Tekstweergave van HA_1944_04_16_0003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
I ' KENT GE nog DIE KOFFIEMERKEM SEVAN NE LIE T'JD'L'JK Z'JN ZE NIET VERKRIJGBAAR MAAR MET EiiiD KUNT U'TDOEN . EVAN NELLE'SE KOFFIESURROGAAT ' - PUDDING mET SUIKER ANANAS RUM - FRAMBOZEN CITROEN MOCCA - YANILLE OP ÊÊN BON 2 ZAKJES ELK VOLDOENDE VOOR EEN PUDDING VAN EENHAL VE LITER HsHjB C. KEG's GROOTHANDEL N.V. ZAANDAM n Maak morgen een lekkerder pudding, dan U in 2 jaar proefde. Hef smoaktWELzoo.Noast den vanille-ofvruchtensmaak heeft elkeP'./.F.-pudding nog'n o ver¬ heerlijken, vollen roomsmaak. Probeer zélf, waarom de dames F./.F.-pudding veel lekkerder vinden dan ondere pudding. VIF PUDDING EN VLA Xe fceeren toonto°tt zegt Kei Meerfie De Heer's Chocolade- en Biscuitfabrieken mm u Eiiktn RHENEN wijjt trotich op zijn vermaarden Cuuera- toren, waaraan ieder rechtgeaard Nederlan¬ der gehecht is, cooals aan zoovele andere vaderlandscbe tradi¬ ties. Al was het maar die van het geurige bakje troost, dat ons ook nu oog dagelyks wacht, dank zjj Niemeijer's "ALM koffiesurrogaat Mijn vriend JOSÉ Cubaansche belevenis van J. NUGTER Tot mijn merkwaardigste en interes¬ santste kennissen uit m'n Cubaanschen tijd ik was toen vertegenwoordiger van de Universal Olie-Mij. te Havana be¬ hoorde ongetwijfeld José de Manzanilla Hoewel niet gezegd kan worden, dat hij gefortuneerd of rijk aan invloed was. zoodat hij mij niet kon dienen als ,,krui¬ wagen", welk Voertuig men toentertijd in Cuba niet kon ontberen, als men met be¬ paalde regeeringskrinêen in contact wil¬ de treden. Neen, verre van dat! José be¬ dreef het ambacht van kunstschilder, zoo¬ dat niet behoeft te worden vermeld, dat zijn activa aan aardsche goederen in geen verhouding stonden tot de passiva, die de overhand pleegden te hebben. Daar kwam nog iets bij. Het scheen in Cuba niet zoo gemakkelijk te zijn, als schilder de publieke aandacht op zich te vestigen. Misschien komt dit wel, door¬ dat de lieden daar zóó opgaan in het op- zwiepende rhythme van de rumba-mu- ziek, dat zij voor niets anders belang¬ stelling meer hebben en geen andere ge¬ neugten in het leven erkennen dan de in¬ gewikkelde passen en kronkelingen op den dansvloer. Hoe het ook zij, José de Manzanilla had, na vele wilde en ver¬ geef sche pogingen, het landschap van zijn vaderland op natuurlijke wijze weer re geven, zijn talent omgeschakeld op wat hij noemde ,,het uitbeelden van het in¬ nerlijke leven der dingen". Zijn nieuwe kunstvorm was een mengeling van ex¬ pressionisme, surrealisme en alcoholisme en hoewel ik er van overtuigd was, dat hij hem gekozen had uit onmacht om de dingen op de normale manier weer te geven, zweeg ik en luisterde geïnteres¬ seerd naar zijn bewering, dat hij voortaan niet meer schilderde, maar zijn ziel aan die van het uit te beelden object „ke¬ tende" en het resultaat van die hande¬ ling op het doek „ademde". De gevolgen van die ingrijpende veran¬ dering in de kunstenaarsziel waren al spoedig zichtbaar. Ten einde alleen maar te kunnen reageeren op innerlijke erva¬ ringen en niet te worden gestoord door de weelderige tastbaarheid van het leven, verwisselde José zijn toch al niet luxu¬ euze appartementen voor een zolderver- trek van een verheven houten naaktheid en meed allen omgang met vrouwen, die voordien toch een tamelijk belangrijke plaats in zijn leven hadden ingenomen Ook verwaarloosde hij zijn vroeger zoo correcte uiterlijk en gebruikte Spartaans- armelijk voedsel, dit laatste mede als ge¬ volg van den omvang van zijn beurs, die zich al spoedig met het streven naar vereenvoudiging solidair verklaarde, daar de schilder groote sommen gebruikte voor het inkoopen van de benoodigde materialen. Toen ik hem kort na zijn verhuizing bezocht, had hij al ijverig gewerkt en ik stond sprakeloos van ontzetting en ver¬ bazing. Achter een kist, waarop een met kaarsvet bedekte rutnflesch, die als kan delaar fungeerde,, ontwaarde ik een doex, bedekt met vurige lijnen en met plekken, die er uit zagen als ontplofte eieren, het geheel omkranst door een bol-aandoende verzameling paarse donderkoppen. „Zie je," sprak mijn vriend, „dit r is nu mijn impressie van de ware kunstenaarsziel Het ia mijn eigen „ik". De energieke lijnen duiden opx het gestadige worstelen van den geest met de materie, de kron¬ kelende op de oogenblikken van zwakte, die ook bij het grootste genie kunnen voorkomen. Deze vurige kleurschakee- ringen zijn momenten van hoogste in¬ spiratie, de omringende donkere partijen accentueeYen de omstandigheid, dat de kunstenaar door een burgerlijke en niet- begrijpende omgeving wordt miskend. Bij deze laatste woorden keek hij mij met zijn donkere oogen onderzoekend aan, doch ik knikte suffig. Hij vervolgde met de verklaring van andere doeken, die in 't rónd opgesteld stonden en ik bleef zwij gend luisteren, er^van overtuigd, dat mijn anders toch wel geschikte José nu wat él te wonderlijk werd, om met mijn bui- gerlijke persoonlijkheid om te gaan. Toen hij mij eindelijk uitliet, fluisterde hij me nog toe, als was het een dierbaar geheim: ,,lk heb in kennerskringen al waardeering, gevonden. Ik heb mijn werk getoond aan Pedro Almirez, je kent hem ook wel. Hij is iemand met een hooge baan in het leger, heeft veel invloed en schijnt de regeering voor -de moderne kunst te willen interesseeren. Hij heeft altijd al veel belangstelling voor het cul tureele leven getoond en noodigde mij nu uit, eenige zeer groote levendige doe ken te vervaardigen. Je komt nog wel eens kijken! Adios!" Ik kwam kijken, een maand of wat la¬ ter. De zolder van den heer De Manza¬ nilla scheen te zijn herschapen in een bergruimte voor coulissen. De schilder¬ stukken stonden dicht-opeengepakt tegen de wanden, zoodat de ruimte in het ate¬ lier tamelijk bekrompen was geworden Op mijn vraag naar de oorzaak van deze overstelpende productiviteit vertelde José mij, dat de eerste doeken den hoogen militair zóó goed waren bevallen, dat hij order had gegeven voor het vervaardigen van nog vijftig anderé, zulks onder over¬ handiging van een zeer ruim voorschot, terwijl bij aflevering een bedrag zou wor¬ den uitbetaald, dat ook mij waarlijk vor¬ stelijk scheen. Wederom stond ik ver¬ stomd, maar het moest wel waar zijn: de op het innerlijk leven ingestelde kun¬ stenaar toonde mij met glinsterende oogen een stapeltje kleurige bankbiljetten en noodigde mij uit, den volgenden Zondag met hem uit te gaanT hij zou dan zijn geest eens kunnen ontspannen en nieuwe krachten en inspiraties opdoen. Aarzelend stemde ik toe, nog steeds niet wetend, wat ik hiervan wel moest denken. José vergezelde mij nog een stuk op mijn weg naar huis en deelde mij mede, dat de heele bestelling deze week nog klaar zou komen en zou worden afgehaald door den heer Almirez in hoogsteigen persoon, on¬ der gebruikmaking van een vrachtauto. Langzamerhand ontdooide ik wat en deelde in zijn enthousiasme. Ten slotte was ik een buitenstaander en was het mogelijk, dat de kunstwerken zouden worden gebruikt ter opluistering van de nieuwe regeeringsgebouwen, die ook in modernen stijl waren opgetrokken. Als dat zoo was, dan had ik een belangrijk man als vriend en dat was niet te ver¬ smaden! Wij namen hartelijk afscheid. Die Zondag zal voor mij onvergetelijk blijven. Het was den geheelen dag stra¬ lend weer geweest, terwijl wij in laaien¬ de stemming van het ééne café in het andere waren getuimeld, vergezeld van nog eenige artistieke Havaneezen. Wij hadden gestampt en in de handen ge¬ klapt op de maat van de wilde muziek en eenigen hidden de castagnetten van de danseressen overgenomen. Ze hadden ze blijkbaar meer gehanteerd en dansten daarbij, al klepperend, op onvaste beenen een komischen dans, totdat we op t laatst hysterisch lach-hikkend over el¬ kaar heenvielen en voor ae zóoveelste maal een dronk uitbrachten op het heil van José, de kunst en de verlichte Cu¬ baansche regeering. Dit laatste konden wij vrijelijk doen; het was vlak na de laatste revolutie en een nieuwe op¬ positie, die zich door ons gedrag beleedigd kon gevoelen, was er nog niet. Toen werd mijn vriend José sentimen¬ teel. „Juan," fluisterde hij, „het wordt mij hier te banaal. Ik stroom over van innerlijke ontroering en die lui hier ma¬ ken een duivelsche herrie. Stap met me in mijn nieuwen wagen en .ga mee naar buiten!" Natuurlijk stemde ik toe; zooiets doe je, als je begrip hebt voor kunste¬ naarsluimen. We reden, wat ontnuchterd door den koelen wind van den vallenden avond, door palmenlanen met exotisch felle bloe¬ menkleuren, in de richting van de zee. Een militaire colonne marcheerde ons voorbij en wij wezen elkaar geestdriftig de fiere Cubaansche soldateska. José sprak eenigae woorden die ik mij niet meer herinner, want plots bleef hij steken, staarde met open mond voor zich uit en stopte den wagen. Hij maakte griezelige geluiden en wees onzeker met zijn hand naar links, waar zich een aantal bunkers en militaire barakken bevonden. Ik staar¬ de ook; de betreffende inrichtingen sta¬ ken zonderling genoeg niet zoo heel erg tegen het omringende landschap af en Ik zei dus: ,,Ja, de regeering is paraat, al¬ tijd, José!" Toen barstte hij in een stortvloed van vloeken uit, sprong als wild geworden uit de auto en rende den weg op. Ik achter hem aan, heelemaal niet gerust over deze nieuwe zielsuitin¬ gen. Hij was op eenigen afstand van het militaire terrein blijven staan en ik hoor-' de hem mompelen: „Mijn werk, de hon¬ den!" En tegen mij, toen hij me naast zich bespeurde: T,Zie je 't dan niet, ellen¬ dige ezel, mijn meesterwerk „Maanlicht in China" en daarnaast „Kerkhofstem¬ ming" en „De doode Kraai", alles hebben ze op hun smerige hutten geplakt. .Diablo, ik zal ze...." Met moeite hield ik hem tegen en ja. nu zag- ik het ook: men scheen het werk van den grooten José de Manzanilla te hebben gebruikt als camouflage voor bun¬ kers en barakken! Als zoodanig mocht het werkelijk geslaagd heeten! Doch de schepper van dit alles weende en wan¬ kelde naar zijn Wagen terug. Hij was ge- désillusionneerd, neen, gebroken en was zelfs onmachtig om nog te rijden, wat ik toen maar deed. Ten slotte heb ik hem ook nog In zijn bed moeten stoppen. Wie José kent zal er zich echter niet over verwonderen als hij verneemt, dat déze inschikkelijkste aller Cubanen zijn ziel door een tweede „omschakeling" heeft gered. Hij is nu directeur van een groothandel in verfwaren, die ook regel¬ matig aan het leger levert. verband met de uitbreiding der Konijnenfokkerij heeft het Departement van Handel, Nijverheid, Scheepvaart, l. and bouw en Visscheri) een excursie naar het Rijksptuimveeteelt-instituut te Beekbergen georganiseerd De heer G. H Cornelisse de Beer van het Rijksinstituut verstrekt inlichtingen over net teelen en voederen van konijnen CNF/De Haan/Pax m Het halve uur vóór de preek. In vrede-rust van Zondagmorgen, Met kalme ziel en 't hart verblijd, Ging ik, een half uur vóór den tijd, Ter kerke en vergat m'n zorgen. Zoo vroeg tot 't bedehuis geRomen.... Ik voelde reeds de goedheid stroomen Toen» 'k de aangekonde lied'ren las Wijl sfeer tot meditatie dijt, In 't zacht geruisch van orgelklank Stijgt met het lied een diepe dank Tot God, voor Zijn aanwezigheid. Dan na deez' prille klankenreek Komen de eerste Gode-di^ners; Veel hoorders, ach, hoe weinig zieners. Tot hen de raad ft zij van een leek): Wie Godes Geest eens wil ontvangen, die kome een half uur vóór de preek. REIJER J. Z. Vaderlandsche kleinkunst van de goede soort NIET ALLEEN VOOR DAMES Het cabaret van Wim Sonneveld en de zijnen Het cabaret Is altijd het stiefkind ge¬ weest van het uitgaand publiek, hier in Holland. Dat wil dan zeggen: het Nederland¬ se h e cabaret, of wat zich als zoodanig manifesteerde. Zoo nu en dan zijn er, met minder of meer succes, schuchtere en af en toe heel ónschuchtere pogin¬ gen aangewend om zooiet3 als een vader- landsche cabarettroep te stichten. Laat ons vaststellen, dat het resultaat niet be¬ paald bestendig is gebleken. Het is bij enkele uitblinkende eenlin- gert gebleven Pisuisse blijft het klassieke voorbeéld, Jean Louis met de ruige stem; en er zouden nog enkele namen te hoe- men zijn Maar hun aanta! valt aan de vingers van één hand te tellen.... Zoo nu en dan dook er nog wel 'ns een fi¬ guur op, die opviel. Maar óf ze verdween over de grens, óf verhuisde voortvarend naar het groote tooneel. De cabaretplan¬ ken boden te onzekere kansen. Genpeg dakrvan. kloppen. Dg mensehen, de teksten aan¬ kleeding, décor, regie re moet alles in één hand houden. Vandaar, dat ik me overal mee bemoei. De meeste ideeën zijn van mij. Ik geef aan wét Ik wil hebben, en hóé ik het wil hebben Voor de pro loog voor de reünie in den sprookjes- hemel heb ik zelf alles afgewogen en aangegeven.' „Er zijn beste nummers bij," zeg ik En ik denk aan de Ballade van het Hemd, aan de verrukkelijke toiirnooi- scène, aan Sophie Stein zop prachtig op haar plaats in dit troepje - als een levenswijze- kaartlegster. „Tusschen haken," zegt Wim Sonneveld, .weet je hoe'n verduveld moeilijk werk het schrijven van een goeden, van een werkelijk in elk woord verantwoorden en brulkbaren cabarettekst, is? We krij¬ gen hier bij wijze van spreken eiken dag dingen binnen en het is een plezierig idee, een bewijs dat ons werk aanslaat i maar het meerendeel is onbruikbaar. In hef voorbije najaar verscheen het ' Helaas! Want "geloof"me, "~lk""snak~naar troepje van Wim Sonneveld in het Leid- schepleln-theater. Met Alleen voor Dames, een cabaret-programma. De pessimisten en de betweters schudden de hoofden. Geef hun eens ongelijk. Ze wis¬ ten het nou zoo langzamerhand wel. Maar ziet ze krégen ongelijk, metterdaad. Het ging. Het werd zoowaar een gesta¬ dige trek naar het theatertje aan het meest Parijzige pleintje, dat Amsterdam heeft. Men kon zich afvragen wat het verschil was met vorige pogingen. Men zag immers ook hier een paar schetsjes spelen: men hoorde immers ook hier een Hollandsch liedje zingen. Er werden een paar grapjes verteld, een fleurig figuurtje zong een Fransch chanson. Enzobvoort Het was immers niet anders dan anders? Het. was het wel! Want wat men elders miste vond men hier: den warmen, lich¬ ten, pakkenden toon, die cabaret tot ca¬ baret, die kleinkunst waarlijk tot een kunst-apèrt maakt. Bij Wim Sonneveld en de zijnen bleek een goede portie van den waarachtigen cabaret-geest aanwezig; veroverd en ver¬ rassend van het oogenblik, dat het doek vaneen gaat. „Want een goede proloog is 'n ding van belang," zegt Wim Sonneveld als we een woordje met hem wisselen. Vlot en be¬ drijvig beweegt hij zich door zijn grach¬ tenhuis-kantoor. „Zoo'n proloog moet raak zijn, weet je, moet het publiek er ineens heelemaal middenin brengen." „Hoe kwam je er toe met een eigen cabarettroep te beginnen?" „Ik liep allang met het idee rond. En Ineens zag ik de kansen het te realisee- ren." „Je zit al een tijd in het „vak"?" „Al tien jaar." „En je hadt al vroeg het cabaretplan¬ kier onder je?" „Al heel vroeg. Jaren terug stond ik reeds mijn Fransche liedje te zingen in Parijsche cabarets." „En wat je nu hier brengt...." wat ik nu hier breng," zegt Wim Sonneveld, „wil voor het Nede'rlandsche publiek iets nieuws zijn. Goede, boeien¬ de cabaretkunst; modern, als je het zoo noemen wil. Licht aansprekende dingen en daartusschendoor iets, dat dieper gaat, van fijner makelij. B.v. zoo'n poppenkast- dialoog van Pierrot en Pierrette En dan— een programma, dat als geheel op een bepaald niveau staat, doortrokken is van tjen waren cabaretgeest. Om dat te bereiken, die sfeer, dat effect, moet alles goede Nederlandsche cabaretnummers. „Wie weet," zegt de Interviewer wijs- geerig, ,wat er nog loskomt. Over gebrek aan belangstelling van dat deel van hét publiek dat het plegen van cabarettek¬ sten aan anderen overlaat heb je overi¬ gens óók niet te klagen...." „Nee. En het is nu maar zaak te zor¬ gen, dat dat zoo blijft. Ik bedoel dit: we kunnen ons de weelde niet veroor¬ loven wat we doen tot slap routinewerk te laten verworden. Elke voorstelling moet de vaart, de spanning, de charme van in het begin behouden. Want wij spelers zijn geneigd te denken, dat we het nu wel weten. Maar het publiek ziet het altijd weer voor den eersten keer." Een goed troepje, met een tikje Fran- schen toets en toch ook weer bij gelegenheid goed Hollandsch. Een troepje om vooral eens naar te gaan kijken. En luisteren. Naar de ple¬ zierige stem van Connie Stuart en naar wat ze draagt en hoé. Naar Elly Weller die zoo vitaal en geestig en zoo geknipt voor cabaret is. Naar Wim Sonneveld- zèlf, die zoo prachtig de kunst verstaat ,een liedje te zingen, een grapje te lan- eeeren, onnadrukkelijk en precies raak. En naar de anderen.... Met „Niet alleen voor dames" is men op tournee. 28 April is Alkmaar aan de beurt. Letterkundige kroniek HET ROME DER BORGIA'S. Een meesterwerk. Een roman van de grootmeesterklasse is zonder twijfel de „Borgia-trilo- g i e" van L. Huna, door A. M. de Jong in, ik zou willen zeggen, fabelachtig Ne- derlandsch vertaald, en uitgegeven bij A j. G. Strengholt te Amsterdam. Het boek (de drie deelen In één band) voert in een suggestieven rijkdom van woorden en beelden en een kleurige, spannende opeenvolging van gebeurte¬ nissen door het laat-viji'tiende en vroeg- zestiende-eeuwsche Rome, dat beeft en zwoegt onder de geslepen willekeur van paus Alexander Borgia berucht om zijn schanddaden, waarinede hij zijn eigen waardigheid en die der kerk, welker hoogste vertegenwoordiger hij was, door het slijk sleurde en vooral ook van zijn zoon, den beestmensch Cesare, die even opgewekt de moorddolk hanteerde als zijn collega's-kardinalen den beker met siciliaanschen wijn. Wanneer men aan het eerste deel dezer trilogie begint is het vruchtbaar en merk¬ waardig vooraf even kennis te nemen van het oanvonnis, dat kardinaal Hergen- röther over paus Alexander uitgespro¬ ken heeft: „De elfjarige regeering van liezen paus is een ongeluk geweest we¬ gens zijn wereldsche neigingen, die met ongewone brutaliteit in het openbaar werden geuit. Door zijn nepotisme, in zulk een mate als nog nooit was voor¬ gekomen, en doos, zijn gebrek aan zede¬ lijk bewustzijn, zoowel in het openbare als private leven, verdwijnen de betere eigenschappen, waarvan Alexander VI niet verstoken was." Zoo zegt de één het. Huna werpt in het eersteboek van zijn eyclus „Het Babel der Borgia s" geheeten een an¬ der, een oneindig milder licht op den paus. Als centrale gestalte staat hier meer een gevoelige dan een harde, meer een liefderijke dan een gewetenlooze, meer een vrome dan een losbandige Alexander Borgia. Vooral de betere eigenschappen, waarvan Hergenröther als te-rloops ge¬ waagt, verwerven leven en kleur. Zoo is het ook met Lucrezia Borgia, de schoone, beminnelijke en kunstzinnige dochter van den paus; Huna ziet haar in de eerste plaats als de vrouw met den dichterlijken geest en het reine hart, dat slechts i an een edelen, fijnbesnaarde^ man, zooals de poëet Serafino d'Aquila er een is, zijn diepste genegenheid wegschenken kan. Het menschelijkg, waarnaar de schrij¬ ver met begrip en toewijding ge¬ speurd heeft, maakt zijn werk zoo aantrekkelijk. Maar groot en vreese- lijk valt over het pauselijke hof de schaduw van den zoon Gesare, den lagen krachtpatser, die in zijn violette kardi¬ naalsgewaad er behagen in schept ten aanschouwe van joelende, feestende disch- genoten met een touw een stier langs èen muor In de hoogte te trekken Alexander, Cesare en Lucrezia zijn in het eerste deel dezer prachtige trilogie de groote spelers- rondom hen groepeert zich een Rome, dat duivelsch, grootsch en liefelijk tegelijk is Paus Alexander Borgia voorvoelt de komst van het genaaelooze noodlot. Daar¬ voor zijn niet de aanklagende en verdoe¬ mende woorden noodig van den half krankzinnigen monnik-geestdrijver, die met één enkelen zin zelfs een Cesare Borgia in de ziel grijpt. De komst van de ineenstorting ziet Alexander Borgia en dit Vormt mede een der elementen van de tragiek, waarmede de geniale schrijver Huna dezen onrustigen. steeds weer aan een nieuw net van intrigues wevenden paus heeft beladen wanneer- hij zijn meest beminden zoon, Cesare, aanschouwt en aanhoort en siddert voor diens eerzuchtige doelen en voor de lage middelen, waarvan hij zich daartoe denkt te bedienen In Cesare Borgia, den van God verlaten, gespierden zwiermaker, wien niemand en niets heilig is, wordt op onheilspellende wijze geklopt aan de deur van het geweten van Alexander Uit het moeras der Borgia's begint de lelie der rechtvaardiging omhoog te schieten Ik sprak reeds over A. M de Jong. Met een fier en rijk talent heeft hij dezen wondermooien roman in het Ne- deilandsch vertaald. Efke pagina, bijna elke zin, biedt een verrassing. Het ts Ne- derlandsch geworden, doorademd van een verrukkelijke en vervoerende dichterlijk¬ heid. Vol prachtige beelden, die alleen konden ontstaan in het gemoed van een groot kunstenaar, ligt dit bloeiende boek voor ons. Men eert niet alleen den schrij¬ ver, die psychologisch en compositorisch een meesterwerk schiep, maar ook den vertaler, die. bezield door een vlammen¬ de hefde voor zijn taai, een herschepping gaf die reeds op zichzelf een meester¬ werk genoemd worden moet In een volgende kroniek zullen de bei¬ de andere deelen besproken worden. H. P. VAN DEN AARDWEG. SYMPTOMEN. Een kindje dat op "t bleekje dartelt, Een windje, dat het water kartelt. Een heel zoel zuchtje uit het Zuid, Een weiland, door den dauw bepereld. Een stukje zon-beschenen wereld, 4 Een vruchtboom als een Jonge bruid, Een hij en zij in 't plantsoentje. Een kozend woord, een schuchter zoentje Enfin, U weet, hoe vlug dat leert Een kwiek, doend heertje, reeds op jaren Een tikje biij-k en weinig haren, Die blootshoofds over straat flaneert, Een ijsco-kar op 't knusse pleintje, Een badpak, drogend aan het lijntje, Een raam, dat heel wijd open staat, Een luid gekwetter in de boomén 't Zijn altegaar voor mij symptomen Dat straks de zomer komen gaat. JAC. BROEHSF.N sV-J V ' ' ® mgMjÜ ËS! 'NTf! ZOOALS PING... ZOO LUKT EU TE. OP PONG UJK1 ■. C.°, ECHTE KOfflC Elite Koffiesurrogaat is geen gewóón surrogaat I 't Is een héél fijne en geurige Imitatie van de glanzend-bruine koffieboonen. Met het aroma van pure moe ca I U moet Uw winkelier toch eens vragen om: tlitt!" 08 KOFFIESURROGAAT Egbert Scheepmakér ALKMAAR m Wij openen de jacht op de 225.000 verdwenen flesschen! De babies van Nederland smeeken om Nutricia-voe- ding. Geef ons Uw leege flesschen terug, opdat wij hen kunnen helpen. Voorjaar op het land. - Achter zijn moeder draaft het dartele veulen door de weid. CNF/Steven,/Pax m OFF1CIEELE PUBLICATIES. | Distributie van beschnit. De plaatselijke distributiediensten reiken In het tijdvak van 17 t/m 21 April a.s, bij de inlevering van de bonnen „17 Be¬ schuit" toewijzingen voor beschuit uit voor een aantal rantsoenen, dat het dub¬ bele bedraagt van .dat waarvoor bonnen worden ingeleverd. Het is niet toegestaan bij de Inlevering van de bonnen „17 Be¬ schuit" rantsoenbonnen beschuit lp te le¬ veren. In verband hiermede dient de In¬ levering der bonnen „17 Beschuit" te ge¬ schieden met een apart ontvangstbewijs MD 242-03. Bij de inlevering van de bon¬ nen „17 Beschuit" mogen de detaillisten restantbonnen „15 Beschuit" en „16 Be¬ schuit" tezamen ten hoogste 9 stuks inleveren. Voorts reiken de plaatselijke distributiediensten bij de Inlevering van de bonnen „18 Beschuit" toewijzingen rijst of desgewenscht havermout uit. Deze bón¬ nen dienen derhalve met een apart ont¬ vangstbewijs MD 242-02 te worden Inge¬ leverd. Het is toegestaan bij de inleve¬ ring van de bonr.en „18 Beschuit" een restant van ten hoogste 39 bonnen „14 Beschuit" In te leveren. Distributie van grutterswaren. De plaatselijke distributiediensten rei¬ ken bij de inlevering van de bonnen „Algemeen 084" (125 gram gort) en „Al¬ gemeen 085" (128 gram gemengd meel) van 17 t/m 21 April a.s. toewijzingen voor gort uit. Tezamen met de bonnen „Algemeen 084" en „Algemeen 085" kan een restant woren ingeleverd van ten hoogste negen bonnen „Algemeen 075". Toewijzingen boter en margarine. De plaatselijke distributiediensten rei¬ ken bij de Inlevering van de voor mar¬ garine aangewezen bonnen „17A Boter" toewijzingen uit voor margarine. In ver¬ band met het feit, dat in de afgfloopen 2 weken geen bon voor margarine is aan¬ gewezen, kunnen tezamen met de bonnen „17A Boter" ten hoogste 18 bonnen (ne¬ gen rantsoenen) „ISA Boter" worden In¬ geleverd. Voorts reiken de plaatselijke distributiediensten bij de Inlevering van de bonnen „17B Boter" toewijzingen vet uit, waarvan de linkerbovenhoek is afge¬ knipt. Met ingang van 17 April 1944 ge¬ ven deze toewijzingen recht op het koo pen van bak- en braadvet of margarine Tenslotte reiken de plaatselijke distribu¬ tiediensten bij inlevering van de bonnen „Reserve B 36", „C 36", „D 36", „E 36" en „20B Boter" toewijzingen voor boter uit. Sinaasappelen voor kinderen (4 t/m 13 jr.) In verband met de beschikbaarstelling van sinaasappelen op de met „Reserve -C 28" gemerkte bonnen der bonkaarten voedingsmiddelen sullen detaillisten van sinaasappelen worden voorzien door tus- schenkomst van de plaatselijke verdeel- kantoren van het Bedrijfschap voor Groenten en Fruit. Zij dienen de bonnen, welke zij van hun klanten ontvangen hebben, geplakt op opplakvellen op 14, 15, 17 en 18 April a.s. bij de plaatselijke ver- deelkantoren in te leveren. De aflevdring der sinaasappelen aan het publiek zal zoo spoed(£ mogelijk geschieden. Inlevering rantsoenbonnen door restaurants enz. Zooals reeds bekend Is dienen instellin¬ gen, die ln het bezit zijn van rantsoen¬ bonnen „1/10 Boter", «/» Kaas" of „Vs Vleesch", welke na 15 April a.s. niet meer geldig zijn, hierop, voorzoover zij be¬ doelde rantsoenbonnen niet met de ge¬ nummerde bonnen bij de distributiedien¬ sten in de week van 16 t/m 22 April a.s. kunnen Inleveren, bij een detaillist de desbetreffende goederen te betrekken Nogmaals wordt de aandacht erop geves¬ tigd, dat de rantsoenbonnen gemerkt „15-4-44" onder geen voorwaarde kunnen worden geruild tegen nieuwe rantsoen¬ bonnen Aanvragen hiertoe worden door het Centraal Distributiekantoor niet ln behandeling genomen. Daar de niet bij het C.D.K. Ingeschreven instellingen uiteraard bovenbedoelde rantsoenbonnen niet bij da plaatselijke distributiediensten kunnen inleveren, dienen zij derhalve op alle in hun bezit zijnde rantsoenbonnen gemerkt „15-4-44" vóór of op 15 April bij een detaillist de desbetreffende goede¬ ren te betrekken. Extra stikstoftoewijzing voor winterrogge. Het ls mogelijk gebleken voor de teelt van winterrogge een extra stikstoftoewij¬ zing beschikbaar te doen stellen van 5 kg per ha. Belanghebbenden behoeven hier¬ voor géén aparte aanvrage ln te dienen. De provinciale voedselcommlssarissen zul¬ len zoo spoedig mogelijk tot uitreiking der benoodigde bonnen voor deze toewij¬ zing overgaan. OFFICIEELS PUBLICATIE. Scheidsgerecht voor de voedselvoorziening. Het scheidsgerecht voor de voedsel¬ voorziening, Lange Voorhout 78, 's-Gra- venhage, is een Instituut voor de ad¬ ministratieve rechtspraak op het terrein van de voedselvoorziening. Het beslecht bij uitsluiting in eerste Instantie geschil¬ len, die ontstaan tusschen een onderne¬ mer op het gebied van de voedselvoor¬ ziening en de organisatie (hoofdbedrijf¬ schap, bedrijfschap, vakgroep etc.), waar¬ toe hij behoort. Slechts hij, die meent rechtstreeks ln zijn belangen getroffen ta zijn, ls bevoegd een geschil bij bet v DE VAKMAN OOK VOOR SURROGAAT r ZONDAGS MOE,EN WIEPEN WINC;, ZE^EN.WATZE CBAAg WILLEN ETEKTT1Ï.ESTAL2L1N ZE'TROEBENP EENS.PUDDINCil i s > 9. LEKKERE PUDDINg, MAM, MOCCA...." , f>MULTWlEPm$E- )DACHTEN."..„OF % CARAMEL," VU LT, N WINC, AAN. 3AJA1-. MOEDER KAN NL) WEER , PÜÓOINC, MAKENSIMON DE WIT HEEFT ZE WEER MET SUIKER ERIN-1? schidsgerecht aanhangig te maken en dat dient dan voor zoover ln eenig wette¬ lijk voorschrift geen termijn bepaald is, waar binnen beroep mogelijk is te geschieden binnen twee maanden na den dag, waarop de aangevallen beslissing, behandeling of weigering genomen, ver¬ richt of uitgesproken ls. Hij, die het ge¬ schil aanhangig maakt, ts verplicht een door hem onderteekend verzoekschrift, dat aan bepaalde voorwaarden moet vol¬ doen, in vijfvoud bij den secretaris van het scheidsgerecht ln te dienen en een bedrag van f 25 te storten, tenzij in een wettelijk voorschrift een lager bedrag is vastgesteld. Onvermogenden kunnen evenwel van de "storting van het bedrag worden vrijgesteld, waartoe zij een ver¬ zoek moeten richten tot den voorzitter van het scheidsgerecht. In zaken, waarin het belang van den verzoeker een voor- loopige beslissing eischt, kan hij ln een met redenen omkleed verzoekschrift een voorloopige beslissing aan den voorzitter van het scheidsgerecht vragen. Geproce¬ deerd kan worden ln persoon of bij ge¬ machtigde. Ook kan men zich laten bij¬ staan door een raadsman. Indien men derhalve een geschil heeft met een orga¬ nisatie als bovenbedoeld of met een van haar organen, b.v. een provincialen voed- selcommissaris, doet men goed zich ter¬ stond tot het scheidsgerecht te wenden en niet eerst tot andere instanties, daar anders gevaar bestaat, dat de termijn in¬ middels is verloopen. PROV. PUBL. VAN HET DEPARTEMENT VAN LANDBOUW EN VISSCHERIJ. Nuchtere kalveren. Met ingang van 17 April 1944 worden nuchtere kalveren te Uithoorn alléén op Maandag overgenomen. , DE VOEDSELCOMMISSARIS VOOR NOORD-HOLLAND. PROV. PUBL. VAN DEN ARMENRAAD. Het bureau van den Armenraad te "s-Gravenhage, Laan Copes van Catten- burg 20, is tijdelijk verplaatst naar het bureau van de F.I.Ö.M., Anna Paulowna- straat 9, tel. 180896. De spreekuren van het bureau, alsmede die van de commissie tot bevordering van samenwerking, van de commissie inzake onderhoudsplicht en van de commissiéi voor tijdelijke gezinsverpleging, wonjert gehouden op de gewone dagen en uren. - . i 1 A <