Tekstweergave van MC_1916_12_30_0003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Twaalfde Jaargang. No. 608. MEDEMBLIKKER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad ZATERDAG 'MEDËMBLil voor Medemblik en Omstreken. 30 DECEMBER 1916. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden .... 30 ets. Franco per post .... 36 ets. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen bjj alle Boekhandelaren en Postadministraties. Dit blad verschijnt des VRIJDAGSAVONDS. ViTOEJ EIi t K. H. IDEMA. HEDiMBLIK. Intercommunale Telefoon No. 6. ADVERTENTIEN: Tan 1—6 regels . . . 26 ets. Elke regel meer . . 6 ets. 4 Plaatsingen eener zelfde advertentie worden 3 maal berekend. Voer abonnement vrage men pry «opgave. Post- en Telegraafkantoor MEDEMBLIK. Ge o p e n d: op werkdagen van voorm. 8,— tot nam. 3,30 en van nam. 5,30 tot 9,— uur. Ook voor het telefoonverkeer. Op Zon- en Feestdagen: van 8,— tot 9,— nnr v.m. en van 1,— tot 2,— nnr n.m. Ook voor het telefoonverkeer. Voor postwissels, quitantiën en den dienst der Rgks-Veriekeringsbank alleen op werkdagen: Van 8,30 v.m.—3,30 n.m. Laatste liehting der brievenbus Richting Hoorn. Op werkdagen: v.m. 6,18, 9,32, n.m. 12,10, 3,08, 6,12, 8,31. Op Zon- en Feestdagen: v.m. 6,18, 9,32 Riehting Andijk en Wervershoof. Op werkdagen: v.m. 6,30 en 11,16. Op Zon- en Feestdagen: v.m. 6,30. 1016*1917. Uren, dagen, maanden, jaren, Vliegen als een schaduw heen. Een levensjaar opnieuw voorbij! Nog weinige uren, en de „twaalf torenslagen", waarop méér dan anders gelet wordt, zij zeggen ons: het jaar 1916 behoort tot 't verledene! 1917 staat aan te breken! 't Is ons, in den Oudejaarsnacht, alsof -we iets afleggen... en we laten het tijdperk dat verdween, nog eens in onze gedachten voorbijgaan. Ieder huis heeft zijn kruis. Dagen van vreugde waren er, maar ook van verdriet en leed en zorgen. Gelukkig, als men in het gezinsleven „elkanders lasten" met elkander FEUILLETON. heeft gedragen; dan zullen we onder¬ schrijven het gevleugeld woord: Gedeeld* vreugd is dubbele vreugd; Gedeelde smart is halve 9mart. Dan hebben we de Vreugde uit¬ gedragen op anderen en steed s grooter en grooter doen worden; maar ook bij tegenspoed en kruis, kon dan alles gedragen worden, zóó, dat 't niet te zwaar viel! En als 't ons dan alzoo is gegaan, scheiden we van 1916, en zeggen: er was veel meer reden tot roemen, dan tot klagen. Dat mogen en moeten we be¬ tuigen, als we letten op hetgeen wij bezitten en genieten en wat anderen moeten missen. Nog steeds oorlog! Sinds Augustus 1914 wordt door schier heel Europa gestreden als nooit te voren. Duizenden zijn gevallen. Verwoesting overal. 't Ging in 1915 zóó door en in 1916 met nog grooter woede. Het jaar, in krijg aangevangen, gaat nogmaals in krijg ten onder. Nog steeds is 't wéér: d' Oorlogsvlam stijgt in de lucht, Vrede, vreugd en welvaart vlucht! Meermalen vonden we in 't ver- loopen jaar gelegenheid om in woord en met cijfers te schetsen, hoezeer er geleden werd; thans gaan we daarop niet door. We geven niet toe aan een sombere stemming, welke allicht over ons komen zou. Letten we liever en meer! op het goede, dat we in ons goede land mogen genieten. De verschrikkingen van den oorlog bleven ons bespaard. O zeker, de oorlogs-druk wordt gevoeld.... maar wat zegt dat, bij wat in de oorlogvoerende landen moet worden doorstaan? Heeft de Regeering niet door allerlei maatregelen in zooveler tiood voorzien, zoodat ons nationale leven vrq goed loopt? Deuk om nóg iets te noemen aan den Watersnood in Januari. Uitgezonderd onze naaste omgeving, werd deze voor een groot deel onzer provincie een ramp. Maar de offervaardigheid kwam treffend aan den dag. De geldelijke steun kwam alras H. M. de Koningin ging voor! We zeiden zooeven: nog steeds is het „oorlog"! Nog steeds maar sedert worden „vrede"-stemmen" gehoord. Op wat President Wilson aan de oorlogvoerende Mogendheden liet weten inzake de mogelijkheid om te komen tot vredes-onderhandelingen komt reeds moedgevend antwoord in: Duitschland geeft te kennen, „dat een onmiddellijke gedachtenwisseling de beste weg is, om tot 't gewenschte resultaat te komen" en stelt voor, ,ten spoedigste gedelegeerden der oorlogvoerende Staten op een neutrale plaats bijeen te roepen". Juist lezen we een telegram uit Londen, waarin van een conferentie wordt melding gemaakt, „om te overwegen de voorwaarden tot be¬ ëindiging van den oorlog". Zal 't tot vreAe komen, dan moet eerst over „gesproken" worden, en uit dat oogpunt beschouwd, zijn o. i. de bovenstaande meeningen van Duitschland en Engeland moedgevend, Weldra wenschen we elkander weer toe: een gelukkig jaar; een voorspoedig, een gezegend jaar. We mogen, we kunnen 't nog doen en met goede hope voor de toekomst. Zij 1917 een goed jaar in ieder opzicht, voor Koningin en Vaderland Zij 't het vrede-jaar! Met moed voorwaarts! Elk levensuur h«t vliegt daarheen, 't Keert nooit terug op ome «chreên; Geen uur, ons tot ons nut gegeven, Ga immer ongebruikt voorbjj! Nog is het dag... Aan den Nieuwjaarsmorgen, als I staande voor een nieuw tijdperk, | drukken we elkander de hand met de beste wenschen voor 1917. BlITKNLAND. Nog voor bet onderhandelingsaanbod der Centralen door de tegenpartij for¬ meel beantwoord werd, kwam het blijde nieuws, dat president Wilson aan al'e oorlogvoerende staten een nota had gezoBden, waarin hij het denkbeeld oppert, spoedig een gelegenheid te zoe¬ ken om de oorlogvoerenden te laten verklaren, welke voorwaarden huns inziens in vervulling zouden moeten gaan, dat de oorlog beëindigd kon wor¬ den en welke maatregelen mogelijk zijn, waardoor men legen de herhaling van zulk een oorlog zou zijn gewaarborgd Zooals niet anders was te verwach en, nemen de Centralen president Wilsons voorstel, bij welke bemidde lingspogingen zich de Zwitsersche Bondsraad heeft aangesloten, aan, als moge blijken uit de volgende nota, die den tweeden Kerstdag werd overhan¬ digd aan den gezant van de Vereenigde Staten te Berlijn. ,De keizerlijke regeering heeft het grootmoedige aanbod van den president van de Vereenigde Staten van Amerika, om een grondslag te leggen voor het tot stand brengen van een duurzamen vrede, in den vriendschappelijken geest opgevat en overwogen, die in de me- dedeeling van den president tot uiting komt. De president wijst het doel aan dat hem ter harte gaat en laat de keus van den weg daartoe open. De keizerlijke regeering acht een onmiddellijke gedachtenwisseling "als de meest geschikte weg om tot het ge¬ wenschte resultaat te komen. Zij^ heeft daarom de eer om in den geest van haar verklaring van den 12 dezer, waarin de hand uitgestoken wordt tot het openen van vredesonder¬ handelingen, het spoedig bijeenkomen van gedelegeerden der oorlogvoerende staten in een neutrale plaats voor te slaan. Ook is zij van meening, dat het groote werk tot het voorkomen van toekomstige oorlogen, eerst na het tea einde brengen van de tegenwoordige volkerenworsteling ter hand genomen kan worden. Zij zal, als ,dat tijdstip gekomen is, met vreugde bereid zijn om te zamen met de Vereenigde Staten aan deze verheven taak mede te wer¬ ken." Thans is het woord aan de Entente. Hoe zal haar antwoord zijn? Een aan¬ nemen op de bekende voorwaarden: volledige teruggave, volledig herstel, afdoende waarborgen? Of een afslaan van het aanbod en den oorlog door¬ zetten tot een beslissende overwinning is behaald maar aldus de verant¬ woordelijkheid voor het voortzetten van den oorlog op zich nemend zooals de Russische minister van buitenland- sche zaken aan de pers voorspelde? t Is haast niet te denken, maar men is er niet gerust op, voor het Entente antwoord bekend is. Eigenlijk oorlogsnieuws is er bijster weinig. In Walachije en de Do- broeds ja zetten de centralen hun op- roarsch voort, hoewel het tempo de laatste dagen wel eenigszins verlang¬ zaamd wnd door den krachtigen tegenstand der Russen. Verder hebben de Engelschen aan de Tigris bij Koet el Amara een weinig beteekeneHd voordeel behaald, terwijl eerder El Arisj in Egypte door hen werd bezet, waarbij 1350 gevangenen werden gemaakt. Van de overige fron¬ ten valt niets anders te zeggen dan: toestand onveranderd. Gemengd Nieuws. De storm. Zaterdagmiddag is door den geweldigen storm de schatting, staande om het gebonw van de firma Peek en Cleppenbnrg op den Danr te Amsterdam, omver gewaaid. Eenige personen werden getroffen, onder wie een 18-jarig meisje, dat aan de bekomen verwondingen is overleden. Lotte Lore door W. Heimburg. 73. „In het volgende oogenblik," aldus vervolgde de prins, „ben ik in groot tenue en ijl naar Zijn Majesteit om drie weken verlof te vragen en kreeg het. „Om vijf uur reed ik uit, in zestien uur was ik in Pyrmont. Ik was daar eenige dagen als erfprins verdween toen, om in 't geheim een woning onder den naam van graaf Mainhard te be¬ trekken. Ik had het genoegen bijna dagelijks met Lotte Lore te spreken, zonder dat iemand iets vermoedde 1 Ik had een plan, ik wilde Lotte Lore toe bewegen zich te laten seheiden. De zaak zou eenvoudig genoeg zijn geweest Aan den armen vorst was geen leed gedaan; hij had wel wat mij betreft, den hoogsten ouderdom mogen bereiken Aan mijn vader zou Brückenberg wat vroeger in handen zijn gekomen. Hij was altijd een weinig bang dat er een geruïneerde provincie in zijn hertogdom zou kunnen ontstaan, wanneer Lotte Lore zou voortgaan te regeeren. „Toen stierf de vorst en werd er in elk geval een groot schandaal voorkomen. „Maar spreken en zien kon ik Lotte Lore niet meer. Zij was toch immers de weduwe van een regeerend vorst. Ik moest het weduwejaar afwachten. Op Lotte Lore mocht geen vlek rusten. Maar ik moest haar onder betrouwbare hoede laten, onders zou ik niet rustig zijn gebleven.' Toen liet ik uw gemaal komen; dat voor hem de zaak zóó zou worden uitgelegd, daar had ik geen vermoeden van. Het verlangen om Lotte Lore te spreken is zoo groot geworden, dat ik haar moet zien en, Mevrouw, daartoe moet u mij helpen." Sibylle stond verstomd voor hem. Haar zorgen losten zich op in louter geluk. Zrj werd door een overmoedigheid bevangen Plannen, zoo veelzijdig moge¬ lijk, doorkruisten haar hoofd. Hij greep naar zijn mantel. „Ik zal de koets bestellen," zei zy. ,Wij rijden tot aan het plein van het glot, ik heb den sleutel van de poort van het park. Verontschuldig mjj een oogenblik." Zij ging snel naar de deur en kwam terug. Groote tranen hingen aan haar donkere wimpers. „Ik dank u, omdat gij zulke zware lasten van mij genomen hebt." Zij was gereed toen de koets voor¬ reed. Den kraag van den mantel hoog opgeslagen herkende niemand den erfprins. Onderweg stamelde zij voor zich h->en: „Lotte Lore, mijn arme kleine Lotte Lore. En wat heb ik al nifet ge¬ looid en gedacht. En nu kom ik u het geluk brengen." Weldra reden zij op de besneeuwde wegen van het park. ,Daar boven, in den de kamers van kleinen erker, Lotte Lore,' dat zijn zei zij. Nu stonden zij voor het poortje. „Volg mij, of nog beter, ik stuur juffrouw Trilleberg," zei Sibylle. In de gang ontmoette hij juffrouw Trilleberg. „Laat ons vooral niemand ontmoeten, zei hij zacht. „Niemand Maar ik ben blij dat u komt. U vindt ternauwernood de schim van de vorstin terug," zei juffrouw Trilleberg. Zij geleidde hem naar de kamer van de vorstin en liet hem binnentreden Achter hem sloot zij de deur. Een zwakke kreet, een luid snikken hoorde zij nog. Toen ging de oude vrouw weg en wischte zich de tranen af. Sibylle echter stond plotseling bene¬ den in de kamer van haar man. „Goeden avond, mijn vriend " zei zij, want hij had haar binnentreden niet gehoord en draaide zich zeer verschrikt om. „Gij, Sibylle?" „Ik heb u iets gewichtigs te zeggen Eberhard." „Waarom zijt gij hier, Sibylle?" „Die laatste vreeselijke tijd," sta¬ melde zij. „Hoe kon het toch mogelijk zijn, dat ik u zoo miskende. Maar nu is alles goed. Nu zijn vier mensehen gelukkig." „Vier, hoezoo?" „Daar boven Victor Ernst en Lotte Lore." „Wat zegt gij, Sibylle?'* „Hij is bij mij geweest, op Schönbrunn. Hij heeft mij verzocht hem in de gelegenheid te stellen met Lotte Lore te spreken. Ik heb hem hier gebracht. Niemand heeft ons gezien." „Hij wil hij houdt van haar?" Zij knikte. „Dus dan toch!" „Ja, wist gij dat niet, Eberhard?" „Ik kon het slechts vermoeden." Lang zaten zij te zamen, in dezen nieuwjaarsavond en verzekerden zich van elkanders liefde. Toen het middernacht sloeg, stonden zij aan het venster en luisterden naar het klokkengelui, dat over de stad klonk. „Onze kinderen zullen wakker worden van het luiden der klokken," zei Sibylle .Eberhard, wanneer gaan wij naar huis?" 1 v ;,0nze kinderen," herhaalde hij zacht. Daarop kwam juffrouw Trilleberg en zei: „Zijn Doorluchtigheid is zooeven begeleid door den opperhoutvester, door het sloipaak gegaan, in de nabijheid van de houlvesterswoning wachtte de slede, om naar het slot Feldingerode terug te keeren. „Is Hare Doorluchtigheid nog te spreken?" vroeg Sibylle. „Ik geloof het wel." „Laat haar," verzocht Eberhard. „Zij moet eerst tot zich zelf komen." Hij schelde en riep om de slede. „Hare Doorluchtigheid is zeer stil, maar haar oogen lachen als vroeger." Den 16 Sept. van het jaar 1751 huwde de erfprins Victor Ernst von Somhach-Riszburg, de vorstin-weduwe von Sombach-Brückenberg. Eenige dagen later bezocht Sibylle von Lahden met haar echtgenoot haar gelukkige zuster en zij vonden de erfprinse3 en haar gemaal in de geluk¬ kigste stemming. In het jaar daarop werd hun een zoon geboren, die Victor Fiedrich werd noemd. Tien dagen daarna stierf de oude hertog, en de erfprins volgde zijn vader op. Een tweede zoon werd in 1754 ge¬ boren. Jaren van het grootste geluk zijn het geweest, die het vorstelijk paar door¬ leefden, totdat de zevenjarige oorlog haar gemaal de wapema^ van koning Frederik haastig deed opnemen. Den 14 October 1758, sneuvelde hertog Victor Ernst von Sombach-Risz- burg. Hij liet twee minderjarige zoons na, en zjjn weduwe regeerde op inder¬ daad voorbeeldige wijze. Aan haar zwager, den minister von Lahden, heeft zij een trouwen steun gehad. In het twintigste jaar van haar weduwestaat stierf de vorstin. Eberhard von Lahden volgde haar het eerst. Lang eehter leefde de adellyke vrouw Sibylle von Lahden op het landgoed Scliöabrunn in Biückenberg. Zij stierf den 6 Maait 1811. EINDE.