Tekstweergave van MC_1918_01_05_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Dertieiïde Jaargang. [No. 661. MEDEMBLIKKER COURANT Nieuws- en Advertentieblad ZATERDAG voor Medemblik en Omstreken. 5 JANUARI 1918. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 manden .... 35 ets. franco per post .... 40 ets. Abonnementen en AdvertentiSn worden aangenomen bij alle Boekhandelaren en Postadministraties. Dit blad verschijnt des VRIJDAGSAVOND:. UMTUmVMWLi K. H IDEMA. MEDEMBLIK. Intercommunale Telefoon No. 6. ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels . . .30 otu, Siko regel meer .. 6 ets. 4 Plaatsingen eener zelfde advertentie worden 3 Éi aal berekend. Voor abonnement vrage men prijsopgave Post- en Telegraafkantoor MEDEMBLIK. Geopend: op werkdagen van voorni. 8 tot nam. 7,30 unr. Alleen voor het telefoonverkeer geopend tot 9 unr namiddag. Op Zon- en feestdagen: van 8 tot 9 aar v.n». en van 1 tot 2 nar n.m. Ook voor het telefoonverkeer, Voor postwissels, qnitantiSn en den dienst der Rijks-Verzekeringsbank alleen op werkdagen: Van 8,30 v.m.—3,30 n.m. Laatste liehting der brievenbus Biehting Hoorn. Op werkdagen: v.m. 7,05, 9,23, n.m. 3,11, 6,36. Op Zon- en feestdagen: v.m. 7,05, 9,23. Richting Andijk en Wervershoof. Op werkdagen: v.m. 5,30 en 11,05. Op Zon- en feestdagen: v.m. 5,30. Benarde tijden. Niet alleen iu de oorlogvoerende landen, ook iD de weinige Deutrale Staten, die tevens kleine Staten zijn, wordt de toestand kritiek. Geen wonder! De wereld verkeert thans in een toestand, zooals niemand zich dien had kunnen voorstellen. Geheele landstreken verwoest, milli oenen aan productieven arbeid ont trokken, voor vele millioenen aan voedingsmiddelen gekelderd, de ver¬ keersmiddelen overzee vernietigd of voor oorlogsdoeleinden in gebruik genomen, het eene deel van de aarde van het verkeer met het andere afgesneden. Ook ons land wordt thans geïso leerd, uit het oosten en ?uiden kun¬ nen geene voedingsmiddelen komen, wijl daar zelf niets is, en van over zee wordt alle aanvoer stopgezet. Staan we aan het begin van een hongersnood? Denkelijk niet; ons land brengt zeer veel voort, maar de aard van onze voeding zal wei FEUILLETON. DE WITTE WADE. 12. In de natte dorpsstraat stonden overal reizigers, gidsen en hotelbe¬ dienden te wachten op de terugkeerende gezelschappen, wie bij het slechte weer in de bergen zoo licht iets kon over¬ komen. In de vestibule van den „Beer" was een slanke, overdreven elegant gekleede heer in een levendige woordenwisseling met een paar gidsen en den hotelhouder. Hij kon even dertig jaar zijn. Zijn fijn- besneden, goedig gezicht, met het kleine, blonde snorretje, vertoonde een uit¬ drukking van angst en opgewondenheid. „Natuurlijk!" zeide Elizabeth terwijl zij bleef staan en er een schaduw van wrevel over haar schoon gelaat vloog, „...en in duizend angsten, juist zooals ik dacht!" „Kent gij dien heer?" vroeg haar begeleider haar. Zij wendde den blik af. „Het was eigenlijk verkeerd van mij," zeide zij half fluisterend, „maar ik vond het eerst zoo grappig door u „juffrouw" genoemd en ils jong meisje behandeld te worden. Den ring had ik in mijn ingrijpende verandering moeten on¬ dergaan. Schaarschte en duurte echter allerwegen. Had de regeering niet op allerwijze ingegrepen, en was zij niet voort¬ durend regelend opgetreden, er zou reeds nu een toestand zijn ontstaan als vroeger eeuwen, waarbij duizen¬ den en duizenden van kommer en gebrek bezweken. Ooriog, pest en hongersnood waren steeds trouwe trawanten, en voortdurend klonk de bede: „voor pest, oorlog en hongers¬ nood, bewaar ons, Heer!' Schaarschte en duurte hangen samen, dat is duidelijk. Maar er is ook kunstmatige schaarschte en kunstmatige duurte. Dat er bij het stopzetten van den invoer van koren of steenkool schaarschte van die art. ontstaat, is de natuurlijkste zaak van de wereld. Maar van de art., die er wèl in ons land waren, is er ook veel op¬ gepot en weggestopt, kunstmatig aan het gewone verbruik onttrokken. Er is zoo lang vooruit gezegd, dat wij een hangen winter tegemoet gingjbn, dat ieder, die geld had, wat, en sommigen reusachtig veel hebben ingeslagen. Kooplieden, echte zoowel als gelegen heidshandelaars, hebben groote voorraden opgeslagen, die zij vasthouden, totdat de prijzen reus¬ achtig gestegen zijn. Hier en daar worden die in beslag genomen terecht! Een andere oorzaak van de duurte ligt in het distributie-stelsel zelf. En daar mag wel eens op gewezen worden! Wat vroeger als het ware zoo terloops en zonder merkbare prijs- verhooging geschiedde, gebeurt nu door een goed georganiseerd leger van ambtenaren, die betaald moeten worden en in den regel goed betaald Men zegt b v. dat op iederen L. peterolie 19 ct. aan administratie kosten komt! We zeggen niet, dat het in deze abnormale tijden anders kan, maar het is dan toch maar zoo: ook de distributie en rantsoeneering maakt de art. duur. En dan de loonstijging! zak gestopt, omdat hij mij hinderde bij het klimmen, en later had ik niet meer den moed u te bekennen, hoe onver¬ standig ik mij gedragen had." De heer kwam een paar stappen naar haar toe. „Dat is nu toch al te erg, Elizabeth!" riep hij, en aan zijn stem bemerkte men, hoeveel moeite het hem kostte, zich in het bijzijn van den vreemde te beheerschen. „Ik ga zonder iets kwaads te vermoeden, voor een dag naar Inter¬ laken, en daarvan maakt gij gebruik om .. „Het is mijn man!" zeide Elisabeth nel en halfluid, zonder haar begeleider aan te zien. Daarop drukte zij hem en d^n ouden Christen haastig de hand. „Wel bedankt! nu moet ik gauw voortmaken I Vanavond zien wij elkander toch aan de table d hotel" Met snelle schreden verwijderde zij zich. De ander keek haar een oogenblik na., en ging toen door een zijdeur naar de keuken van het hotel. „Bezorg mij proviand voor een dag of drie, vier!' beval hij, „over een paar uur ga ik weer uit." Zum Brunnen, die hem gevolgd was, nam van verbazing zijn pijp uit den mond. „Gaat mijnheer bij dat weer uit?" „Ja." „Waarheen dan?" „Ik denk naar het Lauteraargebied." De prijs van een art hangt af van de productie-kosten, en hoe hooger de loonen zijn, des te meer moet er voor dat art. betaald worden. Ook de regeering baseert bij alle officieel vastgestelde prijzen het bedrag op de „productie-kosten". Zoo gaat het al¬ toos: loonstijging beteekent prijs¬ stijging. Hetzelfde geldt voor de verhooging a n ambtenaars-salarissen: die wordt ten slotte ook weer ergens op ver¬ haald. Toen de oorlog uitbrak, plaatste de regeering zich op het standpunt, dat er gééne verhoogingen zouden plaats hebben, voor zoover dit van de regeering afhing. Al kunnen wij het niet met zekerheid zeggen, aan te nemen is toch wel, dat dit voor¬ beeld in wijder kring ook in par¬ ticuliere bedrijven van invloed is geweest. Hierdoor is ongetwijfeld veel duurte voorkomen. Sedert echter heeft men, hetzij in den vorm van „duurteto slagen'. hetzij in dien van blijvende verhoo- ging (en niet van de minst bedeelden alleen!) een geheel ander systeem gevolgd, en indirect het leven weer duurder gemaakt. Willen wij dan hiermee zeggen, dat iedereen genoeg verdiende, en reeds . loon naar werken" kreeg, en dus alle lotsverbetering maar achter¬ wege moest blijven? Geenszins; maar wèl, dat eene algemeene loonstijging nog geen lots¬ verbetering beteekent Men draait in een cirkeltje rond: vroeger langzaam, tegenwoordig al sneller en sneller. Omdat alle prijzen stijgen', stijgen de loonen, anders kunnen de men- schen niet leven. En omdat de loonen stijgen, gaan de prijzen weer in de hoogte. Om de duurte te bestrijden, maakt men alles (en dit bedoeld als correctie!) nog duurder. Dan moet weer loonsverhooging volgen, met prjjsstiigiog; wéér loonsverhooging enz. enz. Zoo kan men wel tot in het on¬ eindige blyven door gaan. Of misschien kan men dat ook niet. Er moet wat anders op gevonden worden; niet blijven doorhollen op „En als dat slechte weer aanhoudt?' „Dan, mijn beste Christen" de heer klopte hem op den schouder „zal het in het dal regenen, en op den gletscher sneeuwen. En dan zit ik in de clubhut en fluit er een deuntje bij!" De oude Christen twijfelde. „Het zou kunnen gebeuren, dat het tegen overmorgen wat opklaart," zeide hij eindelijk peinzend „Des te beter!" Hij wendde zich tot den kellner: „Dus gauw de proviand en mijn rekening. Intusschen pak ik mijn goed en verkleed mij." „Gaat mijnheer dan voorgoed weg ?'' „Dat denk ik wel!" zeide hij, „voor- loopig kom ik ten minste niet in Grindelwald terug." IV. „Neen, men kan het ook wel te erg maken, dat loopt er over heen. Daar kom ik heel gemoedelijk uit Interlaken van de Bank met het geld in den zak, ik vraag: nu, voor den drommel, waar zit mijn vrouw dan? Eenvoudig weg, verdwenen. Niemand weet, waarheen De middag gaat voorbij, 's avonds krijg ik het bericht: Uw vrouw kampeert ergens in de gletschers in een geiten¬ stal of iets van dien aard! De-nacht gaat voorbij, de volgende morgen ook, en dan komt er eindelijk een onbekende nen baan zonder eindpaal. Maar wie weet wat anders? Langs welken weg kan men, ge¬ leidelijk maar doelbewust, komen tot eenige vastheid, ook onder de tegen¬ woordige abnormale omstandigheden ? Moeielijke vraag, waarop bekwa¬ meren dan wij het antwoord mogen geven. Maar er eens over nadenken, kunnen wij allen. En wie meent iets gevonden te hebben, doe ziju plicht! Door gezaghebbende personen is de verwachting uitgesproken, dat ook na den oorlog de strijd tusschen ar¬ beid en kapitaal nog zal worden ver- herpt. Bang vooruitzicht: een perspectief, dat in de verte het uitzicht opent op revolutionaire bewegingen van wie weet welken omvang. Benarde tijden! Ondanks alle oorlogswinst ja misschien juist door die oorlogwinst is de toekomst niet bemoedig nd. Door samenwerking van alle krach¬ ten is er veel voorkomen, kan er veel voorkomen worden, en kan ons land voor veel bewaard blijven. Samenwerking dus! Juist in be- narde tijden hebben de menschen elkaar het meest noodig. Dat zien wij allen wel in. X. BUITENLAND. De schorsing van de vredesbespre¬ kingen te Brest Litowsk, ten einde den anderen oorlogvoerenden in de ge ¬ legenheid te steil-n er ook aan d-el te nemen, heeft in de landen der ge¬ allieerden wel eenige uit werking gehad, maar stemt nog niet bizonder hoopvol. Toen m de Fransche Kamer een afgevaardigde er op aandrong, dat de geallieerden hun oorlogsdoel zouden bekend maken, antwoordde hierop de Minister van buitenlandsche zaken, dat zoodra Rusland een regeering heeft die krachtens den wil des volks op regel¬ matige wijze is tot stand gekomen, de geallieerden bereid zijn met die regee¬ ring in overleg te treden omtrent het - -""i man van den berg en is zoo vriendelijk mijn vrouw weer af te leveren, neen, neen, kindlief, mij dunkt, gij zult moeten erkennen, dat ik een goede, toegevende echtgenoot ben, maar daar moogt gij geen misbruik van maken, of, of gij zoudt mij noodzaken u wat anders te vertellen." * Hij keerde haar den rug toe en keek knorrig door de beregende ruiten. Elisabeth lag op haar bed en dronk een kop thee; met een soort van sombere nieuwsgierigheid staarde zij hem aan. En toch was hij haar man. En in dat opzicht had hij volkomen gelijk een goed, toegevende echtgenoot, die haar door vele vriendinnen benijd werd. Zij leefden dan ook zeer gelukkig met elkander hu juist niet in gloei¬ ende hartstocht, maar als twee goede, vroolijke kameraden. Op hun kasteel in Thuringen waren altijd gasten ; des winters knalden de buksen in de kale bosschen om het vroolijke, hooggelegen gebouw, en in den herfst vernam men het luide hondengeblaf en paardenge¬ trappel, dat bij de hazenjacht behoorde. Als zij bij de drukte der lawntennis- parlijen of in het gewoel van hun wijd¬ vermaarde bals elkander toevallig ont¬ moetten, knikten zij elkander vriendelijk toe ea gevoelden zich een in de zucht naar een schitterende, drukke levenswijze. »orl en over de mogelijke voor¬ waarden voor een rechtvaardigen, duur- zaraeo vrede. En Lloyd George boodschapte aan de arbeiders-conferentie te Londen: „Een verklaring omtrent de oorlogsdoeleinden der geallieerden kan alleen gegeven worden in overleg met de andere naties die samen den strijd voeren. De kwestie van het uitgeven van een Dieuwe gezamenlijke verklaring is bij de Regeeringen der geallieerde landen in overweging, maar het is een kwestie waarover de Britsche Regeermg zich ni'd. alleen voor zich zelf kan uitlaten". Maar intusschen weigerde Ciemen- ceau aan de kopstukken der Fransche vereenigd^i socialistische partij passen voor Pet rograd en zei Lloyd George in zijn Nieuwjaarsboodschap aan de overzeesche bezittingen, goede hoop te hebben dat, voor dit nieuwe jaar voor¬ bij is, het doel dat zij zich gesteld hebben, volkomen bereikt zal zijn. Dat zijn andore dan vredeskiankec. T ch kin net w- ueld d. mri-et \ rt-o vr«de d-m alzo djilijken vrede, gesloten tusschen Bulgarije en Rusland. Oorlogsnieuws is er zoo goed als niet. Aan het Itaiiaansche iiont hebben Fransche troepen in de streek van den Monte Tomba een plaatselijk succes behaald, waarbij hun 1400 ge¬ vangenen en eenigen ooriovsbuit in handen vielen Op bet westelijke iront vaak zeer hevige artilleriegevechten, afgewisseld door infanterie-actie, waaruit men evenwel den indruk krijgt, dat daar groote dingen in voorbereiding zijn. Met 425 teg n 73 stemmen heeft de Fr«nsche Kamer net volledige wets¬ ontwerp a»ne* n»men, waarbij de lichting 191» ooder de wapenen wot di geroepen. Volgens een bericht uit Zurich zou heizelfde geschieden met de 0 )stenri|ksch-Ho8gaarscbe land¬ stormklasse van hen, die in 1900 zijn geboren. Vlit Washington wordt ge¬ meld: ten eerste, dat de Amerikaaa- sche leeningen aan de geallieerden een totaal bedrag beloopen van ruim 4.2 milliard dollars; dan, dat er op het Jarenlang waren zij ook werkelijk een geweest. En als zij eerlijk was, moest zij erkennen, dat haar echtgenoot, sinds den dag dat hij haar ten huwelijk vroeg, in geen enkel opzicht veranderd was. Hij was dezelfde, goedhartige, vroolijke cavalier gebleven, die het als een eere¬ plicht beschouwde, de vrouw, die hem haar leven had toevertrouwd, dat leven zoo aangenaam mogelijk te maken. Hij was reeds een mart toen hij den grooten stap deed. En zij, zij glimlachte droevig als zy aan het achttienjarige kind van toen dacht. Zij scheen zich¬ zelf een vreemde toe. Waarlijk, sinds dien tijd was zij geheel veranderd. Haar koel verstand en harde trots hadden iedere verzoeking geweerd maar geestelijk, dat gevoelde zij van jaar tot ja«r met toenemende schrik werd de band losser, die haar verbond aan haar echthenoot. Zij verlangde meer van het leven, iets diepers en ernstigers, dan hij haar kon geven. Een paar maai had zij beproefd, haar gemoed voor hem uit te storten. Hij begreep haar niet, en zij vervreemdden nog meer van elkander. En zonder het te willen, begon zij uit de hoogte op hem neer te zien. Wordt vervolgd.