moeder verschillende portretten waren neer¬ gezet, dicht genoeg bij de plaats waar hij zat, om ze duidelijk te kunnen onderscheiden. De opmerking die nu volgde was blijkbaar bedoeld als antwoord op Harrel's opmerking, dat je met herinneringen niets opschoot. „Toch sleep je je heele familie mee," zei dr. Meillet zacht. „Dat daar is mijn vader," ant¬ woordde de jongeman met een zucht. „Het portret van mijn moeder staat er naast. Oude gevoelens, weet u? Ze zijn allebei overleden." „Aha. Verbleekte portretten zijn meestal zwijgende getuigen van den dood. En die dame er naast?" „Mijn zuster. Ze is nogal zwak, het arme kind, vooral sinds ze ge¬ trouwd is." „Ja, ik kan de gelijkenis zien. En die jongeman, is dat een broer?" „O neen, een vriend. Een bovenste- beste kerel! Officier bij de artillerie." „Misschien komt hij dan nog wel eens in Port-Graqas in garnizoen. Daar ligt artillerie. Er zijn vreemder dingen in de wereld gebeurd." In Harrei's meestal koele oogen kwam een schittering van hoop en verlangen. Maar dat licht doofde het volgend oogenblik alweer uit. „Ik denk niet, dat zoo'n bof voor mij is weggelegd, dat Jack Morrence naar St. Alousie gedetacheerd wordt," zei hij kortaf. „Dat daarnaast is zijn vrouw." „En die andere dame?" met drie kindéren, ook op een eerste etage. Men heeft ze nog voor het raam gezien, maar ze durfden niet springen. Onlangs in Tilburg eenzelfde geval. Vijf menschen kwamen in de vlam¬ men om op een eerste verdieping; ze stonden voor de ramen en zijn nog gezien op een balcon. Ze prutsten op het laatste moment nog tevergeefs met een laken. Van den zomer schreven we: menschen, gij, die uw boel hebt verzekerd, wat doet ge om het leven van vrouwj en kinderen bij brand te kunnen beschermen? En hoe een¬ voudig en goedkoop kunt ge doel¬ treffende. redmiddelen ter beschikking hebben. Als in den nacht het vuur u verrast en de normale vluchtweg langs de trap is afgesloten, hoe zeker zijt ge dan van het levensbehoud voor de uwen en van u zelf, als daar naast het venster een stevige haak in den muur zit, waaraan een touw klaar hangt, daf ge tot op den grond kunt werpen, een touw met knoopen desgewenscht, of met een lus van onderen voor het neerlaten van kleine kinderen. Wie het „niet mooi" vindt in zijn kamer, make er een kastje om heen. Hoevelen zouden onzen raad hebben gevolgd ? Ook nü: de lezer knikt van: „hij heeft gelijk", maar hij doet niets! Het is Januari en strakjes komen ze weer om de premie van de brand¬ verzekering. Die betaalt men, want men zou geen raad weten anders, als zijn boeltje eens afbrandde. Goed, maar zult ge raad weten, als straks uw gezin in de vlammen zou omkomen en ge moest u verwijten, dat ge niet de eenvoudige redmiddelen had willen bekostigen, die daarvoor noodig zijn? Een uitgave voor één keer! 't Is, of menschenlevens veel minder tellen dan zakelijke goederen. Als het gehageld heeft, adverteert een actieve verzekeringsmaatschappij dadelijk: verzekert u tegen hagelslag. Na een roofoverval biedt men in de krant loeiende sirenes aan. Heeft het gestormd, dan leest ge: verzekert u tegen stormschade. Maar welke zakenman is nu zoo actief om te adverteeren: ik heb ze, of: ik zal zorgen, dat ik ze heb, „O, een verre nicht!" De dokter scheen in deze ietwat onverschillige en bruusk-geuite mede- deeling aanleiding te vinden om naar deze foto langer en ernstiger te kijken, dan naar de andere. Hij stond zelfs op en nam het portret in de hand. Het was de beeltenis van een jonge vrouw in avondtoilet. „Het is een heel mooi meisje," verklaarde de dokter op ernstigen toon, na een poosje van aandachtige beschouwing. „In het algemeen werd ze toch geen schoonheid gevonden." „Niet? En toch is ze voor mijn gevoel héél mooi, heel bijzonder vooral. Is ze blond?" „Donkerblond." Er klonk in Harrel's stem meer teederheid door, dan hij wel wenschte; het was zijn bedoeling om zoo zakelijk mogelijk te praten; „Donkerblond haar, grijze oogen, een blanke, bleeke tint. Als ze lacht komt er een kuiltje in haar wang en dat valt des te meer op, omdat ze gewoonlijk zoo ernstig is.... en omdat ze nogal lang is. Bij kuiltjes in de wangen denk je gewoonlijk aan kleine vrouwen " „Ze is ook een goede vrouw," besloot dokter Meillet op beslisten toon en daarmede wendde hij zich van de foto af. Harrel hield een oogenblik den adem in. Het gezicht op de fotografie, die Dr. Meillet zoo interesseerde, scheen hem opeens toe te lachen, met dien ernstigen glimlach, die haken en flink touw, of ijzerkabel, waarmee ge u redden kunt bij brand! O, als we geen journalist waren, dan zouden we op het oogenblik handelaar willen zijn in yzerwaren of touw, de menscbheid ten nutte, ons zelve ten voordeel! Er is malaise, maar óók in den geest des menschen! BUITENLAND BIJ DE JAARWISSELIMG was er aan goede wenschen natuurlijk weer geen gebrek. Allen willen en zoeken het goede. MacDonald, de Engelsche Premier, Koning George, President Doumer, President Hoover en meer andere Staatshoofden hebben het vrij duidelijk gezegd: de wereld staat voor groote moeilijkheden, en kunnen alleen wor¬ den overwonnen, als men zijn pogingen verdubbelt tot hartelijke, eendrachtige samenwerking. Men blijft hopen, vuriger misschien dan ooit vroeger. De kern van de wereld-crisis ligt volgens velen in de vredes-verdragen, die herzien moeten worden. HET AMERIKAANSCH TEKORT bedraagt aan het einde van de eerst 6 maanden van het loopende begrooting- jaar 1,330 millioen dollar. Vergelijk hierhij de eerste 6 maan¬ den over 1930, toen er een overschot was van 80 millioen dollar. PRESIDENT HOOVER heeft aan het Congres een bijzondere Boodschap doen toekomen, waarin hij de spoedige afwikkeling van de economische voorstellen eischt. Hoover legt er den nadruk op, dat de algemeene economische toestand op het oogenblik nog ernstiger is dan eenige weken geleden. Hij is van meening, dat Amerika zich economisch zal kunnen herstellen, onafhankelijk van de rest der wereld. TSJINGTSJAU is begin dezer week door de Japanners hezet, en dat heeft in geheel China groote opwinding teweeg gebracht. Veelvuldig wordt de meening uitgesproken, dat de Chineesche Regeering thans beslissende stappen kuiltjes tooverde in haar wang. Het eenige wat hij zei was: „Ja, het is een goede vrouw." „Ondanks de kuiltjes?" vroeg Dr. Meillet op vroolyken toon. „Meestal denk je daarbij aan luchtige naturen, aan vrouwen met een tikje coquetterie. Het zou bijvoorbeeld niemand ver¬ bazen kuiljes te zien in de wangen van Mademoiselle de Floissac!" „Maar die heeft ze niet....'" „Neen, die heeft ze niet. Maar ze heeft andere aantrekkelijkheden." „Ze is inderdaad een heel mooi meisje." „Én absoluut geen slecht karakter. Maar ze is impulsief, onevenwichtig, springt uit den band, een gevaarlijke natuur om mee om te gaan, Harrel. Van kind af aan is ze onhandelbaar en weerbarstig geweest. Ze kan haar temperament niet beheerschen, maar aan den anderen kant is ze goed¬ hartig, edelmoedig zelfs en direct bereid haar fouten te erkennen. Maar de toekomst ziet er niet erg aan¬ lokkelijk voor haar uit. Ze is van goede familie, maar bezit geen penny, ze is aangewezen op een betaalde betrekking by vreemden " „Behalve als ze trouwt," viel Harrel den dokter in de rede. „Met wien zou ze moeten trou¬ wen.... hier?" „Eerlijk gezegd, weet ik dat óók niet! Ik had alleen maar zoo'n idéé, dat het toch eigenlyk ongerijmd zou zijn, als zoo'n mooi meisje niet trouwt." tegen Japan moet ondernemen, ten einde de Regeering te Tokio te dwingen den opmarsch van haar troepen te doen staken. Inmiddels worden nieuwe Japansche troepenbewegingen te Mandsjoerije gemeld. HET HAVENBESTUUR te Limerich (in Ierland) heeft een inschrijving van de Nederlandsche Maatschappij voor Havenwerken te Amsterdam voor de uitbreiding van het drijvende dokken-materieel geaccepteerd. De inschrijving beloopt een bedrag van 139,947 pond Sterling. Met het werk zal 1 Maart a.s. worden begonnen. UIT INDIË is deze week met het vliegtuig „De Raaf" (bestuurders de piloten Van Dijk en Viruly) een proefzending Orchideeën aangekomen bestemd voor H. M. Koningin Wilhelmina. MET BALI EN LOMBOK waren Woensdag de telefoon- en telegraaf¬ verbindingen verbroken. Deze O.-I. eilanden zijn j.l. Maan¬ dag door zeer hevige orkanen en overstroomingen geteisterd, waardoor vele bruggen zijn ingestort en weggeslagen. Men vermoedt, dat beide eilanden door een ramp zijn getroffen (zie onder laatste berichten). OP DE KARSTEN-MIJN (by Beuthen) vond op de 774 meter-verdieping een ontploffing plaats, waardoor een gedeelte van de schacht instortte en 15 arbeiders den terugweg werd afgesneden. Onmiddellijk is men met het reddingswerk aangevangen, waarbij men slechts één voorman kon bevrijden Helaas is gebleken, dat de gangen, waarin de mannen, 14 in getal, werkzaam waren, zijn ingestort en omgekomen. Van hen zijn er 11 vaders van huisgezinnen. DRAISIJ Avan VALKEMBURQ'S-- n A -iLEVERTR; •: LEEUWARDEfl Terwijl hij dit zei, dacht hy met ergernis aan den onverkwikkelijken grap van Salmon over de Adrian Dupigny's gevoelens over de gouver¬ nante. Was er werkelijk geen andere toekomst voor Eulalie? „Het is vrijwel buitengesloten, dat ze trouwt, zoolang ze in Trinity blijft," verklaarde de dokter terwijl hij opstond en zijn hoed nam. „Myn eenige troost is, dat ze, zoolang ze geen kans heeft om te trouwen, evenmin kans heeft om verliefd te worden. Ik durf niet denken wat er met dit onstuimig wezen zou gebeuren als die eens een onbeantwoorde liefde voor iemand zou opvatten. Het is een heel ander type, dan dat lieve, rustige Engelsche meisje daar!" Hij wees veelbeteekend naar het portret op den richel en keek toen Harrel 'n moment recht in de oogen. Waarschuwde de dokter hem, dacht de jongeman, en waarvoor? Met een korten afscheidsgroet ging Dr. Meillet heen en Harrel bleef hem op de waranda peinzend nastaren. Tenslotte, bedacht hij, had hy niets verkeerds gedaan, hij had gelachen en pret gemaakt met het jonge meisje en daarmee uit. Maar hij zou de onuitgesproken waarschuwing van den wereldwijzen dokter ter harte nemen.... (Wordt vervolgd) t