Tekstweergave van HK_1949_07_14_0005
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
fü
*
Donderdag
14
Juli
1949
In
West-Berlijn
is
weer
alles
te
koop
Goed
gesorteerde
volle
winkels,
meer
kijkers
dan
kopers!
De
miskende
penning
opnieuw
in
ere
hersteld
maar
(Van
onze
Berlijnse
correspondent)
BERLIJN,
Juli
1949.
HET
langzaam
wegterende
leven
in
de
Westelijke
sectoren
van
Berlijn
is
als
bij
toverslag
opgefleurd
en
heeft
een
onver¬
wacht
gezond
aspect
gekregen.
Slechts
twee
maanden
zijn
ver¬
streken,
sinds
de
toegangspoorten
tot
de
voormalige
Duitse
hoofdstad
weer
voor
het
eerst,
na
een
elf
maanden
lange
periode
van
benauwende
isolatie,
wagenwijd
werden
opengeworpen,
doch
deze
tijd
is
voldoende
geweest
om
een
volslagen
ommekeer
in
het
bestaan
van
vele
honderdduizenden
teweeg
te
brengen.
West-Berlijn
leeft
weer.
Het
heeft
weer.
Het
heeft
zijn
cadans
terug¬
gevonden,
die
in
maanden
van
ver¬
sobering
en
beperking
steeds
ster¬
ker
was
verstard.
Een
wandeling
door
de
eens
zo
kale
kleurloze
stra¬
ten
vormt
een
openbaring
en
bij
iedere
stap
vangt
het
verbaasde
oog
nieuwe
uitingen
van
een
verblijden¬
de
wending
ten
gunste.
Dit
wil
na¬
tuurlijk
niet
zeggen,
dat
West-Ber¬
lijn
zijn
vooroorlogse
aspect
terug
heeft
gekregen.
Dit
zal
nog
wel
en¬
kele
tientallen
jaren
duren.
Maar
het
heeft
zich
resoluut
opgericht
uit
de
toestand
van
verstarring
en
on¬
verschilligheid,
waarin
een
onafge¬
broken
stroom
beprovingen
het
ge
worpen
had.
Er
zijn
weer
winkels
met
open,
brede
étalages,
welvoorziene
uitstal¬
kasten
met
talloze
producten,
waar¬
van
de
Berlijner
jarenlang
slechts
heeft
kunnen
dromen.
Ganzen,
kip¬
pen,
eenden,
paling,
alle
soorten
visconserven,
haringen,
zeezalm.
rol-
mopsen'
en
zelfs
chocolade
hebben
het
grauwe
raadselachtige
brood
smeersel
en
de
vergeelde
flessen
surrogaatsausen
verdrongen.
Doodgewoon
kunnen
koken.
Al
deze
producten
mogen
al
niet
van
vitaal
belang
zijn,
de
Berlijner
begroet
ze
enthousiast
als
bood¬
schappers
van
een
betere
toekomst.
Voor
dé
groentewinkels
zijn
de
zwarte
hórden
met
hun
weinig
aan¬
lokkelijke
opschriften:
„Alleen
aard¬
appelpoeder
en
gedroogde
groente
voorradig"
verdwenen.
Zij
zijn
ver
drongen
door
kistjes
verse
groente
spinazie,
rabarber,
witlof,
sla,
door
stapels
kostelijk
fruit
en
door
ber¬
gen
eindelijk
eens
niet
verpoederde
of
gedroogde
aardappelen.
Een
echte
aardappel
op
de
dis,
dit
alleen
is
reeds
een
feest
voor
de
honderdduizenden,
die
maanden¬
lang
hun
magen
gevuld
hebben
met
een
kleverig
groen
en
moeilijk
ver
teerbaar
poeder.
En
er
is
weer
licht
en
gas.
De
huisvrouw
kan
rustig
haar
potje
koken
en
's
avonds
kan
het
gezin
weer
naar
de
radio
luis¬
teren
of
een
kaartje
leggen
in
het
licht
van
electrische
lampen.
Eerste
rush
weer
voorbij
De
eerste
weken
na
het
ophef¬
fen
der
blokkade
hebben
duizenden
de
welvoorziene
winkels
bestormd.
Grif
telden
zij
vier
mark
neer
voor
een
kilo
vis
of
vijf
mark
voor
een
pondje
kippenvlees,
terwijl
de
da¬
mes
zichzelf
tracteerden
op
een
ta¬
blet
chocolade
van
drie
mark.
Geld¬
gebrek
maakte
aan
dit
feest
echter
spoedig
een
einde.
Met
veertig
of
vijftig
mark
inkomen
per
week
is
men
gauw
uitgegeven.
Nu
wordt
er
niet
meer
voor
de
toonbanken
ge¬
drongen
of
gevochten.
Vele
lopen
van
de
ene
etalage
naar
de
ander,
en
klagen
dat
alles
zo
duur
is.
De
snel
uitgeputte
koopkracht
der
be¬
volking
heeft
inmiddels
reeds
tot
gevolg
gehad,
dat
o.a.
de
groente-
prijzen
in
doorsnee
met
30
procent
gijn
gedaald.
Het
is
een
natuurlijke
ontwikkeling,
die
er
op
wijst,
dat
ook
in
Berlijn
de
eerste
beslissen¬
de
stap
op
de
weg
naar
een
ge¬
zonder
economisch
leven
werd
gezet.
Een
ernstig
struikelblok
en
een
bron
van
vele
zorgen
vormen
overi¬
gens
nog
de
onveranderd
gebleven
muntverhoudingen
.
Verschillende
stedelijke
diensten
ontvangen
uit¬
sluitend
Sovjet-marken,
doch
moeten
een
groot
gedeelte
van
hun
uit¬
gaven
voldoen
in
Westelijke
marken.
Door
de
omwisseling
lijden
zij
be¬
langrijke
verliezen,
die
in
het
af¬
gelopen
jaar
de
niet
geringe
som
beliepen
van
9.2
millioen
mark.
Strop
voor
communisten
en
luxe
winkels.
Om
deze
schadepost
weg
te
wer¬
ken,
hebben
nu
de
gemeentelijke
gas-,
water-
en
electriciteitsbe-
drijven
reeds
besloten
geen
Sovjet¬
marken
meer
in
betaling
aan
te
nemen.
De
maandelijkse
kwitanties
zullen
voortaan
in
Westelijke
marken
moeten
worden
voldaan.
Ook
heeft
de
gemeenteraad
van
West-Berlijn
leden
van
-de
communistische
partij
en
de
communistische
vakbeweging
uitgesloten
van
de
mogelijkheid
om
een
gedeelte
van
het
in
Sovjet-mar¬
ken
verdiende
salaris
a
pari
om
te
wisselen
tegen
de
Westelijke
mar¬
ken.
Voor
vele
communistische
ambte¬
naren
betekent
deze
maatregel
een
ernstige
strop.
Met
hun
Sovjet¬
marken
kunnen
zjj
alleen
terecht
in
de
Sovjet-
sector
der
stad,
waar
alles
duurder
is
dan
in
dan
in
het
YVes
tten
en
schaarser.
En
zouden
zij
ze
op
de
wissel
kantoren
omwisselen,
dan
moeten
zij
voor
iedere
Westlijke
mark
nog
altijd
ruim
5'/«
Sovjet-mark
neer
tellen,
wat
een
pondje
kippenvlees
op
22
Sovjet-mark
zou
brengen.
Dit
is
een
,,kapitalistische"
prijs,
die
de
communisten
niet
kunnen
opbrengen.
De
verruiming
in
de
voedselvoor
ziening
heeft
de
levensmiddelenhan
del
gouden
eieren
gelegd,
doch
zij
is
tevens
oorzaak
geweest,
dat
vele
andere
zakenlieden
in
de
grootste
moeilijkheden
zijn
geraakt.
Nu
ie¬
dereen
zijn
geld
aan
levensmid¬
delen
kan
uitgeven,
blijft
er
voor
andere
zaken
niet
veel
meer
over.
De
handelaars
in
antiek,
porcelein.
speelgoed,
postzegels,
de
juweliers
die
jarenlang
enorme
winsten
heb¬
ben
gemaakt,
klagen
nu
steen
en
been.
De
miskende
penning
is
op¬
nieuw
in
ere
hersteld
en
dit
betekent
voor
hen
de
doodslag.
Evenals
de
handelaars
in
textiel
zien
zij
zich
gedwongen
hun
prijzen
radicaal
te
verlagen
en
hun
activiteit
uit
de
sfeer
van
de
zwart
handel
terug
te
trekken.
De
gouden
tijden,
die
zij
jarenlang
beleefden
en
die
voor
de
bevolking
een
tijdperk
vormen
van
bittere
nood
en
grauwe
ellende
zijn
definitief
voorbij.
De
Berlijners
kunnen
bij
een
dergelijke
ontwik¬
keling
overigens
slechts
wél
varen.
Hoe
staat
het
met
het
gevaar
voor
pokken?
Na
de
grote
pokkenepidemie
in
1871-72
is
ons
land
verschoond
gebleven
van
nieuwe
epidemieën,
dank
zij
de
systematische
inenting
van
onze
bevolking
tegen
de
pokken.
Daardoor
hebben
wij
ons
vertrouwd
kunnen
maken
met
de
gedachte
dat,
al
worden
er
in
de
wereld
nog
steeds
pokkenhaarden
aangetroffen,
wij
ons
hier
in
Nederland
daarover
geen
zorgen
behoeven
te
maken.
Toch
hebben
zich
in
de
laatste
tijd
omstandigheden
voorgedaan,
welke
de
vraag
doen
rijzen
of
deze
zor¬
geloosheid
wel
verantwoord
is.
Wij
lezen
veel
meer
over
pokkèngeval-
len
dan
voorheen,
en
er
is
enige
onrust
merkbaar.
Nu
kan
voorop¬
gesteld
worden,
dat
voor
onrust
geen
reden
aanwezig
is,
maar
wel
zullen
wij
de
voorzorgsmaatregelen,
welke
ter
onzer
beschikking
staan,
sterker
moeten
aanwenden.
Wat
toch
is
het
geval?
In
de
eerste
plaats
is
in
de
sys¬
tematische
inenting
een
belangrijke
stagnatie
opgetreden,
doordat
in
1926
de
wettelijke
verplichting
tot
vaccinatie
werdo
pgeheven.
Deze
maatregel
moest
worden
genomen,
omdat
gebleken
was
dat
in
enkels
gevallen
na
een
eerste
inenting
ern
stige
complicaties
optraden.
Wij
we¬
ten
nu,
dat
deze
complicaties
prac-
tisch
kunnen
worden
uitgeschakeld,
wanneer
de
eerste
inenting
tegen
pokken
uitsluitend
wordt
toegepast
gedurende
het
eerste
of
het
tweede
levensjaar
en
voorts,
dat
een
her¬
haalde
inenting
practisch
geen
ge¬
varen
oplevert.
Maar
deze
stagnatie
heeft
tot
gevolg
gehad,
dat
de
vac¬
cinatietoestand
van
ons
volk
nog
steeds
onvoldoende
is.
D»t
betekent
dat
bij
een
mogelijk
binnendringen
van
een
pokkengeval,
het
gevaar
voor
uitbreiding
onder
de
bevolking
aanwezig
is.
Indonesië
is
weer
een
land
van
pokken
geworden.
Daarbij
komt
nog
het
belangrijke
feit,
dat
de
re¬
patriëring
van
de
Nederlandse
troe
pen
is
begonnen,
en
in
de
naaste
toekomst
telkens
weer
de
kans
aan¬
wezig
is
op
het
meebrengen
van
pokkengevallen,
zoals
thans
op
de
,Kota-Inten"
het
geval
is.
Nu
maakt
de
vrij
langdurige
zee¬
reis
het
mogelijk
om
tijdig
maatre¬
gelen
te
nemen,
wanneer
zich
pok¬
kengevallen
voordoen.
Daarom
be¬
hoeft
Nederland
zich
geen
zorgen
te
maken
over
de
komst
van
de
,Kota-Inten"
de
nodige
maatrege¬
len
zijn
genomen.
Maar
een
derge¬
lijk
geval
kan
zich
ook
voordoen
bij
luchtreizigers,
die
zo
snel
reizen,
dat
een
besmetting
in
Indië
eerst
tot
openbaring
komt,
wanneer
de
besmette
passagier
reeds
op
de
plaats
van
bestemming
is
gekomen
en
op
allerlei
wijze
contact
heeft
gehad
met
de
maatschappij.
Dit
is
een
permanent
gevaar
waaraan
Ne¬
derland
bloot
staat.
Ook
hiertegen
worden
maatregelen
genomen,
maar
desondanks
is
het
geraden,
de
vac-
%
I
s
Y,
cinatietoestand
van
ons
volk
te
ver¬
beteren.
Wat
staat
ons
nu
te
doen
om
onze
voorzorgen
zo
doelmatig
mogelijk
te
nemen?
In
de
eerste
plaats
is
het
ge¬
wenst,
dat
een
ieder
die
in
nauwer
contact
komt
met
Indië-reizigers,
zich
uit
voorzorg
laat
her-inenten.
Dit
betekent
o.a.,
dat
in
de
gezin¬
nen,
die
een
passagier
uit
Indië
ver¬
wachten,
hetzij
deze
is
militair
of
burger,
de
leden
van
het
gezin
zich
melden
voor
her-inenting,
voorzo¬
ver
zij
reeds
vroeger
èèn
of
meer¬
malen
zijn
ingeënt.
Zij
die
nog
nim¬
mer
zijn
ingeënt,
behoeven
zich
thans
nog
niet
voor
de
eerste
maal
te
laten
inenten.
In
de
tweede
plaats
is
het
in
hoge
mate
gewenst,
dat
alle
kinderen,
die
ouder
zijn
dan
3
maanden,
doch
jonger
dan
2
jaar,
worden
gevac¬
cineerd.
Dit
is
de
beste
waarborg
om
in
de
toekomst
het
pokkenge-
vaar.
dat
toch
steeds
latent
aanwe¬
zig
zal
blijven,
uit
te
schakelen.
■■
'i
De
enige
sluizen,
die
in
de
Rijn
zijn
aangebracht,
bevinden
zich
op
Frans
gebied
bij
Kembs,
niet
ver
van
Bazel.
Doordat
in
de
oorlog
watermijnen
uit
vliegtuigen
in
de
Rijn
werden
geworpen,
liepen
de
sluizen
grote
beschadigingen
op.
Tengevolge
hiervan
zakte
het
waterniveau
in
Bazel
zodanig,
dat
de
scheepvaart
op
deze
stad
onmogelijk
werd.
Thans
zijn
deze
sluizen
weer
geheel
hersteld.
Een
kijkje
op
de
enorme
sluizen,
waar
dagelijks
vele
Nederlandse
schepen
schutten.
Van
het
Binnenlandse
Front
Heidense
voorlichting
in
deze
tijd
Is
er
gebrek
oan
spaarzin?
MERKWAARDIGE
LICHTING
Niemand
zal
ontkennen,
dat
de
betrekkelijk
snelle
bevolkingsaan¬
was
in
ons
land,
ons
volk
voor
ern¬
stige
problemen
stelt.
Telde
ons
land
in
1850
nog
maar
3
millioen
mensen,
in
1900
waren
we
de
5
mil¬
lioen
overschreden
en
in
1950
kan
verwacht
worden,
dat
we
de
10
mil¬
lioen
hebben
bereikt.
Reeds
nu
ls
Nederland
een
van
de
dichtst
be¬
volkte
landen,
welke
positie,
Bel¬
gië
reeds
enige
jaren
geleden
aan
ons
moest
afstaan.
Dat
velen
door
deze
snelle
groei
verontrust
worden,
is
begrijpelijk.
Maar
deze
verontrusting
is
zeker
geen
aanleiding
om
domme
en
on-
COLORADOKEVER-
BESTRIJDING
Uit
diverse
berichten
en
persbe¬
richten
blijkt,
dat
in
het
Zuiden,
Midden
en
Oosten
van
ons
land
nog
betrekkelijk
weinig
larven
van
de
Coloradokever
voorkomen.
Deze
larven
zijn
gedeeltelijk
bijna
volwassen.
De
geringe
be¬
smetting
met
kevers
en
volwassen
larven
is
het
gevolg
van
de
inten
sief
gevoerde
bestrijding
in
1948
en
van
de
ongunstige
weersomstandig¬
heden
van
het
vorig
seizoen
en
dit
voorjaar.
Gedurende
de
laatste
week
zagen
wij
echter
plaatselijk
een
sterker
optreden
van
larven,
terwijl
Maan¬
dag
4
Juli
veel
eitjes
waren
afgezet.
Tenzij
het
weer
opnieuw
een
koel
karakter
zou
aannemen,
mogen
wij
verwachten,
dat
de
besmetting
zal
toenemen.
Wanneer
de
nodige
be¬
strijdingsmaatregelen
dan
achter¬
wege
blijven,
gaan
de
in
1948
be¬
reikte
resultaten
ongetwijfeld
weer
teniet.
Hoe
wei
de
schade
dit
jaar
door
het
late
optreden
beperkt
zal
blij¬
ven,
moet.
de
Plantenziektekundige
Dienst
alle
telers
van
aardappelen
er
met
klem
op
wijzen,
vóór
de
oogstwerkzaamheden
beginnen,
nogmaals
het
aardappelgewas
gron¬
dig
te
inspecteren
en
overal
waar
een
aantasting
wordt
waargenomen,
ook
al
is
deze
gering,
tot
bespuiting
of
bestuiving
over
te
gaan.
Deze#
behandeling
dient
grondig
en
nauwgezet
te
worden
uitgevoerd.
Alleen
dan
kan
men
bereiken,
dat
men
midden
in
de
drukke
oogstwerkzaamheden
geen
moei.
Hjkheden
zal
ondervinden.
Houders
van
volkstuinen
en
alle
particulieren
die
aardappelen
ver¬
bouwen,
wordt
met
nadruk
aange¬
raden,
vóór
de
vacantie,
hun
per¬
ceeltjes
onder
handen
te
nemen.
//
FRANS
BEVRIJDINGSPLAN
voor
de
kleine
„Collabos
Katholieke
M.R.P.
stelt
voor:
,voorwaardelijke
amnestie"
//'
(Van
onze
Parijse
correspondent)
Ook
in
Frankrijk
is
het
vraagstuk
der
„politieke
delinquenten"
nog
altijd
niet
geheel
opgelost.
Het
brengt
nog
vaak
de
tongen
en
de
pennen
in
beweging.
Nu
wij
er
ook
enige
regels
aan
gaan
wijden,
moet
het
ons
van
het
hart,
dat
wij
het
geen
aangenaam
onderwerp
vinden.
Het
is
al
heel
moeilijk
om
op
dit
gebied
goed
ingelicht
te
zijn,
maar
het
is
nog
moeilijker
om
ten
aan¬
zien
van
dit
onderwerp,
wat
men
noemt
„objectief"
te
zijn.
Zo
spoe¬
dig
komt
men
er
toe,
om.
gedreven
door
een
of
andere
gevoelsoverwe¬
ging.
de
feiten
op
een
bepaalde
wijze
te
kleuren.
Wij
willen
pogen,
dit
zoveel
in
ons
vermogen
ligt
te
voorkomen.
Er
zijn
mensen,
die
van
mening
zijn.
dat
tegen
alle
politieke
delin¬
quenten
een
zo
gestreng
mogelijke
houding
moet
worden
aangenomen.
Sommigen
hunner
worden
tot
dit
standpunt
gedreven
omdat
ernstige
persoonlijke
verliezen
die
zij
tij¬
dens
de
bezetting
ondergingen,
hen
naar
strenge
onverzettelijkheid
in
de
bestraffing
doet
verlangen.
Zij
zijn
te
begrijpen
en
wij
willen
hen
niet
veroordelen.
Er
zijn
er
echter
ook.
die
nu
een
starre
strengheid
prediken
om
in
eigen
of
anderer
oog
de
slapheid
te
bemantelen,
die
zij
tijdens
de
bezetting
toonden.
Daar
staan
wij
tegenover.
Wij
vin¬
den
hun
opvatting
precies
even
on¬
zakelijk
als
die
van
gewezen
colla¬
borateurs
en
collaborateurtjes,
die
zich
onder
de
Duitsers
niet
druk
konden
maken
over
groot
onrecht,
maar
thans
wel
het
recht
aanroepen.
De
slordigheid
der
zuivering.
De
dagen
na
de
bevrijding
m
Frankrijk
hebben
wij
niet
van
nabij
meegemaakt.
Uit
verschillende
ge
schriften
hebben
wij
onze
kennis
van
wat
onmiddellijk
na
de
bevrij
BRIEF
VAN
EEN
DETECTIVE
CHURCHILL
ALS
ZWEMMER
Roosevelt
ontving
dreigbrieven
Een
politieagent
inspecteert
op
de
loopplank
van
het
Canadese
schip
..Beaverbrae"
de
passen
van
de
niet-stakende
Canadese
zeelieden
op
de
eerste
dag,
dat
de
noodtoestand
in
de
Londense
haven
is
afgekondigd.
Mevrouw
Tsjiang
Kai-tsjek
is
een
mooie
en
begaafde
vrouw,
maar
als
mij
nog
eens
gevraagd
werd
haar
op
reis
te
vergezellen,
zou
ik
beslist
weigeren.
De
risico's,
waaraan
zij
haar
bewakers
bloot
stelt,
zijn
te
groot.
Tijdens
het
verblijf
van
mevrouw
Tsjiang
Kai-tsjek
in
New
York
in
1944
viel
er
op
een
ochtend
mooie
droge
poedersneeuw.
Zij
verliet
het
huis
dat
zij
in
Riverdale
aan
de
rand
der
stad
gehuurd
had
en
zag
hoe
een
aantal
kinderen
met
sleetjes
de
heuvel
afsuisden.
„Dat
wil
ik
ook
eens
proberen!"
riep
de
slanke
Chinese.
Zij
liep
op
de
kinderen
roe
en
vroeg,
of
zij
even
een
slee
mocht
lenen
De
geheime
agenten,
die
belast
waren
met
haar
bewaking,
keken
elkaar
aan,
wat
moesten
zij
doen?
De
eerste
vrouw
van
China
wil
sleeën;
mag
dat
worden
toege¬
staan?
De
voorschriften
gelasten
niet
haar
dit
te
verbieden,
die
bevelen
alleen
haar
te
vrijwaren
tegen
aanvallen,
beledigingen
en
moordaanslagen.
Als
mevrouw
wenst
te
sleeën,
sluit
men
de
straat
voor
het
verkeer
en
laat
haar
gaan.
De
agenten
namen
elk
een
zijstraat
voor
hun
rekening
en
zetten
het
verkeer
stop.
Mevrouw
liep
de
heuvel
op,
ging
op
het
sleetje
liggen
en
suisde
naar
be¬
neden
onder
luid
gejuich
van
de
kinderen.
Bij
de
kruising
aan
de
voet
van
de
heuvel
kwam
een
taxi
aan,
de
daar
gestationneerde
agent
zwaaide
als
een
gek
met
de
armen
om
de
auto
te
doen
stop¬
pen;
maar
geheime
agenten
zijn
n
burger
en
de
chauffeur
dacht,
dat
er
een
man
stond
te
zwaaien,
snel
een
taxi
wilde
hebben;
zijn
wagen
was
niet
vrij
en
dus
eed
hij
door.
Hij
kwam
bij
het
kruispunt,
maakte
een
scherpe
bocht
en
kon
nog
juist
op
tijd
op
zijn
rem
trappen:
de
vrouw
van
het
Chinese
staatshoofd
suisde
hem
op
geen
halve
meter
afstand
voorbij.
Eén
halve
seconde
later,
en
zij
zou
verpletterd
zijn.
Me¬
vrouw
schrok
even;
de
taxi
reed
door.
De
chauffeur
had
er
geen
idee
van,
dat
hij
bijna
oorzaak
was
geweest
van
een
„internationaal
incident".
Als
chef
van
de
Amerikaanse
geheime
dienst
was
het
tien
.jaar
lang
mijn
taak
tientallen
vooraan¬
staande
persoonlijkheden
te
be¬
schermen,
o.a.
president
Roosevelt
en
president
Truman,
Winston
Churchill,
de
Nederlandse
en
Noorse
koninklijke
familie,
de
koning
en
koningin
van
Engela-nd.
Ik
heb
hen
allen
gevrijwaard
te¬
gen
vergiftiging,
aanslagen,
bom
hen
is
ooit
zo
op
het
randje
van
de
dood
geweest
als
mevr.
Tsjiang
Kai-tsjek.
CHURCHILL
KOMT
Half
December
1941
had
ik
een
gesprek
met
Roosevelt;
terloops
deelde
hij
mij
mede:
„Dat
is
waar
ook;
begin
Januari
komt
Churchill
hier
voor
een
.reeks
besprekingen.
Dan
krijg
je
de
handen
vol,
Frank".
Onmiddellijk
begon
ik
voorbereidingen
te
treffen;
on¬
danks
de
oorlog
moest
Churchill
in
Amerika
zo
veilig
wezen
als
in
Abrahams
schoot.
Een
week
voor
Kerstmis
deed
ik
met
mijn
vrouw
boodschappen
op
de
Con¬
necticut
Avenue;
ineens
klonk
uit
de
radio
in
mijn
wagen:
Copper
roept
Buffalo.
Ik
nam
de
micro¬
foon
van
mijn
zendapparaat
en
antwoordde:
Buffalo
(mijn
ge¬
boorteplaats)
was
mijn
schuilnaam
en
Copper
was
het
pseudoniem
van
mijn
agent,
die
dienst
had
in
het
Witte
Huis.
In
code
bracht
Copper
mij
op
de
hoogte,
dat
„de
grote
man"
enige
dagen
eerder
in
de
V.S.
zou
aankomen.
Uit
was
het
met
boodschappen
doen;
on¬
middellijk
reed
ik
naar
Pennsyl¬
vania
Aventle
1600:
het
Witte
Huis.
IN
PANTSERAUTO
Churchill
arriveerde
op
21
De¬
ern
ber;
hij
logeerde
in
het
Witte
Huis;
ik
had
hem
een
gepantserde
auto
verschaft,
waarin
hij
veilig
kon
uitrijden.
In
Januari
had
Churchill
vgcantie
nodig;
Roose¬
velt
stelde
voor,
dat
ik
ergens
in
Florida
een
plek
zou
zoeken,
waar
.Winston
beveiligd
is
tegen
alle
nieuwsgierige
blikken".
Edward
Stettinius,
directeur
van
de
leen-
en
pachtovereenkomst,
bood
zijn
buitenhuis
aan,
gelegen
aan
een
verlaten
deel
van
de
kust
van
Florida.
Ik
inspecteerde
de
zaak
en
merkte
dat
dit
de
ideale
plek
was.
Daar
hield
de
Britse
premier
van
5
tot
11
Januari
vacantie;
alleen
gestoord
door
een
marine¬
vliegtuig,
dat
hem
tweemaal
per
dag
de
post
bracht
en
door
de
telefoon,
die
zo
geïsoleerd
was,
dat
niemand
ooit
kans
gekregen
zou
hebben
zijn
gesprekken
af
te
luisteren.
Churchill
hield
ervan
in
zee
te
baden;
hij
kon
dat
doen,
want
pal¬
men
en
eucaiyptusbomen
onttrok¬
ken
hem
aan
alle
onbescheiden
blikken.
Hij
plonsde
en
plaste
in
zee
en
ging
dan
in
de
zon
liggen
drogen,
natuurlijk
met
een
sigaar
in
de
mond
Zo
lag
hij
op
een
mid¬
dag;
ineens
keerde
hij
zich
om
naar
een
van
mijn
agenten
en
zei:
•
C7--
fr'
'
|
i
•
»
ai>
iiujii
Jl
OV-tl
C-XJt
i
men
en
moordenaars
en
geen
van
|
„En
wat
zoudt
u
nu
doen,
als
er
plotseling
een
Duitse
onderzeeër
opdook
en
begon
te
schieten?"
„Dat
is
uitgesloten,
meneer
de
premier.
Ziet
u
daar
ginds
dat
vliegtuig?
Dat
behoort
bij
de
kust
bewaking
en
het
waakt
over
u.'
Dat
was
juist,
want
ik
was
met
de
kustbewaking
overeengekomen,
dat
die
zou
zorgen
voor
een
voort¬
durend
patrouilleren
langs
de
kust
tussen
Palm
Beach
en
Fort
Lau¬
derdale.
Tot
elke
prijs
wilde
ik
voorkomen,
dat
een
Duitse
duik¬
boot
Churchill
in
zee
zag
rond-
ploeteren.
POLITIE
IS
KINDERMEISJE
Het
bewaken
van
kinderen
was
gedurende
de
gehele
ambtstermijn
van
Roosevelt
een
der
belangrijk¬
ste
bezigheden
van
mijn
dienst.
Roosevelt
had
vele
kleinkinderen
en
er
was
altijd
kans,
dat
er
één
ontvoerd
zou
worden.
Ik
moest
er
zelfs
een
speciale
afdeling
voor
oprichten,
die
al
gauw
de
bijnaam
kreeg
van
„luier-departement".
Die
afdeling
had
vertakkingen
in
Massachusetts,
Washington,
Texas,
Delaware,
Californië
en
Long
Is¬
land.
Op
een
dag
kreeg
ik
een
telegram,
dat
mevrouw
Elliot
Roosevelt
geprotesteerd
had
tegen
de
voortdurende
bewaking
van
haar
kinderen,
zij
wilde,
dat
die
zich
even
vrij
konden
bewegen
als
alle
anderen.
Ik
telegrafeerde
te¬
rug,
dat
de
bewaking
moest
wor¬
den
voortgezet
en
besprak
de
kwestie
met
de
president.
„Je
hebt
gelijk,
Frank",
zei
hij.
„De
bewa¬
king
moet
voortgaan
en
ik
zal
er
voor
zorgen,
dat
voortaan
niemand
meer
tegenstribbelt".
Mijn
mannen
hadden
vaak
het
land
aan
de
„luierdienst"
en
eens
zuchtte
er
één
uit
de
grond
van
zijn
hart:
„Er
zou
een
wet
moeten
komen,
dat
alleen
vrijgezellen
president
kunnen
worden".
DREIGBRIEVEN
Roosevelt
ontving
ettelijke
dreig¬
brieven;
bijna
altijd
slaagden
wij
er
in
de
anonieme
schrijvers
op
te
sporen
en
meestal
bleken
dit
krankzinnigen
te
zijn,
die
nodig
moesten
worden
opgesloten.
Tru¬
man's
leven
wordt
minder
be¬
dreigd
en
zijn
bewaking
kost
min¬
der
inspanning,
want
hij
springt
minder
uit
de
band
dan
zijn
voor¬
ganger.
Er
zijn
wel
eens
opmerkin¬
gen
gemaakt
over
zijn
vliegtoch¬
ten
naar
Missouri,
waar
zijn
moe¬
der
woonde.
Maar
die
maakt
hij
in
vliegtuigen
van
de
luchtmacht,
zodat
deze
verantwoordelijk
is
voor
zijn
welzijn,
zo
goed
als
de
marine
verantwoordelijk
is,
wan¬
neer
hij
per
onderzeeër
reist.
(„Colliers")
De
eerste
meloenen
WINSCHOTEN.
—
Op
de
laat¬
ste
gehouden
veiling
alhier
werden
de
eerste
meloenen
aangevoerd,
door
de
kweker
H.
Drent
te
Ter
Apel.
ding
voorviel
op
het
gebied
van
zuivering
en
rechtspraak
moeten
putten.
We
kregen
sterk
de
indruk,
dat
er
op
dit
terrein
slordigheden
en
soms
zelfs
welbewuste
fouten
zijn
begaan.
Heel
wat
journalisten,
die
in
de
kranten
hadden
geschreven,
dat
de
Atlantikwall
onneembaar
was.
gingen
voor
lange
tijd
de
cel
in
of
kregen
de
kogel,
maar
heel
wat
aannemers,
die
die
onneembare
wal
aanlegden,
bleven
geheel
vrij.
De
rechtspraak
was
ook
vaak
nogal
a
l'improviste,
en
dus
onoverzichte¬
lijk
en
gebrekkig
georganiseerd.
Zo
kon
het
gebeuren,
dat
men
in
het
ene
deel
des
lands
vrijgesproken
werd
voor
hetzelfde
feit,
waar
men
in
een
ander
deel
des
lands
levens¬
lang
voor
kreeg.
Soms
ook
werden
oude
dorpsruzies
of
provinciale
win-
keiiersconcurrentie
op
een
ramp¬
zalige
wijze
uitgevochten
voor
een
zuiveringsrechtbankje.
En
het
ge¬
beurde
ook
wel,
dat
hele
groepen
verdachten
en
bloc,
dus
zo
maar
per
groep,
werden
verhoord
en
veroor¬
deeld.
Wij
haasten
ons
nu
er
op
te
wijzen,
dat
dergelijke
voorvallen
uitzonderingen
waren,
en
dat
dus
degenen,
die
dit
—
soms
om
mens¬
lievende
redenen,
soms
ook
uit
min¬
der
aangename
overwegingen
—
vergeten,
naast
de
werkelijkheid
zijn.
Maar
waar
het
om
gaat,
is
dat
nu
nog
vrij
veel
Fransen
in
bewaring
vertoeven
om
vergrijpen,
die
niet
altijd
zo
bijzonder
ernstig
te
nemen
vallen,
zij
het
misschien:
bij
nader
inzien.
Het
maakt
in
ieder
geval
geen
goede
indruk,
dat
er
nog
tamelijk
veel
gevangenen
zijn,
wier
grootste
fout
(alweer:
bij
nader
inzien)
uit
onnozelheid
en
slapte
bestond,
ter¬
wijl
een
bepaald
soort
„handige
jon¬
gens",
dat
soms
zeer
ernstige
ver¬
grijpen
tegen
de
medeburgers
en
tegen
de
zaak
der
Geallieerden
be¬
ging,
zich
door
allerlei
manoeuvres
wist
te
vrijwaren
van
vervolging
en
thans
nog
immer
op
vrije
voeten
verkeert.
Daarom
ook
is
het
begrij¬
pelijk,
dat
de
Franse
regering
naar
de
middelen
zoekt
om
de
„lichte
ge¬
vallen"
onder
de
gedetineerden
gra¬
tie
te
verlenen
en
aldus
terug
te
plaatsen
in
het
maatschappelijk
le¬
ven.
Een
moeilijk
en
delicaat
pro¬
bleem!
Lichte
gevallen
vrü?
Enige
tijd
geleden
heeft
de
Minis¬
ter
van
Justitie,
Robert
Lecourt,
een
voorstel
tot
regeling
van
dit
vraag¬
stuk
ingediend.
Zijn
voorstel
ging
niet
zo
ver
als
de
ene
partij
wenste,
en
tegelijk
weer
verder
dan
de
andere
partij
meende
te
kunnen
goedkeuren.
De
socialistische
leden
van
regering
en
parlement
behoor¬
den
tot
degenen,
die
vonden
dat
Lecourt
wat
te
ver
ging,
alhoewel
ook
zij
meenden,
dat
het
probleem
inderdaad
om
oplossing
vraagt.
Het
resultaat
was,
dat
het
voorstel
van
de
Minister
van
Justitie
„voorlo¬
pig"
van
de
agenda
werd
geschrapt.
Meende
men
de
tijd
nog
niet
rijp
en
wilde
men
de
kans
op
onrust,
die
zich
na
een
mogelijke
regeling
van
het
vraagstuk
zou
kunnen
meester
maken
van
bepaalde
delen
der
be¬
volking,
nog
even
van
zich
afschui.
ven?
Hoe
het
zij,
de
katholieke
demo^
cratische
partij,
de
M.R.P,,
waar
de
minister
lid
van
is,
liet
het
er
niet
bij
zitten.
Zij
ontwierp
een
nieuw
plan,
ondertekend
door
onverdachte
oud-verzetsstrijders
als
Bidault
en
Teitgen,
en
deponeerde
het
op
het
bureau
van
het
Franse
parlement.
Ook
in
dit
plan
werd
voorgesteld
om
de
„lichte
gevallen",
dus
die
lieden
die
geen
ernstige
en
welover¬
wogen
misdaden
zoals
foltering,
moord-of
vrijwillig
verraad
begin¬
gen,
amnestie
te
verlenen.
Maar
in
afwijking
met
wat
Lecourt
wilde,
werd
geopperd
om
aan
die
kwijt¬
schelding
van
straf
een
voorwaar¬
delijk
karakter
te
geven.
Zij
zou
pas
definitief
mogen
zijn,'als
de
be¬
trokkene
gedurende
de
eerstkomen¬
de
vijf
jaar
niet
in
aanraking
met
de
strafrechter
zal
zijn
gekomen.
Voorts
werd
bepleit
om
degenen,
die
voor
hoogstens
tien
jaar
uit
dé
burgerrechten
werden
ontzet,
am¬
nestie
te
verlenen.
Voor
de
anderen
werd
een,
zij
het
geringe,
verzach¬
ting
van
straf
aanbevolen.
Wie
uit
het
burgerrecht
ontzet
is,
zal
vol¬
gens
de
M.R.P.
niet
mogen
stemmen
of
verkiesbaar
zijn,
geen
onderwijs
geven
of
ambtenaar
zijn
en
ook
geen
lintjes
dragen,
maar
wél
in
aanmer¬
king
komen
voor
pensioen
en
wél
als
getuige
optreden
in
een
proces
Als,
misschien
wel
noodzakelijk
„tegenwicht",
stelde
de
M.R.P.
voor
om
nieuwe
strafbepalingen
uit
te
vaardigen
tegen
hen,
die
op
tarten¬
de
of
anderszins
onwelvoegelijke
wijze
de
gedragingen
van
voorma¬
lige
collaborateurs
mochten
ophe¬
melen.
Indien
dit
voorstel
genade
mocht
vinden
bij
de
meerderheid
van
het
parlement
zal
naar
schatting
een
drieduizendtal
politieke
delinquen¬
ten
er
de
profijt
van
plukken
en
de
vrijheid
hervinden.
Men
moet
ho¬
pen,
dat
al
de
hierbij
betrokken
vraagstukken
in
Frankrijk
op
een
waardige
wijze
onder
het
oog
gezien
en
behandeld
zullen
worden.
VOOR-
toelaatbare
dingen
te
zeggen,
zoals
nog
onlangs
een
leraar
van
een
Rijks
H.
B.
S.,
die
in
een
plaatselijk
orgaan
schreef,
dat
Nederland
een
beschaafd
land
is
.behalve
wat
de
geboorten
betreft,
want
in
dit
op¬
zicht
handelde
het
even
onver¬
antwoordelijk
als
China.
Een
medicus,
dr.
Teupken,
schreef
kort
geleden
een
boek,
dat
hij
be¬
titelde:
De
zelfmoord
der
mensheid
en
waarin
hij
de
stelling
verdedig¬
de,
dat
de
mensheid
bezig
is
zelf¬
moord
te
plegen
door
de
veel
te
snelle
geboorts-aanwas.
Hij
noemde
vooral
de
houding
van
veie
Neder¬
landers
„grenzeloze
zelfoverschat¬
ting'
'
omdat
deze
mensen
menen,
dat
de
natuur,
die
overal
een
te
snelle
vermenigvuldiging
van
de
soort,
door
vernietiging
weer
in
de
juiste
banen
voert,
voor
hem
niet
gold.
En
deze
dr.
Teupken,
gaat
in
zijn
critiek
zelfs
zover,
dat
hij
de
kerk
en
de
godsdienst
de
schuld
geeft
van
deze
gevaarlijke
zelf¬
overschatting,
Deze
leraar
ziet
zelfs
over
het
hoofd,
dat
niet
de
mens
die
Gods
geboden
volgt,
waanwijs
is,
maar,
dat
hij
die
meent
Gods
geboden
te
moeten
corrigeren,
daarmee
zich
wel
aan
het
summum
van
zelfoverschatting
schuldig
maakt.
Maar
genoeg
over
deze
dwaashe¬
den,
die
wel
heel
duidelijk
demon¬
streren,
hoe
volkomen
heidens
de
voorlichting
is,
die
in
lectuur
en
school
momenteel
over
actuele
pro¬
blemen
gegeven
wordt.
En
waarbij
men
dan
komt
tot
de
gevaarlijke
en
onrechtvaardige
consequenties,
dat
de
overheid,
inplaats
van
grote
ge¬
zinnen
extra
te
steunen
,deze
gezin¬
nen
door
het
opleggen
van
zware
financiële
lasten,
meer
verantwoor¬
delijkheidsgevoel
moest
bijbrengen.
Deze
mensen
zijn
blijkbaar
blind
voor
het
feit,
dat
juist
de
geboorte¬
beperking,
landen
als
Frankrijk
en
het
Belg.
Walenland
met
onder¬
gang
bedreigt,
terwijl
een
geboorte¬
overschot
wijst
op
een
gezond
en
sterk
volk,
dat
de
lasten
en
moei¬
lijkheden
van
het
leven
aandurft
en
daardoor
welvaart
schept.
Natuurlijk
zijn
de
problemen,
die
de
bevolkingtoename
ons
stelt,
niet
gemakkelijk
op
te
lossen.
Proble¬
men
als
onderwijs,
woningbouw
en
werkverruiming
worden
er
in
be¬
langrijke
mate
door
verscherpt.
Hier
staan
wij
nog
voor
grote
spannin¬
gen.
Mgr.
dr.
Verhoeven
wees
er
nog
in
zijn
jongste
jaarverslag
op,
dat
we,
wat
het
onderwijs
betreft,
in
de
komende
jaren
voor
grote
moeilijkheden
staan.
En
de
statis¬
tici
hebben
uitgerekend,
dat
we,
wat
de
arbeidsmarkt
betreft,
na
1955
hier
voor
grote
spanningen
zullen
komen
te
staan.
De
nieuwe
werk¬
krachten
stromen
in
grote
getale
toe,
de
ouderen
blijven
veel
langer
fit,
door
verbetering
van
de
gezond¬
heidstoestand
en
daling
der
sterfte¬
cijfers,
zodat
er
veel
meer
mensen
op
de
arbeidsmarkt
komen.
Daarom
is
het
zo
dringend
nodig,
dat
de
in¬
dustrialisatie
krachtig
wordt
aan¬
gepakt.
Maar
daarvoor
is
nodig
een
belangrijke
kapitaalvorming;
aan¬
bouw
van
fabrieken,
aanschaffing
van
machines
en
vooral
het
vor¬
men
van
een
geschoold
arbeids¬
leger.
Maar
de
spaarzin
is
er
uit
bij
de
mensen,
materialen
voor
fa-
brieksbouw
op
grote
schaal
zijn
er
niet,
voor
aankoop
van
machines
zijn
er
geen
deviezen
en
de
grote
massa
van
onze
jeugd
is
of
onge¬
schoold
of
opgeleid
voor
intellec¬
tueel
en
administratief
werk,
om¬
dat
de
handenarbeid
nog
altijd
in
discrediet
staat
bij
talloze
onver¬
standige
ouders.
Neen
willen
we
de
zegeningen
van
de
geboorts-aanwas
volkomen
benutten,
dan
zullen
zeer
moeilijke
problemen
op
korte
tijd
moeten
worden
opgelost.
GEBREK
AAN
SPAARZIN!
In
nauw
verband
met
boven¬
staande
opmerkingen,
mogen
we
wel
wijzen
op
de
verontrustende
publicaties,
welke
juist
dezer
da¬
gen
zijn
gepubliceerd
over
een
ge¬
brek
aan
spaarzin
bij
de
grote
meerderheid
van
ons
volk.
Immers
willen
wij
komen
tot
industrialisa¬
tie
op
grote
schaal
dan
zal
er
in
grote
mate
kapitaal
moeten
worden
gevormd
om
deze
fabrieken
te
fi¬
nancieren.
Voor
een
zeer
belang¬
rijk
deel
zal
dit
moeten
geschieden
uit
de
kapitalen
door
ons
volk
zelf
gevormd
en
dat
kan
natuurlijk
niet
anders
geschieden
dan
door
te
spa¬
ren.
De
Regering
ziet
dit
ook
zeer
goed
in
en
vandaar,
dat
zij
niet
ophoudt
ons
volk
er
voortdurend
op
te
wijzen,
dat
er
gespaard
moet
worden,
want
wanneer
op
deze
wij¬
ze
geen
volksvermogen
wordt
ge¬
vormd,
dan
zal
een
belangrijke
uit¬
breiding
van
de
industrie
niet
mo¬
gelijk
zijn
en
zullen
we
binnen
enkele
jaren
gebukt
gaan
onder
een
verschrikkelijk
leger
van
werklo¬
zen.
Maar
al
die
aanmaningen
om
te
sparen
hebben
tot
nu
toe
nog
bit¬
ter
weinig
uitwerking
gehad,
want
de
laatste
cijfers
wijzen
er
juist
op,
dat
er
door
ons
volk
veel
en
veel
minder
wordt
gespaard
dan
voor
de
oorlog.
Toen
we
nog
in
de
ge¬
lukkige
periode
verkeerden,
dat
we
per
jaar
600
millioen
trokken
aan
rente
uit
leningen
aan
het
buiten¬
land
600
millioen
kapitaal
invoer¬
den
dank
zij
onze
grote
scheep¬
vaartmaatschappijen
en
bijna
700
millioen
gulden
trokken
uit
Indië.
Van
deze
honderden
millioenen
is
slechts
een
schijntje
overgebleven.
Sparen
is
dus
momenteel
meer
nodig
dan
ooit,
maar
het
jongste
opinie-onderzoek
toonde
aan
dat
2/3
van
ons
volk
niet
meer
spaart
en
wat
misschien
nog
het
meest
ver¬
ontrustend
is,
dat
ook
bij
de
wel-
gestelden,
de
spaarzin
snel
af¬
neemt.
Er
zijn
ontegenzeggelijk
verklaar¬
bare
motieven
op
te
geven
voor
dit
stijgend
gebrek
aan
spaarzin,
zo¬
als
de
grote
spanning
tussen
lonen
en
prijzen
die
voor
de
grote
mas¬
sa
van
ons
volk
niet
alleen
elk
spa¬
ren
onmogelijk
maakt,
maar
ook
oorzaak
is,
dat
velen
hun
spaar¬
potje
aan
het
opsouperen
zijn.
Maar
deze
factoren
doen
toch
niets
af
aan
het
feit,
dat
deze
snel¬
le
daling
van
de
spaarzin,
voor
on¬
ze
volkswelvaart,
vooral
in
de
naas¬
te
toekomst,
uitermate
verontrus¬
tend
moet
worden
genoemd
en
ons
binnpn
enkele
jaren
voor
proble¬
men
zal
stellen,
welke
dan
schier
onoplosbaar
zullen
zijn
J.
H.