Tekstweergave van MC_1919_12_20_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
V ijftaende Jaargang. Mo. 763. MEDEMBLIKKER COURANT Nieuws- en Advertentieblad ZATERDAG voor Medemblik en Omstreken. 20 DECEMBER 1919. AB8HIIMEITSPR1J8 Pot 3 KMut&dea .... 35 ets. Franco per post ... ets. .ibonnemeuten en Advertentie» worden aangekomen bjj alle Bookhsndeiarea en Postadministraties, Dit blad verschijnt des VRIJDAGSAVONDS UITWIS VER s K, H. IDE1A. MEDEMBLIK. Intercommunale Telefoon Na. S. ABVIBTEMTIEN: Tan 1—5 rogals .... ets. ïlke regel meer ... 6 ets. 4 Plaatsingen eener zelfde advertentie worden 3 maal berekend. Toer abonnement vrage men prijsopgave. ATTENTIE s.v.p. Bericht omtrent Kerstweek- en Nieuwjearswsek-Nummer. Het liajt in ons voornemen, in de Kerstweek- en Nieuwjaarsweek de Medemblikker Courant niet op Vrijdag- maar op WOENSDAGAVOND te doen verschijnen. Men gelieve er dus rekening mede te houden, dat alle copie voor die beide Nos. ook twee dagen vroeger in ons bezit moet zijn. In het No. dat (dus) Oudejaarsavond uitkomt, zal gelegenheid bestaan tot het plaatsen van „Nieuwjaarsgroeten" (zie mededeeling a s. week). DE UITGEVER. Past- en Telegraafkantoor - Medemblik. Ctaopaad op wjrkdsgda vsa r.m 8 tot nam. 7,30 uur. Alleen voor het telefoonverkeer geopend tot 9 nnr n.m. Op Z«n- en Feestdagen : van 8 tot 9 v.m, en van 1 tot 2 nar n m. Ook voor het telefoonverkeer. Voor postwissels, kwitanties en den dienst dar Rijks-Verzekeringsbank alleen op werkdagen van 8,30 v.m. tot 3,30 n.m Laatste lichting brievenbus, richting Hoorn, op w kdagen, v.m. 7,5, 10,29, n.m. 2,40, 4,55 7,30. Op Zon- en Feestd gen v.m. 7,5. Richting Andjjk en Wervershoof, op werkdagen, v.m. 5 30 en 11,5; op Zon¬ en Feestdagen v.m. 5,30. Het Archief van Medemblik, II. Uit een vonnis van" den Grooten Rand te Mechelen van 23 November 1566 verneemt men, dat de leden der Vroedschap van Medemblik door Burgemeesters werden verkozen. Een Burgemeester, tevens vroed¬ schap zooals blijkt, had 16 nieuwe vroedschappen, het getal waaruit het FEUILLETON. De Engel der Duisternis. 1. EERSTE HOOFDSTUK. „Nevelsworth". „Wanneer de hier volgende advertentie nakomelingen ia de rechte lijn van Dudley en H*rald Nevelsworih, die bei¬ den ËageUnd ia 't jaar 1847 -erlieten en ia de jaren 1887 en 1881 in 't buitenland gestorven moeten zija, or der de oogen mocht komen, daa worden zij opgeroepen zich onverwijld met de heeren Simpson en Watt, notarissen bureau Lincolns Jem Fields 46 in verbinding te stellen, die hun mede- deelingen hebben te doen in hun belang". Deze oproep viel Dudley Nevelsworih. de zoon van een der daarin genoemde mannen, direct in 't oog, toen hij het radacttebureau der Loodensche „M >r- ning News" binnen kwam, aan wGk blad hij als schrijver van „Brieven uit Parijs' en kunstkronieken verbonden was. Het was een bitter koude dag in de tweede helft van Maart 1897. Dudley Nevelsworth was tamelijk gehard tegen weer en wind, meer' zette toch de Riad^collegie bestond, weten te doen verkiezen, maar de zitterden waren daartegen in verzet gekomen; de Groote Raad deed de verkiezing, door den Burgemeester bewerkt, te niet en beval, dat een Commissaris uit zijnen Raad eene nieuwe benoeming van 16 leden zou doen. Uit den tijd der contracten van correspondentie zijn eenigeteekenende beschikkingen van de Hoogere macht bekend. Den 15 Juli 1660 verklaarden de Staten van H >lland en West-Friesland dat va 1s>r en schoonzoon in Medemblik te gelijker tijd het vroedschapsambt mochten bebleeden. Bij octrooi dier Staten van den 22 Maart 1710 werd het aantal vroed¬ schappen van 16 ingekrompen op 14 en hetzelfde bestuurslichaam bepaalde den 17 Januari 1777 dat personen, oud 20 of meer jaren toelaatbaar zouden zijn als leden der vroedschap. Het Baluwschop van Medemblik was het Oosterbaljuwschap van West- Friesland, dat gevormd werd door Drechterland en Houtwouder- Ambacht. Reeds in 1298 wordt de baljuw vermeld, doch hij en al zijne opvolgers in waardigheid, waren grafelijke ambtenaren voor het platteland en oefenden niet het kraag van zijn overjas op, toen hij het bureau weer verliet en over de Seinebrug naar huis wandelde, om het ontbijt te gebruiken. Op het Redactie-bureau bad hij geen tijd gehad de advertentie nauwkeurig door te lezen, maar hij was er zeker van, dat ze hem aanging, want de naam van zijn vader „Dudl y Ne- velsworth" was geen alledaagsche en deze en diens neel Harold waren in de in den oproep genoemde jaren gestorveB. De jonge man besloot de zaak eerst goed te onderzoeken, voor hij er in den huiselqken kring over ging spreken Hij liep een restaurant binnen en be¬ stelde. een kop thee, vouwde de courant open en spreidde ze uit over de tafel. Dan plaatste hij de ellebogen op de tafel, steunde het hoofd in de handen en bestudeerde nauwkeurig de merk¬ waardige annonce. De thee stond spoedig voor hem. De keloérs kenden hem en lieten „le grand Anglais" nooit wachten. Ofschoon Dudley vijftien van zijn zeven-en-twintig l-ivensjaren in Frankrijk had doorgebracht zich vertrouwd had gemaakt met Fransche zewoonten en gebruiken en vloeiend Fransch sprak, zou toch niemand hem voor een Franschman hebben aangezien. Hij was een Engelschman van top tot teen, Eogelschman door zijn blanke, frissche gelaatskleur, de breede sehouders en de hooge, gespierde gestalte, diepe, welluidende aten, de kalme wgse minste gezag uit ia de stad. Wel werd er, oader den bloot*n : hemel, de vierschaar van den baljuw gespannen, wat Werf genoemd werd zijnde eene algemeene bijeenkomst der mannen uit het gewest. De naam ging over op het terrein der ver¬ gaderingen, dat gelegen was aan de zuidzijde der kerk, want men weet, dat in 1345 een erf. genaamd „Die Werfe", aan den Graaf van Holland werd opgedragen, m de . joufvrouwe, maechden en weduwen", door Ael- brecht van Beieren A°. 4395 in bescherming genomen, woonden toen op de werve aan de zuidzijie der kerk van Medemblik, wellicht door den Graaf haar geschonken. Toen' de 15e eeuw begonnen was, waren de jaren van het baljuwschap geteld en liep dus ook de bediening van den baljuw ten einde. De aan¬ leiding daartoe was deze. dat de rechtspraak der schepenbanken op het land veel te wenschen overliet Willem VI had groote zorg voor-de" verbetering er van en meende die te kuanen bereikein, door groepen landelijke gemeenten tot stad te vereffen. Dat beleekende in de middeleeuwen eenvoudig deoprchting eener zelfstandige h ioge vierschaar, afscheiding van het gemeene land¬ gericht, dat eigenlijk beheerscht werd door den baljuw. Om zijn voornemen uit- en dien grooten maatregel in te voeren, begon de Graaf in 1413 met op te h ffm het Oosterbaljuwüchap van West- Friesland, d ï het baljuwschap van M< demblik. Toen was er dus geen baljuw meer noodig, en het dijkgraaf¬ schap, vroeger door hem bediend, werd nu aan den Kastelein van Medemb'ik opgedragen. In 1414 warden O istwoud, Opper¬ does, Almersdorpen Wervershoof met Medemblik vereen igd. Er werden gevormd zeven scboutambten met stadrecht en deze nieuw.? steden bekwamen als stadsnaam d.en naam van een der dorpen, waaruit zij bestonden, n 1.: West woud (met Ooster- en Wester¬ blokker). Hem (mef Venhuysen). Spanbroek (met Obda'm, Htinsbroek van spreken, de helder-blauwe oogen en het doiikei blonde h-iar. Op 27 jarigen leeftijd was hij het hoofd van een klein gezin, j^wat hern ernstiger maakte, dan men bij jonge mannes van zijn jaren gewoonlijk aantreft. Reeds meersnalen was hein ontgoocheling ten deel gevallen, en daarom bouwde hij met veel ver¬ wachtingen op dezen oproep, ofschoon daarin de veelbelovende woorden ston¬ den: „die hun mededeelingen hebben te doen in hun belang". „Vermoedelijk gaat het om een klein legaat van een der Nevelworth's uit Manchester", dacht hij. „Victor en la Petite zullen natuurlijk dueitt lachi- kasteelen bouwen. Maar te oordeelen naar alles, wat vader mij verteld heeft van zijn bloedverwanten en vstn de wijze, waarop zij hem hebben behandeld, zal het misschien niet eens de i noeite loonen er aandaGht aan te schenk en. Toch lijkt het me plicht toe, aan b et bureau te schrijven. Maar levendig herinner ik mij nog, hoe vader mij og > zijn sterfbed liet beloven liever honger te lijden, dan ooit eea drager van den naam Nevels- worth om ondersteuning te vragen. En toch zouden een paar honderd pond starling juist nu zeer gelegen komen. Dan kon la Petite het voorjaars- costuum, waarnaar zij zoo verlangt, ook krijgen". Hij dronk zijn kopje uit en verliet het restaurant. Da kleine « partementen en Opmeer), Hoogwoud (met Aartswoud). Abbokerk (met Twisk, Midwoud en Lammerschagen). Wognum (mot Oud- en Nieuw- buxwoude en Wad way). fiyb^karspel (met Benningbroek). Deze steden, in eene akte van 1425 als de nieuwe steden van der casteirijen van Medemblik vermeld, werden, in tegenstelling van Medem¬ blik Enkbuizen en Hoorn, de kleine steden genoemd. Het Kasteel, is eene der merk¬ waardigheden van Medemblik Het moet vaststaan, dat Koning Radbout (f 719) bij deze stad een burcht heeft bezeten, welke zich bevond ter zelfder plaatse, waar later het nu nog bestaande kasteel gebouwd is. Op zwakker gronden wordt wel eens vol gehouden, dat een van Ra lbouts voorvaderen reeds om streeks het jaar 300 n Chr. hier een steenen huis of stins had. Dat de herinnering aan den Koning nooit is te scheiden geweest van zijn burcht, blijkt wel daaruit, dat het kasteel sedert eeuwen, en nog heden, door de inwoners van Medemblik „Radbout" genoemd wordt Het was iu het jaar 1008 zoo vervallen, dat Jonker Roelandus het toen geheel herbouwde. Na hem vertoefden de Hollandsche Graven er nu en dan eenigen tijd, en toen Floris V het noodig vond de West-Friezen wat in toom en den toegang te water naar Drechter¬ land wat open te houden, maakte hij omstreeks 1289 van den burcht een sterk slot. De eerste slotvoogd, eigenlijk kasteleyu, was Hugo van Assendelft, die sneuvelde in 1296 Onder zijn opvolger Floris Heer W.mterszoon van Egmond (-j- 1324) werd het kasteel door de West-Friezen in¬ gesloten, die echter teruggeslagen en genoodzaakt werden het beleg op te Im-ken De Graaf stelde iu 1319 en 1332 bewakers en ver¬ dedigers van zijnen burcht aan en in 1325 een vasten kapelaan aan, aan wien hij toelegde den kost en waar de jonge Engels he journalist woonde, lagen op de vierde verdieping van een der haoge huizen in een oude straat aan den goedkoepea kant der Seine. Dudley liep de bruingeve.rfde trap op, telkens twee treden tegelijk nemende. Op de corridor bleef hij een oogen- blik staan en luisterde glimlachend naar een stem, die een vrooiijk Franseh liedje zong. Het was la Petite, die al¬ tijd zong bij het arrangeeren van het ontbijt. „Ik hoop, dat deze annonee haar een beetje geluk zal brengen'', was de gedachte van den jongen man, loen bij de deur van het vertrek opende. Het was de eetkamer, waarop de deuren van alle andere vertrekken uit¬ kwamen. Voor een tafel ia het midden der kamer stond een klein dametje met sierlijk, zwart haar, waarin zij koket een roode anemone had gestoken, ge¬ bukt over een schotel met sla, die zij toebereidde onder het tralala van een lustig deuntje. Toen Dudley binnen kwam hief zit haar aardig, echt Partjseh gezichije, met een wipneusje, irissche lippen en glanzende, donkere oogen, aangenaam verrast op, trippelde den jongen man vreelijk tegemoet en kuste hem op beide wangen, waarvoor hij het hoofd een halven meter voorover moest buigen. „Ben je dwr all" riep Ky uit. 's jaars drie pond Holt. met een paar kleeren. Tijdens het kaas- en broodspel, in 1492, waren de muren van het reeds grijze slot getuigen van eene tref¬ fende gebeurtenis. 135 oproerlingen, waaronder 10 poorters van Medem¬ blik, moesten wegens deelneming aan al de gruwelen der gepleegde landlooperij en strooperij, als mis¬ dadigers die den dood hadden verdiend met blooten hoofde, barrevoets, zonder eeaig ander gewaad dan een hemd en in de hand een wit stokje dragende, den algemeenen landvoogd Hertog Aelbrecht van Saksen genade vragen. Wordt vervolnd BUITENLAND. Dulfsehland geeft toe! M-n w>-ei. dat h*i vooi een dwang- «oia stond Toegeven was d- boodschap. En nu, de vrede, de olficiëele vrede nadert. Duitschland hakt dm knoop doorl Ziende, dat verzet toch niet meer baat, heeft het de laatste nota der Entente beantwoord met eeB bereid¬ verklaring tot inwilliging van alle eischen, met een heel enkele reserve. De toan van het Duitsche antwoord is zeer tegemoetkomend. De Duitsche R-geering toont zich tevreden met den ui'leg, dien de Opperste Raad gegeven heelt betrekkelijk het slotartikel van bet protocol (aangaande de mogelijke dwangmaatregelen) en neemt kennis van de verklaring, dat de terugzending der krijgsgevangenen geschieden zal na het van kracht worden van 't vredes¬ verdrag. He voorbehoud der Duitsche Regee¬ ring heeft, alleen betrekking op de uitleverirg van het dok- en haven- naaterieel. Duitschland blijft er bij, dat het niet verantwoordelijk is voor de vernietiging van het smaldeel (de tot zinken ge¬ brachte schepen) maar verklaart zich niettemin bereid, een schadeloosstelling te betalen. Het vraagt echter in de gel genheid gesteld te worden te bewijzen, dat het niet in staat is, de 400,009 ten, die geëischt zijn, te leveren „Victor en ik hadden je niet zoo vroeg verwacht. Hij is nog even uitge¬ gaan. Wanneer hij terug is, zal ik jullie een kleine geschiedenis vertellen!' Zij sprak lachend en blozend en scheen op dit oogenblik nauwelijks 30 jaar. „Heeft iemand je dan weer tea huwelijk gevraagd?" lachte Dudley, „en wil je mij vragen, dat ik hem aan het verstand zal brengen, dat hij de hoop wel op kan geven ?" „Weineen, Dudley! Welk eei idee! Maar waarom zou men mij eigenljjk geen aanzoek doen? Eigenlijk moest ik er mij gevleid door gevoelen, niet waar?" „Zoo spreek je anders niet I Maar wanneer je je nieuwtje verteld hebt, dan heb ik ook iets mede te deelen", zeide Dudley en haalde uit den zak van zijn overjas de „Morning News". „Wie het eerst, jij of ik?" „Daar is Victor, laat hij beslissen 1" riep la Petite, toen nummer drie van het kleine gezin binnen kwam. Victor Nevelsworih was vier jaren jonger dan Dudley en leek heel weinig op zijn stielhroer. Wordt vervolgd.