Tekstweergave van HA_1947_02_08_0003
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
in
de
komende
50
jaar
Uitbreiding
in
Zuid
en
West
Boschplan
Saneering
Jodenbuurt
%mmw
immmmm
-
«Ho.ile^m^lrmerS
Z,J
f
afgeloopen
dagen
al
belangstetlend
naar
de
fil.^
jetrokken,
om
kennis
te
nemen
van
het
„Algemeen
Uitbreidings-
£>nSnnn^e^»ïïa^r
lïïi'
m
de
Llchtha".
zooals
vvy
reeds
meldden,
thans
tentoongesteld
ls.
VV(j
willen
nn
iets
uitvoeriger
schrijven
over
de
geëxpo¬
seerde
foto
s
en
maquettes,
die
den
weg
aanwijzen,
waarlangs
de
hoofdstad
In
de
komende
30
jaar
zal
expansieeren.
BOUWEN
IS
VOORUITZIEN
Bouwen
is,
evenzeer
als
regeeren,
vooruitzien
—
en
dit
geldt
in
ver-
j,w
dubbelde
mate
voor
stedenbouwen.
De
Amsterdamsche
uitbreiding,
die
op
het
moment
actueel
is,
werd
ge¬
plant
voor
50
jaar
en
dat
beteekent
volgens
de
ongeschreven
wetten
van
den
stadsarchitect,
dat
de
menschcn
van
het
jaar
2000
in
de
stad,
zooals
onze
generatie
haar
bouwde,
nog
redelijk
moeten^
kunnen
wonen
en
werken.
De
hoofdstad
is
van
oudsher
nauwkeuriger
ontworpen
dan
Den
Haag
of
Rotterdam,
waar
men
in
den
loop
van
den
tijd
lukraak,
zon¬
der
schema,
aan
de
bestaande
stad
heeft
bijgebouwd.
Amsterdam
is
Weloverwogen
en
volgens
een
be¬
paalde
handleiding
geformeerd
tot
wat
het
heden
ten
dage
is.
Ook
in
de
op
handen
zijnde
ex¬
pansie
zien
wij
lijnen,
die
nauwkeu¬
rig
uit
de
tegenwoordige
stad
zijn
doorgetrokken.
Een
bestaand
plan
heeft
als
basis
gegolden
en
een
be¬
staand
project
is
uitgewerkt.
Hier¬
door
blijft
de
homogeniteit
en
de
harmonie
tusschen
de
verschillende
stadswijken
behouden
en
als
gevolg
daarvan
blijft
Amsterdam
het
geor¬
ganiseerde
geheel,
waaraan
zij
een
reputatie
te
danken
heeft.
Vter
in
een
Het
project
vereenigt
vier
basis¬
plannen
in
zich,
n.l.
de
uitbreiding
in
West
naar
het
Sloterrneer,
de
san#ring
van
de
ontredderde
Joden¬
buurt,
het
Boschplan
en
het
plan
Zuideramstelkanaal.
Op
onze
eerste
foto
ziet
U
de
nieuwe
stadsdeelen
wit
aangegeven,
de
tweede
foto
is
een
maquette
van
de
nieuwe
Joden¬
buurt.
In
westelijke
richting
breidt
de
stad
zich
uit
langs
de
Haarlemmer¬
trekvaart
en
in
de
richting
van
het
Sloterrneer.
Hier
ontstaat
mettertijd
een
hypermoderne
tuinstad
annex
Bosch
en
Lommer,
waar
hooge
flats
en
lage
huisjes
voor
ouden
van
dagen
ieder
hun
plaats
krijgen.
De
Eras-
musgracht
wordt
In
Slotermeef
doorgetrokken.
Er
komen
geen
kade¬
muren
langs,
maar
plantsoenen
met
veel
groen
en
bloemen.
De
verlengde
Jan
van
Galenstraat
en
de
Bosch
en
Lommerweg
worden
verkeersstrada,
waaronder
de
minder
belangrijke
wegen
traverseeren,
een
systeem,
dat
over
de
geheele
wereld
in
toe¬
passing
komt.
De
uitbreiding
in
Zuid
maakt
con¬
tact
tusschen
het
bestaande
stads¬
deel
en
het
Bosch,
dat
zich
reeds
gunstig
ontwikkelt.
Een
aparte
ma¬
quette
stelt
het
Bosch
in
eindstaat
voor
en
laat
er
geen
twijfel
over,
of
hier
zullen
in
de
toekomst
vele
Am
sterdammers
verpoozing
zoeken
en
meer
tot
hun
tevredenheid
dan
voor¬
heen
ook
vinden.
De
roeibaan
belooft
een
eldorado
voor
watersportlief¬
hebbers
te
worden.
Het
nieuwe
Zuidelijke
stadsdeel
wjjkt
in
niet
veel
opzichten
van
het
bestaande
af
Berlage,
de
overleden
grootmeester
der
stedenbouwers,
heeft
hier
vroe¬
ger
een
moderne
en
gerieflijke
buurt
12
Lekkage'perikelen
E
verlangen
allemaat
vurig
naar
dooi.
Maar
als
die
ineens
komt,
en
de
spuitende
waterlei¬
dingen
paniek
gaan
zaaien
in
ontelbare
wo¬
ningen,
wat
dan
f
,JDe
laatste,
die
naar
bed
ging,
heeft
vergeten,
de
hoofdkraan
af
te
sluiten,"
zullen
we
weer
beschuldi¬
gend
tegen
elkaar
zeggen
en
met
ver¬
pletterende
logica:
Als
er
geen
water
tit
de
pijpen
had
gezeten,
zou
het
niet
gebeurd
zijn.
En
omdat
we
dat
allemaal
tegen
elkaar
zullen
zeggen
en
'n
loodgieter
ook
maar
twee
beenen
heeft,
is
het
misschien
wel
nuttig
te
weten,
hoe
toe
zelf
zoo'n
gesprongen
waterleiding
voorloopig
kunnen
repareerem.
Hier
is
de
kans
voor
huisvaders
om,
achte¬
loos
door
den
stroom
zwemmend,
tegen
booze
wederhelften
te
zeggen:
Laat
maar
aan
mij
over;
dat
var¬
kentje
wasch
ik
wel
even
...
}JIER
komt
het
dan:
Sluit
eerst
de
hoofdkraan
af,
gewoonlijk
zit
deze
onder
de
keuken,
of
alleen
maar
onder
den
gootsteen,
waar
V
's
zomers
al
die
tabak
be¬
uaart,
weet
U
wel?
Nog
beter
is
om
het
ijze¬
ren
dekseltje
te
lichten
van
de
afsluitkraan,
die
meestal
buitenshuis
zit
en
dddr
de
zaak
af
te
sluiten.
Kunt
U
'm
niet
vinden,
vraag
het
dan
stilletjes
aan
een
buurman.
Trouwens,
die
buurmannen
zijn
tóch
nuttig,
want
V
kunt
er
ook
wel
een
Engelschen
sleutel
of
een
hamer
lee-
nen,
als
U
er
sinds
den
oorlog
nog
geen
hebt
kunnen
koopen.
Vervolgens
zwemt
U
naar
de
slaap¬
kamers
en
de
badkamer
en
draait
daar
alle
kranen
open.
Pas
op,
dat
de
dan
krijgt
V
nog
meer
water
te
redderen.
Het
lek
in
de
leiding
is
gemakkelijk
te
vinden.
Als
de
pijp
van
lood
is,
beklop
dan
voorzichtig
den
omtrek
van
de
breuk
tot
de
randen
weer
tegen
elkaar
sluiten.
Dat
moet
U
ove¬
rigens
met
een
ijzeren
pijp
niet
pro-
beeren.
Nu
wikkelt
U
om
de
breuk
bijvoorbeeld
een
stukje
fietsband
of
rubbermat
en
bevestigt
dat
secuur
met
leukoplast
of
isolatieband.
Dit
is
wel
voldoende
tot
de
loodgieter,
be¬
zweet,
van
zijn
SOOste
lekkage
bij
U
komt
binnen
strompelen.
Zoolang
er
niet
definitief
gerepareerd
is,
moet
U
natuurlijk
voorzichtig
zijn
met
water¬
gebruik
en
de
hoofdkraan
niet
met
'n
overmaat
van
zonnig
optimisme
wa¬
genwijd
open
zetten.
Nog
een
paar
dingen,
die
U
be¬
paald
niet
moet
doen,
zijn:
probeer
niet
de
pijp
te
ontdooien
met
een
benzinebrander
of
zooiets,
omdat
het
zoo
„echt"
staat,
want
dan
maakt
U
een
beste
kans,
dat
U
de
gordijnen
of
het
behang
mee
ontdooit.
Stel
de
leidingen
niet
bloot
aan
tocht,
speciaal
op
vlieringen,
waar
meestal
een
gure
Oostenwind
over
den
dakrand
blaast.
Wikkel
er
zak¬
ken,
vilt
of
desnoods
kranten
omheen
en
als
U
een
olielamp
heeft,
zet
die
dan
voor
den
nacht
listig
bij
de
watertank.
En
wees
vooral
voorzichtig
met
de
warmwater-installatie.
Het
'is
al
erg
genoeg
als
er
echtelijke
twisten
ont¬
staan
door
bevroren
lei¬
dingen,
bovendien
zijn
ontploffingen
ongezond.
Want
die
krijgt
V,
als
bij
een
bepaald
soort
verwarmingsinstallatie
de
boiler
achter
langs
den
haard
loopt
en
IJ
laat
het
vuur
lustig
lijk
temperen
en
liefst
heetemaal
uitmaken,
dat
is
het
veiligste.
ontworpen,
die
den
toets
der
critiek
en
den
tand
des
tijds
beide
nog
glansrijk
kan
doorstaan.
De
uitgebreide
stad
wordt
in
het
Zuiden
begrensd
door
de
verlengde
Beethovenstraat
en
den
Amstelveen-
scheweg.
Tusschen
Minervalaan
en
Parnassusweg
komt
een
station
voor
den
op
de
stadswallen
aan
te
leggen
ringspoorbaan.
Hierbij
komt
een
stadion
van
geringeren
omvang
dan
het
bestaande
aan
het
eind
van
den
Olympiaweg.
De
C.té
Un.vjs'taire
Over
de
saneering
der
Jodenbuurt
is
den
laatsten
tijd
al
heel
wat
ge¬
schreven
en
gesproken.
Een
maquette
toont
aan,
dat
rondom
het
Waterloo-
plein
en
de
verbreede
Jodenbreestraat
een
verjongde,
fraaie
stadswijk
kan
ontstaan,
zonder
dat
de
karakteris¬
tiek
van
het
oude
verloren
gaat.
Loodrecht
op
Zwanenburgwal
en
Amstel
is
een
nieuwe
gracht
gepro¬
jecteerd,
die
om
verschillende
rede¬
nen
noodzakelijk
is.
Op
het
aldus
gevormde
eiland
vindt
de
Cité
Uni¬
versitaire
haar
domicilie.
Rondom
de
geheele
stad
heeft
men
zich
tenslotte,
als
sluitsteen
voor
de
komende
expansie,
den
ringspoor¬
baan
voorgesteld,
die
op
de
stads¬
wallen
rijdt
en
over
viaducten
en
de
IJ-monding
ook
Noord
bereikt.
ZINKEN
MUNTEN
Wanneer
de
voornemens
der
regee¬
ring
door
de
Staten-Generaal
worden
goedgekeurd
zal
zoo
spoedig
moge¬
lijk
worden
overgegaan
tot
intrek¬
king
van
het
impopulaire
zinken
geld
uit
de
bezettingsjaren.
Een
wetsont¬
werp
tot
het
in
omloop
brengen
van
nieuwe
munten
verkeert
in
een
ver¬
gevorderd
stadium
van
voorberei¬
ding.
De
hier
en
daar
verschenen
be¬
richten,
dat
de
zilveren
munten
ge¬
heel
en
al
uit
de
circulatie
zouden
verdwijnen,
worden
door
het
ministe¬
rie
van
Financiën
uiterst
voorbarig
genoemd.
INDRUKWEKKENDE
PLECHTIG¬
HEID
OP
CURACAO.
Op
6
Februari
heeft
te
Willemstad
een
indrukwekkende
uitvaartplechtig¬
heid
van
het
opgegraven
stoffelijk
overschot
van
leden
der
Amerikaan-
sche
marine,
die
gedurende
den
oorlog
op
Curagao
zijn
gesneuveld,
plaats
gehad.
De
lijken
der
gesneu¬
velden
werden
voor
verscheping
naar
de
Ver.
Staten
naar
het
Amerikaan-
sche
consulaat-generaal
overgebracht.
De
plechtigheid
werd
bijgewoond
door
den
gouverneur,
dr.
P.
Kasteel.
De
Amerikaansche
en
Nederlandsche
vlaggen
hingen
door
de
geheele
stad
halfstok.
Na
de
plechtigheid
werden
een
Nederlandsche
en
een
Ameri¬
kaansche
vlag
overhandigd
om
blij¬
vend
bij
het
herdenkingsmonument
van
president
Roosevelt
te
worden
opgesteld.
Een
Volkslied
gestolen
(Van
onzen
Praagschen
correspondent).
BIJ
alle
beslommerin¬
gen,
die
Oostenrijk
lederen
dag
ondervindt,
komt,
dat
de
tweede
re¬
publiek
—
de
eerste
duurde
maar
van
1918
tot
1938
—
een
land
zon¬
der
representatief
volks¬
lied
is,
een
zeer
onbe¬
hoorlijke
toestand
voor
een
zelfstandig
land.
Het
eerste
officiëele
Oosten-
rijksche
volkslied
had
Josef
Haydn
gecompo¬
neerd,
op
een
tekst,
die
keizer
Frans
I
gold
(Gott
erhalte
Franz,
den
Kaiser)
en
die
in
1848,
toen
keizer
Frans
Josef
I
den
troon
beklom,
ver¬
anderd
werd
in
„Gott
erhalte,
Gott
beschiitze".
Deze
melodie
van
Haydn
werd
door
de
Duitschers
ge.
of
misbruikt
om
het
gedicht
„Deutschland,
Deutschland
über
alles"
op
muziek
te
zetten
en
een
lied
te
scheppen,
waarmee
Dultschland
zich
in
de
geheele
wereld
onpopulair
maakte,
dank
zy
de
aanmatigende
en
„groot-Duitsche"
woorden.
Reeds
de
eerste
repu¬
bliek
wilde
van
het
Habsburg-lied
af
zijn
om
het
verband
met
't
keizerrijk
Oostenrijk
vol¬
komen
te
verbreken.
Er
ontstond
'n
nieuw
volks¬
lied,
op
een
tekst
van
den
tegenwoordigen
staatspresident
dr.
Ren¬
ner,
den
nestor
der
Oos-
tenrijksche
sociaal-de¬
mocraten,
maar
het
min-
Oostenrijk
op
zoek
naar
een
nieuw
nationaal
lied
ste,
wat
men
er
van
zeg¬
gen
moet,
is,
dat
dr.
Renner
een
betere
so¬
ciaal-democraat
dan
dichter
is
en
dat
Haydn
Haydn
was.
Het
nieuwe
nationale
lied
werd
nooit
een
volkslied.
Nu
heeft
de
tweede
republiek
een
wedstrijd
voor
de
muziek
van
een
nieuw
volkslied
gehou¬
den,
maar
geen
der
inge¬
zonden
composities
be¬
viel,
zoodat
men
zijn
toevlucht
nam
tot
een
compositie
van
Mozart,
geschreven
in
zijn
sterf¬
jaar,
de
weinig
bekende
vrijmetselaarshymus.
Een
tweede
wedstrijd
moet
de
voor
deze
mu¬
ziek
geschikte
woorden
brengen.
Dat
de
gekozen
mu¬
ziek
(waar
geen
prijs
voor
betaald
moest
wor¬
den
)
voor
de
vrij¬
metselarij
gecomponeerd
was,
zit
de
Oostenrijk-
sche
katholieke
volks¬
partij
dwars
en
ter
ge¬
legenheid
van
het
be-
grootingsdebat
in
het
Oo3tenrvjksche
parle¬
ment
werd
er
over
ge¬
klaagd,
dat
de
Duit¬
schers
behalve
al
het
andere
Oostenrjjksch
be¬
zit
ook
het
volkslied
ge¬
stolen
en
gecompromit¬
teerd
hebben.
Men
vreest,
dat
ook
't
nieuwe
volkslied
niet
echt
populair
zal
worden
en
er
evenmin
zal
in¬
gaan
als
het
volkslied
van
de
eersite
republiek.
Zeer
terecht
overigens,
want
een
volkslied
moet,
om
hèt
lied
van
heel
het
volk
te
worden,
uit
den
volksgeest
gegroeid
zijn
en
dit
groeiproces
is
door
twee
wedstrijden
niet
te
vervangen.
Onder
den
Cederboom
Bertus
Aafjes'
nieuwste
gedicht:
„MARIA
SIBYLLA
MERIAN
HET
VERBORGEN
PARADIJS"
17IER
bundels
uit
de
Ceder-reeks
"
resten
ons
nog,
vier
bundels
van
twee
dichters,
Bertus
Aafjes
en
Ge¬
rard
Diels.
De
belangrijkste
van
deze
vier
kunnen
wij
hier
onbesproken
laten,
omdat
we
er
reeds
eerder
een
geheel
artikel
aan
wijdden
(7
Sept.
1946).
Ik
bedoel
Aafjes'
Voetreis
naar
Rome.
Volle
aandacht
vraag
ik
dan
nu
voor
zijn
nieuwste
groote
ge¬
dicht:
,Maria
Sibylla
Merian
—
Het
verborgen
paradijs",
In
het
voorjaar
van
1945,
tpen
de
spannende
gebeurtenissen
bij
zeer
velen
de
ontvankelijkheid
voor
poë.
zie
beperkten
tot
verzet
—
en
later
bévrijdingslyriek,
schreef
de
trouba¬
dour
Aafjes
in
zijn
Friesche
wijk¬
plaats
Terband
het,
levensgedicht
van
de
vrome
zeventiende-eeuwsohe
bloemen-
en
Insectenschilderes,
die
zijn
titel
noemt.
In
een
toelichting
aan
het
slot
vermeldt
hij
de
histori¬
sche
feiten:
Maria
werd
in
1647
te
Frankfort
geboren,
huwde
er
met
e.en
bloemenschilder,
maar
verliet
hem
om
haar
leven
aan
contempla¬
tie
te
wijden
bij
de
Labadisten
te
Wi
en
wera.
Na
jaren
keert
ze
tot
haar
kunst
terug
eoi
vertrekt
naar
Am¬
sterdam,
waar
ze
in
1717
stierf
na
in
1699
zelfs
het
Surinaamsche
oer¬
woud
te
hebben
bereisd
om
de
schoonheid
van
zijn
bloemen
en
in¬
secten
te
vereeuwigen.
Is
dat
voor
de
lente
van
1945
niet
een
allermerk¬
waardigst
thema?
Spreek
nu
niet
onmiddellijk
van
een
tekort
aan
so¬
ciaal
besef,
van
een
vlucht
uit
de
werkelijkheid.
Maar
begrijp,
dat
het
mogelijk
is
en
in
vele
opzichten
re¬
delijk
en
gelukkig,
dat
het
dichters-
hart,
juist
door
het
contrast
met
de
helsche
chaos
van
den
tijd
getrok¬
ken
wordt
naar
het
verborgen
maar
onvergankelijk
paradijs
van
Maria
Sibylla
Merian.
Het
ls
of
voor
deze
ongerepte
schoonheid,
waaraan
de
hoogmoedige
mensch
voorbijjaagt,
voor
deze
omvermoeid-rijke
open¬
baring
van
Gods
gratie
de
benauwe.
nis
en
de
zwaarte
van
den
tijd
weg¬
valt.
Dit
gedicht
van
Aafjes
is
maar
niet
een
vlucht
in
de
idylle
(al
speelt
zulk
een
drang,
begrijpelijk,
mee),
maar
in
de
eerste
plaats
een
poëtisch
nochtans!
Want
hoe
spelend
de
dichter
zich
ook
vermeit
in
de
kleur
en
melodie
van
zijn
paradijs,
hij
schrijft
met
deze
verzen
een
stuk
keuze
en
be¬
kentenis.
Als
Sibylle,
nog
vol
van
de
aanschouwde
heerlijkheid
uit
de
West
terugkéert
met
het
fregat
tusschen
koopman,
planter
en
sol¬
daat,
merkt
Aafjes
van
hen
bits
op:
„hun
buidels
barsten
van
de
baat",
maar
zegt
van
haar:
Sibylle
echter
staat
terzijde;
Haar
hart
haakt
naar
de
hemelwetde.
Nooit
raakt
het
van
zijn
onrust
vlot.
Totdat
het
rust
—
voorgoed
—
in
God.
en
hij
eindigt
met
de
slotverzuch.
ting:
Ach,
ik
had
ook
zoo
leven
wil¬
len.
Het
leven
van
deze
geloovige
schilderes,
die
na
haar
eerste
na-
ieve
bewondering
zich
afkeert
van
wat
aardsche
ijdelheid
scheen
om
vol
heimwee
„in
God
verloren"
te
zijn,
maar
dae
dan
haar
schideren
hervindt
als
een
„zuiver
en
hart¬
grondig
amen"
op
Gods
schepping,
is
hem
een
exempel.
Haar
scnilderen
van
dieren,
i
bloemen
Is
slechts
de
dingen
nogmaals
_
^
noemen,
Zooals
God
t
dier
en
het
gewas
Eens
spelend
noemde
—
en
het
W3.S.
Het
is
een
stil
getuignis
geven
Dat
het
haar
hart
niet
om
het
even
Gelaten
heeft,
dat
Hij
dit
deed.
Elk
blad
getuigt:
Zie
God.
ik
weet
—
En
heel
haar
doen
is
slechts
_
beamen,
Een
zuiver
en
hartgrondig
amen.
Of
Aafjes'
slotverzuchting
slechts
een
heimwee
inhoudt
naar
een
leven
van
zoo
harmonieus
en
edel
geluk
(waarop
de
toevoeging
zou
kunnen
wijzen
„zoo
rein,
zoo
met
mijzelf
te¬
vreden"),
dan
wel
of
hij
verlangt
naar
de
kracht
van
geloof
en
liefde,
die
dit
geluk
draagt,
hebben
wij
bij
dit
gedicht
niet
te
beoordeelen.
Ein¬
digt
hijzelf
niet
met
de
nuchtere
op¬
merking:
„Doch
daarvan
is
hier
niet
de
rede"
?
Maar
wij
constateeren,
dat
hij
het
leven
van
deze
vrouw
heeft
uitgebeeld
met
een
haast
jaloersche
bewondering
en
groote
congeniali-
teit.
Verscheidene
eigenschappen,
waar¬
door
„Een
Voetreis
naar
Rome"
zulk
een
ontwapenende
bekoring
uit¬
oefent,
vinden
we
hier
terug.
Er
is
misschien
minder
het
melodieuse
eenvoudig
praten,
dat
soms
aan
den
rand
komt
van
rijmelarij;
anderzijds
bereikt
hij
ook
zeldener
die
betoove-
ring
van
gloed
en
muziek,
die
de
hoogtepunten
van
de
Voetreis
on¬
vergetelijk
maken.
Maar
ook
h
er
verrassen
die
prachtige
gelijkstellin¬
gen,
waarin
het
eenvoudigste
als
ge¬
celebreerd
wordt
door
de
argelooze
nevenstelling
van
het
hoogste:
En
ook
het
heir
der
kleine
dieren,
Krekels,
torren,
vlinders
en
mieren,
Begint
zijn
opmarsch
voor
den
dag,
Als
een
vioolconcert
van
Bach.
Tot
slot
schrijf
ik
U
nog
een
en¬
kele
feillooze
impressie
over
van
den
tocht
door
het
oerwoud:
Muskieten
dansen
een
pavane
Onder
de
golvende
lianen;
De
negers
lachen,
zwart
en
groot,
De
zerken
van
hun
tanden
bloot.
En
hooge,
steile
loofgordijnen
Doen
't
licht
tot
groene
diepzee
kwijnen.
Een
aap
lacht
in
een
loofspelonk;
Een
goudvlieg
spettert
als
een
vonk.
Die
tot
een
vuurzee
uit
wil
laaien;
Rood
ketteren
de
papegaaien.
En
langzaam
breekt
de
karavaan
Zich
door
het
gonzend
oerwoud
baan.
Gprard
Diels:
„Het
Door¬
nen
Zeel.
Apocalyptische
visioenen
Het
is
misschien
onbillijk
na
het
beluisteren
van
Aafjes'
zangen
dezen
,,VAcHUMnpfuiel''
j.
over
MODE
VOOR
DE
OUDEREN
EEN
lezeres
vroeg
ons,
of
we
niet
eens
een
modelletje
wilden
plaat¬
sen
voor
oudere
dames,
met
heupwjjdte
46
(of
hooger).
Dat
is
een
vraag,
die
nogai
dikwijls
wordt
gesteld.
Ook
op
de
redacties
van
de
speciale
vrouwenbladen
is
het
een
"eel
voorkomende
en
telkens
terugkeerende
klacht:
waarom
schijnen
de
jurkjes
van
tegen-
woordig
slechts
be-
v*
—
doeld
te
zijn
voor
jonge
dames
met
bak-
vischmaat
?
Het
overgroote
deel
der
vrouwen
heeft
een
wel
iets
ruimere
taillemaat
en
is
niet
gediend
van
onprac-
tisehe
modelletjes,
die
zoo
in
de
krant
er
wel
aardig
uitzien,
maar
slechts
gedra¬
gen
kunnen
worden
door
een
mannequin
met
een
hyper-slank
figuurtje.
Het
is
echter
een
droevig
feit,
dat
de
Modekoningen
zich
bitter
weinig
aan
deze
klachten
gelegen
la¬
ten
liggen
en
door¬
gaan
met
het
ont¬
werpen
van
exclusieve
mo¬
dellen
voor
slanke
verscho¬
ningen
en
veel
vrouwen,
die
ook
graag
volgens
„the
latest
fashion"
gekleed
wil¬
len
gaan,
begaan
de
groote
fout,
dat
zij
zich
nu
op
deze
exclusieve
modellen
blind
staren
en
zich
dan
in
deze
japonnetjes
persen
zonder
te
begrijpen,
dat
ze
er
pot-
3ierliik\uitzien.
Het
is
geen
kunst
volgen
de
laatste
mo¬
de
gekleed
te
gaan,
het
is
echter
wèl
een
kunst
3teeds
japonnen
te
dragen
die
U
goed
staan.
We
zjjn
ge¬
dwongen
onze
keus
te
doen
uit
een
vrij
kleine
collectie
en
wij
willen
onze
lezeressen
op
deze
plaats
gaarne
van
advies
dienen.
Tevens
geven
wg
in
deze
rubriek
een
tweetal
jurkjes
voor
de
magere
figuren
No.
1
is
een
gekleede
japon
voor
de
iets
oudere,
groote,
zware
vrouw.
Zqn
in
t
bijzonder
de
heupen
aan
den
breeden
kant
dan
verdient
het
aanbeveling
de
gerimpelde
voorbaan
niet
te
wijd
te
nemen
In
alle
rustige
kleuren
(zwart,
grijs,
dtep-blauw)
zal
deze
japon
een
zeer
gekleed
effect
geven.
De
tweede
afbeelding
toont
U
een
eenvoudig
japonnetje
voor
'n
kort,
dik
figuurtje.
De
kleine,
gezette
vrouw,
dient
bij¬
zonder
voorzichtig
te
zijn
met
haar
keu3.
Rus¬
tige
kleuren
zijn
abso¬
luut
vereischt.
Nemen
we
het
japonnetje
van
donkere
stof
(zwart
of
donkerblauw),
dan
kan
'n
aardig
effect
gevormd
worden
door
de
plooi
op
de
linkerheup
van
een
andere
kleur
te
maken.
De
derde
afbeelding
is
een
model,
dat
uitste¬
kend
geschikt
is
een
mager,
hoekig
figuur
te
eamoufleeren.
Wanneer
de
groote
kraag
de
schouders
al
te
breed
maakt
(en
dit
gevaar
is
niet
denkbeel¬
dig),
dan
nemen
we
hem
wat
kleiner.
Ook
hier
dienen
we
met
groote
voorzichtigheid
de
kleu¬
ren
te
kiezen.
Opzichti¬
ge
tinten
kunnen
het
geheel
grondig
bederven
en
er
de
oorzaak
van
zijn,
dat
de
draagster
er
ais
een
clown
uit
ziet.
No.
4
is
een
gekleed
Jurkje,
speciaal
voor
magere
vrouwen.
De
plooitjes,
die
dwars
loo-
pen,
geven
een
indruk
van
gevuldheid
en
ea¬
moufleeren
zoo
de
hoe¬
kigheid
van
het
figuur.
Wq
hopen,
dat
onze
oudere
lezeressen
uit
het
bovenstaande
een
keus
kunnen
doen.
In
de
toekomst
zullen
wij
er
voor
zorgen,
dat
ook
van
tijd
tot
tijd
aandacht
wordt
besteed
aan
de
kleeding
van
de
niet
meer
zoo
jonge
vrouw,
zoodat
deze
rubriek
uitgroeit,
tot
„voor
elck
wat
wils".
m
bundel
op
te
slaan,
de
eerste
naar
ik
meen,
van
Gerard
Diels
Na
de
lich¬
te,
heldere
vanzelfsprekendheid
een
zware,
dreunende
roep
van
soms
duister
blijvende
visioenen.
Na
een
opvlucht
boven
den
tijd,
een
indaling
in
zijn
angstwekkende
probiemen.
Gij
behoeft
deze
beide
dichters
ech¬
ter
niet
naast
of
na
elkander
te
le¬
zen
en
de
tegenstelling
in
deze
aan¬
kondiging
doet
beider
eigen
aard
te
duidelijker
spreken.
Het
grootste
deel
van
dezen
bun¬
del
is
oorlogspoëzie;
er
volgen
dan
een
afdeeling
„Gemengde
gedichten"
en
tot
slot
drie
vertalingen
van
vrij
omvangrijke
verzen
van
den
Span¬
jaard
Frederico
Garcia
Lorca.
De
oorlogsgedichten
wijken
sterk
af
van
wat
men
in
't
algemeen
verzets¬
poëzie
noemt.
De
aanduiding
van
in-
spireerende
gebeurtenissen
—
een
bombardement,
een
terechtstelling
—
blijft
meestal
beperkt
en
vaag.
En
onmiddellijk
verwijdt
en
verdiept
dit
anecdotische
zich
tot
laaiende
visioenen,
met
een
overvloed
van
el¬
kander
verdringende
beelden,
in
be¬
zwerende
'rhythmen.
Een
ln
brand
en
bloed
vergaande
apocalyptische
we¬
reld,
waar
de
herrezen
oermensch
doolt,
treedt
voor
onze
aanvankelijk
verbijsterende
verbeelding,
maar
krijgt
ons
steeds
meer
onder
boeien¬
de
beklemming.
Houdt
uien
de
kri¬
tiek
wakker,
dan
is
de
reactie
twee¬
erlei.
Men
stoot
op
een
overdadige
valheid,
op
een
verwrongenheid
van
beelden,
die
soms
door
de
bezweren¬
de
associaties
der
klanken
schijnen
opgeroepen
Maar
men
wordt
ook
slag
op
slag
gegrepen
door
de
harts¬
tocht
van
deze
stem
door
de
gemar¬
telde
zielsbewogenheid,
door
de
oor¬
spronkelijkheid
van
verbeelding
en
de
als
uit
metaal
gedreven
verzen.
Van
beide
kanten
een
voorbeeld.
Een
der
gedichten
vangt
aan:
„Toen
naakte
handen,
met
verzet
geladen,
als
voor
een
nieuwen
sprong
de
schoten
luwden,
—
nog
drijfhout
van
verstrooide
zegepralen
in
de
wanhopige
verschansing
stuwden,
toen"
enz.
In
de
zilvermijnen
te
Kongsberg
in
Noorwegen
is
een
klomp
zilver
van
on¬
geveer
30
Engelsehe
ponden
en
ter
waar¬
de
van
500
pd.
sterling
gevonden.
Invoer
van
Noorsche
haring
De
onlangs
bekend
gewor¬
den
invoer
in
Nederland
van
haring
uit
Noorwegen
heeft
bij
velen
den
indruk
gevestigd,
dat
de
regeering
tot
'n
..nood¬
sprong"
heeft
moeten
over¬
gaan,
om
een
dreigend
tekort
aan
haring
aan
te
vullen.
Tot
goed
begrip
moge
evenwel
die¬
nen,
aldus
wordt
ons
van
be¬
voegde
zijde
medegedeeld,
dat
hier
in
het
geheel
geen
sprake
is
van
een
noodgedwongen
in¬
voer
op
bovenstaanden
grond.
Reeds
voor
den
oorlog
betrok¬
ken
wij
belangrijke
hoeveel¬
heden
haring
van
de
Noren
en
wei
sedert
het
afsluiten
van
de
Zuiderzee.
Voor
de
afsluiting
werden
op
de
Waddenzee
groote
hoeveelheden
ha¬
ring
gevangen.
Na
de
afsluiting
is
deze
haring
van
het
Waddenterrein
verdwenen
en
men
kocht
ter
com¬
pensatie
ln
Noorwegen
de
zgn
sloe-
harmg.
Deze
haring
komt
overeen
met
de
oude
Waddenzeeharing
en
werd
voornamelijk
in
de
maanden,
waarin
geen
aanvoer
van
de
„groo¬
te"
haringvisscherij
op
de
Noordzee
plaats
had
—
in
het
voorjaar
dus
—
ingevoerd
Met
het
invoeren
van
deze
haring
wordt
nu
de
gebruikelijke
imprg't
uit
Noorwegen
hervat.
Zelfs
wanneer
wij
een
groot
ha-
riingoverschot
zouden
hebben
gehad,
zouden
wij,
overeenkomstig
het
met
Noorwegen
gesloten
handelsverdrag,
dat
per
1
Jan
j.l
van
kracht
gewor¬
den
is,
toch
haring
hebban
moeten
afnemen
De
Noren
bevinden
zich
pi.,
wat
de
haring
betreft,
in
dezelfde
positie
als
wij
met
onze
bloembollen.
Zij
hebben
dan
ook
bij
de
onder¬
handelingen
over
het
verdrag
den
eisch
gesteld,
dat
er
ln
het
verdrag
een
jxist
voor
haring
zou
worden
op¬
genomen.
Japansche
oorlogsmisdadigers
vallen
bewakers
aan.
Op
5
Februari
hebben
vier
Japan¬
sche
oorlogsmisdadigers,
die
bezig
waren
brandhout
te
verzamelen
langs
den
autoweg
in
de
nabijheid
van
de
kampong
Hitoelana,
een
onverwachten
aanval
gedaan
op
de
militaire
bewakers,
die
zwaar
ge¬
wond
werden.
De
Japanners
vluchtten
daarna
in
de
bosschen.