Tekstweergave van HK_1945_05_11_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
STFRI H 3e EXTRA EDITIE VRIJDAG 11 MEI 1945 Buiten God is t nergens veiligh [Vondel] ID A G B L A ID 13 ureaux gevestigd te: /Qlkmaar, J-doorit, jScliageii LDoorheHitig van : NoordhoIIandsch Dagblad Alkmaarsch Dagblad Westfriescb Dagblad Scbager Dagblad Noordet Post / Jooit meer een Toiende II] et * * * Dat was een van de geliefkoosde, slaafs herhaalde uitdrukkingen van den „Leider , super-verrader Mussert. Nooit meer een Tiende Mei. En dat waren ongeveer alle ware Nederlanders zonder uitzon¬ dering met hem eens,, maar ze bedoelden het anders dan hij: Die millioenen Nederlanders herinnerden zich nog precies wat er op 10 Mei 1940 gebeurd was: hoe in den nacht om kwart voor drie de duitsche weermacht ons land overviel en hoe, twee uur na het begin van de uitvoering dezer internationale-boevenstreek-zonder-wederga, de duitsche gezant in den Haag aan de Regeering mededeelde, 'wat het Nazi-regime had durven doen, met de boodschap erbij dat men zich ook maar bij dit voldongen feit moest neerleggen, want dat tegenstand toch nutteloos was..... Wij kennen het antwoord van Koningin Wilhelmina: onze dappere Weermacht verzette zich tot het .uiterste en H.M. getuigde van het rein geweten, dat Nederland wist te hezitten. Wij weten het: onze soldaten konden tegen de nazi¬ overmacht niet op en Nederland- moest den strijd officieel opgeven. Maar ondergronds ging hij door: Vijf jaar lang. Eenmaal slechts in die vijf jaar waren wij in de gelegenheid 10 Mei te herdenken, toen werd ons het zwijgen opgelegd, Thans kunnen wij weer spreken en wij herdenken in eerbiedige nagedachtenis allen, die sinds 10 Mei 1940 in den strijd voor het vaderland en de vrijheid zijn gevallen. Nooit meer een Tiende Mei, dat was de zihvolle leuze, die harten drong tot werk, bezinning en gebed voar de herrijzenis van Nederland. Nooit meer een Tiende Mei: d.w.z. nooit meer een Duitschland naast ons van ijzer en staal, dat onder het mom van vreedzamen opbouw zijn millioenenvolk dwingt tot meer smaak voor kanonnen dan voor boter. Nooit meer vriendschappelijke betrekkingen met een Germanen- dom, dat ons door bloed tot den bodem van het oer-barbarisme wil terugvoeren. Nooit meer cultuurbetrekkingen met den wan-cultuur, nooit meer gedwongen tot respect voor de leugen en vervalsching van de waarheid, Ons geweten was in 1940 rein en is dat ook .nu nog, wat ook de slaafsche napraat uit de vervalschingscentrale van Goebbels beruchter gedachtenis ons door de bedorven aether mocht toeschreeuwen. Wij hebben nooit geloofd aan de prompt voor elke gelegenheid pasklaar „gevonden" documenten, waarmee men ook de onkreukbare Nederlandsche diplomatie te na kwam. Ons volk heeft den smaak voor buitenlandsche politiek en internationale verhoudingen geleerd en ondanks alle verdraaiing van de waarheid den zin voor de werkelijkheid daarbij niet verloren. Nooit meer een Tiende Mei. Wij zullen door eendrachtige samenwerking en gemeen¬ schappelijke opbouw zorgen voor een sterk Nederland, dat nooit meer door een herhaling van den Tienden Mei 1940 overvallen wordt, maar dat gereed staat blijvend respect af te dwingen voor geheel de wereld overeenkomstig de roemrijke tradities uit een rijk en groot verleden. Van bevoegde zijde wordt medegedeeld, dat over drie a vier weken ook bier ter stede een bureau voor aanmelding van oorlogsvrijwilligers zal worden geopend. Bij de aanmeldingen in t Zuid en van ons land is de toevloed zoo groot geweest, dat dienstplicht niet noodig was. Op deze foto, kort voor den oorlog genomen, ziet men Z.K.H. Prins Bemhard, den Opperbevelhebber van de Organieke Strijdt macht en van de Binnenlandsche Strijdkrachten, termijl hij begroet wordt door Generaal Winkelman, den toenmaligen Opperbevelhebber, die kort na de Meidagen van ig4o in Duit* sche krijgsgevangenschap is weggevoerd. I^ede van ^Colonel IQeid Dij de officieele plechtigheid ten Stadhuize Donderdagmorgen heeft Kolonel Reid van het Eerste Canadeesche Holland-Regiment de volgende belangrijke rede gehouden: Burgemeester, dames en heeren,. ' Het spijt mij, dat ik in de Engelsche taal het woord moet voeren. Maar ik kan geen Nederlandsch spreken en versta er ook geen woord van en ik zal dat wel nooit meer Ieeren ook. tk clank U voor de werkelijk buitengewone ontvangst, die U mij als vertegenwoordiger van het Britsche leger bereid hebt. Ik zie daarin een uiting van vreugde, nu gij van de Duitschers bevrijd zij-t. Het zal U nog wel eens moeilijk vallen te heseffen, dat gij nu eindelijk definitief van hen zijt verlost, lk-zelf heb twee oorlogen tegen de Duitschers meegemaakt, het beste deel van mijn leven hen ik in den strijd geweest, thans ben ik meer een man van den vrede, dan van den oorlog. Na Nederlahd te hebben verlaten, zal ik deelnemen aan de bezetting van Duitschland, hetgeen weer een heel andere taak zal zijn. I hans zal ik hier eerst trachten U te helpen het economisch leven weer in goede banen te leiden, zoodat dit geleidelijk weer kan worden hersteld tot het peil van voor den oorlog. Er heerscht in dit land een groot gebrek aan transportmid¬ delen en eerste levensbehoeften. Nu moet hieraan worden ge¬ dacht: ter voorziening in de behoeften van Italië, Rusland en andere landen en voor de ravitailleering van het expeditieleger, is veel scheepsruimte nooclig. Veel schepen zijn tot zinken ge¬ bracht, de oorlogvoering tegen Japan stelt haar eischen aan de scheepsruimte, zoodat er niet voldoende zal zijn voor de voed- seltransporten naar Europa. Het transport over zee en over land van voedsel en andere benoodigdheden zal dus heel moeilijk zijn. Hoe¬ veel wegen zijn er niet vernield, hoeveel havens onbruik¬ baar. Er zou daarom mogelijk eenige teleurstelling bij U kunnen opkomen over wat wij kunnen doen. Er zullen wel eenige maanden overheen gaan, voor en