Tekstweergave van HK_1949_07_14_0005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
* Donderdag 14 Juli 1949 In West-Berlijn is weer alles te koop Goed gesorteerde volle winkels, meer kijkers dan kopers! De miskende penning opnieuw in ere hersteld maar (Van onze Berlijnse correspondent) BERLIJN, Juli 1949. HET langzaam wegterende leven in de Westelijke sectoren van Berlijn is als bij toverslag opgefleurd en heeft een onver¬ wacht gezond aspect gekregen. Slechts twee maanden zijn ver¬ streken, sinds de toegangspoorten tot de voormalige Duitse hoofdstad weer voor het eerst, na een elf maanden lange periode van benauwende isolatie, wagenwijd werden opengeworpen, doch deze tijd is voldoende geweest om een volslagen ommekeer in het bestaan van vele honderdduizenden teweeg te brengen. West-Berlijn leeft weer. Het heeft weer. Het heeft zijn cadans terug¬ gevonden, die in maanden van ver¬ sobering en beperking steeds ster¬ ker was verstard. Een wandeling door de eens zo kale kleurloze stra¬ ten vormt een openbaring en bij iedere stap vangt het verbaasde oog nieuwe uitingen van een verblijden¬ de wending ten gunste. Dit wil na¬ tuurlijk niet zeggen, dat West-Ber¬ lijn zijn vooroorlogse aspect terug heeft gekregen. Dit zal nog wel en¬ kele tientallen jaren duren. Maar het heeft zich resoluut opgericht uit de toestand van verstarring en on¬ verschilligheid, waarin een onafge¬ broken stroom beprovingen het ge worpen had. Er zijn weer winkels met open, brede étalages, welvoorziene uitstal¬ kasten met talloze producten, waar¬ van de Berlijner jarenlang slechts heeft kunnen dromen. Ganzen, kip¬ pen, eenden, paling, alle soorten visconserven, haringen, zeezalm. rol- mopsen' en zelfs chocolade hebben het grauwe raadselachtige brood smeersel en de vergeelde flessen surrogaatsausen verdrongen. Doodgewoon kunnen koken. Al deze producten mogen al niet van vitaal belang zijn, de Berlijner begroet ze enthousiast als bood¬ schappers van een betere toekomst. Voor groentewinkels zijn de zwarte hórden met hun weinig aan¬ lokkelijke opschriften: „Alleen aard¬ appelpoeder en gedroogde groente voorradig" verdwenen. Zij zijn ver drongen door kistjes verse groente spinazie, rabarber, witlof, sla, door stapels kostelijk fruit en door ber¬ gen eindelijk eens niet verpoederde of gedroogde aardappelen. Een echte aardappel op de dis, dit alleen is reeds een feest voor de honderdduizenden, die maanden¬ lang hun magen gevuld hebben met een kleverig groen en moeilijk ver teerbaar poeder. En er is weer licht en gas. De huisvrouw kan rustig haar potje koken en 's avonds kan het gezin weer naar de radio luis¬ teren of een kaartje leggen in het licht van electrische lampen. Eerste rush weer voorbij De eerste weken na het ophef¬ fen der blokkade hebben duizenden de welvoorziene winkels bestormd. Grif telden zij vier mark neer voor een kilo vis of vijf mark voor een pondje kippenvlees, terwijl de da¬ mes zichzelf tracteerden op een ta¬ blet chocolade van drie mark. Geld¬ gebrek maakte aan dit feest echter spoedig een einde. Met veertig of vijftig mark inkomen per week is men gauw uitgegeven. Nu wordt er niet meer voor de toonbanken ge¬ drongen of gevochten. Vele lopen van de ene etalage naar de ander, en klagen dat alles zo duur is. De snel uitgeputte koopkracht der be¬ volking heeft inmiddels reeds tot gevolg gehad, dat o.a. de groente- prijzen in doorsnee met 30 procent gijn gedaald. Het is een natuurlijke ontwikkeling, die er op wijst, dat ook in Berlijn de eerste beslissen¬ de stap op de weg naar een ge¬ zonder economisch leven werd gezet. Een ernstig struikelblok en een bron van vele zorgen vormen overi¬ gens nog de onveranderd gebleven muntverhoudingen . Verschillende stedelijke diensten ontvangen uit¬ sluitend Sovjet-marken, doch moeten een groot gedeelte van hun uit¬ gaven voldoen in Westelijke marken. Door de omwisseling lijden zij be¬ langrijke verliezen, die in het af¬ gelopen jaar de niet geringe som beliepen van 9.2 millioen mark. Strop voor communisten en luxe winkels. Om deze schadepost weg te wer¬ ken, hebben nu de gemeentelijke gas-, water- en electriciteitsbe- drijven reeds besloten geen Sovjet¬ marken meer in betaling aan te nemen. De maandelijkse kwitanties zullen voortaan in Westelijke marken moeten worden voldaan. Ook heeft de gemeenteraad van West-Berlijn leden van -de communistische partij en de communistische vakbeweging uitgesloten van de mogelijkheid om een gedeelte van het in Sovjet-mar¬ ken verdiende salaris a pari om te wisselen tegen de Westelijke mar¬ ken. Voor vele communistische ambte¬ naren betekent deze maatregel een ernstige strop. Met hun Sovjet¬ marken kunnen zjj alleen terecht in de Sovjet- sector der stad, waar alles duurder is dan in dan in het YVes tten en schaarser. En zouden zij ze op de wissel kantoren omwisselen, dan moeten zij voor iedere Westlijke mark nog altijd ruim 5'/« Sovjet-mark neer tellen, wat een pondje kippenvlees op 22 Sovjet-mark zou brengen. Dit is een ,,kapitalistische" prijs, die de communisten niet kunnen opbrengen. De verruiming in de voedselvoor ziening heeft de levensmiddelenhan del gouden eieren gelegd, doch zij is tevens oorzaak geweest, dat vele andere zakenlieden in de grootste moeilijkheden zijn geraakt. Nu ie¬ dereen zijn geld aan levensmid¬ delen kan uitgeven, blijft er voor andere zaken niet veel meer over. De handelaars in antiek, porcelein. speelgoed, postzegels, de juweliers die jarenlang enorme winsten heb¬ ben gemaakt, klagen nu steen en been. De miskende penning is op¬ nieuw in ere hersteld en dit betekent voor hen de doodslag. Evenals de handelaars in textiel zien zij zich gedwongen hun prijzen radicaal te verlagen en hun activiteit uit de sfeer van de zwart handel terug te trekken. De gouden tijden, die zij jarenlang beleefden en die voor de bevolking een tijdperk vormen van bittere nood en grauwe ellende zijn definitief voorbij. De Berlijners kunnen bij een dergelijke ontwik¬ keling overigens slechts wél varen. Hoe staat het met het gevaar voor pokken? Na de grote pokkenepidemie in 1871-72 is ons land verschoond gebleven van nieuwe epidemieën, dank zij de systematische inenting van onze bevolking tegen de pokken. Daardoor hebben wij ons vertrouwd kunnen maken met de gedachte dat, al worden er in de wereld nog steeds pokkenhaarden aangetroffen, wij ons hier in Nederland daarover geen zorgen behoeven te maken. Toch hebben zich in de laatste tijd omstandigheden voorgedaan, welke de vraag doen rijzen of deze zor¬ geloosheid wel verantwoord is. Wij lezen veel meer over pokkèngeval- len dan voorheen, en er is enige onrust merkbaar. Nu kan voorop¬ gesteld worden, dat voor onrust geen reden aanwezig is, maar wel zullen wij de voorzorgsmaatregelen, welke ter onzer beschikking staan, sterker moeten aanwenden. Wat toch is het geval? In de eerste plaats is in de sys¬ tematische inenting een belangrijke stagnatie opgetreden, doordat in 1926 de wettelijke verplichting tot vaccinatie werdo pgeheven. Deze maatregel moest worden genomen, omdat gebleken was dat in enkels gevallen na een eerste inenting ern stige complicaties optraden. Wij we¬ ten nu, dat deze complicaties prac- tisch kunnen worden uitgeschakeld, wanneer de eerste inenting tegen pokken uitsluitend wordt toegepast gedurende het eerste of het tweede levensjaar en voorts, dat een her¬ haalde inenting practisch geen ge¬ varen oplevert. Maar deze stagnatie heeft tot gevolg gehad, dat de vac¬ cinatietoestand van ons volk nog steeds onvoldoende is. D»t betekent dat bij een mogelijk binnendringen van een pokkengeval, het gevaar voor uitbreiding onder de bevolking aanwezig is. Indonesië is weer een land van pokken geworden. Daarbij komt nog het belangrijke feit, dat de re¬ patriëring van de Nederlandse troe pen is begonnen, en in de naaste toekomst telkens weer de kans aan¬ wezig is op het meebrengen van pokkengevallen, zoals thans op de ,Kota-Inten" het geval is. Nu maakt de vrij langdurige zee¬ reis het mogelijk om tijdig maatre¬ gelen te nemen, wanneer zich pok¬ kengevallen voordoen. Daarom be¬ hoeft Nederland zich geen zorgen te maken over de komst van de ,Kota-Inten" de nodige maatrege¬ len zijn genomen. Maar een derge¬ lijk geval kan zich ook voordoen bij luchtreizigers, die zo snel reizen, dat een besmetting in Indië eerst tot openbaring komt, wanneer de besmette passagier reeds op de plaats van bestemming is gekomen en op allerlei wijze contact heeft gehad met de maatschappij. Dit is een permanent gevaar waaraan Ne¬ derland bloot staat. Ook hiertegen worden maatregelen genomen, maar desondanks is het geraden, de vac- % I s Y, cinatietoestand van ons volk te ver¬ beteren. Wat staat ons nu te doen om onze voorzorgen zo doelmatig mogelijk te nemen? In de eerste plaats is het ge¬ wenst, dat een ieder die in nauwer contact komt met Indië-reizigers, zich uit voorzorg laat her-inenten. Dit betekent o.a., dat in de gezin¬ nen, die een passagier uit Indië ver¬ wachten, hetzij deze is militair of burger, de leden van het gezin zich melden voor her-inenting, voorzo¬ ver zij reeds vroeger èèn of meer¬ malen zijn ingeënt. Zij die nog nim¬ mer zijn ingeënt, behoeven zich thans nog niet voor de eerste maal te laten inenten. In de tweede plaats is het in hoge mate gewenst, dat alle kinderen, die ouder zijn dan 3 maanden, doch jonger dan 2 jaar, worden gevac¬ cineerd. Dit is de beste waarborg om in de toekomst het pokkenge- vaar. dat toch steeds latent aanwe¬ zig zal blijven, uit te schakelen. ■■ 'i De enige sluizen, die in de Rijn zijn aangebracht, bevinden zich op Frans gebied bij Kembs, niet ver van Bazel. Doordat in de oorlog watermijnen uit vliegtuigen in de Rijn werden geworpen, liepen de sluizen grote beschadigingen op. Tengevolge hiervan zakte het waterniveau in Bazel zodanig, dat de scheepvaart op deze stad onmogelijk werd. Thans zijn deze sluizen weer geheel hersteld. Een kijkje op de enorme sluizen, waar dagelijks vele Nederlandse schepen schutten. Van het Binnenlandse Front Heidense voorlichting in deze tijd Is er gebrek oan spaarzin? MERKWAARDIGE LICHTING Niemand zal ontkennen, dat de betrekkelijk snelle bevolkingsaan¬ was in ons land, ons volk voor ern¬ stige problemen stelt. Telde ons land in 1850 nog maar 3 millioen mensen, in 1900 waren we de 5 mil¬ lioen overschreden en in 1950 kan verwacht worden, dat we de 10 mil¬ lioen hebben bereikt. Reeds nu ls Nederland een van de dichtst be¬ volkte landen, welke positie, Bel¬ gië reeds enige jaren geleden aan ons moest afstaan. Dat velen door deze snelle groei verontrust worden, is begrijpelijk. Maar deze verontrusting is zeker geen aanleiding om domme en on- COLORADOKEVER- BESTRIJDING Uit diverse berichten en persbe¬ richten blijkt, dat in het Zuiden, Midden en Oosten van ons land nog betrekkelijk weinig larven van de Coloradokever voorkomen. Deze larven zijn gedeeltelijk bijna volwassen. De geringe be¬ smetting met kevers en volwassen larven is het gevolg van de inten sief gevoerde bestrijding in 1948 en van de ongunstige weersomstandig¬ heden van het vorig seizoen en dit voorjaar. Gedurende de laatste week zagen wij echter plaatselijk een sterker optreden van larven, terwijl Maan¬ dag 4 Juli veel eitjes waren afgezet. Tenzij het weer opnieuw een koel karakter zou aannemen, mogen wij verwachten, dat de besmetting zal toenemen. Wanneer de nodige be¬ strijdingsmaatregelen dan achter¬ wege blijven, gaan de in 1948 be¬ reikte resultaten ongetwijfeld weer teniet. Hoe wei de schade dit jaar door het late optreden beperkt zal blij¬ ven, moet. de Plantenziektekundige Dienst alle telers van aardappelen er met klem op wijzen, vóór de oogstwerkzaamheden beginnen, nogmaals het aardappelgewas gron¬ dig te inspecteren en overal waar een aantasting wordt waargenomen, ook al is deze gering, tot bespuiting of bestuiving over te gaan. Deze# behandeling dient grondig en nauwgezet te worden uitgevoerd. Alleen dan kan men bereiken, dat men midden in de drukke oogstwerkzaamheden geen moei. Hjkheden zal ondervinden. Houders van volkstuinen en alle particulieren die aardappelen ver¬ bouwen, wordt met nadruk aange¬ raden, vóór de vacantie, hun per¬ ceeltjes onder handen te nemen. // FRANS BEVRIJDINGSPLAN voor de kleine „Collabos Katholieke M.R.P. stelt voor: ,voorwaardelijke amnestie" //' (Van onze Parijse correspondent) Ook in Frankrijk is het vraagstuk der „politieke delinquenten" nog altijd niet geheel opgelost. Het brengt nog vaak de tongen en de pennen in beweging. Nu wij er ook enige regels aan gaan wijden, moet het ons van het hart, dat wij het geen aangenaam onderwerp vinden. Het is al heel moeilijk om op dit gebied goed ingelicht te zijn, maar het is nog moeilijker om ten aan¬ zien van dit onderwerp, wat men noemt „objectief" te zijn. Zo spoe¬ dig komt men er toe, om. gedreven door een of andere gevoelsoverwe¬ ging. de feiten op een bepaalde wijze te kleuren. Wij willen pogen, dit zoveel in ons vermogen ligt te voorkomen. Er zijn mensen, die van mening zijn. dat tegen alle politieke delin¬ quenten een zo gestreng mogelijke houding moet worden aangenomen. Sommigen hunner worden tot dit standpunt gedreven omdat ernstige persoonlijke verliezen die zij tij¬ dens de bezetting ondergingen, hen naar strenge onverzettelijkheid in de bestraffing doet verlangen. Zij zijn te begrijpen en wij willen hen niet veroordelen. Er zijn er echter ook. die nu een starre strengheid prediken om in eigen of anderer oog de slapheid te bemantelen, die zij tijdens de bezetting toonden. Daar staan wij tegenover. Wij vin¬ den hun opvatting precies even on¬ zakelijk als die van gewezen colla¬ borateurs en collaborateurtjes, die zich onder de Duitsers niet druk konden maken over groot onrecht, maar thans wel het recht aanroepen. De slordigheid der zuivering. De dagen na de bevrijding m Frankrijk hebben wij niet van nabij meegemaakt. Uit verschillende ge schriften hebben wij onze kennis van wat onmiddellijk na de bevrij BRIEF VAN EEN DETECTIVE CHURCHILL ALS ZWEMMER Roosevelt ontving dreigbrieven Een politieagent inspecteert op de loopplank van het Canadese schip ..Beaverbrae" de passen van de niet-stakende Canadese zeelieden op de eerste dag, dat de noodtoestand in de Londense haven is afgekondigd. Mevrouw Tsjiang Kai-tsjek is een mooie en begaafde vrouw, maar als mij nog eens gevraagd werd haar op reis te vergezellen, zou ik beslist weigeren. De risico's, waaraan zij haar bewakers bloot stelt, zijn te groot. Tijdens het verblijf van mevrouw Tsjiang Kai-tsjek in New York in 1944 viel er op een ochtend mooie droge poedersneeuw. Zij verliet het huis dat zij in Riverdale aan de rand der stad gehuurd had en zag hoe een aantal kinderen met sleetjes de heuvel afsuisden. „Dat wil ik ook eens proberen!" riep de slanke Chinese. Zij liep op de kinderen roe en vroeg, of zij even een slee mocht lenen De geheime agenten, die belast waren met haar bewaking, keken elkaar aan, wat moesten zij doen? De eerste vrouw van China wil sleeën; mag dat worden toege¬ staan? De voorschriften gelasten niet haar dit te verbieden, die bevelen alleen haar te vrijwaren tegen aanvallen, beledigingen en moordaanslagen. Als mevrouw wenst te sleeën, sluit men de straat voor het verkeer en laat haar gaan. De agenten namen elk een zijstraat voor hun rekening en zetten het verkeer stop. Mevrouw liep de heuvel op, ging op het sleetje liggen en suisde naar be¬ neden onder luid gejuich van de kinderen. Bij de kruising aan de voet van de heuvel kwam een taxi aan, de daar gestationneerde agent zwaaide als een gek met de armen om de auto te doen stop¬ pen; maar geheime agenten zijn n burger en de chauffeur dacht, dat er een man stond te zwaaien, snel een taxi wilde hebben; zijn wagen was niet vrij en dus eed hij door. Hij kwam bij het kruispunt, maakte een scherpe bocht en kon nog juist op tijd op zijn rem trappen: de vrouw van het Chinese staatshoofd suisde hem op geen halve meter afstand voorbij. Eén halve seconde later, en zij zou verpletterd zijn. Me¬ vrouw schrok even; de taxi reed door. De chauffeur had er geen idee van, dat hij bijna oorzaak was geweest van een „internationaal incident". Als chef van de Amerikaanse geheime dienst was het tien .jaar lang mijn taak tientallen vooraan¬ staande persoonlijkheden te be¬ schermen, o.a. president Roosevelt en president Truman, Winston Churchill, de Nederlandse en Noorse koninklijke familie, de koning en koningin van Engela-nd. Ik heb hen allen gevrijwaard te¬ gen vergiftiging, aanslagen, bom hen is ooit zo op het randje van de dood geweest als mevr. Tsjiang Kai-tsjek. CHURCHILL KOMT Half December 1941 had ik een gesprek met Roosevelt; terloops deelde hij mij mede: „Dat is waar ook; begin Januari komt Churchill hier voor een .reeks besprekingen. Dan krijg je de handen vol, Frank". Onmiddellijk begon ik voorbereidingen te treffen; on¬ danks de oorlog moest Churchill in Amerika zo veilig wezen als in Abrahams schoot. Een week voor Kerstmis deed ik met mijn vrouw boodschappen op de Con¬ necticut Avenue; ineens klonk uit de radio in mijn wagen: Copper roept Buffalo. Ik nam de micro¬ foon van mijn zendapparaat en antwoordde: Buffalo (mijn ge¬ boorteplaats) was mijn schuilnaam en Copper was het pseudoniem van mijn agent, die dienst had in het Witte Huis. In code bracht Copper mij op de hoogte, dat „de grote man" enige dagen eerder in de V.S. zou aankomen. Uit was het met boodschappen doen; on¬ middellijk reed ik naar Pennsyl¬ vania Aventle 1600: het Witte Huis. IN PANTSERAUTO Churchill arriveerde op 21 De¬ ern ber; hij logeerde in het Witte Huis; ik had hem een gepantserde auto verschaft, waarin hij veilig kon uitrijden. In Januari had Churchill vgcantie nodig; Roose¬ velt stelde voor, dat ik ergens in Florida een plek zou zoeken, waar .Winston beveiligd is tegen alle nieuwsgierige blikken". Edward Stettinius, directeur van de leen- en pachtovereenkomst, bood zijn buitenhuis aan, gelegen aan een verlaten deel van de kust van Florida. Ik inspecteerde de zaak en merkte dat dit de ideale plek was. Daar hield de Britse premier van 5 tot 11 Januari vacantie; alleen gestoord door een marine¬ vliegtuig, dat hem tweemaal per dag de post bracht en door de telefoon, die zo geïsoleerd was, dat niemand ooit kans gekregen zou hebben zijn gesprekken af te luisteren. Churchill hield ervan in zee te baden; hij kon dat doen, want pal¬ men en eucaiyptusbomen onttrok¬ ken hem aan alle onbescheiden blikken. Hij plonsde en plaste in zee en ging dan in de zon liggen drogen, natuurlijk met een sigaar in de mond Zo lag hij op een mid¬ dag; ineens keerde hij zich om naar een van mijn agenten en zei: C7-- fr' ' | i » ai> iiujii Jl OV-tl C-XJt i men en moordenaars en geen van | „En wat zoudt u nu doen, als er plotseling een Duitse onderzeeër opdook en begon te schieten?" „Dat is uitgesloten, meneer de premier. Ziet u daar ginds dat vliegtuig? Dat behoort bij de kust bewaking en het waakt over u.' Dat was juist, want ik was met de kustbewaking overeengekomen, dat die zou zorgen voor een voort¬ durend patrouilleren langs de kust tussen Palm Beach en Fort Lau¬ derdale. Tot elke prijs wilde ik voorkomen, dat een Duitse duik¬ boot Churchill in zee zag rond- ploeteren. POLITIE IS KINDERMEISJE Het bewaken van kinderen was gedurende de gehele ambtstermijn van Roosevelt een der belangrijk¬ ste bezigheden van mijn dienst. Roosevelt had vele kleinkinderen en er was altijd kans, dat er één ontvoerd zou worden. Ik moest er zelfs een speciale afdeling voor oprichten, die al gauw de bijnaam kreeg van „luier-departement". Die afdeling had vertakkingen in Massachusetts, Washington, Texas, Delaware, Californië en Long Is¬ land. Op een dag kreeg ik een telegram, dat mevrouw Elliot Roosevelt geprotesteerd had tegen de voortdurende bewaking van haar kinderen, zij wilde, dat die zich even vrij konden bewegen als alle anderen. Ik telegrafeerde te¬ rug, dat de bewaking moest wor¬ den voortgezet en besprak de kwestie met de president. „Je hebt gelijk, Frank", zei hij. „De bewa¬ king moet voortgaan en ik zal er voor zorgen, dat voortaan niemand meer tegenstribbelt". Mijn mannen hadden vaak het land aan de „luierdienst" en eens zuchtte er één uit de grond van zijn hart: „Er zou een wet moeten komen, dat alleen vrijgezellen president kunnen worden". DREIGBRIEVEN Roosevelt ontving ettelijke dreig¬ brieven; bijna altijd slaagden wij er in de anonieme schrijvers op te sporen en meestal bleken dit krankzinnigen te zijn, die nodig moesten worden opgesloten. Tru¬ man's leven wordt minder be¬ dreigd en zijn bewaking kost min¬ der inspanning, want hij springt minder uit de band dan zijn voor¬ ganger. Er zijn wel eens opmerkin¬ gen gemaakt over zijn vliegtoch¬ ten naar Missouri, waar zijn moe¬ der woonde. Maar die maakt hij in vliegtuigen van de luchtmacht, zodat deze verantwoordelijk is voor zijn welzijn, zo goed als de marine verantwoordelijk is, wan¬ neer hij per onderzeeër reist. („Colliers") De eerste meloenen WINSCHOTEN. Op de laat¬ ste gehouden veiling alhier werden de eerste meloenen aangevoerd, door de kweker H. Drent te Ter Apel. ding voorviel op het gebied van zuivering en rechtspraak moeten putten. We kregen sterk de indruk, dat er op dit terrein slordigheden en soms zelfs welbewuste fouten zijn begaan. Heel wat journalisten, die in de kranten hadden geschreven, dat de Atlantikwall onneembaar was. gingen voor lange tijd de cel in of kregen de kogel, maar heel wat aannemers, die die onneembare wal aanlegden, bleven geheel vrij. De rechtspraak was ook vaak nogal a l'improviste, en dus onoverzichte¬ lijk en gebrekkig georganiseerd. Zo kon het gebeuren, dat men in het ene deel des lands vrijgesproken werd voor hetzelfde feit, waar men in een ander deel des lands levens¬ lang voor kreeg. Soms ook werden oude dorpsruzies of provinciale win- keiiersconcurrentie op een ramp¬ zalige wijze uitgevochten voor een zuiveringsrechtbankje. En het ge¬ beurde ook wel, dat hele groepen verdachten en bloc, dus zo maar per groep, werden verhoord en veroor¬ deeld. Wij haasten ons nu er op te wijzen, dat dergelijke voorvallen uitzonderingen waren, en dat dus degenen, die dit soms om mens¬ lievende redenen, soms ook uit min¬ der aangename overwegingen vergeten, naast de werkelijkheid zijn. Maar waar het om gaat, is dat nu nog vrij veel Fransen in bewaring vertoeven om vergrijpen, die niet altijd zo bijzonder ernstig te nemen vallen, zij het misschien: bij nader inzien. Het maakt in ieder geval geen goede indruk, dat er nog tamelijk veel gevangenen zijn, wier grootste fout (alweer: bij nader inzien) uit onnozelheid en slapte bestond, ter¬ wijl een bepaald soort „handige jon¬ gens", dat soms zeer ernstige ver¬ grijpen tegen de medeburgers en tegen de zaak der Geallieerden be¬ ging, zich door allerlei manoeuvres wist te vrijwaren van vervolging en thans nog immer op vrije voeten verkeert. Daarom ook is het begrij¬ pelijk, dat de Franse regering naar de middelen zoekt om de „lichte ge¬ vallen" onder de gedetineerden gra¬ tie te verlenen en aldus terug te plaatsen in het maatschappelijk le¬ ven. Een moeilijk en delicaat pro¬ bleem! Lichte gevallen vrü? Enige tijd geleden heeft de Minis¬ ter van Justitie, Robert Lecourt, een voorstel tot regeling van dit vraag¬ stuk ingediend. Zijn voorstel ging niet zo ver als de ene partij wenste, en tegelijk weer verder dan de andere partij meende te kunnen goedkeuren. De socialistische leden van regering en parlement behoor¬ den tot degenen, die vonden dat Lecourt wat te ver ging, alhoewel ook zij meenden, dat het probleem inderdaad om oplossing vraagt. Het resultaat was, dat het voorstel van de Minister van Justitie „voorlo¬ pig" van de agenda werd geschrapt. Meende men de tijd nog niet rijp en wilde men de kans op onrust, die zich na een mogelijke regeling van het vraagstuk zou kunnen meester maken van bepaalde delen der be¬ volking, nog even van zich afschui. ven? Hoe het zij, de katholieke demo^ cratische partij, de M.R.P,, waar de minister lid van is, liet het er niet bij zitten. Zij ontwierp een nieuw plan, ondertekend door onverdachte oud-verzetsstrijders als Bidault en Teitgen, en deponeerde het op het bureau van het Franse parlement. Ook in dit plan werd voorgesteld om de „lichte gevallen", dus die lieden die geen ernstige en welover¬ wogen misdaden zoals foltering, moord-of vrijwillig verraad begin¬ gen, amnestie te verlenen. Maar in afwijking met wat Lecourt wilde, werd geopperd om aan die kwijt¬ schelding van straf een voorwaar¬ delijk karakter te geven. Zij zou pas definitief mogen zijn,'als de be¬ trokkene gedurende de eerstkomen¬ de vijf jaar niet in aanraking met de strafrechter zal zijn gekomen. Voorts werd bepleit om degenen, die voor hoogstens tien jaar uit burgerrechten werden ontzet, am¬ nestie te verlenen. Voor de anderen werd een, zij het geringe, verzach¬ ting van straf aanbevolen. Wie uit het burgerrecht ontzet is, zal vol¬ gens de M.R.P. niet mogen stemmen of verkiesbaar zijn, geen onderwijs geven of ambtenaar zijn en ook geen lintjes dragen, maar wél in aanmer¬ king komen voor pensioen en wél als getuige optreden in een proces Als, misschien wel noodzakelijk „tegenwicht", stelde de M.R.P. voor om nieuwe strafbepalingen uit te vaardigen tegen hen, die op tarten¬ de of anderszins onwelvoegelijke wijze de gedragingen van voorma¬ lige collaborateurs mochten ophe¬ melen. Indien dit voorstel genade mocht vinden bij de meerderheid van het parlement zal naar schatting een drieduizendtal politieke delinquen¬ ten er de profijt van plukken en de vrijheid hervinden. Men moet ho¬ pen, dat al de hierbij betrokken vraagstukken in Frankrijk op een waardige wijze onder het oog gezien en behandeld zullen worden. VOOR- toelaatbare dingen te zeggen, zoals nog onlangs een leraar van een Rijks H. B. S., die in een plaatselijk orgaan schreef, dat Nederland een beschaafd land is .behalve wat de geboorten betreft, want in dit op¬ zicht handelde het even onver¬ antwoordelijk als China. Een medicus, dr. Teupken, schreef kort geleden een boek, dat hij be¬ titelde: De zelfmoord der mensheid en waarin hij de stelling verdedig¬ de, dat de mensheid bezig is zelf¬ moord te plegen door de veel te snelle geboorts-aanwas. Hij noemde vooral de houding van veie Neder¬ landers „grenzeloze zelfoverschat¬ ting' ' omdat deze mensen menen, dat de natuur, die overal een te snelle vermenigvuldiging van de soort, door vernietiging weer in de juiste banen voert, voor hem niet gold. En deze dr. Teupken, gaat in zijn critiek zelfs zover, dat hij de kerk en de godsdienst de schuld geeft van deze gevaarlijke zelf¬ overschatting, Deze leraar ziet zelfs over het hoofd, dat niet de mens die Gods geboden volgt, waanwijs is, maar, dat hij die meent Gods geboden te moeten corrigeren, daarmee zich wel aan het summum van zelfoverschatting schuldig maakt. Maar genoeg over deze dwaashe¬ den, die wel heel duidelijk demon¬ streren, hoe volkomen heidens de voorlichting is, die in lectuur en school momenteel over actuele pro¬ blemen gegeven wordt. En waarbij men dan komt tot de gevaarlijke en onrechtvaardige consequenties, dat de overheid, inplaats van grote ge¬ zinnen extra te steunen ,deze gezin¬ nen door het opleggen van zware financiële lasten, meer verantwoor¬ delijkheidsgevoel moest bijbrengen. Deze mensen zijn blijkbaar blind voor het feit, dat juist de geboorte¬ beperking, landen als Frankrijk en het Belg. Walenland met onder¬ gang bedreigt, terwijl een geboorte¬ overschot wijst op een gezond en sterk volk, dat de lasten en moei¬ lijkheden van het leven aandurft en daardoor welvaart schept. Natuurlijk zijn de problemen, die de bevolkingtoename ons stelt, niet gemakkelijk op te lossen. Proble¬ men als onderwijs, woningbouw en werkverruiming worden er in be¬ langrijke mate door verscherpt. Hier staan wij nog voor grote spannin¬ gen. Mgr. dr. Verhoeven wees er nog in zijn jongste jaarverslag op, dat we, wat het onderwijs betreft, in de komende jaren voor grote moeilijkheden staan. En de statis¬ tici hebben uitgerekend, dat we, wat de arbeidsmarkt betreft, na 1955 hier voor grote spanningen zullen komen te staan. De nieuwe werk¬ krachten stromen in grote getale toe, de ouderen blijven veel langer fit, door verbetering van de gezond¬ heidstoestand en daling der sterfte¬ cijfers, zodat er veel meer mensen op de arbeidsmarkt komen. Daarom is het zo dringend nodig, dat de in¬ dustrialisatie krachtig wordt aan¬ gepakt. Maar daarvoor is nodig een belangrijke kapitaalvorming; aan¬ bouw van fabrieken, aanschaffing van machines en vooral het vor¬ men van een geschoold arbeids¬ leger. Maar de spaarzin is er uit bij de mensen, materialen voor fa- brieksbouw op grote schaal zijn er niet, voor aankoop van machines zijn er geen deviezen en de grote massa van onze jeugd is of onge¬ schoold of opgeleid voor intellec¬ tueel en administratief werk, om¬ dat de handenarbeid nog altijd in discrediet staat bij talloze onver¬ standige ouders. Neen willen we de zegeningen van de geboorts-aanwas volkomen benutten, dan zullen zeer moeilijke problemen op korte tijd moeten worden opgelost. GEBREK AAN SPAARZIN! In nauw verband met boven¬ staande opmerkingen, mogen we wel wijzen op de verontrustende publicaties, welke juist dezer da¬ gen zijn gepubliceerd over een ge¬ brek aan spaarzin bij de grote meerderheid van ons volk. Immers willen wij komen tot industrialisa¬ tie op grote schaal dan zal er in grote mate kapitaal moeten worden gevormd om deze fabrieken te fi¬ nancieren. Voor een zeer belang¬ rijk deel zal dit moeten geschieden uit de kapitalen door ons volk zelf gevormd en dat kan natuurlijk niet anders geschieden dan door te spa¬ ren. De Regering ziet dit ook zeer goed in en vandaar, dat zij niet ophoudt ons volk er voortdurend op te wijzen, dat er gespaard moet worden, want wanneer op deze wij¬ ze geen volksvermogen wordt ge¬ vormd, dan zal een belangrijke uit¬ breiding van de industrie niet mo¬ gelijk zijn en zullen we binnen enkele jaren gebukt gaan onder een verschrikkelijk leger van werklo¬ zen. Maar al die aanmaningen om te sparen hebben tot nu toe nog bit¬ ter weinig uitwerking gehad, want de laatste cijfers wijzen er juist op, dat er door ons volk veel en veel minder wordt gespaard dan voor de oorlog. Toen we nog in de ge¬ lukkige periode verkeerden, dat we per jaar 600 millioen trokken aan rente uit leningen aan het buiten¬ land 600 millioen kapitaal invoer¬ den dank zij onze grote scheep¬ vaartmaatschappijen en bijna 700 millioen gulden trokken uit Indië. Van deze honderden millioenen is slechts een schijntje overgebleven. Sparen is dus momenteel meer nodig dan ooit, maar het jongste opinie-onderzoek toonde aan dat 2/3 van ons volk niet meer spaart en wat misschien nog het meest ver¬ ontrustend is, dat ook bij de wel- gestelden, de spaarzin snel af¬ neemt. Er zijn ontegenzeggelijk verklaar¬ bare motieven op te geven voor dit stijgend gebrek aan spaarzin, zo¬ als de grote spanning tussen lonen en prijzen die voor de grote mas¬ sa van ons volk niet alleen elk spa¬ ren onmogelijk maakt, maar ook oorzaak is, dat velen hun spaar¬ potje aan het opsouperen zijn. Maar deze factoren doen toch niets af aan het feit, dat deze snel¬ le daling van de spaarzin, voor on¬ ze volkswelvaart, vooral in de naas¬ te toekomst, uitermate verontrus¬ tend moet worden genoemd en ons binnpn enkele jaren voor proble¬ men zal stellen, welke dan schier onoplosbaar zullen zijn J. H.