Tekstweergave van MC_1928_01_21_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Drie en Twintigste Jaargang. No. 1185. MEDEMBLIKKER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad ZATERDAG voor Medemblik en Omstreken, 21 JANUARI 1928. A B O N N E M E NTSP R IJ S: Per 3 maanden 50 ctB. Franco per post 65 ets. Abonnementen en Advertentiën werden aangenomen bij alle Boekbandelaren en Postadministraties. blad verschijnt des VRIJDAGSAVONDS. UITGAVE: FIRMA IDEMA & SEVERS MEDEMBLIK. Intercommunale Telefoon No. 6. Postrekening No. 66914. AD V ERTENTIÊN: Van 1—5 regels 40 ets. Elke regel meer 8 ets. 4 Plaatsingen eener zelfde advertentie worden 3 maal berekend. Voor abonnement vrage men prijsopgave. Pest» en lelegraafUottior - MiMl Geopend op werkdagen: 8 tot 20 uur telegraaf en telefoon. Van 8 tot 20 uur alleen gesprekken voor abonné's. Voor postwissels, kwitanties en den dienst der Rijksverzekeringsbank, stortin¬ gen en uitbetalingen Postcheque- en Girodienst alleen op werkdagen van 8,30 tot 15 uur 8 tot 19,30 uur overige postzaken (zegel¬ verkoop, aanbieding postpakketten enz., Zaterdags tot 18 uur. Van 15,30—16,30 uur gesloten. 9 tot 19,30 uur dienst der Rijkspost¬ spaarbank, Zaterdags tot 18 uur. Op Zon- en Feestdagen geopend van 8 tot 9 uur (ook voor telefoon vei keer). Voorts gelegenheid tot afhaling van correspondentie, van 10—10,20 Laatste lichting brievenbus, richting Hoorn, op werkdagen 6,55, 9,47, 14,51, 16,58 on 19,06 imr; op Zon- en Feest¬ dagen alleen 6 55 uur. Bijbrievenbiis Hoogasieeg. 6,35, 12,30 en 17,35. N.B. Met treinen 9,47 ea 19,06 uur kunnen geen asngeteeketide brieven verzonden worden. De Java-Suiker Industrie en haar beteekenis voor Land en volk door Mr. J. J. Tichelaar. Ongeveer tegelijkertijd met het inwerkingtreden der nieuwe be¬ palingen werd de suikerindustrie, die zich tijdens het cultuurstelel ontegen¬ zeggelijk krachtig had ontwikkeld en tot grooten bloei was gekomen, door twee rampen bedreigd, die haar op den rand van den afgrond brachten. De groote productie van beetwortel¬ suiker in de jaren 1883 en 1884 bracht eene dusdanige prijsdaling van de suiker teweeg, dat voor Java de ver¬ koopsprijs. daalde beneden den kost¬ prijs. Voorts openbaarde zich in 1882 in het riet de serehziekte, die van het Westen naar het Oosten voort¬ schrijdende, overal eene aanzienlijke productievermindering veroorzaakte. Het was in deze inderdaad zeer benarde tijden, dat de industrie hare energie heeft getoond. Zij liet zich door deze tegenslagen niet ont-1 moedigen, docli zette er alles op om het hoofd boven water te houden, i Proefstations werden opgericht, aan-; vankelijk met het doel op weten- j schappelijke wijze de ziekte in het' riet te bestrijden; het beheer werd op j voortvarende, economische wijze ge¬ dreven ; verbeteringen in den aanplant en in de fabrieken werden aan¬ gebracht. Het noodige geld werd bereidwillig verstrekt, waaruit blijkt dat eigenaren en bankinstellingen vol vertrouwen waren en rekenden op betere tijden. Dit vertrouwen is dan ook niet beschaamd Door de samenwerking van volhar¬ ding, wetenschap en kapitaal zijn de moeilijke tijden glansrijk doorstaan, en nadat het omstreeks 1900 was gelukt door het kruisen van uitgezochte rietsoorten nieuwe variëteiten te scheppen, die beter tegen de sereh¬ ziekte bestand bleken, trad een tijd¬ perk van nieuwen bloei in. Van groote beteekenis was ook het feit, dat in 1903 de Brusselsche Conventie van kracht werd, waardoor de premies op de beetwortelsuiker werden afgeschaft en alle privileges vervielen. De suikerindustrie had zich toen zulks geschiedde, op Java reeds zoo krachtig georganiseerd en haar bedrijf zóódanig opgevoerd, dat zij, al waren de suikerprijzen wederom op een zeer laag peil gekomen, onmiddellijk van dezen verbeterden toestand kon profiteeren. De jaren na 1903 zijn, op eene enkele uitzondering na, voor de suikerindustrie in haar geheel voor¬ spoedige jaren geweest. De in 1914 uigebroken groote Europeesche oorlog heeft echter zijn invloed op de suiker¬ industrie doen gelden. De eerste drie jaren ging het met den verkoop van de suiker goed; in 1917 kwam daarin evenwel verandering. Er ontstond, mede tengevolge van FEUILLETON. RONDVLUCHT door Richard Marsch. gebrek aan den duikbootenoorlog, scheepsruim te, waardoor de export van de suiker vrijwel onmogelijk werd, eene sterke prijsdaling intrad en de pakhuizen overvuld werden. Zoodra intusschen in November 1918, na het totstandkomen van den wapenstilstand de scheepvaart weer vrij kwam, waren in een ommezien de suiker. 28. „Haar moeder mevr. Campbell die dame uit Isfield. Daar heb ik wel eens van gehoord. Ik zou wel eens willen weten, of zij zelf machine- schrijven kende. Ik twijfel er aan. En je weet, om een ander iets te leeren, is het noodig dat je het zelf kent." „Ik heb niet gezegd, dat zij er een bol in is. Dat geloof ik ook niet. Zoolang zij hier is geweest, heeft zij geen machine aangeraakt, zij zal zich dus eerst wat moeten oefenen. Ik dacht aan haar, omdat Thompson sprak over Juffrouw Allcroft het spijt mij, dat ik u ben lastig gevallen Ik hoop dat u spoedig iemand in de plaats van Juffrouw Allcroft zult vinden." „Hei, hei! waar ga je naar toe? Wees niet zoo haastig, Jim Turner. Vraag of juffrouw Campbell eens hier wil komen, zoo gauw als zij maar kan. Ik hoor dat zij kreupel is, en dat zij bij juffrouw Rogers in huis is. Dat is hier aan de de overzijde, en dus zal zij, ondanks haar kreupel¬ heid, wel hier kunnen zijn, eer ik heelemaal mijn hoofd kwijt ben." „Ik zal vragen of zy komt, zoo gauw als zij maar kan." „Goed! Meer verlang ik niet. En nu moet ik je eens spreken, Jim." De heer Heasman liet zijn stoel ronddraaien, ging achterover liggen en stak de handen in de broekzakken. „Hoe is het nu met die vlieg¬ machine?" Verbaasd keek Turner hem aan. „Hoe bedoelt u dat?" „Do wedstrijd van de „Morning Mail" nadert al meer en meer. Als wij dien wonnen, zou het voor jou zoowel als voor mij een groot voor¬ deel zijn." „Voor mij zeker een groot voordeel." „Zeker. Jij weet meer van vlieg¬ machines dan ik. Jij bent een vlieg- mensch en ik niet. Ik hoop dat je dien wedstrijd niet zult ondernemen in dezelfde stemming, waarmee je dien wedren voor het tienmijls-reeord schijnt begonnen te zijn. Als die vliegmachine ergens naar beneden komt, waar het niet behoort, dan beteeken t dat niet alleen een groot geldelijk verlies voor ons maar dan is er nog heel wat anders aan vast. Dat zou je je leven kunnen kosten, jongen. Ik heb alles nauwkeurig nagegaan en ik ben tot de conclusie gekomen, dat de wagen niet heelmaal in orde kan geweest zijn by het begin van den wedstrijd, want dan had dat ongeluk nooit kunnen pakhuizen leeg. De vraag was zeer groot, met het gevolg 1919 en 1920 abnormaal hooge prijzen te zien gaven. De suikerproductie, die aanvankelijk, vooral in 1920, nog te lijden had van werkstakingen en andere, zich over de geheele wereld vertoouende uitingen van revolutionnairen geest, gaat nu [ ook deze weer grootendeels bezonken zijn, thans wederom rustig voort. DE HEDENDAAGSCHE JA VA-SUIKERINDUSTRIE. Vergelijkt men hetgeen de industrie nog geen eeuw geleden produceerde met hetgeen zij thans voortbrengt, dan ziet men direct op welk eene geweldige wijze zij is vooruitgegaan. In 1840 bedroeg de geheele productie ruim 47.000 ton, in 1925 ruim 2 millioen ton; zij werd dus meer dan verveertigvoudigd. Deze 2.000.000 ton werden afge¬ leverd door 179 fabrieken, welke uitsluitend gelegen zijn in Midden- en Oost-Java. In het Westen, d.w.z. bewesten de grens tusschen de voor¬ malige residenties Batavia en Cheribon, vindt men geen suikerfabrieken, evenmin in Rembang en den Preanger. De Java-suikerfabrikant is, in tegen¬ stelling met den beetwortelsuiker- fabrikant en met zijne collega's in verscheindene rietsuikerlanden, o.a. Cuba, niet alleen industrieel, doch tevens landbouwer. Hij fabriceert niet alleen het eindproduct, de suiker, hij teelt tevens de grondstof, het suiker¬ riet. Zulks maakt uit den aard der zaak het bedrijf ingewikkelder en riskanter. Ingewikkelder, omdat hij moet zorgen de beschikking te hebben over voldoenden grond voor den rietver- bouw, over voldoende water voor zijn aanplant; omdat hij een goed land¬ bouwer moet zijn die moet weten, welke rietsoorten voor zijne gronden het meest geschikt zijn, die op den gescliiktsten tijd de verschillende soorten moet weten te planten, die ziekten en plagen moet voorkomen en bestrijden, die maatregelen moet treffen ter verkrijgen van voldoend werkvolk, enz. Riskanter is het gecombineerde bedrijf, omdat de risico voor misoogsten wegens ziekte in het riet, langdurige droogte of te veel water e.a. voor rekening komt van den fabrikant. gebeuren. Behalve de schade voor onzen goeden naam en die betee- kent alles voor ons heeft ons die val van jou een aardige som gekost als je het weten wilt, zal ik je het bedrag wel eens precies opgeven. En dat had uitgespaard kunnen worden, als jij je werk behoorlijk gedaan hadt, en den wagen vóór den afrit nog eens goed had Het riet wordt bijna uitsluitend geplant op geïrrigeerden grond. Zoodra de bevolking hare rijst heeft geoogst, maakt de onderneming een aanvang met de werkzaamheden in het veld. Om den grond, die gedurende den West moesson verzadigd is door water, weer geschikt te maken voor riet¬ cultuur, moet hij eenigen tijd aan zon en wind worden blootgesteld; hij moet „uitzuren". Is de grond voldoende uitgezuurd, dan wordt het riet geplant, hetgeen geschiedt in de maanden Mei tot Augustus. In den regentijd komt, onder normale omstandigheden, het riet tot vollen wasdom; het gaat bloeien; na den bloei neemt het suikergehalte toe en de tijd voor den oogst komt. In den regel valt dit oogenblik twaalf tot vijtien maanden na het planten. Bij het oogsten graven de rietsnijders de om de stokken opge¬ worpen aarde open, totdat zij de oude stek hebben bereikt, steken de riet- stokken uit, schrapen de aarde van de ondereinden af, kappen de wortels en den top met groene bladeren (dat zeer gewild voedsel voor het trekvee is) en binden de stokken tot bundels. Deze worden op de kar of lorrie geladen en naar de fabriek getrans¬ porteerd. Is het riet in de fabriek aangekomen, dan wordt het, na gewogen te zijn, naar het molenhuis gebracht en ver¬ volgens langs den rietcarrier, een soort tapis roulant naar de molens gevoerd. Deze molens bestaan uit drie ijzeren walsen, waarvan er twee achter elkaar liggen, terwijl de derde er in dezelfde richting bovenop geplaatst is. Het riet wordt nu tusschen de beide onderste en den bovenste cylinder doorgeperst en ondergaat deze be¬ werking nogmaals in een tweeden en derden en thans meestal in een vierden, soms zelfs in een vijfden molen. Zulks geschiedt om zooveel mogelijk sap uit het riet te halen. Het uitgeperste sap, dat langs de walsen naar beneden loopt, wordt opgevangen en gezeefd, teneinde het van de in het sap zwevende kleine rietvezeis en vuil te ontdoen. Het sap, dat van de verschillende molens komt, heet »ruwsap«. Wat er verder met het sap gebeurt, hangt af „U bedoelt, dat het ongeluk door mijn achteloosheid is veroorzaakt?" „Neen dat zeg ik niet! Maar door wiens achteloosheid is het dan gebeurd? Je hebt verstand van auto's vooral van die auto je eigen model. Het wiel is er afgeloopen. Kun jij mij zeggen, hoe dat kwam?" „Die vraag heb ik mijzelf al zoo dikwijls gedaan." „Ik ook, en ik zou er graag een antwoord op willen hebben. Maar het is gebeurd, en wij zijn ons geld kwijt. Ik hoop dat er niets van dien aard zal gebeuren, als je met je vliegmachine in de lucht bent, Jim. Zou je nu aan juffrouw Campbell willen gaan vragen of zij zoo spoedig mogelijk hier komt?" Jim Turner zag eruit, alsof hij heel wat had kunnen zeggen en dat ook gaarne had willen doen. Hij scheen niet bizonder in zijn humeur. Heasman liet zijn stoel weer omdraaien zoodat hij met den rug naar Jim zat. Jim keek een oogenblik naar dien van de werkwijze, welke de fabriek bezigt. Wil zij witte suiker voor de consumptie, meestal superieur ge¬ noemd, afleveren, dan dient de carbonatatie of de sulfitatie; leveren zij bruine suiker voor de raffinaderijen, z.g. ruwsuiker, dan dient de defecatie- wijze. Van het oogenblik af, dat het riet m de fabriek komt totdat de suiker er uitgaat, wordt er nauwkeurig eeontroleerd door meting, weging of op andere wijze, welke hoeveelheid suiker aanwezig is en waar zij blijft. Trots alle techniek gaat nog steeds een deel van de in het riet aanwezige suiker verloren, en waar elk procent millioenen guldens beteekent, spant de geheele industrie zich tot het uiterste in om die verliezen zooveel mogelijk te drukken. De vervolmaking van de suiker¬ bereiding uit het uitgeperste sap vormt het studieveld van de chemici aan het Proefstation voor de Java-suiker- industrie. Dit is evenwel slechts één van de lichamen, waarin de industrie zich heett georganiseerd. Door hare bijzondere positie van Westersche nijverheid in eene Oos- tersche kolonie heeft de industrie herhaaldelijk, zij het vroeger meer dan thans, aan allerlei aanvallen en verdachtmakingen blootgestaan. De fabrikanten konden zich daartegen slechts gebrekkig verweren, in de eerste plaats omdat zij meestal niet gehoord werden en verder omdat zij, als zij gehoord werden, niet konden spreken namens de industrie, doch slechts voor zich persoonlijk. Om in dezen toestand verbetering te brengen werd in 1894 opgericht de vereeniging „Het Algemeen Syndicaat van Suikerfabrikanten in Ned. Indië", bij welke vereeniging thans 175 van de 179 fabrieken zijn aangesloten. Naast de twee reeds genoemde organisaties treffen wij sinds 1920 nog een derde aan, n.l. den J(ava S(uiker) !DR AlSi',1 A-van VALK EMBURG' S •* LEEUWARDEN rug, en verliet toen zonder iets te zeggen het kantoor. Spoedig daarna werd er opnieuw bij Heasman aangeklopt, en kwam juffrouw Campbell binnen. XIV. „Ik ben Marjorie Campbell." „En ik ben Stephen Heasman." „Ik kom —" Zij aarzelde, alsof zij de rechte woorden niet kon vinden. „Mijnheer Turner vertelde mij, dat u iemand noodig had voor de schrijf¬ machine nu kom ik vragen, of ik u ook soms van dienst kan zijn. Ik ben er wel niet heel knap in, maar ik zal mijn best doen." „Hij zeide, dat u uw best zoudt doen. Kom binnen, Marjorie Campbell. Kunt u spellen?" „Dat geloof ik wel." „Gelooft u dat? Een poosje geleden was hier een jongmensch, die het ook geloofde, maar die er niets van terecht bracht. Zet uw hoed af, ga daar bij de schrijfmachine zitten, en schrijf een brief, dien ik u zal dicteeren. Heeft u dat wel meer gedaan?" „Nog nooit." „Mooi. Weet u iets van steno¬ graphic ?" „Ik vrees van neen." „Nog mooier. U schijnt volkomen berekend voor de taak, waarvoor u zich aanbied! Schrijf dezen brief eens." Hij dicteerde haar een brief niet al te snel doch zij hield hem bij. „Laat eens zien, wat u ervan heeft gemaakt." Zij overhandigde hem het blad papier, en hij keek het na. Hij was een klein, vierkant mannetje, met grijs haar en een grijs puntbaartje eenvoudig gekleed, met handen, die vroeger hard gewerkt hadden. De rimpeltjes om zijn oogen gaven hem soms een grappig voorkomen. Zijn gelaat was dat van een krachtig man, die altijd geweten had wat hij wilde, en zijn best had gedaan, om dat te verkrijgen. Marjorie keek hem angstig aan, terwijl hij haar werk nazag. „Dat is beter dan een Thompson, om te beginnen. De spelling is juist, en de woorden zijn afgebroken zooals het behoort. Deze brief kan zóó verzonden worden. U werkt nog niet snel, maar als u eerst een beetje gewend is, en niet meer bang voor mij zult zijn, zal het wël gaan. Ik heb uw moeder ook ééns ontmoet, juffrouw Campbell." Die plotselinge verandering van onderwerp bracht haar van haar stuk. „Och, is het waar?" was al wat zij wist te antwooorden. Hij keek haar lachend aan, wat zij niet prettig vond. Wwrdi vervolgd.