Tekstweergave van MC_1915_01_09_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Tiende
Jaargang.
No.
505.
MEDEMBLIKKER
COURANT.
Nieuws-
en
Advertentieblad
ZATERDAG
voor
Medemblik
en
Omstreken.
9
JANUARI
1915.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per
3
maanden
....
25
ets.
Franco
per
post
....
30
ets.
Abonnementen
en
Advertentiën
worden
aangenomen
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postadministraties.
Dit
blad
verschijnt
des
VRIJDAGSAVONDS.
VKTVEVER
t
K.
H.
I1IKKA.
Intercommunale
Telefoon
No.
6.
ADVERTENTIEN:
Van
1—5
regels
.
.
.25
ets.
Klke
regel
meer
.
.
5
ets.
4
Plaatsingen
eener
zelfde
advertentie
worden
3
maal
berekend.
Voor
abonnement
vrage
men
prijsopgave.
Post-
en
Telegraafkantoor
MËDEMBLI&L.
Ge
o
p
e
n
d
:
op
werkdagen
van
voorm.
8,—
tot
nam.
3,30
en
van
nam.
5,30
tot
9,—
uur.
Ook
voor
het
telefoonve
keer.
Op
Zon-
en
Feestdagen:
van
8,—
tot
9,—
unr
v.m.
en
van
1,—
tot
2,—
uur
n.m.
Ook
voor
het
telefoonverkeer.
Voor
postwissels,
quitantiên
en
den
dienst
der
Kgks-Verzekeringsbank
alleen
op
werkdagen:
Van
8,30
v.m.
—3,30
n.m.
Laatste
lichting
der
brievenbus
Richting
Hoorn.
Op
werkdagen:
v.m.
7,45;
11,30
n.m.
1,10
3,15,5,34,
8,13.
Op
Zon-
en
Feestdagen:
v.m.
7,4b.
Richting
Andijk
en
Wervershoof.
Op
werkdagen:
v.m.
5,30
en
n.m.
11,15.
Op
Zon-
en
Feestdagen:
v.m.
5,30.
De
komende
vrede.
In
ons
vorig
No.
maakten
we
er
reeds
melding
van,
dat
door
den
Ned.
Anti-Oorlog-Raad,
onder
boven-
staandea
titel,
een
brochure
is
uit¬
gegeven,
waarin
het
programma
van
dien
Raad
is
toegelicht.
Hoe
men
ook
over
het
streven
▼an
den
Ned.
Anti-Oorlog-Raad
moge
denken,
de
brochure
—
a
slechts
5
ct.
te
bekomen
—
is
aller
aandacht
waard.
Immers,
op
de(n)
komende(n)
vrede
is
aller
oog
gericht.
Van
zeer
groot
belang
is
het,
op
welke
voorwaarden
eerlang
de
vrede
tot
stand
komt.
Daarover,
ook
over
het
„tijdstip
van
vrede",
denkt
men
verschillend.
Maar
hierover
is
men
't
ééns,
dat
een
spoedige
beëindiging
van
den
oorlog
gewenscht
is,
door
een
vrede,
die
niet
nieuwe
oorlogs-kiemen
in
zich
draagt.
Zulk
een
vrede
bepleit
de
Ned.
Anti-Oorlog-Raad
en
daarop
stuurt
ook
aan
de
heer
Henri
La
Fontaine,
FEUILLETON.
"VFT
arsuecls:,,
door
A.
Conan
Doyle.
18.
„Geduld,
vriendliet",
vervolgde
Hol¬
mes.
„Ge
zult
dadelijk
inzien,
dat
het
er
alles
mee
te
maken
heeft.
Ik
zal
er
een
beetje
melk
bijvoegen,
om
het
smakelijker
te
maken
en
als
we
't
den
hond
voorhouden
zult
ge
zien,
dat
hij
het
gauw
genoeg
opdrinkt."
Al
sprekende
goot
hij
den
inhoud
van
het
wijnglas
op
een
schoteltje
en
plaatste
het
voor
den
terrier,
die
het
dadelijk
oplikte.
We
zaten
allen
naar
den
hond
te
staren.
De
hond
bleef
schijnbaar
door
het
drankje
erger
noch
beter
geworden,
op
het
kussen
liggen.
Holmes
had
zijn
horloge
in
de
hand
genomen
en
toen
minuut
na
minuut
verliep,
zonder
eenig
resultaat,
begon
op
zijn
trekken
een
uiterst
verdrietige
en
teleurgestelde
uitdrukking
te
ver¬
schijnen.
Hij
vertoonde
alle
mogelijke
teekenen
van
ongeduld.
Zoo
groot
was
zijn
ontroering,
dat
ik
waarlijk
mede¬
lijden
met
hem
gevoelde,
terwijl
de
twee
detectives
spottend
lachten.
„'t
Kan
geen
samenloop
van
om-
Belgisch
Senator
en
Professor
in
het
Internationaal
Recht,
die
een
manifest
heeft
doen
verspreiden,
waarin
hij
aangeeft,
wat
in
de
toekomst
de
plicht
der
voorstanders
der
vredes¬
beweging
moet
zijn.
Jaren
en
jaren
is
door
vrienden
van
den
vrede,
van
allerlei
aard
en
richting,
gestreden
tegen
wat
telkens
dreigde.
Organisaties
als
„Vrede
door
Recht"
deden
hun
best.
Het
mocht
niet
baten!
Velen
bleven
nog
onverschillig,
zelfs
ondanks
de
onnoemelijke
schat¬
ten,
door
den
„gewapenden
vrede"
verslonden.
De
oorlog
kwam.
Schrikkelijker
dan
ooit!
Thans
roept
de
menschheid
luide
om
hulp.
Thans
dringt
de
kreet
om
eendracht
in
den
strijd
tegen
het
oorlogsmonster
zich
aan
iedereen
op.
Tegen
den
oorlog
wordt
gestreden
op
economische
en
seciale,
op
gods¬
dienstige,
zedelijke
en
rechtskundige
gronden.
De
eene
groep
wordt
door
deze,
de
andere
door
die
motieven
bewogen.
Maar
welke
de
verwach¬
tingen
van
al
deze
groepen
ook
mogeD
zijn,
zij
hebben
den
oorlog
van
thans
niet
kunnen
keeren.
Samenwerking
is
gebiedend
nood¬
zakelijk,
om
tenminste
de
kans
op
een
nieuwen
oorlog
tot
de
geringst
mogelijke
verhoudingen
terug
te
brengen.
De
massa
des
volks
moet
zich
aaneensluiten,
om
de
middelen
te
beramen,
die
alvast
het
gevaar
voor
een
nieuwen
oorlog
zooveel
mogelijk
zullen
beperken.
Geen
partij,
geen
richting,
mag
het
er
op
laten
aankomen,
dat
door
de
beslissing
van
weinigen
wordt
beschikt
over
het
leven
van
millioenen
menschen,
ten
voordeels
wellicht
van
enkele
groepen.
Hoe
ontzettend
deze
wereldoorlog
ook
is,
hoe
lang
ook
(reeds)
van
duur
—
er
volgt
eens
vrede.
Maar
nu
mag
het
toch
niemand
onverschillig
zijn,
hoe
die
vrede
er
zal
uitzien.
Alle
krachten
moeten
worden
in¬
gespannen.
om
het
sluiten
van
een
ondoelmatigen
vrede
te
voorkomen.
standigheden
zijn,"
riep
hij
ten
laatste,
van
zijn
stoel
opspringend
Dezelfde
pillen,
die
ik
veronderstelde
in
't
ge¬
val
van
Drebber,
worden
nu
weer
ge¬
vonden
na
den
dood
van
Stangerson
En
toch
schijnen
ze
onschadelijk.
Hoe
kan
dat
toch?
Ah!
ik
heb
het!
Ik
heb
het!"
Met
een
kreet
van
vorrukking
liep
hij
op
het
doosje
toe,
sneed
de
andere
pil
in
tweeën,
loste,
ze
op,
voegde
er
melk
bij,
en
hield
het
den
terrier
voor.
liet
ongelukkige
dier
had
er
nauwe¬
lijks
den
tong
in
gedoopt,
toen
een
stuipachtige
trilling
door
al
zjjne
lede¬
maten
voer
en
het
stijf
en
dood
bleei
liggen.
Sherlock
Holmes
slaakte
een
diepe
zucht
van
verlichting
en
streek
zich
over
't
voorhoofd.
„Ik
moest
meer
vertrouwen
hebben,"
zei
hij.
„Ik
diende
te
weten,
dat
van
de
twee
pillen
in
het
doosje
de
eene
het
meest
doodelijk
vergif
bevatte,
ter¬
wijl
de
andere
geheel
onschadelijk
was.
Ik
moest
dat
geweten
hebben,
zelfs
voor
ik
het
doosje
onder
't
oog
kreeg."
Deze
laatste
redeneering
leek
mij
zoo
ontzettend,
dat
ik
nauwelijks
geloofde
dat
hij
op
't
oogenblik
goed
bij
zijn
verstand
was.
Daar
was
de
doode
hond
echter
om
te
bewijzen,
dat
zijn
gissing
juist
was.
Het
scheen
mij,
dat
de
nevel
welke
mijn
eigen
verstand
verduisterde
langzaam
optrok,
en
ik
begon
een
dofle
Ook
al
slaagt
men
daarin
niet
geheel,
toch
zal
alles
wat
op
dezen
weg
mag
worden
bereikt,
winst
zijn
en
de
menschheid
ten
goede
komen,
De
vrucht
nu
van
deze
gedachte
is
de
oprichting
van
den
„Nederl.
Anti-Oorlog-Raad".
De
verwezenlijking
er
van.
zal,
volgens
velen,
niet
de
diepste
oor¬
zaken
van
den
oorlog
wegnemen.
Ook
de
leden
van
den
Ned.
Anti-
Oorlog-Raad
verklaren
dit
te
beseffen.
Doch
volgens
dezen
Raad,
samen¬
gesteld
uit
personen
van
allerlei
richtingen,
zullen
zij
veel
kunnen
bijdragen,
om
de
kansen
op
een
volgenden
oorlog
belangrijk
te
ver¬
minderen.
Iedere
richting
blijft
overigens
vrij
om
op
eigen
wijze
in
propaganda
en
politiek
de
openbare
meening
te
bewerken,
ten
gunste
van
eigen
verder-gaande
beginselen.
Ontleenen
we
nu
nog
iets
uit
het
manifest
van
Senator
La
Fontaine,
waarvan
we
zooeven
spraken.
Hij
richt
zijn
betoog
tot
allen....
tot
heel
de
wereld.
„De
pacifisten,"
zoo
o.
a.
luidt
het.
„hebben
de
ellende
van
dit
oogenblik
steeds
voorsp*
'1,
als
te
zullen
volgen
uit
de
politiek
van
bondgenoot¬
schappen;
de
bewapeningen
enz.
Er
is
echter
naar
hen
niet
geluisterd.
De
Regeeringen
waren
dwaas
genoeg
de
Derde
Vredesconferentie
niet
samen
te
roepen,
wier
plicht
geweest
zou
zijn
zich
te
hervormen
tot
een
blijvend
lichaam
ter
bevordering
van
de
eendracht
en
het
vormen
van
het
Internationaal
Gerechtshof,
waarvan
het
beginsel
in
1907
was
aangenomen.
„Wil
de
wereld-vrede
nu
kunnen
komen,
dan
dienen
te
gelden
de
volgende
hoofdbeginselen:
1°.
dat
bij
het
herstellen
van
den
vrede
tusschen
de
oorlogvoerenden,
alle
Staten
zullen
verklaren
bereid
te
zijn,
een
juridisch
stelsel
te
scheppen,
aan
welks
beslissingen
zij
beloven
zich
te
zullen
onderwerpen;
2°.
dat
alle
Staten
zullen
mede¬
werken
bij
het
sluiten
van
den
vrede
en
bij
het
voorbereiden
van
het
be¬
krachtigen
daarvan,
omdat
het
belang
van
alle
Staten
—
oorlogvoerenden
vage
bewustheid
van
de
waarheid
te
krijgen.
„Dit
alles
lijkt
u
vreemd,"
vervolg¬
de
Holmes,
„omdat
ge
erbij
het
begin
van
het
onderzoek
niet
in
slaagdet,
den
eenen
waren
leiddraad
te
grypen.
Ik
had
het
voorrecht
dien
te
zien.
Verschillende
dingen,
welke
u
in
ver¬
warring
brachten
en
u
de
zaak
duis¬
terder
maakten,
dienden
mij
als
in¬
lichting
en
versterkten
mij
in
mijn
ge¬
volgtrekkingen.
Deze
moord
zou
oneindig
moeielijker
te
ontraadselen
zijn
geweest,
had
men
het
lijk
op
straat
liggende
gevonden,
zonder
deze
sensationeele
bijzonderheden,
welke
het
geval
zoo
opmerkelijk
hebben
gemaakt.
Deze
zon¬
derlinge
omstandigheden,
verre
van
de
zaak
moeielijker
te
maken,
hebben
ze
integendeel
vergemakkelijkt."
Mr.
Gregson,
die
met
merkbaar
on¬
geduld
naar
dit
betoog
geluisterd
had,
kon
zich
niet
langer
inhouden.
„Hoor
eens,
Mr.
Sherlock
Holmes,"
zei
hij;
„we
willen
gaarne
toegeven,
dat
u
een
zeer
bekwaam
man
zijt
en
uw
eigen
methode
van
werken
hebt.
Maar
we
hebben
nu
iets
meer
noodig
dan
theorieeën
en
redeneeringen,
't
Is
de
kwestie
den
man
te
grijpen.
Ik
heb
de
zaak
op
mijne
manier
uitgewerkt
en
het
schijnt,
dat
ik
't
mis
had.
Les-
trade
achtervolgde
Stangerson
en
hij
schijnt
't
ook
niet
bij
het
rechte
eind
gehad
te
hebben.
U
praat
van
aan-
zoowtl
als
neutralen,
die
onder
den
oorlog
eveneens
leden
—
zulks
mede¬
brengt
;
3°.
dat
als
gevolg
daarvan
gekomen
zal
worden
tot
een
stelsel
van
ont¬
wapening
op
den
grondslag
van
het
toelaten
van
een
beperkt
aantal
soldaten
tot
het
handhaven
van
de
binnenlaadsche
orde,
welk
aantal
in
verhouding
moet
zijn
tot
de
bevolking;
slechten
van
bestaande
forten;
af¬
schaffing
der
vloten,
alleen
een
internationale
marine
voor
politie
ter
zee;
afschaffing
van
wapen-
en
ammunitiefabrieken
—
één
slechts
te
laten
bestaan
onder
een
inter
nationale
commissie,
liefst
in
een
der
kleine,
thans
neutrale
Staten;
zeer
beperkte
militieplicht;
vervolging
van
personen,
die
in
woord
of
geschrift
tweedracht
stoken
tusschen
de
vol
keren;
4°.
vrijheid
van
het
recht
der
volken,
te
vormen
een
afzonderlijken
Staat,
of
deel
uit
te
maken
van
een
andere;
5°.
geen
geheime
diplomatieke
onderhandelingen
meer,
doch
der¬
gelijke
onderhandelingen
te
doen
staan
onder
contróle
der
volksvertegen¬
woordigers
;
6°.
afschaffen
van
offensieve
en
defensieve
verbonden;
7°.
algemeene
vrijhandel;
8°.
plaatsen
der
minder
ontwik¬
kelde
volken
onder
de
gezamenlijke
bescherming
der
Staten;
9°.
vaststellen
dezer
beginselen
door
door
de
Intern.
Vredes-Conferentie,
dadelijk
saam
te
roepen
na
sluiting
van
den
vrede".
Ziedaar
wat
de
heer
La
Fontaine
wenscht
dat
zal
geschieden.
Een
en
ander
is
óök
wel
waard
overwogen
te
worden.
BUITENLAND.
Het
„groote"
Rieuws
is
dat
Stein-
bach,
een
dorp
in
den
Boven
Elzas,
door
de
Franschen
ten
koste
van
groote
offers
is
genomen
en
't
niettegen¬
staande
de
heftige
poginggen
der
Duit-
schers
om
het
te
heroveren,
wisten
ie
behouden.
Een
Fransche
overwinning
misschien
van
weinig
strategisch
be¬
wijzingen
hier
en
opmerkingen
daar
en
schijnt
er
meer
van
te
weten
dan
wij,
maar
me
dunkt,
dat
de
tijd
ge¬
komen
is,
dat
we
het
recht
hebben
u
rechtstreeks
te
vragen:
Wat
weet
u
van
de
zaak?
Kunt
u
ons
den
man
noemen,
dte
die
misdaad
bedreef?"
„Me
dunkt,
dat
Gregson
gelijk
heeft
mijnheer,"
merkte
Lestrade
op.
„We
hebben
beiden
gepoogd
en
we
hebben
beiden
gefaald.
U
hebt
meer
dan
eens
opgemerkt,
sinds
ik
hier
ben,
dat
u
al
de
bewijzen
hebt,
welke
u
verlangt.
U
hebt
geen
reden
ze
ons
langer
te
onthouden."
.„Elk
uitstel
in
het
arresteeren
van
den
moordenaar,"
merkte
ik
op,
„geeft
hem
misschien
gelegenheid
nieuw
gru¬
weldaden
te
bedrijven".
Aldus
door
ons
allen
gedrongen,
toonde
Holmes
teekenen
van
besluite¬
loosheid.
„Er
zullen
geen
moorden
meer
be¬
dreven
worden,"
zei
hij
ten
laatste,
eensklaps
voor
ons
blijvende
staan.
„Ge
hebt
mij
gevraagd,
of
ik
den
naam
van
den
moordenaar
ken.
Ik
ken
hem.
De
kennis
van
zijn
naam
echter
beteekent
niets,
vergeleken
bij
de
macht,
de
hand
op
hem
te
leggen.
Hiertoe
hoop
ik
binnenkort
in
staat
te
zijn.
Ik
koester
gegronde
hoop,
het
op
mijn
eigen
manier
te
doen;
maar
het
moet
omzichtig
geschieden,
daar
we
met
een
listig,
wanhopend
man
te
doen
lang,
zeker
ge«n
stap
op
den
weg
naar
Berlijn,
maar
in
elk
geval
een
ever¬
winning.
We
plaatsten
't
woord
groote
tus¬
schen,"
want
gevochten
wordt
er
iederen
dag
langs
't
front,
maar
suc¬
cessen
van
belang
heeft
geene
der
par¬
tijen
te
boeken,
iets
beslissends
nog
minder,
zoodat
in
dit
licht
gezien,
't
nemen
van
een
dorp
een
gebeurtenis
is.
Intusschen
wordt
er
heltig
aange¬
vallen
en
hardnekkig
verdedigd
en
't
was
naar
aanleiding
van
die
gevechten
dat
de
Beri.
Ztg.
schreef:
„De
verliezen
der
Fransche
en
Engelsche
troepen
bij
de
herhaalde
aanvallen
zijn
zóó
be¬
langrijk
en
moeten
op
den
duur
zóó
toenemen,
dat
de
door
de
Engelsche
bladen
aangekondigde
reserve
van
40000
man
juist
toereikend
zou
zijn,
om
de
gaten
te
vullen,
maar
geen
ver¬
sterking
van
T
leger
vormen
zou.
Daarom
is
het
te
begrijpen
dat
de
boodgenooten
weer
naar
hulp
uit
den
vreemde
uilzien
en
dat
men
in
Frank¬
rijk
steeds
dringender
verlangt
dat
Japan
te
hulp
komt."
Eigenaardig
treft
het
samen,
dat
de
mogelijkheid
van
't
zenden
van
JFa-
pansche
(roepen
ook
in
de
Fransche
pers
besproken
is.
Want
ge¬
steld
dat
de
Duitschers
teruggeworpen
worden,
zal
dit
zulke
ontzettende
offers
aan
menschenlevens
kosten,
dat
een
paar
flinke
Japansche
legers
een
wel¬
kome
versterking
zouden
zijn.
Toch
zou
het
den
Franschen
hard
vallen
te
erkennen,
dat
er
tot
Japanners
toe
aan
te
pas
kwamen
om
Frankrijk
van
vijan¬
den
te
zuiveren,
niettegenstaande
ze
geholpen
worden
door
Engelschen,
Belgen
enz.
Wat
er
van
waar
is,
we
zouden
't
niet
kunnen
uitmaken.
Mogelijk
wel
is
die
hulp
niet
noodig,
nu
in
Engeland
zes
nieuwe
legers
zijn
gevormd
elk
bestaande
uit
drie
corpsen,
terwijl
na
het
Kerstfeest
de.
aandrang
voor
de
recruteering
weer
toegenomen.
Ook
op
't
oostelijk
front
wordt
aan¬
houdend
gevochten,
maar
vorderingen
van
belang
maakt
geen
der
partijen.
De
Duitschers
schijnen
zich
echter
in
het
veroverde
gebied
(e
gaan
vast¬
zetten
om
daar
gerust
een
eventu-
eelen
Russischen
aanval
af
te
wachten.
hebben,
welke
ondersteund
wordt,
zoo¬
als
ik
gelegenheid
had
te
constateeren,
door
een
ander,
even
bekwaam
als
bij-
zelf.
Als
ik
faal,
zal
ik
afkeuring
verduren,
maar
daarop
ben
ik
voorbereid.
Voor
het
tegenwoordige
wil
ik
wel
beloven,
dat,
zoodra
ik
u
alles
kan
mededeelen,
zonder
mijn
eigen
plannen
in
gevaar
te
brengen,
ik
het
zeker
doen
zal."
Gregson
en
Lestrade
schenen
verre
van
voldaan
door
deze
verzekering.
De
eerste
werd
rood
tot
de
wortels
van
zijn
vlassigen
haardos,
terwijl
de
kra-
len-oogjes
van
den
ander
glinsterden
van
nieuwsgierigheid
en
woede.
Geen
hunner
kreeg
echter
tijd
een
woord
te
uiten,
want
er
werd
op
de
deur
geklopt
en
de
woordvoerder
der
straatjongens,
Wiggins,
vertoonde
zijn
onbeduidende,
onsmakelijke
persoon¬
lijkheid.
„Om
u
te
dienen
mijnheer,"
zei
hij.
„Ik
heb
de
cab.
Ze
staat
voor
de
deur."
„Best
vriend,"
zei
Holmes,
„Waarom
gebruikt
ge
dit
model
niet
in
Scotland-
Yard?"
vervolgde
hij,
een
paar
stalen
handboeien
uit
een
kast
nemend.
„Zie
eens
hoe
goed
die
veer
werkt.
Ze
zitten
oogenblikkelijk
vast."
„Het
oude
model
is
goed
genoeg,"
merkte
Lestrade
op,
„als
we
den
man
maar
hebben,
om
ze
aan
te
doen."
„Heel
goed,
heel
goed,"
zei
Holmes
glimlachend.
Wordt
voruolgd.