Tekstweergave van HA_1943_07_24_0003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Zondagsgedachte Het oude Weeshuis te Assendelft A BSENDELFT is een plaats met een geschiedenis, die tot de oudste tijden van Nrd.-Holland teruggaat. Het oude Assendelft, dat tot de Zaanlandsche dorpen gerekend wordt en daar door sommige banden mee verbonden is, neemt en nam ook vroeger een heel aparte plaats onder die dorpen in. Niet behoorende tot de oude. heerlijkheid Zaanden, maar een eigen vrije heerlijkheid zijride, stond het ook niet onder den Bal¬ juw van Kennemerland, zooals de Zaanstreek, maar had een eigen rechtspraak. Landschappelijk gespro¬ ken behoort echter Assendelft meer tot Kennemerland dan tot de Zaanstreek. Gemeenschappelijke industrie deed echter de banden met de nijvere Zaanstreek in vorige eeuwen nauwer aanhalen. Maar het uitgespro¬ ken agrarische karakter, waarvan de tegenstrijdige belangen met die ,, , van den handels- aKKwjL WÉT geest der Zaan- W- >, , \1& . . . * § streek niet strook- Jj.—■/..., .A*. ten, deden in la- m \ ' 'iff ter jaren die ban- ' 'VB*.., den steeds losser Ê WSk - - worden. fV ; < (ps Zoo is Assen- delft een dorp Sr'"Ni.- ^ op zichzelf met 9^yJ vyg® >X36||5^ een eigen karak- m / Hf ; ter, evenals die fcjgG WM. ,-k andere tot de <9 "'** Zaan gerekende 9 dorpen, die daar- ® aT J»l van verwijderd vil .i'-'C +'''$Jïkw < <*$m> liggen, zoo als '■ - M Jisp, wormer, K'f gf ®Slfl| Jgy ssr - we- |V"®ff H 1 Hoewel de nieu- we uitbreiding geheel in het Noordelijk deel f |fe t > van de gemeente ligt, is 't „dorps- midden" vanouds |g rond de hervorm- de kerk te vin- (Foto.archief.) den. Deze kerk, die in de plaats is gekomen van het bouwwerk waar¬ van de in 1597 te Assendelft geboren Pieter Saenre- dam het beroemde interieur schilderde (met figuren van A. van Ostade, Rijksmuseum) is èn wat bouwkun¬ stig werk èn wat omvang betreft verre de mindere van het oude bedehuis. De op het schilderij voorT komende grafkelder" van de heeren van Assendelft ligt nu op de begraafplaats buiten het tegen¬ woordige kerkgebouw, evenals de vol piëteit geschil¬ derde grafzerk van Pieters vader. Ook het smakelooze raadhuis, dat vergeefs poogt te lmponeeren en herinneringen wekt aan het postkan¬ toor te Krommenie, is geen bouwkunstige verbetering ten opzichte van het eveneens reeds lang verdwenen oude rechtshuis. Om van de pastorie maar heelemaal te zwijgen. leder mensch, ook de meest geloovi- ge, heeft tijden, waarop hij ver is van God. Zijn leven schijnt hem dan dor en onvruchtbaar. Het is hem, of hij dagenlang trekt door een brandende woestijn, waar hij eenzaam is en ver¬ smacht van dorst. Dat dit ook den meest geloovige overkomt, is iets, waarbij wij wel eens even mogen stil staan. Het dunkt ons, I klein-geloovigen en ongeloovigen, im¬ mers zoo raadselachtig, dat ook zij, die wij vereeren en misschien in een verborgen hoekje van ons hart benijden als geloofs helden, hun zwakke en moeilijke oogenblikken (die soms jaren duren!) hebben, waarin zij ver zijn van God. Wie zich verdiept in de levens van deze figuren wij noemen een Augus- tinus, een Luther, een Pascal, een Kier¬ kegaard —, zal daarin meer dan eens stuiten op dergelijke „dorre plaatsen", waar hij kreten van angst en vertwij¬ feling verneemt, klachten over een¬ zaamheid, geestelijke uitputting en verschrompeling. En hij zal zich dan er over verbazen, dat zoo iets mogelijk is bij menschen, die hij tot nog toe ge¬ houden had voor, als wij het zoo eens uitdrukken mogen, boezemvrienden Gods. Laat God dan ook zijn liefste kin¬ deren ln den steek? Het schijnt zoo, moeten wij wel antwoorden. En dan komt al spoedig de groote, vernieti¬ gende twijfel ln ons op, die zoo al niet Gods bestaan, dan toch in elk ge¬ val Gods liefde aanrandt en zinne¬ loos maakt. Maar ach, wat hebben wij weer haastig en oppervlakkig" geoordeeld! Wat hebben wij weer over G^od en menSch gedacht en gesproken, alsof het de natuurlijkste zaak van de we¬ reld was, dat God de almachtige DE KOFFIE- EN THEEWtNKEI- ook )j d! winkel f VOOR S 1 UITSTEKEND KOFFIE. EN THEESURROGAA1 Bularoma ( gele sauspoeder) schakelt in de keuken in tallooze gevallen het gebruik van boter uit. ZIJ WERKEN voor ons dagelijksch brood. Albumona (juspoederj levert vele soorten smakelijke jus en tallooze appetijtelijke sausen op. WANNEER iemand voor ons I dagelijksch brood zorgt, dan | is dat zeker ook de bakker. Hij is I het toch, die dat doet in den meest I letterlijken zin. Dat dit tegenwoor- I dig niet zoo heel gemakkelijk is, I laat zich begrijpen en toch zoo | heel moeilijk is het nu ook niet. I Over de problemen, voortvloeiende | uit zich mógelijk wijzigende sa¬ menstellingen van het brood, be- I hoeft de bakker zich immers het hoofd niet te breken. Wanneer een nieuwe wijziging in de lucht hangt, is men te Wageningen, aan het Station voor Maalderij en Bakkerij, reeds we- ———— ken, soms zelfs maan- i VI. . den voo af, be2ig met het nemen van aller- [Jg lei proeven en is de tijd van invoering j kalrlor eenmaal daar, dan UahKcl heeft de bakker het ———• recept compleet in huis en moet hij, zoo¬ als een man uit de practijk ons zeide, „al heel weinig benul van zijn vak hebben, wil hij niet een behoorlijk brood te voorschijn brengen." Want dit is inderdaad een feit, het brood, dat ons tegenwoordig wordt voorgezet, mag er wezen. Dat hebben we tijdens den vorigen oorlog wel slechter gekend en we zijn er tóch gekomen. Laten we niet mopperen, omdat we de slagroomwafels, de mocca- punten en al wat er meer is op het gebied van heerlijke zoetigheden er tijdelijk bij moeten denken. „Dat is voor den bakker erger dan voor het publiek, omdat hij het rechtstreeks merkt in zijn porte- monnaie," uitte een „belangheb¬ bende" zich heel eerlijk. De oorlog duurt niet eindeloos en eenmaal zal dit alles weer beter worden.. Dan eerst zullen de graanschuren van Europa wijd voor ons open staan en wij zullen daarbij allen wèl varen, de bakker niet in 't minst. Vele bedrijfsmoeilijkheden, waar¬ voor hij zich thans geplaatst ziet, zullen dan verdwenen zijn. Denken wij dan nog eens aan deze tijden terug, dan zal het toch al¬ licht zijn met een tikje waardee¬ ring voor de wijze, waarop, alle moeilijkheden ten spijt, ook de bakker zorgt voor wat wel mede het voornaamste--is in het leven: ons dagelijksch brood. Transparanta (aardappelt». pioca) helpt U hij het bereiden van pudding, vla, pap, enz. Sri batte, da» op de boa verkrtjybam ». e. acKOLTzrca rtBnisauN blad niet te beschadigen. De aldus ge¬ spleten bladeren worden aangeregen aan stokken (z.g. spijlen) ter lengte van 1.50 meter, zoodanig dat de bladeren om en om komen te hangen, dus tel¬ kens met de buitenzijde tegen elkander. De bladeren komen hier op een onder- lingen afstand- van 4—5 cm. te han¬ gen. De spijlen hebben in de droog¬ ruimte een onderlingen afstand van 20 m., wanneer men verschillende étages .venscht te maken, komen deze 70—80 m. boven elkander. Inplaats van stok¬ ken kan men ook gebruik maken van touw of ijzerdraad. De droogruimte moet noch te groot, noch te klein zijn. Bovendien houde men in het oog dat versch geplukt blad niet direct naast gedroogd blad komt te hangen. Wanneer men tijdig geplant heeft, kan men reed? begin tot half Augus¬ tus met den pluk van de onderste bla¬ dereu (het klein geel en het zandgoed) beginnen. Meestal zijn de weersomstan¬ digheden - dan nog van dien aard, dat men deze bladeren buiten kan drogen Men behandelt de bladeren zooals boven aangegeven en hangt ze op in een open schuur, loods, een laag kippenhok of onder een afdak, zoodanig dat de bla- aeren beschut zijn tegen regen en di¬ recte zonbestraling. Voor een goede kleurzetting is diffuus (verspreid) dag¬ licht het beste. Bij het oogsten van het aardgoed en het bestgoed zijn de weersomstandigheden meestal niet zoo¬ danig dat men buiten kan drogen. Na de bladeren aangeregen te hebben laat men ze een paar uur buiten hangen om ze te laten verwelken, waarna ze in de droogruimte worden opgehangen Wegens het gevaar van ..zweeten" mo¬ gen de bladeren niet te dicht op elkan¬ der hangen. Den eersten, tijd dient men langzaam te drogen door 's nachts of 's avonds ventileeren. Bij droog, warm weer houde men de ventilatie¬ openingen dicht. Zoodra het blad vol¬ doende op kleur is gekomen, meestal na een week, kan het droogproces be¬ spoedigd worden. Na ongeveer 4 weken kan men rekenen dat het drogen be¬ ëindigd is. De gedroogde tabaksblade¬ ren worden met touw of raffia tot bos¬ jes van* 30 tot 40 bladeren vereepigd, in afwachting, van de fermentatie. Voor foebacfe-suygers, WAT DE AMATEUR-TABAKSTELER MOET WETEN. Op en om Amsterdamsch peil eilandje van stilte. IN het hart van Amsterdam ligt Begijnhof. Rondom, vlak langs zijn muren, raast het verkeer, is het hoofdstedelijk menschdom op jacht op jacht naar wat er zooal is na te jagen in deze dagen, al was het maar bij groenboer en kruidenier. Binnen heerscht rust, leeft de vredige sfeer die er in lange eeuwen niet is verstoord. Die dit plek¬ je gronds heeft gemaakt tot een eiland¬ je van rust. Het ligt daar en schijnt te zeggen: wie doet me wat! En in¬ derdaad, het is in zijn vriendelijkheid en vrede onaanrandbaar. Als ge er binnenloopt door de poort aan het Spui of door die in de Begij- nensteeg, voelt ge u ineens opgenomen in een zeventiend' eeuwsch wereldje. Een boos gerucht wil, dat de Amster- I dammer zijn Begijnhof niet kent. Als u het mij vraagt, ik ben bang, dat er een ferm brok waarheid schuilt in het ge¬ rucht. Ik ben er nu twee ochtenden achtereen binnengeslenterd, ik heb om¬ hoog gekeken naar de hooge tuit- en klokgevels, ik heb stilgestaan voor den houten gevel op nummer 34 (die histo¬ risch zoo merkwaardig moet zijn, maar die ik in mijn onschuld alleen maar mooi weet te vinden en plezierig om naar te kijken) en ik heb eens diep adem gehaald voor het stille beeld tus- schen het groen, waarvoor op dezen Juli-dag de geraniums zoo helderrood en fluweelig glansden in de zon die overigens dit jaar iets tégen ons schijnt te hebben. Ik wilde dan maar zeggen: ik was er twee keer, en ik was er alle¬ bei de keeren alleen, met uitzondering dan van den onvervalschten Jordaner, die er met zijn melkbus de vrouwtjes met hun kannen op den drempel lokte. Hetgeen al met al dan niet pleit tégen het gerucht.... Als een eenzaam wandelaar zich waagt binnen deze muren, en hij treft het niet dat hij er tegelijk met den melk¬ boer of met den bakker is, dan is er toch altijd wel ergens een hand, die een gordijn terzij schuift en een vrouw¬ tje kijkt nieuwsgierig naar den nieuws¬ gierigen bezoeker. Een begijntje? Wo¬ nen er nog begijntjes in den hof? Of alleen maar weduwen en vrouwtjes die zonder man door het leven zijn gegaan? Ze wonen er nog. Waar een gevelsteen Bethanië zegt, huizen de begijntjes, die wij als nonnen kennen. Wie er wonen zijn de stilte gewend. Sinds jaar en dag. Kijk maar naar de reliefsteenen hii het poortje aan de Spuizijde. Ge vindt er een knaapje dat hard wegloopt, op, een hond die de plaat poetst, mitsga¬ ders een haan die den aftocht blaast, I tesaam ln beeld brengend een hof-be¬ paling die de rust moest waarborgen in langvergane dagen: Ter voorkoming van gedruisch op den hof mogen er geene haanen noch honden gehouden ' worden. Ook mogen er geene vrien- I dinnen der begijnen of anderen ver- '' nagten. zonder verlof van meesteressen; [ en knegtjes die booven de drie jaren oud zijn in 't geheel niet. 1 De bewoonsters van het Begijnhof hebben nooit gemord over speruren. Ze moesten altijd om tien uur binnen zijn, ' want dan ging de poort dicht. En ze 1 vinden het best zoo. Loopt er eens binnen, in dit Begijn- hofje, en ge vindt er iets van den vre- ' de, waar de wereld zoo naar haakt. 1 PAN a. aOSKSTRA. Bp^d Upen een toekomst voor Uw kind, door geregeld te sparen. DE RUKSPOST SPAARBANK gemakkelijker te bewerken voor het drogen. De hoopjes neme men echter niet te groot, daar anders gemakkelijk broei kan optreden. Daar de rijping der bladeren zich van onder naar boven aan de plant vol¬ trekt, begint men met de onderste bla¬ deren te plukken en gaat zoo geleide¬ lijk met tusschenpoozen van een week tot 14 dagen naar boven, hetgeen na¬ tuurlijk afhankelijk is van het rijpings¬ proces. 't Aantal bladeren per pluk va¬ rieert van 2 tot 4. Het drogen van tabak. Na het oogsten volgt het drogen. Met èen klein mesje wordt de hoofdnerf van het blad ongeveer 3 cm. van het afgebroken einde over een lengte van 10 tot 15 cm. gespleten. Voorzichtig¬ heid is hierbij geboden, teneinde het Daar kunt U staat op maken! SPORTREVUE VAN DE WEEK. Is ze eerst nog onderzocht door den dokter? vroeg ik. Dat was een dwaze vraag volgens de pipa. 't Kind was door en door gezond, mankeerde nooit wat en bovendien: roeien was gezond. Ze roeide den heelen zomer. En lag twee maanden later in 't ziekenhuis, ter observatie. Daarna kreeg ze een lange rustkuur thuis en moet thans (voorloo- pig) een voorzichtig leventje leiden.... HET AARDIGE MEISJE, VOOR BABY Ze vroeg me, hoe ik dacht over het roeien voor meisjes. Ifaar vader moest er niets van hebben, bij moeder kon ze ook geen steun vinden en een paar tan¬ tes waren bepaald anti. Maar dat waren allemaal vreeselijk ouderwetsche luitjes, die niets voor de sport voelen, die de heele sportbeoefening een dwaze doene- rij vonden. Ze was aardig: leuke, frissche toet, bquin van de zon; donker-golvend haar, een slank figuurtje, stevig gebouwd des¬ ondanks. En ze keek me verlangend aan; verlangend, omdat ze hoopte en verwachtte, dat ik haar zou kunnen helpen in den strijd tegen „die vree¬ selijk ouderwetsche luitjes". Jongedame, zei ik, waarom zou je niet roeien? Tenminste, als de roeisport ge¬ schikt is voor je! Toen keek ze verwonderd. Waarom zou ze niet geschikt zijn voor de roeie- rij? Een paar van haar vriendinnen roeiden ook en als die het mochten, was er voor haar ook geen bezwaar. Ik heb haar toen ronduit gezegd: laat je keuren door een dokter, die weet wat sport Is, die weet, wat roeien is. En als hij zegt, dat je kunt gaan roeien, nou., waag er dan een ruzietje aan met „die ouderwetsche luitjes"! Een week later zag ik haar weer. Geen ruzie thuis!" riep ze. De dokter had haar de roeisport af¬ geraden. Niet, omdat ze niet gezond was, of omdat ze 't een of 't ander gebrek had, maar roeien was zwaar, had hij ge^ zegd, zwaar voor haar. En nou ga ik zeilen! besloot ze. Op Uw tollatzoepfeon kunt U nog Aijalaar.KinderzMp krijgen van oude k w a t I t I tt •m AOSlAAR-fRODUCT * PRIMA) zoover ik dat Is d'r nu letterlijk geen één huishouden meer, waar nog boter, melk of eieren gebruikt worden als er iets lekkers ge¬ bakken wordt! Mina Bakgraag hoeft U zeker niet te vertellen hoe dat komt hé? Juist... natuurlijk PANKO.