Tekstweergave van HA_1944_04_16_0003
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
I
'
KENT
GE
nog
DIE
KOFFIEMERKEM
SEVAN
NE
LIE
T'JD'L'JK
Z'JN
ZE
NIET
VERKRIJGBAAR
MAAR
MET
EiiiD
KUNT
U'TDOEN
.
EVAN
NELLE'SE
KOFFIESURROGAAT
'
-
PUDDING
mET
SUIKER
ANANAS
•
RUM
-
FRAMBOZEN
CITROEN
•
MOCCA
-
YANILLE
OP
ÊÊN
BON
2
ZAKJES
ELK
VOLDOENDE
VOOR
EEN
PUDDING
VAN
EENHAL
VE
LITER
HsHjB
C.
KEG's
GROOTHANDEL
N.V.
ZAANDAM
n
Maak
morgen
een
lekkerder
pudding,
dan
U
in
2
jaar
proefde.
Hef
smoaktWELzoo.Noast
den
vanille-ofvruchtensmaak
heeft
elkeP'./.F.-pudding
nog'n
o
ver¬
heerlijken,
vollen
roomsmaak.
Probeer
zélf,
waarom
de
dames
F./.F.-pudding
veel
lekkerder
vinden
dan
ondere
pudding.
VIF
PUDDING
EN
VLA
Xe
fceeren
toonto°tt
zegt
Kei
Meerfie
De
Heer's
Chocolade-
en
Biscuitfabrieken
mm
u
Eiiktn
RHENEN
wijjt
trotich
op
zijn
vermaarden
Cuuera-
toren,
waaraan
ieder
rechtgeaard
Nederlan¬
der
gehecht
is,
cooals
aan
zoovele
andere
vaderlandscbe
tradi¬
ties.
Al
was
het
maar
die
van
het
geurige
bakje
troost,
dat
ons
ook
nu
oog
dagelyks
wacht,
dank
zjj
Niemeijer's
"ALM
koffiesurrogaat
Mijn
vriend
JOSÉ
Cubaansche
belevenis
van
J.
NUGTER
Tot
mijn
merkwaardigste
en
interes¬
santste
kennissen
uit
m'n
Cubaanschen
tijd
—
ik
was
toen
vertegenwoordiger
van
de
Universal
Olie-Mij.
te
Havana
—
be¬
hoorde
ongetwijfeld
José
de
Manzanilla
Hoewel
niet
gezegd
kan
worden,
dat
hij
gefortuneerd
of
rijk
aan
invloed
was.
zoodat
hij
mij
niet
kon
dienen
als
,,krui¬
wagen",
welk
Voertuig
men
toentertijd
in
Cuba
niet
kon
ontberen,
als
men
met
be¬
paalde
regeeringskrinêen
in
contact
wil¬
de
treden.
Neen,
verre
van
dat!
José
be¬
dreef
het
ambacht
van
kunstschilder,
zoo¬
dat
niet
behoeft
te
worden
vermeld,
dat
zijn
activa
aan
aardsche
goederen
in
geen
verhouding
stonden
tot
de
passiva,
die
de
overhand
pleegden
te
hebben.
Daar
kwam
nog
iets
bij.
Het
scheen
in
Cuba
niet
zoo
gemakkelijk
te
zijn,
als
schilder
de
publieke
aandacht
op
zich
te
vestigen.
Misschien
komt
dit
wel,
door¬
dat
de
lieden
daar
zóó
opgaan
in
het
op-
zwiepende
rhythme
van
de
rumba-mu-
ziek,
dat
zij
voor
niets
anders
belang¬
stelling
meer
hebben
en
geen
andere
ge¬
neugten
in
het
leven
erkennen
dan
de
in¬
gewikkelde
passen
en
kronkelingen
op
den
dansvloer.
Hoe
het
ook
zij,
José
de
Manzanilla
had,
na
vele
wilde
en
ver¬
geef
sche
pogingen,
het
landschap
van
zijn
vaderland
op
natuurlijke
wijze
weer
re
geven,
zijn
talent
omgeschakeld
op
wat
hij
noemde
,,het
uitbeelden
van
het
in¬
nerlijke
leven
der
dingen".
Zijn
nieuwe
kunstvorm
was
een
mengeling
van
ex¬
pressionisme,
surrealisme
en
alcoholisme
en
hoewel
ik
er
van
overtuigd
was,
dat
hij
hem
gekozen
had
uit
onmacht
om
de
dingen
op
de
normale
manier
weer
te
geven,
zweeg
ik
en
luisterde
geïnteres¬
seerd
naar
zijn
bewering,
dat
hij
voortaan
niet
meer
schilderde,
maar
zijn
ziel
aan
die
van
het
uit
te
beelden
object
„ke¬
tende"
en
het
resultaat
van
die
hande¬
ling
op
het
doek
„ademde".
De
gevolgen
van
die
ingrijpende
veran¬
dering
in
de
kunstenaarsziel
waren
al
spoedig
zichtbaar.
Ten
einde
alleen
maar
te
kunnen
reageeren
op
innerlijke
erva¬
ringen
en
niet
te
worden
gestoord
door
de
weelderige
tastbaarheid
van
het
leven,
verwisselde
José
zijn
toch
al
niet
luxu¬
euze
appartementen
voor
een
zolderver-
trek
van
een
verheven
houten
naaktheid
en
meed
allen
omgang
met
vrouwen,
die
voordien
toch
een
tamelijk
belangrijke
plaats
in
zijn
leven
hadden
ingenomen
Ook
verwaarloosde
hij
zijn
vroeger
zoo
correcte
uiterlijk
en
gebruikte
Spartaans-
armelijk
voedsel,
dit
laatste
mede
als
ge¬
volg
van
den
omvang
van
zijn
beurs,
die
zich
al
spoedig
met
het
streven
naar
vereenvoudiging
solidair
verklaarde,
daar
de
schilder
groote
sommen
gebruikte
voor
het
inkoopen
van
de
benoodigde
materialen.
Toen
ik
hem
kort
na
zijn
verhuizing
bezocht,
had
hij
al
ijverig
gewerkt
en
ik
stond
sprakeloos
van
ontzetting
en
ver¬
bazing.
Achter
een
kist,
waarop
een
met
kaarsvet
bedekte
rutnflesch,
die
als
kan
delaar
fungeerde,,
ontwaarde
ik
een
doex,
bedekt
met
vurige
lijnen
en
met
plekken,
die
er
uit
zagen
als
ontplofte
eieren,
het
geheel
omkranst
door
een
bol-aandoende
verzameling
paarse
donderkoppen.
„Zie
je,"
sprak
mijn
vriend,
„dit
r
is
nu
mijn
impressie
van
de
ware
kunstenaarsziel
Het
ia
mijn
eigen
„ik".
De
energieke
lijnen
duiden
opx
het
gestadige
worstelen
van
den
geest
met
de
materie,
de
kron¬
kelende
op
de
oogenblikken
van
zwakte,
die
ook
bij
het
grootste
genie
kunnen
voorkomen.
Deze
vurige
kleurschakee-
ringen
zijn
momenten
van
hoogste
in¬
spiratie,
de
omringende
donkere
partijen
accentueeYen
de
omstandigheid,
dat
de
kunstenaar
door
een
burgerlijke
en
niet-
begrijpende
omgeving
wordt
miskend.
Bij
deze
laatste
woorden
keek
hij
mij
met
zijn
donkere
oogen
onderzoekend
aan,
doch
ik
knikte
suffig.
Hij
vervolgde
met
de
verklaring
van
andere
doeken,
die
in
't
rónd
opgesteld
stonden
en
ik
bleef
zwij
gend
luisteren,
er^van
overtuigd,
dat
mijn
anders
toch
wel
geschikte
José
nu
wat
él
te
wonderlijk
werd,
om
met
mijn
bui-
gerlijke
persoonlijkheid
om
te
gaan.
Toen
hij
mij
eindelijk
uitliet,
fluisterde
hij
me
nog
toe,
als
was
het
een
dierbaar
geheim:
,,lk
heb
in
kennerskringen
al
waardeering,
gevonden.
Ik
heb
mijn
werk
getoond
aan
Pedro
Almirez,
je
kent
hem
ook
wel.
Hij
is
iemand
met
een
hooge
baan
in
het
leger,
heeft
veel
invloed
en
schijnt
de
regeering
voor
-de
moderne
kunst
te
willen
interesseeren.
Hij
heeft
altijd
al
veel
belangstelling
voor
het
cul
tureele
leven
getoond
en
noodigde
mij
nu
uit,
eenige
zeer
groote
levendige
doe
ken
te
vervaardigen.
Je
komt
nog
wel
eens
kijken!
Adios!"
Ik
kwam
kijken,
een
maand
of
wat
la¬
ter.
De
zolder
van
den
heer
De
Manza¬
nilla
scheen
te
zijn
herschapen
in
een
bergruimte
voor
coulissen.
De
schilder¬
stukken
stonden
dicht-opeengepakt
tegen
de
wanden,
zoodat
de
ruimte
in
het
ate¬
lier
tamelijk
bekrompen
was
geworden
Op
mijn
vraag
naar
de
oorzaak
van
deze
overstelpende
productiviteit
vertelde
José
mij,
dat
de
eerste
doeken
den
hoogen
militair
zóó
goed
waren
bevallen,
dat
hij
order
had
gegeven
voor
het
vervaardigen
van
nog
vijftig
anderé,
zulks
onder
over¬
handiging
van
een
zeer
ruim
voorschot,
terwijl
bij
aflevering
een
bedrag
zou
wor¬
den
uitbetaald,
dat
ook
mij
waarlijk
vor¬
stelijk
scheen.
Wederom
stond
ik
ver¬
stomd,
maar
het
moest
wel
waar
zijn:
de
op
het
innerlijk
leven
ingestelde
kun¬
stenaar
toonde
mij
met
glinsterende
oogen
een
stapeltje
kleurige
bankbiljetten
en
noodigde
mij
uit,
den
volgenden
Zondag
met
hem
uit
te
gaanT
hij
zou
dan
zijn
geest
eens
kunnen
ontspannen
en
nieuwe
krachten
en
inspiraties
opdoen.
Aarzelend
stemde
ik
toe,
nog
steeds
niet
wetend,
wat
ik
hiervan
wel
moest
denken.
José
vergezelde
mij
nog
een
stuk
op
mijn
weg
naar
huis
en
deelde
mij
mede,
dat
de
heele
bestelling
deze
week
nog
klaar
zou
komen
en
zou
worden
afgehaald
door
den
heer
Almirez
in
hoogsteigen
persoon,
on¬
der
gebruikmaking
van
een
vrachtauto.
Langzamerhand
ontdooide
ik
wat
en
deelde
in
zijn
enthousiasme.
Ten
slotte
was
ik
een
buitenstaander
en
was
het
mogelijk,
dat
de
kunstwerken
zouden
worden
gebruikt
ter
opluistering
van
de
nieuwe
regeeringsgebouwen,
die
ook
in
modernen
stijl
waren
opgetrokken.
Als
dat
zoo
was,
dan
had
ik
een
belangrijk
man
als
vriend
en
dat
was
niet
te
ver¬
smaden!
Wij
namen
hartelijk
afscheid.
Die
Zondag
zal
voor
mij
onvergetelijk
blijven.
Het
was
den
geheelen
dag
stra¬
lend
weer
geweest,
terwijl
wij
in
laaien¬
de
stemming
van
het
ééne
café
in
het
andere
waren
getuimeld,
vergezeld
van
nog
eenige
artistieke
Havaneezen.
Wij
hadden
gestampt
en
in
de
handen
ge¬
klapt
op
de
maat
van
de
wilde
muziek
en
eenigen
hidden
de
castagnetten
van
de
danseressen
overgenomen.
Ze
hadden
ze
blijkbaar
meer
gehanteerd
en
dansten
daarbij,
al
klepperend,
op
onvaste
beenen
een
komischen
dans,
totdat
we
op
t
laatst
hysterisch
lach-hikkend
over
el¬
kaar
heenvielen
en
voor
ae
zóoveelste
maal
een
dronk
uitbrachten
op
het
heil
van
José,
de
kunst
en
de
verlichte
Cu¬
baansche
regeering.
Dit
laatste
konden
wij
vrijelijk
doen;
het
was
vlak
na
de
laatste
revolutie
en
een
nieuwe
op¬
positie,
die
zich
door
ons
gedrag
beleedigd
kon
gevoelen,
was
er
nog
niet.
Toen
werd
mijn
vriend
José
sentimen¬
teel.
„Juan,"
fluisterde
hij,
„het
wordt
mij
hier
te
banaal.
Ik
stroom
over
van
innerlijke
ontroering
en
die
lui
hier
ma¬
ken
een
duivelsche
herrie.
Stap
met
me
in
mijn
nieuwen
wagen
en
.ga
mee
naar
buiten!"
Natuurlijk
stemde
ik
toe;
zooiets
doe
je,
als
je
begrip
hebt
voor
kunste¬
naarsluimen.
We
reden,
wat
ontnuchterd
door
den
koelen
wind
van
den
vallenden
avond,
door
palmenlanen
met
exotisch
felle
bloe¬
menkleuren,
in
de
richting
van
de
zee.
Een
militaire
colonne
marcheerde
ons
voorbij
en
wij
wezen
elkaar
geestdriftig
de
fiere
Cubaansche
soldateska.
José
sprak
eenigae
woorden
die
ik
mij
niet
meer
herinner,
want
plots
bleef
hij
steken,
staarde
met
open
mond
voor
zich
uit
en
stopte
den
wagen.
Hij
maakte
griezelige
geluiden
en
wees
onzeker
met
zijn
hand
naar
links,
waar
zich
een
aantal
bunkers
en
militaire
barakken
bevonden.
Ik
staar¬
de
ook;
de
betreffende
inrichtingen
sta¬
ken
zonderling
genoeg
niet
zoo
heel
erg
tegen
het
omringende
landschap
af
en
Ik
zei
dus:
,,Ja,
de
regeering
is
paraat,
al¬
tijd,
José!"
—
Toen
barstte
hij
in
een
stortvloed
van
vloeken
uit,
sprong
als
wild
geworden
uit
de
auto
en
rende
den
weg
op.
Ik
achter
hem
aan,
heelemaal
niet
gerust
over
deze
nieuwe
zielsuitin¬
gen.
Hij
was
op
eenigen
afstand
van
het
militaire
terrein
blijven
staan
en
ik
hoor-'
de
hem
mompelen:
„Mijn
werk,
de
hon¬
den!"
En
tegen
mij,
toen
hij
me
naast
zich
bespeurde:
T,Zie
je
't
dan
niet,
ellen¬
dige
ezel,
mijn
meesterwerk
„Maanlicht
in
China"
en
daarnaast
„Kerkhofstem¬
ming"
en
„De
doode
Kraai",
alles
hebben
ze
op
hun
smerige
hutten
geplakt.
.Diablo,
ik
zal
ze...."
Met
moeite
hield
ik
hem
tegen
en
ja.
nu
zag-
ik
het
ook:
men
scheen
het
werk
van
den
grooten
José
de
Manzanilla
te
hebben
gebruikt
als
camouflage
voor
bun¬
kers
en
barakken!
Als
zoodanig
mocht
het
werkelijk
geslaagd
heeten!
Doch
de
schepper
van
dit
alles
weende
en
wan¬
kelde
naar
zijn
Wagen
terug.
Hij
was
ge-
désillusionneerd,
neen,
gebroken
en
was
zelfs
onmachtig
om
nog
te
rijden,
wat
ik
toen
maar
deed.
Ten
slotte
heb
ik
hem
ook
nog
In
zijn
bed
moeten
stoppen.
Wie
José
kent
zal
er
zich
echter
niet
over
verwonderen
als
hij
verneemt,
dat
déze
inschikkelijkste
aller
Cubanen
zijn
ziel
door
een
tweede
„omschakeling"
heeft
gered.
Hij
is
nu
directeur
van
een
groothandel
in
verfwaren,
die
ook
regel¬
matig
aan
het
leger
levert.
I»
verband
met
de
uitbreiding
der
Konijnenfokkerij
heeft
het
Departement
van
Handel,
Nijverheid,
Scheepvaart,
l.
and
bouw
en
Visscheri)
een
excursie
naar
het
Rijksptuimveeteelt-instituut
te
Beekbergen
georganiseerd
De
heer
G.
H
Cornelisse
de
Beer
van
het
Rijksinstituut
verstrekt
inlichtingen
over
net
teelen
en
voederen
van
konijnen
CNF/De
Haan/Pax
m
Het
halve
uur
vóór
de
preek.
In
vrede-rust
van
Zondagmorgen,
Met
kalme
ziel
en
't
hart
verblijd,
Ging
ik,
een
half
uur
vóór
den
tijd,
Ter
kerke
en
vergat
m'n
zorgen.
Zoo
vroeg
tot
't
bedehuis
geRomen....
Ik
voelde
reeds
de
goedheid
stroomen
Toen»
'k
de
aangekonde
lied'ren
las
Wijl
sfeer
tot
meditatie
dijt,
In
't
zacht
geruisch
van
orgelklank
Stijgt
met
het
lied
een
diepe
dank
Tot
God,
voor
Zijn
aanwezigheid.
Dan
na
deez'
prille
klankenreek
Komen
de
eerste
Gode-di^ners;
Veel
hoorders,
ach,
hoe
weinig
zieners.
Tot
hen
de
raad
ft
zij
van
een
leek):
Wie
Godes
Geest
eens
wil
ontvangen,
die
kome
een
half
uur
vóór
de
preek.
REIJER
J.
Z.
Vaderlandsche
kleinkunst
van
de
goede
soort
NIET
ALLEEN
VOOR
DAMES
Het
cabaret
van
Wim
Sonneveld
en
de
zijnen
Het
cabaret
Is
altijd
het
stiefkind
ge¬
weest
van
het
uitgaand
publiek,
hier
in
Holland.
Dat
wil
dan
zeggen:
het
Nederland¬
se
h
e
cabaret,
of
wat
zich
als
zoodanig
manifesteerde.
Zoo
nu
en
dan
zijn
er,
met
minder
of
meer
succes,
schuchtere
—
en
af
en
toe
heel
ónschuchtere
pogin¬
gen
aangewend
om
zooiet3
als
een
vader-
landsche
cabarettroep
te
stichten.
Laat
ons
vaststellen,
dat
het
resultaat
niet
be¬
paald
bestendig
is
gebleken.
Het
is
bij
enkele
uitblinkende
eenlin-
gert
gebleven
Pisuisse
blijft
het
klassieke
voorbeéld,
Jean
Louis
met
de
ruige
stem;
en
er
zouden
nog
enkele
namen
te
hoe-
men
zijn
Maar
hun
aanta!
valt
aan
de
vingers
van
één
hand
te
tellen....
Zoo
nu
en
dan
dook
er
nog
wel
'ns
een
fi¬
guur
op,
die
opviel.
Maar
óf
ze
verdween
over
de
grens,
óf
verhuisde
voortvarend
naar
het
groote
tooneel.
De
cabaretplan¬
ken
boden
te
onzekere
kansen.
Genpeg
dakrvan.
kloppen.
Dg
mensehen,
de
teksten
aan¬
kleeding,
décor,
regie
re
moet
alles
in
één
hand
houden.
Vandaar,
dat
ik
me
overal
mee
bemoei.
De
meeste
ideeën
zijn
van
mij.
Ik
geef
aan
wét
Ik
wil
hebben,
en
hóé
ik
het
wil
hebben
Voor
de
pro
loog
—
voor
de
reünie
in
den
sprookjes-
hemel
—
heb
ik
zelf
alles
afgewogen
en
aangegeven.'
„Er
zijn
beste
nummers
bij,"
zeg
ik
En
ik
denk
aan
de
Ballade
van
het
Hemd,
aan
de
verrukkelijke
toiirnooi-
scène,
aan
Sophie
Stein
—
zop
prachtig
op
haar
plaats
in
dit
troepje
-
als
een
levenswijze-
kaartlegster.
„Tusschen
haken,"
zegt
Wim
Sonneveld,
.weet
je
hoe'n
verduveld
moeilijk
werk
het
schrijven
van
een
goeden,
van
een
werkelijk
in
elk
woord
verantwoorden
en
brulkbaren
cabarettekst,
is?
We
krij¬
gen
hier
bij
wijze
van
spreken
eiken
dag
dingen
binnen
—
en
het
is
een
plezierig
idee,
een
bewijs
dat
ons
werk
aanslaat
i
maar
het
meerendeel
is
onbruikbaar.
In
hef
voorbije
najaar
verscheen
het
'
Helaas!
Want
"geloof"me,
"~lk""snak~naar
troepje
van
Wim
Sonneveld
in
het
Leid-
schepleln-theater.
Met
Alleen
voor
Dames,
een
cabaret-programma.
De
pessimisten
en
de
betweters
schudden
de
hoofden.
Geef
hun
eens
ongelijk.
Ze
wis¬
ten
het
nou
zoo
langzamerhand
wel.
Maar
ziet
—
ze
krégen
ongelijk,
metterdaad.
Het
ging.
Het
werd
zoowaar
een
gesta¬
dige
trek
naar
het
theatertje
aan
het
meest
Parijzige
pleintje,
dat
Amsterdam
heeft.
Men
kon
zich
afvragen
wat
het
verschil
was
met
vorige
pogingen.
Men
zag
immers
ook
hier
een
paar
schetsjes
spelen:
men
hoorde
immers
ook
hier
een
Hollandsch
liedje
zingen.
Er
werden
een
paar
grapjes
verteld,
een
fleurig
figuurtje
zong
een
Fransch
chanson.
Enzobvoort
Het
was
immers
niet
anders
dan
anders?
Het.
was
het
wel!
Want
wat
men
elders
miste
vond
men
hier:
den
warmen,
lich¬
ten,
pakkenden
toon,
die
cabaret
tot
ca¬
baret,
die
kleinkunst
waarlijk
tot
een
kunst-apèrt
maakt.
Bij
Wim
Sonneveld
en
de
zijnen
bleek
een
goede
portie
van
den
waarachtigen
cabaret-geest
aanwezig;
veroverd
en
ver¬
rassend
van
het
oogenblik,
dat
het
doek
vaneen
gaat.
„Want
een
goede
proloog
is
'n
ding
van
belang,"
zegt
Wim
Sonneveld
als
we
een
woordje
met
hem
wisselen.
Vlot
en
be¬
drijvig
beweegt
hij
zich
door
zijn
grach¬
tenhuis-kantoor.
„Zoo'n
proloog
moet
raak
zijn,
weet
je,
moet
het
publiek
er
ineens
heelemaal
middenin
brengen."
„Hoe
kwam
je
er
toe
met
een
eigen
cabarettroep
te
beginnen?"
„Ik
liep
allang
met
het
idee
rond.
En
Ineens
zag
ik
de
kansen
het
te
realisee-
ren."
„Je
zit
al
een
tijd
in
het
„vak"?"
„Al
tien
jaar."
„En
je
hadt
al
vroeg
het
cabaretplan¬
kier
onder
je?"
„Al
heel
vroeg.
Jaren
terug
stond
ik
reeds
mijn
Fransche
liedje
te
zingen
in
Parijsche
cabarets."
„En
wat
je
nu
hier
brengt...."
wat
ik
nu
hier
breng,"
zegt
Wim
Sonneveld,
„wil
voor
het
Nede'rlandsche
publiek
iets
nieuws
zijn.
Goede,
boeien¬
de
cabaretkunst;
modern,
als
je
het
zoo
noemen
wil.
Licht
aansprekende
dingen
en
daartusschendoor
iets,
dat
dieper
gaat,
van
fijner
makelij.
B.v.
zoo'n
poppenkast-
dialoog
van
Pierrot
en
Pierrette
En
dan—
een
programma,
dat
als
geheel
op
een
bepaald
niveau
staat,
doortrokken
is
van
tjen
waren
cabaretgeest.
Om
dat
te
bereiken,
die
sfeer,
dat
effect,
moet
alles
goede
Nederlandsche
cabaretnummers.
„Wie
weet,"
zegt
de
Interviewer
wijs-
geerig,
,wat
er
nog
loskomt.
Over
gebrek
aan
belangstelling
van
dat
deel
van
hét
publiek
dat
het
plegen
van
cabarettek¬
sten
aan
anderen
overlaat
heb
je
overi¬
gens
óók
niet
te
klagen...."
„Nee.
En
het
is
nu
maar
zaak
te
zor¬
gen,
dat
dat
zoo
blijft.
Ik
bedoel
dit:
we
kunnen
ons
de
weelde
niet
veroor¬
loven
wat
we
doen
tot
slap
routinewerk
te
laten
verworden.
Elke
voorstelling
moet
de
vaart,
de
spanning,
de
charme
van
in
het
begin
behouden.
Want
wij
spelers
zijn
geneigd
te
denken,
dat
we
het
nu
wel
weten.
Maar
het
publiek
ziet
het
altijd
weer
voor
den
eersten
keer."
Een
goed
troepje,
met
een
tikje
Fran-
schen
toets
—
en
toch
ook
weer
bij
gelegenheid
goed
Hollandsch.
Een
troepje
om
vooral
eens
naar
te
gaan
kijken.
En
luisteren.
Naar
de
ple¬
zierige
stem
van
Connie
Stuart
en
naar
wat
ze
draagt
en
hoé.
Naar
Elly
Weller
die
zoo
vitaal
en
geestig
en
zoo
geknipt
voor
cabaret
is.
Naar
Wim
Sonneveld-
zèlf,
die
zoo
prachtig
de
kunst
verstaat
,een
liedje
te
zingen,
een
grapje
te
lan-
eeeren,
onnadrukkelijk
en
precies
raak.
En
naar
de
anderen....
Met
„Niet
alleen
voor
dames"
is
men
op
tournee.
28
April
is
Alkmaar
aan
de
beurt.
Letterkundige
kroniek
HET
ROME
DER
BORGIA'S.
Een
meesterwerk.
Een
roman
van
de
grootmeesterklasse
is
zonder
twijfel
de
„Borgia-trilo-
g
i
e"
van
L.
Huna,
door
A.
M.
de
Jong
in,
ik
zou
willen
zeggen,
fabelachtig
Ne-
derlandsch
vertaald,
en
uitgegeven
bij
A
j.
G.
Strengholt
te
Amsterdam.
Het
boek
(de
drie
deelen
In
één
band)
voert
in
een
suggestieven
rijkdom
van
woorden
en
beelden
en
een
kleurige,
spannende
opeenvolging
van
gebeurte¬
nissen
door
het
laat-viji'tiende
en
vroeg-
zestiende-eeuwsche
Rome,
dat
beeft
en
zwoegt
onder
de
geslepen
willekeur
van
paus
Alexander
Borgia
—
berucht
om
zijn
schanddaden,
waarinede
hij
zijn
eigen
waardigheid
en
die
der
kerk,
welker
hoogste
vertegenwoordiger
hij
was,
door
het
slijk
sleurde
—
en
vooral
ook
van
zijn
zoon,
den
beestmensch
Cesare,
die
even
opgewekt
de
moorddolk
hanteerde
als
zijn
collega's-kardinalen
den
beker
met
siciliaanschen
wijn.
Wanneer
men
aan
het
eerste
deel
dezer
trilogie
begint
is
het
vruchtbaar
en
merk¬
waardig
vooraf
even
kennis
te
nemen
van
het
oanvonnis,
dat
kardinaal
Hergen-
röther
over
paus
Alexander
uitgespro¬
ken
heeft:
„De
elfjarige
regeering
van
liezen
paus
is
een
ongeluk
geweest
we¬
gens
zijn
wereldsche
neigingen,
die
met
ongewone
brutaliteit
in
het
openbaar
werden
geuit.
Door
zijn
nepotisme,
in
zulk
een
mate
als
nog
nooit
was
voor¬
gekomen,
en
doos,
zijn
gebrek
aan
zede¬
lijk
bewustzijn,
zoowel
in
het
openbare
als
private
leven,
verdwijnen
de
betere
eigenschappen,
waarvan
Alexander
VI
niet
verstoken
was."
Zoo
zegt
de
één
het.
Huna
werpt
in
het
eersteboek
van
zijn
eyclus
—
„Het
Babel
der
Borgia
s"
geheeten
—
een
an¬
der,
een
oneindig
milder
licht
op
den
paus.
Als
centrale
gestalte
staat
hier
meer
een
gevoelige
dan
een
harde,
meer
een
liefderijke
dan
een
gewetenlooze,
meer
een
vrome
dan
een
losbandige
Alexander
Borgia.
Vooral
de
betere
eigenschappen,
waarvan
Hergenröther
als
te-rloops
ge¬
waagt,
verwerven
leven
en
kleur.
Zoo
is
het
ook
met
Lucrezia
Borgia,
de
schoone,
beminnelijke
en
kunstzinnige
dochter
van
den
paus;
Huna
ziet
haar
in
de
eerste
plaats
als
de
vrouw
met
den
dichterlijken
geest
en
het
reine
hart,
dat
slechts
i
an
een
edelen,
fijnbesnaarde^
man,
zooals
de
poëet
Serafino
d'Aquila
er
een
is,
zijn
diepste
genegenheid
wegschenken
kan.
Het
menschelijkg,
waarnaar
de
schrij¬
ver
met
begrip
en
toewijding
ge¬
speurd
heeft,
maakt
zijn
werk
zoo
aantrekkelijk.
Maar
groot
en
vreese-
lijk
valt
over
het
pauselijke
hof
de
schaduw
van
den
zoon
Gesare,
den
lagen
krachtpatser,
die
in
zijn
violette
kardi¬
naalsgewaad
er
behagen
in
schept
ten
aanschouwe
van
joelende,
feestende
disch-
genoten
met
een
touw
een
stier
langs
èen
muor
In
de
hoogte
te
trekken
Alexander,
Cesare
en
Lucrezia
zijn
in
het
eerste
deel
dezer
prachtige
trilogie
de
groote
spelers-
rondom
hen
groepeert
zich
een
Rome,
dat
duivelsch,
grootsch
en
liefelijk
tegelijk
is
Paus
Alexander
Borgia
voorvoelt
de
komst
van
het
genaaelooze
noodlot.
Daar¬
voor
zijn
niet
de
aanklagende
en
verdoe¬
mende
woorden
noodig
van
den
half
krankzinnigen
monnik-geestdrijver,
die
met
één
enkelen
zin
zelfs
een
Cesare
Borgia
in
de
ziel
grijpt.
De
komst
van
de
ineenstorting
ziet
Alexander
Borgia
—
en
dit
Vormt
mede
een
der
elementen
van
de
tragiek,
waarmede
de
geniale
schrijver
Huna
dezen
onrustigen.
steeds
weer
aan
een
nieuw
net
van
intrigues
wevenden
paus
heeft
beladen
—
wanneer-
hij
zijn
meest
beminden
zoon,
Cesare,
aanschouwt
en
aanhoort
en
siddert
voor
diens
eerzuchtige
doelen
en
voor
de
lage
middelen,
waarvan
hij
zich
daartoe
denkt
te
bedienen
In
Cesare
Borgia,
den
van
God
verlaten,
gespierden
zwiermaker,
wien
niemand
en
niets
heilig
is,
wordt
op
onheilspellende
wijze
geklopt
aan
de
deur
van
het
geweten
van
Alexander
Uit
het
moeras
der
Borgia's
begint
de
lelie
der
rechtvaardiging
omhoog
te
schieten
Ik
sprak
reeds
over
A.
M
de
Jong.
Met
een
fier
en
rijk
talent
heeft
hij
dezen
wondermooien
roman
in
het
Ne-
deilandsch
vertaald.
Efke
pagina,
bijna
elke
zin,
biedt
een
verrassing.
Het
ts
Ne-
derlandsch
geworden,
doorademd
van
een
verrukkelijke
en
vervoerende
dichterlijk¬
heid.
Vol
prachtige
beelden,
die
alleen
konden
ontstaan
in
het
gemoed
van
een
groot
kunstenaar,
ligt
dit
bloeiende
boek
voor
ons.
Men
eert
niet
alleen
den
schrij¬
ver,
die
psychologisch
en
compositorisch
een
meesterwerk
schiep,
maar
ook
den
vertaler,
die.
bezield
door
een
vlammen¬
de
hefde
voor
zijn
taai,
een
herschepping
gaf
die
reeds
op
zichzelf
een
meester¬
werk
genoemd
worden
moet
In
een
volgende
kroniek
zullen
de
bei¬
de
andere
deelen
besproken
worden.
H.
P.
VAN
DEN
AARDWEG.
SYMPTOMEN.
Een
kindje
dat
op
"t
bleekje
dartelt,
Een
windje,
dat
het
water
kartelt.
Een
heel
zoel
zuchtje
uit
het
Zuid,
Een
weiland,
door
den
dauw
bepereld.
Een
stukje
zon-beschenen
wereld,
4
Een
vruchtboom
als
een
Jonge
bruid,
Een
hij
en
zij
in
't
plantsoentje.
Een
kozend
woord,
een
schuchter
zoentje
Enfin,
U
weet,
hoe
vlug
dat
leert
—
Een
kwiek,
doend
heertje,
reeds
op
jaren
Een
tikje
biij-k
en
weinig
haren,
Die
blootshoofds
over
straat
flaneert,
Een
ijsco-kar
op
't
knusse
pleintje,
Een
badpak,
drogend
aan
het
lijntje,
Een
raam,
dat
heel
wijd
open
staat,
Een
luid
gekwetter
in
de
boomén
—
't
Zijn
altegaar
voor
mij
symptomen
Dat
straks
de
zomer
komen
gaat.
JAC.
BROEHSF.N
sV-J
V
'
'
®
■
mgMjÜ
ËS!
'NTf!
ZOOALS
PING...
ZOO
LUKT
EU
TE.
OP
PONG
UJK1
■.
C.°,
ECHTE
KOfflC
Elite
Koffiesurrogaat
is
geen
gewóón
surrogaat
I
't
Is
een
héél
fijne
en
geurige
Imitatie
van
de
glanzend-bruine
koffieboonen.
Met
het
aroma
van
pure
moe
ca
I
U
moet
Uw
winkelier
toch
eens
vragen
om:
tlitt!"
08
KOFFIESURROGAAT
Egbert
Scheepmakér
ALKMAAR
m
Wij
openen
de
jacht
op
de
225.000
verdwenen
flesschen!
De
babies
van
Nederland
smeeken
om
Nutricia-voe-
ding.
Geef
ons
Uw
leege
flesschen
terug,
opdat
wij
hen
kunnen
helpen.
Voorjaar
op
het
land.
-
Achter
zijn
moeder
draaft
het
dartele
veulen
door
de
weid.
CNF/Steven,/Pax
m
OFF1CIEELE
PUBLICATIES.
|
Distributie
van
beschnit.
De
plaatselijke
distributiediensten
reiken
In
het
tijdvak
van
17
t/m
21
April
a.s,
bij
de
inlevering
van
de
bonnen
„17
Be¬
schuit"
toewijzingen
voor
beschuit
uit
voor
een
aantal
rantsoenen,
dat
het
dub¬
bele
bedraagt
van
.dat
waarvoor
bonnen
worden
ingeleverd.
Het
is
niet
toegestaan
bij
de
Inlevering
van
de
bonnen
„17
Be¬
schuit"
rantsoenbonnen
beschuit
lp
te
le¬
veren.
In
verband
hiermede
dient
de
In¬
levering
der
bonnen
„17
Beschuit"
te
ge¬
schieden
met
een
apart
ontvangstbewijs
MD
242-03.
Bij
de
inlevering
van
de
bon¬
nen
„17
Beschuit"
mogen
de
detaillisten
restantbonnen
„15
Beschuit"
en
„16
Be¬
schuit"
tezamen
ten
hoogste
9
stuks
inleveren.
Voorts
reiken
de
plaatselijke
distributiediensten
bij
de
Inlevering
van
de
bonnen
„18
Beschuit"
toewijzingen
rijst
of
desgewenscht
havermout
uit.
Deze
bón¬
nen
dienen
derhalve
met
een
apart
ont¬
vangstbewijs
MD
242-02
te
worden
Inge¬
leverd.
Het
is
toegestaan
bij
de
inleve¬
ring
van
de
bonr.en
„18
Beschuit"
een
restant
van
ten
hoogste
39
bonnen
„14
Beschuit"
In
te
leveren.
Distributie
van
grutterswaren.
De
plaatselijke
distributiediensten
rei¬
ken
bij
de
inlevering
van
de
bonnen
„Algemeen
084"
(125
gram
gort)
en
„Al¬
gemeen
085"
(128
gram
gemengd
meel)
van
17
t/m
21
April
a.s.
toewijzingen
voor
gort
uit.
Tezamen
met
de
bonnen
„Algemeen
084"
en
„Algemeen
085"
kan
een
restant
woren
ingeleverd
van
ten
hoogste
negen
bonnen
„Algemeen
075".
Toewijzingen
boter
en
margarine.
De
plaatselijke
distributiediensten
rei¬
ken
bij
de
Inlevering
van
de
voor
mar¬
garine
aangewezen
bonnen
„17A
Boter"
toewijzingen
uit
voor
margarine.
In
ver¬
band
met
het
feit,
dat
in
de
afgfloopen
2
weken
geen
bon
voor
margarine
is
aan¬
gewezen,
kunnen
tezamen
met
de
bonnen
„17A
Boter"
ten
hoogste
18
bonnen
(ne¬
gen
rantsoenen)
„ISA
Boter"
worden
In¬
geleverd.
Voorts
reiken
de
plaatselijke
distributiediensten
bij
de
Inlevering
van
de
bonnen
„17B
Boter"
toewijzingen
vet
uit,
waarvan
de
linkerbovenhoek
is
afge¬
knipt.
Met
ingang
van
17
April
1944
ge¬
ven
deze
toewijzingen
recht
op
het
koo
pen
van
bak-
en
braadvet
of
margarine
Tenslotte
reiken
de
plaatselijke
distribu¬
tiediensten
bij
inlevering
van
de
bonnen
„Reserve
B
36",
„C
36",
„D
36",
„E
36"
en
„20B
Boter"
toewijzingen
voor
boter
uit.
Sinaasappelen
voor
kinderen
(4
t/m
13
jr.)
In
verband
met
de
beschikbaarstelling
van
sinaasappelen
op
de
met
„Reserve
-C
28"
gemerkte
bonnen
der
bonkaarten
voedingsmiddelen
sullen
detaillisten
van
sinaasappelen
worden
voorzien
door
tus-
schenkomst
van
de
plaatselijke
verdeel-
kantoren
van
het
Bedrijfschap
voor
Groenten
en
Fruit.
Zij
dienen
de
bonnen,
welke
zij
van
hun
klanten
ontvangen
hebben,
geplakt
op
opplakvellen
op
14,
15,
17
en
18
April
a.s.
bij
de
plaatselijke
ver-
deelkantoren
in
te
leveren.
De
aflevdring
der
sinaasappelen
aan
het
publiek
zal
zoo
spoed(£
mogelijk
geschieden.
Inlevering
rantsoenbonnen
door
restaurants
enz.
Zooals
reeds
bekend
Is
dienen
instellin¬
gen,
die
ln
het
bezit
zijn
van
rantsoen¬
bonnen
„1/10
Boter",
«/»
Kaas"
of
„Vs
Vleesch",
welke
na
15
April
a.s.
niet
meer
geldig
zijn,
hierop,
voorzoover
zij
be¬
doelde
rantsoenbonnen
niet
met
de
ge¬
nummerde
bonnen
bij
de
distributiedien¬
sten
in
de
week
van
16
t/m
22
April
a.s.
kunnen
Inleveren,
bij
een
detaillist
de
desbetreffende
goederen
te
betrekken
Nogmaals
wordt
de
aandacht
erop
geves¬
tigd,
dat
de
rantsoenbonnen
gemerkt
„15-4-44"
onder
geen
voorwaarde
kunnen
worden
geruild
tegen
nieuwe
rantsoen¬
bonnen
Aanvragen
hiertoe
worden
door
het
Centraal
Distributiekantoor
niet
ln
behandeling
genomen.
Daar
de
niet
bij
het
C.D.K.
Ingeschreven
instellingen
uiteraard
bovenbedoelde
rantsoenbonnen
niet
bij
da
plaatselijke
distributiediensten
kunnen
inleveren,
dienen
zij
derhalve
op
alle
in
hun
bezit
zijnde
rantsoenbonnen
gemerkt
„15-4-44"
vóór
of
op
15
April
bij
een
detaillist
de
desbetreffende
goede¬
ren
te
betrekken.
Extra
stikstoftoewijzing
voor
winterrogge.
Het
ls
mogelijk
gebleken
voor
de
teelt
van
winterrogge
een
extra
stikstoftoewij¬
zing
beschikbaar
te
doen
stellen
van
5
kg
per
ha.
Belanghebbenden
behoeven
hier¬
voor
géén
aparte
aanvrage
ln
te
dienen.
De
provinciale
voedselcommlssarissen
zul¬
len
zoo
spoedig
mogelijk
tot
uitreiking
der
benoodigde
bonnen
voor
deze
toewij¬
zing
overgaan.
OFFICIEELS
PUBLICATIE.
Scheidsgerecht
voor
de
voedselvoorziening.
Het
scheidsgerecht
voor
de
voedsel¬
voorziening,
Lange
Voorhout
78,
's-Gra-
venhage,
is
een
Instituut
voor
de
ad¬
ministratieve
rechtspraak
op
het
terrein
van
de
voedselvoorziening.
Het
beslecht
bij
uitsluiting
in
eerste
Instantie
geschil¬
len,
die
ontstaan
tusschen
een
onderne¬
mer
op
het
gebied
van
de
voedselvoor¬
ziening
en
de
organisatie
(hoofdbedrijf¬
schap,
bedrijfschap,
vakgroep
etc.),
waar¬
toe
hij
behoort.
Slechts
hij,
die
meent
rechtstreeks
ln
zijn
belangen
getroffen
ta
zijn,
ls
bevoegd
een
geschil
bij
bet
v
DE
VAKMAN
OOK
VOOR
SURROGAAT
r
ZONDAGS
MOE,EN
WIEPEN
WINC;,
ZE^EN.WATZE
CBAAg
WILLEN
ETEKTT1Ï.ESTAL2L1N
ZE'TROEBENP
EENS.PUDDINCil
i
s
>
9.
LEKKERE
PUDDINg,
MAM,
MOCCA...."
,
f>MULTWlEPm$E-
)DACHTEN."..„OF
%
CARAMEL,"
VU
LT,
N
WINC,
AAN.
3AJA1-.
MOEDER
KAN
NL)
WEER
,
PÜÓOINC,
MAKENSIMON
DE
WIT
HEEFT
ZE
WEER
MET
SUIKER
ERIN-1?
schidsgerecht
aanhangig
te
maken
en
dat
dient
dan
—
voor
zoover
ln
eenig
wette¬
lijk
voorschrift
geen
termijn
bepaald
is,
waar
binnen
beroep
mogelijk
is
—
te
geschieden
binnen
twee
maanden
na
den
dag,
waarop
de
aangevallen
beslissing,
behandeling
of
weigering
genomen,
ver¬
richt
of
uitgesproken
ls.
Hij,
die
het
ge¬
schil
aanhangig
maakt,
ts
verplicht
een
door
hem
onderteekend
verzoekschrift,
dat
aan
bepaalde
voorwaarden
moet
vol¬
doen,
in
vijfvoud
bij
den
secretaris
van
het
scheidsgerecht
ln
te
dienen
en
een
bedrag
van
f
25
te
storten,
tenzij
in
een
wettelijk
voorschrift
een
lager
bedrag
is
vastgesteld.
Onvermogenden
kunnen
evenwel
van
de
"storting
van
het
bedrag
worden
vrijgesteld,
waartoe
zij
een
ver¬
zoek
moeten
richten
tot
den
voorzitter
van
het
scheidsgerecht.
In
zaken,
waarin
het
belang
van
den
verzoeker
een
voor-
loopige
beslissing
eischt,
kan
hij
ln
een
met
redenen
omkleed
verzoekschrift
een
voorloopige
beslissing
aan
den
voorzitter
van
het
scheidsgerecht
vragen.
Geproce¬
deerd
kan
worden
ln
persoon
of
bij
ge¬
machtigde.
Ook
kan
men
zich
laten
bij¬
staan
door
een
raadsman.
Indien
men
derhalve
een
geschil
heeft
met
een
orga¬
nisatie
als
bovenbedoeld
of
met
een
van
haar
organen,
b.v.
een
provincialen
voed-
selcommissaris,
doet
men
goed
zich
ter¬
stond
tot
het
scheidsgerecht
te
wenden
en
niet
eerst
tot
andere
instanties,
daar
anders
gevaar
bestaat,
dat
de
termijn
in¬
middels
is
verloopen.
PROV.
PUBL.
VAN
HET
DEPARTEMENT
VAN
LANDBOUW
EN
VISSCHERIJ.
Nuchtere
kalveren.
Met
ingang
van
17
April
1944
worden
nuchtere
kalveren
te
Uithoorn
alléén
op
Maandag
overgenomen.
,
DE
VOEDSELCOMMISSARIS
VOOR
NOORD-HOLLAND.
PROV.
PUBL.
VAN
DEN
ARMENRAAD.
Het
bureau
van
den
Armenraad
te
"s-Gravenhage,
Laan
Copes
van
Catten-
burg
20,
is
tijdelijk
verplaatst
naar
het
bureau
van
de
F.I.Ö.M.,
Anna
Paulowna-
straat
9,
tel.
180896.
De
spreekuren
van
het
bureau,
alsmede
die
van
de
commissie
tot
bevordering
van
samenwerking,
van
de
commissie
inzake
onderhoudsplicht
en
van
de
commissiéi
voor
tijdelijke
gezinsverpleging,
wonjert
gehouden
op
de
gewone
dagen
en
uren.
-
.
i
1
A
<