Tekstweergave van MC_1922_01_07_0003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
% Kinkhoest Akelig is het om te zien hoe de verstikkende hoestbuien het kind afmatten. Het is of d- slijm maar niet los wil komen. De ab¬ dijsiroop met zijn slijmoplossende, genezende eigenschappen kan on¬ middellijk verlichting geven en de hoest veel losser maken, zoo¬ dat Uw lieveling tenminste rustig kan slapen. De Abdijsiroop is een beroemd middel bij verkoudheid, slijmhoest, hard- nekkigen hoest, bronchitis, asthma, influe-za, griep, hooikoorts Duizerden zorgen steeds een flesch Abdijsiroop in huis te hebben. De Abdijsiroop is aange¬ naam van smaak, bevat geen schadelijke of verdoovende bsstanddeelen. Prijs per fi. v. plm. 230 gr. f 1.90, v. plm. 5s0 gr. f 3,60, van plm. 1000 gr. f 6,—. Eischt rooden band met onze bandteekening L. I. Akker Rotterdam. Verkrijgbaar bjj: Wed. P. de Leeuw, Nieuwstraat en P Kramer Pz., Oosterhaven, Medemblik; R. Mantel Kz. te Abbekerk; W. Velt, J. Zee en D. H. Uiterdjjk te Andijk; C. Bakker Sz., v.h. D. Pijper Dz., Oostwoud; P de Jong, Opperdoes; J. Dammes, K. Houten en M. Kool, Sijbekarspel; E. Rood en J. Broers, Wervershoof en bij alle Drogisten en de meeste Apothekers. HWBOUOUllOta1'1' sMOHHOIST Nationale Bankvereeniging. KANTOOR HOORN. Neemt gelden deposito, met rentevergoeding naar gelang van tijd. Houdt eiken DONDERDAG zitting van half 10 tot 3 uur te MEDEMBLIK in het Hotel „Het Wapen van Medemblik". .0°?hun zuiver? *Arr>or,*^n, i «n^.vonn——. ronde vorm idblellen ^ceuT,Sc„E * drogisten. P. VAN DEN BRUL HOORN, Amsterdam - Leeuwarden - 's-Gravenhage - Groningen - Hilversum. MAANDAG 2 JANUARI is begonnen onze Groote Jaarlijksche iti.srw'irA oriti iMivi; van Gemaakte COSTUMES - WINTERJASSEN - REGENJASSEN PANTALONS - JONGENS- en RINDERRLEEDING V met van 10 - 50 °L VERLAAGDE PRIJZEN. Speciale aanbieding COLBERT COSTUMES naar maal WAK in ruim 50 verschillende dessins voor A ® k V ".?• - -. NOG EEN WEEK gHHBXBMNMraaHMBMBaH ■■MHBMNMMNNMB £ ■■■NHNNMMMMMMMNHMNMI OPRUIMING VROOM & DREESMARN \ ALKMAAR. HOORN. JOH, VERMEULEN - BOEKHANDEL, Bagijnhof Medemblik. DRUKWERKEN worden vlug en tegen . o pik errendvn prijs geleverd. §ndartroaw- au fëisttakaartjas, (Qonrocaties, kwitanties, tgiploma's. Rekeningboeken met en zonder alfabet. Notulenboeken. Kasboeken. Bloknotes. Notitieboekje». Kwitantieboekjes. Bon- en Telegramboekjes. Schriften, boeken en Schoolbehoeften. Groote tor teering Nieuwjaar-, Fantasie- en Spotkaarten, Kerkboeken, Rozenkransen en Catechismnsboekei. Aanbevelend Job. Vermenlen. VOOR DE JEUGD, Door de oerwouden. 33 „Antonio kon nu eindelijk wel eens terugkomen; hij Is al bijna een uur weg," zei Frits na een lang stilzwijgen, terwijl hij onvermoeid in de rijst roerde, die den in ketel stond te koken. De professor sloeg even de oogen op van zijn werk en keek in de richting vanwaar hij Autonio verwachtte. „Een Indiaan 1" riep hij op hetzelfde oogenblik in groote opgewondenheid. Een geweerschot verder was enkele oogenblikken tevoren om een bocht van de rivier een kano tevoorschijn gekomen, waarin één man stond. Hij had de vreemdelingen reeds opgemerkt en haastte zich naar den oever toe. Daar legde hij zijn vaartu pje vast achter een omgevallen boomstam en dook daarachter neer, om de onbekende verschijningen gade te slaan. „Dat au juist onze tolk alwczig moet zijn", klaagde professor Stormveld. Hij trachtte zich de bij de B ikairi's geleerde woorden te herinneren, wat hem gelukte en riep uit alle macht: „Bakaï'l ama Bakaï i kura Bakaï V' wat beteekende „Wij zijn Bakai t's —jij bent een Baksiri - de Bakdï i's zijn goed". Frits riep ook, zoo luid hij kon en daar hoorden ze terugroepen: „Bakari, Baksiri", gevolgd door andere woorden, die ze niet verstonden. Doch de stem, die deze onverstaanbare woorden sprak, klonk zeer angstig en de onbekende zwaaide zoo geducht met zijn beide armen, dat de belde Duitschers onwillekeurig aan den dsns van kannibalen dachten. De onverwachte ontmoeting scheen op niets te zullen ultloopen, want de wilde trok af in de richting van het bosch. Om hem zoo lang mogelijk terug te houden begon professor Stormveld opnieuw te roepen „Bakaïri!/ Op dit oogenblik kwam Antonio aangesneld. Half buiten adem riep hij eenige woorden, die de Duitschers niet verstonden, doch blijkbaar door den wilde wel. Hij antwoordde Antonio op gwheel veranderden toon en kloas in zijn kano. Esnlge oogenblikken later schoot de boot vanachter het struikgewas tevoorschijn. Het was een mooi gebouwde, lange, droge kano, d e er niet allen veel beter onderhouden uitzag dan het vaar tuig van de ontd-kkingsrelzigers doch ook veel steviger. Hoewel de wilde niets anders dan e:n gordel droeg en alleen zijn pijl en boog bij zich had, die naast een met honing gevulde nap op den bodem van den kano lagen, stak het geheel In zijn goede ordè en zindelijk¬ heid voordeelig af bij de afgedragen kleeren van de Duttschers en hun vuüe boot. , De snel naderende wilde scheen er echter anders over te denken, hij liet duidelijk merken, hoezeer hij de uitrusting van de vreemdelingen bewonderde. Spoedig lachte en praatte hij druk met zijn stamgenoot Antonio en hij overwon zijn wantrouwen tegen de blanken opvallend snel. Toch noemde hij niet zonder aarzelen zijn naam. Hij heette Tumayana en woonde in een niet ver verwijderd dorp van Bakairi's. Professor Stormveld voelde zich de gelukkigste sterveling op aarde. Wat hij in zijn stoutste drooasen gehoopt had In deze verre gewesten inboorlingen te vinden, met wie hij door tusschenkomst van Antonio spreken kon was werkelijkheid geworden. Nu twijfelde hij er ook niet langer aan of hij zou ruimschoots voor al zijn moeite es kosten beloond worden. „Een wilde Indiaan had ik me eigenlijk heel anders voorgesteld", bekende Frits eenlgszins teleurgesteld. „Ik heb altijd gelezen dat de eentonigheid van de oerwouden Invloed uitoefent op de bewoners en hen zwaarmoedig en stil maakt". „Laten we blij zijn, dat die voor¬ stelling geen werkelijkheid is", antwoordde zijn oom lachend cn begon nu een gesprek met den wilde, waarbjj Antonio als tolk dienst deed. Den naam „Schingu" bad Tumayana nooit gehoord. Hij noemde het riviertje, waarop ze zich bevonden, Kulischu en de hoofd-rivier, waarin het „na vele, vele dagen reizen" uitstroomde „Ku'uëie". Hoewel dit den Professor niet bevredigde, hoopte hij toch, dat de Külufene en de Schingu tenslotte deze fde rivier zouden blijken te zijn. Bij de Bakaïri's. Tumayana praatte niet minder Ijverig terwijl hij roeide en vertelde lachend, hoe bij verschrikt was toen hij voor 't eerst werd geroepen. Hij had niet willen gelooven dat de beide blanke mannen tot zijn stam behoorden. Tumayana was een fl nk gebouwde jonge man met een bruine huidskleur. Op zijn rug en borst bleef deze onder een laagje gekleurde olie verborgen, terwijl op armen en beenen allerlei figuren waren aangebracht. Spoedig was het doel bereikt. Een pad doorkruiste vanaf de aanlegplaats het door vuren verlichte wond. De Indiaan liep sne! vooruit om de aankomst der vreemdelinge* te berichten. Achter elkander volgden deze op den smallen weg. Daar klonk plotseling luid geroep en gepraat. Ongeveer honderd meters verder stonden zes groote, bijenkorf- vormige hutten. Midden in de open ruimte tusschen deze hutten stond de levendag gesticuleereude Tumayana aan het hoofd van een aantal zeer verschillend gekleede mannen, die in allerjjl hun p|jl