Tekstweergave van MC_1905_05_06_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Eerste Jaargang. t No. I. MEDEMBUKKER :viö Nieuws- en Advertentieblad ZATERDAG voor Medemhlik en Omstreken. 6 MEI 1905. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden .... 25 ets. Franco per post .... 30 ets. Abonnementen en Advert ejjtiën worden aangenomen bij alle Boekhandelaren en Postadministraties. Dit blad verschijnt des VRIJDAGSAVONDS. UITGEVER : K. H. IDEMA, MEDEHBLIk. ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels .... 30 ets. Elke regel meer .... 5 ets. 4 Plaatsingen eener zelfde advertentie worden 3 maal berekend; " ~ Voor abonnement vrage men prjjsopgave. Ter inleiding. Bij de verschijning van het eerste nummer dezer courani, een enkel woord ter inleiding. Reeds geruimen tijd bestond bij mij het plan, een Weekblad uit te geven. Verschillende redenen hielden mij tot heden terug. Thans echter meen ik aan mijn voornemen gevolg te moeten geven en bied ik U hierbij het eerste nummer ter kennismaking aan. Uit den inhoud van dit nummer zal den lezer de aard van het blad, naar ik hoop, voldoende blijken. Een politiek strijdblad beoogt het niet te zijn. In de hoofdartikelen zal het onderwerpen van algemeen belang, wetten of wetsontwer¬ pen, maatschappelijke vraagstukken, enz. op populaire wijze bespreken. Het hoopt daardoor kennis te verspreiden over en inzicht te geven in „vragen van den dag" op verschillend gebied. Verslagen van de zittingen der Staten-Generaal, Nieuwsberichten uit Binnen- en Buiten¬ land, Plaatselijke berichten, Verslagen van Gemeenteraadszittingen, benevens Marktberichten en opgaven van Burger¬ lijken Stand zullen worden opgenomen. En eindelijk zullen in de rubriek „Voor de Jeugd" verhaaltjes, versjes en raad¬ sels worden gegeven. Ook prijsraadsels, voor welker goede oplossing maandelijks prijzen zullen wor¬ den uitgeloofd. In één woord, alles zal worden gedaan om den inhoud afwisselend, veelzijdig en aantrekkelijk te maken. Moge deze korte uiteenzetting den lezer tot nadere kennisneming brengen en deze kennismaking tot abonneeren leiden! K. H. IDEMA. Uitgever. FEUILLETON. De strijd om het bestaan. 1) Eerste Hoofdstuk. Het nieuwe dienstmeisje van profes¬ sor Wallroth had een oogenblik in beraad gestaan ol zij den haar geheel onbekenden bezoeker wel alleen in de spreekkamer zou laten. Niet, dat zij iets verdachts aan hem bespeurde, maar hij zag er veel anders uil dan de ge¬ wone bezoekers. Hij had iets klein steedsch of eigenlijk iels boersch over zich, wal zijne houding, en iets armoe¬ digs, wat zijne kleeding betreft. Zijne uil een ot ander goedkoop kleerenma- gazijn afkomstige uitrusting was tame¬ lijk afgesleten en verkleurd en hing hem veel te ruim om hel lijf. Dat de vreemdeling geene handschoenen droeg en hij van het heslaan van visitekaarten geheel onkundig scheen te zijn, had in 't hijzonder de argwaan van de dienst¬ bode gewekt. Op hare vraag hoe hij heette, had hij kortaf geantwoord: „Düringhoflen ! De professor heeft mij ontboden." Hem in de gang te laten staan, tot¬ dat zij zich van de waarheid dier woor¬ den overtuigd had, kon zij toch ook Bekendmaking. Burgemeester en Wethouders van MEDEMBLIK, brengen ter kennis der inge zetenen, dat in den loop van dit jaar in deze gemeente een interlocaul llijkstele- foonbureel zal worden gevestigd en dat perceelen van particulieren van Rijkswege aan het in deze gemeente te vestigen Rijkstelefoonbureel kunnen worden aan¬ gesloten. Belanghebbenden, die bereid zijn zich voor de verkrijging van eene recht- streeksche aansluiting tegenover het Rijk te verbinden, moeten daarvan ter secre¬ tarie nlhier aangifte doen vóór ultimo Mei, waartoe eiken werkdag van 10 uren v. m. tot 2. uur n. m. gelegenheid bestaat. Verder behooren zij, indien zoodanige aansluiting wordt verlangdt, voor de ver¬ krijging daarvan, zich, bij gezegeld adres, te wenden tot Z. E. den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Inlichtingen omtrent de opgaven, welko die verzoeken moeten bevatten, alsmede omtrent de kosten van het abonnement enz. worden dagelijks ter Secretarie ver¬ strekt, alwaar tevens de daartoe betrek¬ kelijke voorschriften ter visie liggen. Medemblik, 27 April 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd, B. van Houweninge, Burgemeester. G. J. van Empel, Secretaris. Het Gele Gevaar. Wat is „het gele gevaar"? Reeds eenige jaren is deze uitdruk¬ king in zwang, en sederi den onmenschelijken oorlog tusschen Japan en Rusland vindt men ze in alle bladen. Daarom een enkel woord er over. Japanners en Chineezen behooren tot de Mongoolscbe volken, waarvan de meeste een min of meer geelachtige gelaatskleur bezitten. Vandaar, dat men de Mongolen wel eens het gele ras noemt; vooral in vroeger tijd werd deze naam algemeen gebruikt. Dat gele ras nu begint meer en meer op den voorgrond te treden en levert een gevaar op voor de Europeanen, voornamelijk voor hen, niet van zich verkrijgen; 's mans eer¬ lijk gezicht had den doorslag gegeven en zij had hem binnengelaten. De heer Düringhoffen was geen schilteiend figuur. Diens vermagerd, baardeloos gelaat liet niet eens toe met eenige zekerheid tot zijn ouder¬ dom te besluiten. Maar een gewoon, nietszeggend uiterlijk was het toch niet en in de groote helderblauwe oogen lag iets, dal de dienstbode toch wel eenigen eerbied voor den vreemden bezoeker afdwong. „Neem, als 't u belieft plaats, mijn¬ heer," zeide zij, de deur van hel fraai gestoffeerde vertrek openende. De bezoekér nam werkelijk plaats, maar moest tamelijk lang op de ver¬ schijning van den professor wachten; de hooggeleerde zat juist aan zijn ontbijt. Doch de jonkman dacht er niet aan. hem deze vertraging euvel te duiden Hij hekeek de schilderijen aan den wand, ook de bronzen beelden op den schoorsteenmantel en ging toén kalm zitten nadenken, met eene uit¬ drukking in oogen en gelaat als iemand, die niet gewoon is zich in de eenzaam¬ heid te vervelen. Daar vei nam hij uit een aangrenzend vertrek de lonen van eene pianino en die harmonische klan¬ ken wekten hem uit zijne overpeinzing. Aanvankelijk nam zijn gelaat een uit¬ drukking aan van verrassing, die, toen die in Oost-Azië bezittingen^bfew^ Wij, Nederlanders,! veubeugeaijr' S in het bezit onzer- uitgt^tr^kftf Indische Koloniën.' Hoevt*el^aizep^iii Nederlanders vinden daar een middel van bestaan, hoeveel rijke onder¬ nemingen, tabaks-, suiker-, koffie¬ plantages, petroleum-ontginningen, enz. hebben in ons land haar zetel, welk een belangrijke scheepvaart is aan het bezit onzer koloniën gebonden en hoe zijn onze groote handelssteden er stapelplaatsen van koloniale pro- dukten door geworden! Inderdaad, liet bezit van koloniën is voor een natie van zeer groot belang. Het verlies zou voor ons land een ongeluk wezen, welks ge¬ volgen niet te overzien zijn. Meer en meer zijn de regeeringen het belang van koloniaal bezit gaan inzien en in de laatste jaren zien we dan ook een streven om zich van landstreken in vreemde werelddeelen meester te maken. Handelsbelangen treden hierbij op den voorgrond. Frankrijk en Engeland nestelden zich vaster in Achter-Indië en brach¬ ten Siam in het nauw. De Russen kwamen van uit het Noorden, van uit Siberië, dat ze reeds in vroeger eeuwen in bezit kregen en trachtten hun gebied ten koste van China te vergrooten. Engeland, Duitschland en Rusland wisten in China vasten voet te krijgen, de ongeordende Chineesche scharen konden tegen de Europeanen met hun moderne ver¬ nielingswerktuigen niet op. De Engelschen kregen Wei-hai-wei, de Duitschers Kiaoe-tsjou, de Russen Port-Arthur en omgeving „in pacht", zooals het heette. Zoo werd Oost-Azië steeds meer door de Europeanen bedreigd, totdat de Japanners nu voorloopig aan de Russen een: „niet verder!" hebben toegeroepen. De Japanners, we zeiden het reeds behooren tot hetzelfde ras als de Chineezen. In het begin der vorige eeuw heerschten in Japan nog toe¬ standen, als bij ons in de Middel¬ eeuwen. Nauwelijks een halve eeuw geleden waren de Japansche havens nog voor de vreemdelingen gesloten. Maar na 1868 begon er voor Japan het spel voortduurde, overging in een glans van verrukking. Had hel dienst¬ meisje hem zóó gezien, dan zou zij hem misschien niet herkend hebben, mis¬ schien zelfs een mooien man genoemd hebben. Het muzikaal genot duurde kort. Na tien minuten werd hel spel opeens gestaakt, maar inplaals daarvan wachtte den jonkman een nieuwe ver¬ rassing. De speelster trad in de deur en haar ontsnapte een lichte kreet van schrik op hel gezicht van den vreem¬ deling. Haastig wilde zij terugkeeren, doch de heer Düringhoflen was reeds opgestaan om eene, zij het ook wat stijve buiging voor hel meisje te maken, 't geen haar noopte een paar schreden nader te komen. „Goeden morgen, mijnheer," klonk het vriendelijk. „Gij wacht zeker op mijn vader?" De groote blauwe oogen van den jonk¬ man l ichtten zich op hel schoone kind en die blik zou haar verlegen gemaakt hebben bad de onverwachte ontmoeting bij haar geene gevoelens opgewekt, veel overeenkomende met die, welke de dienstbode aanvankelijk had doen aarzelen Wat baar in elk ander geval de oogen zou hebben doen neerslaan, was thans voor haar eene oorzaak van zucht tol scherts. Een ondeugend lachje krulde hare lippen en in de donkere oogen en in de kuiltjes op hare wangen een nieuwe tijd Aanraki"^, a buitenwercld.iwfe*rt$3BAeht, onderwijs, -tew, oG °ij öÈHgf dal^i ee kefc 'werden opgericht? handelsbe¬ trekkingen aangeknoopt. En ziet binnen veertig jaren is Japan een staat geworden, waarmede Europa te rekenen heeft. Met verbazing moet men deze opkomst, deze reus¬ achtig snelle ontwikkeling van een geheele natie gadeslaan. Is het wonder, dat de Europeanen met zorg naar hun bezittingen in Oost-Azië zien? De Russen zijn reeds tot staan gebracht. En de anderen ? En hoe, als China ook eens op den voorgrond treedt ? Japan telt nog geen vijftig millioen bewoners minder dus nog dan Duitschland maar China heeft er tusschen driehonderd vijftig en vierhonderd millioen, dat is haast zooveel als heel Europa Wat moet er gebeuren al» deze ontzaglijke menschenmassa „in be¬ weging" komt? Voorzeker, men spreekt terecht van „het gele gevaar"! J. VAN SCHAGE. BUITENLAND. Twee Hollandsche Stoomtrawlers zijn door de Engelsche douanen in beslag genomen, onder beschuldiging tabak te hebben geleverd aan Engelsche visschersvaartuigen binnen de terri¬ toriale wateren. Beide schepen hadden een aanzienlijke hoeveelheid tabak, sigaretten en alcoholische dranken aan boord, welke artikelen onder het douanen-tarief vallen. De 1ste Mei is te Petersburg vrij rustig voorbij gegaan, doch in Warschau is hel Paasch-Maandag aller¬ treurigst geweest. Reeds wordt een aantal van 150 dooden genoemd; elk volgend bericht spreekt van meerdere slachtoffers. De bevolking is hoogst opgewonden en men vreest aan het einde der week voor grootere onlusten en ruwere daden van den kant der soldalen. Warschau wemelde van troepen ; patrouilles door- verloonda.,zich hel duiveltje van den spotlust. „Ja, mejuffrouw," antwoordde de gevraagde, „de professor had mij tegen twaalf uur besteld." „Dan heeft men misschien verge¬ ten u aan te dienen. Ik ga dadelijk vragen." „Gij zijl wel vriendelijk, mejuffrouw; maar vergun mij, voor gij heengaat, een enkele vraag. Waart gij het, die daarbinnen de pianino bespeelde?" Het jonge meisje scheen de indringe¬ righeid van den vreemde wel te bevallen. „Zeker," zei ze. „Ik hoop maar, u niet te zeer gehinderd te hebben Ik wist niet dat ik een hoorder had." „Gehinderd?" was de vraag. „Inte¬ gendeel, gij hebt mij door uw heerlijk spel den lijd zeer kort doen vallen. Mag ik vragen wie de componist is van hel stuk?" „Cliopin. Dien naam hebt gij zeker meer gehoord?" De heer Düringhoffen schudde van neen. „Ik kan liet mij niet herinneren; ik heb geen kennis van muziek. Ik gevoel alleen het schoone er van en waardeer het werk van den toondichter evenzeer als de vaardige hand, die er leven aan geelt. Gij hebt mij eenige aangeuame oogenblikken verschaft, mejufirouw!" De overtuiging, dat den jonkman ;• ■— - - (je straten Alles bleef kaim. -}MNSS mw- 'r: v'wn I.okkéb rustig naar bun vergaderden Een opstootje, door een stüoerii veroorzaakt, leidde tot handelend optreivn der militairen, waarbij een werkman v.eid gedood, die kalm stond te kijken' Aj geheel onschuldig was. Als een loopend vuurtje verbeidde die lijding zich door de stad. Duizenden arbeiders doorkruisten de straten, roede vlaggen dragend, revolutionaire liederen zingend. De troepen vuurden op de menigte, waarbij vrouwen en kinderen bij tientallen werden neergeschoten. De Kozakken maakten een charge en dreven de mensellen met zweepslagen en sabelhouwen uiteen. Men wierp de troepen met steenen en telkenmale antwoordden deze met geweerschoten. De meeste lijken die men vond, waren van jonge kinderen. Tengevolge van bet bloedbad, heelt het comité van de Sociaal-Democratische partij in Polen de onmiddellijke algeineene werkstaking geproclameerd. Ook te Lodz kwam bet tot een samen¬ treffen tusschen de menigte eri patrouilles, waarbij verscheidene personen werden gedood. De arbeiders slaakten het werk; de fabrieken werden gesloten. Men verwacht ook daar groote arbeiders- beloogingen. 75000 arbeiders hebben het werk neergelegd. Ook uit andere plaatsen in Rusland j komen berichten over botsingen tusschen burgers, politie en militairen. Op verscheidene plaatsen werden bommen naar de troepen geworpen. Nog altijd is het niet tol een treilen gekomen tusschen de Japansche en Russische vloten. Zal het admiraal Rodjestvensky ge¬ lukken, Wladiwoslock, de eenige Rus¬ sische oorlogshaven in het verre Oosten, te bereiken en tot basis van zijn operatiën te kiezen, of zal Togo hem eer slag leveren ? Zoeken de Japanners een gunstige gelegenheid, de Russen in open zee aan te vallen, ol zal zich het spelletje van Port-Arthui herhalen: de Russische vloot opgesloten met Togo als een bulhond op den loer? Zal Rodjestvensky de heerschappij ter zee heroveren ot loopt het uil op de niets zoo vreemd was als ijdele vlei¬ taal, bracht het meisje nu toch een weinig in verlegenheid. Tegelijk echter schaamde zij zich over hare zwakheid, toen zij haren jongen bewonderaar nog eens bekeek. Zijn stijve houding en eigenaardige kleeding lieten het kleine kwelduivellje maar geen rust. De def¬ tige toon, waarop hij sprak, gaf haar aanleiding om even deftig te ant¬ woorden : „Gij stelt mijne verdiensten veel te hoog, mijnheer. Gij hebt zeker meer¬ malen op concerten het stuk van Chopin veel beter hooren spelen." Hij gevoelde zich door haar loon in het minst niet beleedigd en antwoord¬ de bedaard: „Neen; ik ben nooit in de gelegen¬ heid geweest een concert bij te wonen. „Wat? Nooit een concert bijgewoond ? Hoe is dal mogelijk? Ot hebt gij mis¬ schien altijd op het platteland gewoond?" 0 neen; ik heb de laatste jaren in groote steden doorgebracht. En toch is het waar wat it' u zeide. Al hadden ook de hoop« entreegelden mij niet teruggehouden, het zou mij toch aan tijd ontbroken hebben om concerten te beddeken." „Maar de schouwburg dan? Daar heelt men verschillende rangen en daar¬ voor zult gij toch wel een weinig tijd overhebben." (Wordt vervolgd.)