Tekstweergave van MC_1930_01_11_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
BRIEVEN UIT HET WESTLAND. Er komen in de laatste dagen een paar rondreizende werklieden op de vlakte, die er hun werk van maken om amateurtuinders eens op een ra¬ dicale manier van dopluizen, spint, zwart enz., in hun vruchtboomen, te ontlasten. De Januarimaand is dan ook maand voor 't bespuiten van vrucht¬ boomen. Wees voorzichtig wanneer U zulk een bezoek krijgt en vraagt immer naar hun aanstelling. Deze soort boomenspuiters, Joost mag weten vanwaar ze komen, zeker niet uit het Oosten, daar kwamen toch de Wijzen vandaan en ge¬ wapend met pulverisateur en de noodige middelen, bieden ze aan uw boomgaarden voor een schappelijk (?? prijsje te behandelen. Vlieg je er op in, in een vloek en een zucht is de zaak voor elkaar. In den a.s. zomer zult ge zien dat de heeren je op een minder goedkoope manier je van je lichtgeloovigheid hebben we¬ ten te genezen. Zeker, spuit de vruchtboomen in deze maand met een 5 pet. carboli- neum- (vruchtboomencarbolinieum-) oplossing, doch laat dit werk alleen aan deskundigen over, en niet aan die slampampers, die met gekleurd watr een mooi daggeld in de wacht sleepen. Gij vooral, particulieren, die er voor uw genoegen een aardig tuintje op na houdt, laat je niet be¬ zwendelen. Vraag daarom immer een aan¬ stelling van den Phytopathologischen (Plantenziektenkundigen) Dienst te Wageningen. Ziezoo, dat is er één, en nu de tweede waarschuwing. Schrik niet; , ik ben geen deur¬ waarder der belastingen, die met een glimlach heel hoofsch z'n zoo- veelste aanmaning, dwangbevel zoo heeten die papieren immers, ja ik heb het anders bij ondervinding komt presenteeren, ik deel mijn waarschuwingen geheel gratis ion¬ der een breed gebaar uit, ten voor- deele van onzen lezerskring. Het gaat thans over het betrekken van pootaardappelen. Ook die tijd is daar. Ik heb vroeger al eens gesproken over de wratziekte, welke thans de eer geniet wettelijk te worden be¬ streden, doch er komen in den aard¬ appelteelt zooveel onheilen voor, welke door het zaadgoed kunnen worden verspreid, dat men bij den aankoop wel voorzichtig dient te zijn. Koopt daarom immer te veld staand goed, dat één- of tweemaal is bespoten met Californische pap of Bordeauxsche pap, en heeft men dit in den nazomer niet gedaan, welnu dan koopt men onder deskundige controle; heusch, 't is noodzakelijk! Thans heeft men ontzettend last van „blauw" in den knol; dit kwaad ontstaat door een ondoelmatige be¬ mesting; n.l. gebrek aan kali. Het middel ligt dus voor de hand, men geve het perceel een volledige kali¬ bemesting. Wij raden daarom aan dit te doen in den vorm van 40 pet. kalizout, pa¬ tentkali of zwavelzure kali, de eerst¬ genoemde meststof diene men deze maand toe. Hier in het Westland moet men van die aardappelnegotie niets meer hebben, ons land is te duur voor zulk een teelt. Wanneer men tot 14 mille per hectare moet betalen, gaat het niet aan dit te vullen met piepers van 4 a 5 ct. per kilo, geef mij maar rijst! De bloemetjes buiten zetten gaat er hier beter in in daadwerkelij¬ ken zin natuurlijk thans brengen wij het goedje reeds in den handel, mooi goed hebben wij, en de centen komen er midden-winter kostelijk in. Mijn waarschuwingen komen ten einde. Wel wil ik even de aandacht vestigen dat, nu de winter dreigt, mn zorg dient te dragen dat de reien der bloemkool en slaplanten met een dubbel dek, n.l. stroo en rietmatten, moeten worden afgedekt. 't Is de laatste waarsihuwing, hier¬ na volgt onherroepelijk inbeslagna¬ me door Koning „Vorst". Geluukig rest mij nog een kleine ruimte om een kort woord te wijden aan den slag, welke onze Tuinbouw- raad heeft gekregen dóór het heen¬ gaan van haren voorzitter, den heer E. Krelage. Een ieder weet welke een enorme kracht de heer Krelage ontwikkelde in ons grootste tuinbouw-instituut. In de ontwikkelingsgeschiedenis spelde hij een voorname rol. Naast zijn groote practische kennis, paarde hij, ook een ruimen blik in economi¬ sche vraagstukken den tuinbouw be¬ treffende. 't Is geen mooi gezicht bij het in¬ trede van 't nieuwe jaar. Ten slotte, de Directeur-Generaal is weg en blijft weg. De Minister voelt er niets meer voor deze functie, welke de heer Van Hoek op zulk een eminente wijze heeft vervuld, weer in te voeren. Niets aan te doen, zand er over, zeggen de dokters bij een minder geslaagde operatie. Het sluit echter niet uit dat wij, tuinders-publicisten, niet met een warm woord de grenzelooze verdien¬ sten mogen herdenken, welke beide genoemde funetionarissn voor land¬ en tuinbouw hebben etot stand we¬ ten te brengen. Daarom een welverdiend eeresa- luut van alle Hollandsche boeren en tuinders. Deze maanden gaan onze gedach¬ ten ook uit naar den a.s. handel en gevoelen wij, zakenmenschen, dat de handel in groenten en fruit niet kan begonnen worden in 1930, dan goed voorafgegaan door een doeltreffende reclame. De bloemenkweekers wijzen ons den weg. Zij die 2 ct. per roe van hun geteelde oppervlakte afstaan voor onpersoonlijke reclame, heb¬ ben in 't afgeloopen jaar niet minder dan f 50.000 bijeen gebracht, en de financiëele uitkomsten der bloemen¬ teelt geven het beste antwoord op het doeltreffende van het vraagstuk. Hier en elders scherut men land van „heb-ik-jou-daar" en hoeveel H.A. land er dezen zomer niet bij komen, is niet te benaderen. En alles wat daarop geteeld wordt moet ook weg, de aanvoer neemt toe. Vandaar dat men op vergaderin¬ gen hier met klem heeft betoogd dat het voor de druivenkweekers wen- schelijk zou zijn een gelijk bedrag voor elke roe-kas voor reclame uit te trekken. Wat een bedrag zou dat niet wor¬ den? Het Centralal Bureau der Veilin¬ gen zou dan met deze som elk land kunnen bereiken, heusch je zou er verbaasd van staan hoeveel landen er nog zijn die de Westlandsche druiven niet eens bij naam kennen. En waarom ook niet meer de Hol¬ landsche plaatselijke pers-bewerkt? Op tal van dorpen weet men geen druiven te krijgen, of voor een ab- normalen prijs. Ja, wanneer dit vraagstuk eens terdege onder de oogen wordt ge¬ zien, is er kans dat de cultuur loo- nend blijft, hoe duur de productie¬ kosten der druif ook zijn; en laat men dan maar kassen bouwen, het „bouw-maar-raak" systeem hoogtij vieren, 't komt er niet op aan, ais elke Hollander, groot en klein, in elk jaar slechts 1 kilo druiven verorber¬ de, was men hier van de overpro¬ ductie ontlast. En de tomaat? Niet een ieder weet hiermee om te gaan, goed, toegegeven, doch tal van recepten maken het de huis¬ moeder gemakkelijk, en zij zal ook den tomaat meer gaan waardeeren. Of geeft het niet te denken dat de opbrengst van tomaten in Italië ruim tweemaal zoo groot is als ver leden jaar. De opbrengst heeft ruim 1.170.000 ton bedragen tegen over 550.000 ton in het vorig jaar en slechts 390.000 ton gemiddeld over de 5 laatste jaren? Ruim 39 millioen K.G. exporteer¬ de Italië dit jaar naar Duitschland, Duitschland, dat immers zoo'n groot afzetgebied voor de Hollandsche to¬ maat is geweest. Inderdaad ontstel¬ lende cijfers! Vandaar dat, willen wij de toe¬ komst met vertrouwen tegemoet gaan, dan moeten wij trachten ons goed meer bekendheid te geven; 't is van een goede hoedanigheid, 't is waar, doch de productiekosten on zer tomaten zijn zooveel hooger dan de Italiaansche. Hier duur glas en vrwarming, daar een mild en zacht klimaat, alles gedijt daar buiten. Wat of men daar ten uwent met het ontgonnen land zal beginnen, weet ik niet, doch wanneer de tuin¬ bouw de overhand zal krijgen, mag men zich wel tweemaal bedenken, voor men (Ie millioentjes daar in gaat steken. Of heeft men deze bij U, mijnheer de redacteur, maar voor 't opschep¬ pen? Zoo ja, een kleine portie voor uwen briefschrijver is hem welkom. Als altijd, f EUDARD. Pluimvee, Tuinbouw enz. GRASLAND OMLEGGLEN IN TUIN. De heer J. K. te S. schrijft: Gaarne zou ik van U vernemen, welke en hoeveel kunstmest ik noo- dig heb voor een tuin groot 350 vier¬ kante meter, om daar dit jaar met succes groenten te kunnen bouwen Het is grasland, maar de laatste ja¬ ren is er niets aan gedaan. Bij voor¬ baat dank. Zonder erg stelt vrager hier een hoogst belangrijke vraag, die zoo zonder meer niet te beantwoorden is Die moeilijhkeid zit hierin, dat het grasland is, dat omgezet wordt in tuin. Deze kwestie is even belangrijk voor iemand, die zijn weiland gaat scheuren, om er bouwland van te maekn of om opnieuw gras in te zaaien. Daarom zullen we deze kwes tie iets ruimer bekijken. Wellicht heeft vraagsteller daar nog voordeel bij. Waarom zet men grasland om in bouwland? Eerstens wegens een mogelijke verandering van bedrijf. Tweedens wegens een slechten stand van de grassen en zoodoende slechte opbrengsten. Mogelijk ook nog wel om andere reden. Als het geschiedt wegens ver¬ andering van bedrijf, bijv. omzetting van land- in tuinbouw of van vee louden in landbouwen, dan is scheu¬ ren van het gras noodzakelijk. Maar als de tweede reden scheuren nood¬ zakelijk maakt, is uitkijken de bood¬ schap. Waarom zijn vele graslanden er zoo slecht aan toe? Waarom is de kwaliteit der grassen vaak zoo slecht? Hoe komt het, dat onkruid vaak meer ruimte inneemt dan het gras? Het kan liggen aan verschal¬ ende oorzaken, maar bemesting, waterstand en kalktoestand van den grond zijn wel de voornaamste. Op de zandgronden geeft het scheuren van zulke slechte landen altijd voordeel. De kalktoestand kan dan gemakkelijk in orde gebracht worden, de bemestings-toestand even eens en bij schoon land of anders na eenige jaren verbouwen van hak- vruchten kan dan weer gras inge¬ zaaid worden. Op kleigronden gaat dit niet zoo gemakkelijk. Daar moet het bestand al heel slecht zijn, wil¬ len we adviseeren tot scheuren over te gaan. Want o, die zoogenaamde sukkeljaren op de lkei bij nieuw aan gelegd gras zijn zoo bekend. Wat gebeurt er nu bij het scheu¬ ren of het omspitten van de zoden? Er wordt dan veel gras en wortel- resten onder gebracht, veel humus- vormende stoffen dus aangevoerd. Die gaan rotten en moeten ook rot¬ ten, vergaan. Het oedvsel, dat er inzit, komt dan weer tot beschikking van de planten. Een bekalking doet hierbij veel goed. Op kalk, kali en phosphor in de zode moeten we maar niet rekenen, maar wel op stikstof. Deze zit er in, in een slecht opneembaren vorm, maar toch ko¬ men er flinke porties voor de plan¬ ten ter beschikking, vooral als de kalktoestand tevens in orde is ge¬ bracht en de grond de lucht goed doorlaat. Vaste gronden geven geen lucht door en daar wil het met het wegrotten maar niet goed gaan, daar duurt het jaren. Die onderge¬ brachte zode maakt den grond los, veel te los. En hier denk ik vooral aan vraagsteller, die op het zand woont. Daarom is onderspitten zoo vroeg mogelijk in het ovorjaar, dus maar zoo spoedig mogelijk, wel ge- wenscht. De vertering kan dan ge¬ deeltelijk beginnen en de grond kan dan meteen bezakken, want op los¬ se gronden doet die zode vaak ver¬ keerd werk. Die belet de opstijging van water naar boven en doet het gewas verdragen of niet opkomen. Daarom vroeg spitten en zoo noodig den grond goed aanrollen om daar¬ door een betere aansluiting te ver¬ krijgen met den ondergrond. Wat de bemesting betreft, moeten we rekening houden met de stikstof, die uit de zode komt. Of dit veel zal zijn of weinig, hangt af van de meer of mindere dikte van de zode, van den voedingstoestand er van, enz. Als er al eenige jaren niets meer aan het gras gedaan is, zal het wel niet zoo welig meer zijn. Voor bladgroen¬ ten geeft weligheid ook niets, die kunnen niet te welig zijn, maar voor wortelplanten en knolplanten (bie ten, wortels, aardappels) en ook voor boonen is weligheid geen voordeel. Ik zou U aanraden op de zode per roe zoo5n 1.5 K.G. mergel te strooi en en dit mede onder te spitten en dan over het gespitte land nog zoo'n 1.5 K.G. en deze goed met de bo¬ venlaag te vermengen. Wendt U om een juiste toepassing maar eens tot den landbouwonderwijzer ter plaat¬ se. Verder zoo'n 1.5 K.G. slakken- meel per roe en even zooveel patent kali. Wat de stikstof betreft, houdt U zich hierbij aan kalksalpeter of chi¬ li, want ik heb zoo'n vermoeden, dat de grond bij U wel zuur zal zijn. Van één van tweeën 2.5 ons per roe even voor het zaaien of planten, dus niet zooals het slakkenmeel, die U liefst geeft direct na het spitten, dat mergel en slakkenmeel bijt elkaar toch niet. De patent geeft U een paar weken 'vóór U den grond gaat bepoten of bezaaien. Mocht U voor slakkenmeel geen tijd meer hebben, zaai in de plaats daarvan dan super, evenveel en terzelfder tijd als de pa¬ tent. Ook die twee bijten elkaar niet Hiermede geeft U een goede« be¬ mesting. Mogelijk kan het bij U iets minder, maar het eerste jaar zou ik maar niet minder gaan, want dat gras heeft ook niet te veel weelde gehad. Ik gaf op: per roe 2.5 ons kalk¬ salpeter of chili. Daarna moet U ver¬ der zien hoe het land het doet. Als de zode goed inteert, kan het er soms al mee door, anders geeft U na een maand weer zoo'n portie en zoo noo¬ dig nog eens. Een wijs woord voor iederen dag. Zondag. De tijd ligt als een groote, grauwe zee, Die eeuwig klotsend op en neder deint. Je baren voeren op hun kruinen mee, Wat schuim, dat wittend opblinkt en verdwijnt. Dat is 't geluk, dat menschen leven deê En leven doet; waardoor dit leven schijnt lts meer dan wat gegolf op tijdenzee, Dat opkomt en in effening- verkwijnt. . En alle is in 't eind weer éé Zooals het alle zeeëgolven zijn. . . G. C. van 't Hoog. Maandag. „Ik wil" het woord is machtig. „Ik moet", weegt zwaar wie 't zegt. Het eerste sprak de meester, Het tweede spreekt de knecht. Laat beiden één u worden, Draag ze in uw hart voorgoed, 't Is 't grootst geluk op aarde, Te willen wat men moet. P. J. Heye. Dinsdag. Een hart van liefde vol kan nooit door smart verkwijnen, Het draagt de kiem in zich van eeuw'ge jeugd en kracht. Niet altoos kan de zon haar licht voor ons doen schijnen In 't hart waar liefde woont, daar wordt het nimmer nacht. A. L. Loman. Woensdag. Kleine zielen zijn ontmoedigd, als haar pogen is mislukt Alle werkzaamheid vervalt dan, heelemaal zijn ze neergedrukt. Maar de mensch va vast karakter, maar de sterke geest werkt voort, Telkens als zijn doel weer faalde, wordt hij krachtiger aangespoord. Dioskorides. Donderdag. Nog schuilt in 't slijk zoo menig heldere drop, Eén straal van zon, één blik van liefde trekk' hem op En met vernieuwden glans zal hij als parel schitt'ren. Victor Hugo. Vrijdag. Wees trouw in Uw beroep, en schuw de kromme gangen. Oprecht gelijk de duif voorzichtig als de slangen. Cats. Zaterdag. De smart verteert het merg van ziel en lichaam beiden; Waar 't zelfvergodend Ik aan 't stof der aarde kleeft, Eén balsem, arme mensch, kunt ge uit Uw smart bereiden, Zoo gij Uw broeder wint en voor het eeuw'ge leeft. ONS VROUWENHOEKJE. "? Het menu van de week. Zondag 12 Jan.: Tomatenbrood- jes; kalfsnierstuk, Brusselsch lof, aardapp.; warme kabinetspudding. 13 Jan.: Koud kalfsvleesch, win- terspinazie, aardapp.; karnemelk met gort. 14 Jan.: Haché, roode kool, aard- ppelen; chocoladevla. *15 Jan.: Gehakt, gestoofde peren, aardapp.; wentelteefjes. 16 Jan.: Varkensbiefstuk, kool¬ raap, gebakken aardappelen; bes¬ senvla. 17 Jan.: Gestoofde kabeljauw, aardapp., gestoofde wortelen; pan¬ nekoekjes. 18 Jan.: Panvischschotel; gries- meel met gestoofde pruimen. Zondag 19 Jan.: Windsorsoep ; f Wiener Schnitzel, schorseneeren, ardapp.; caramel-pudding. 20 Jan.: Vleeschkoekjes (zie hier¬ onder), spruitjes mt kastanjes, aard- ppelen; havermout. 21 Jan.: Saucijsjes, zuurkool, aardappelpuree; appelprol. 22 Jan.: Zuurkoolschoteltje; blin¬ de vinken, koolraap, aardappelen. 23 Jan.: Stokvisch, aardapp., rijst, gefruite uien, mosterdsaus; beschuit m. bessensap. 24 Jan.: Stokvischschotel met ui¬ ensaus; gestoofde peren, aardappel¬ puree. 25 Jan.: Erwtensoep; rijst met ap¬ pelen. HOE BEREID IK? Vleeschkoekjes. Benoodigd: 500 gram vleeschresten (bijvoorbeeld poulet uit de soep), 1 ei, 1 snede oud wittebrood, 1 ui, 1 eetlepel gehakte peterselie en de kruiden. Vorm van dit mengsel balletjes, druk die wat plat, paneer ze en bak ze in wat heete boter mooi bruin en knappend. Is de etenslucht moeilijk uit uw huk te drijven? Strooi dan op de keukenkachel een weinig- poeder van cederhout. De geur die hieruit ontstaat is bij¬ zonder aangenaam en zoo sterk, dat hij de etenslucht overtreft. Een schoonheidswenkje. Een glimmende neus is iets, waar elke vrouw, elk meisje een hekel aan heeft. Wie hem bezit, weet maar al te goed, dat poederen weinig helpt. Hoe dit komt? Omdat het glimmen is toe te schrijven aan een vergroo- tig der huidporiën en geen poeder kan deze samen trekken. Daarvoor heeft men een ander middel noodig. Dat middel meent men gevonden te hebben in een mengsel van 1 eet¬ lepel melk op het sap van één ci¬ troen, waarmee men met een watje des morgens en des avonds na het wasschen den neus bet. Zonder het af te drogen, laat men het vocht in¬ trekken. Een ander middel is van de vol¬ gende samenstelling: 20 gram rozen¬ water, 20 gram gekookt water, 6 gram boraxpoeder en 1 gram citroen¬ zuur. Men bet er den neus mee als met het eerste mengseltje. ONZE RIJMKRONIEK. (Ingezonden.) DE PESSIMIST EN DE OPTIMIST. De Pessimist: Ik vind het leevn vrees'lijk zwaar, Wat duurt het ijs'lijk lang, De zorgen maakten mij vroeg grijs Ik ben altijd schuw en bang. Ik heb véél contanten steeds in huis En op de Bank, dat is waar; Vaak droom ik dat men mij besteelt, Dat maakt me altijd naar. Of 't pas de eerste is geweest, 't Laat me als ijs zoo koud. Omdat, als weer de laatste komt, Ik steeds weer overhoud. Het leven is 'n stap naar 't graf - En daarom snap ik niet Dat er nog altijd menschen zijn, Die je vaak lachen ziet. Ik vind 't verschrikk'lijk oud te zijn, En ik geloof beslist Dat ik wel heel gauw dood zal gaan, Want ik ben .. . Pes-si-mist. De Optimist: Ik neem het leven zoo het is, Het is al kort genoeg, Van zorgen trek ik me niets aan, Ik zing al 's ochtends vroeg. Ik heb geen gelden op de bank En ook niet in m'n kast, Men kan mij niet bestelén en Van familie heb ik geen last. Als 't pas de eerste is geweest, Dan rammel ik met geld, Maar als 't naar de laatste loopt Dan heb ik 't gauw geteld. „De tering naar de nering, man" Prent ik me dan maar in; Of 't de eerste of de laatste is, Ik hou steeds goeien zin. En word ik eenmaal stram en oud Dat is mijn grootste wensch Dan hoop ik nóg als nu te zijn: Een in-tevreden mensch. B. W. te A Zuiderzee-Steunwet. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi¬ ging der Zuiderzeesteunwet. Het beoogt het mogelijk te maken op doelmatige en afdoende wijze tegemoet te komen in alle gevallen, waarin het aan¬ vaarden van een nieuw bedrijf of werk zou worden belemmerd door moeilijkheden, welke zich zouden kunnen voordoen bij de liquidatie van het oude bedrijf, mede in ver¬ band met waardevermindering. Het zal mogelijk zyn, aan belanghebben¬ den, die hun op de Zuiderzee gegrond vis- fl eher ij bedrijf wenschen te Ihervormen tot een Noordzeevisscherijbedrijf, toelagen te verleenen voor het geval deze belanghebben¬ den door middel van ingevolge de Zuider¬ zeesteunwet te verleenen credieten niet vol¬ doende zouden kunnen worden geholpen. Wat de nadere regeling van de waarde¬ vermindering betreft, vertrouwt de minister, dat de belanghebbenden, althans zij, die in staat en bereid zijn elders arbeid of bedrijf ter hand te nemen, en die tot nu toe ver¬ langend naar vergoeding wegens waarde¬ vermindering hebben uitgezien, bij kennis¬ neming van dit ontwerp tot de overtuiging zullen komen, dat thans veel doelmatiger kan worden tegemoet gekomen dan door een vergoeding van waardevermindering, die met zich brengt al de bezwaren verbonden aan de vaststelling van deze waardevermin¬ dering. Van de zijde van belanghebbenden is meer malen verzocht de rente ad B % te verla¬ gen, mede onder verwijzing naar de Land- arbeiderswet, volgens welke voorschotten worden verstrekt tegen een rente van 4 % per jaar. Het wordt dan ook wenscheljjk geacht, de mogelijkheid te openen, om voor bepaalde bedrijven, zooals bijvoorbeeld landbouwbedrijven, ook ingevolge de Zuider¬ zeesteunwet voorschotten tegen lagere rente dan thans te kunnen verstrekken. Bij de vaststelling der bedragen der gel¬ delijke tegemoetkomingen zal rekening wor¬ den gehouden met de bijzondere omstandig¬ heden van belanghebbenden. Winterteenen De gruwelijke jeuk ver¬ dwijnt onmiddellijk met AKKER'» KLOOSTERBALSEM zuivert - verzacht geneest ,Geen goad zoo goed"