Tekstweergave van EC_1919_02_25_0001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
f b t* No. P#steh«qu# Gir#du»at N#. 3343. T#l#pbo« N# 1. .... ENKHUIZER algemeen nieuws- voor HOLLANDS Dinsdag i u" t n t "V ^ D A O- -D O N D E R D A Ö" y Ab% R D AGNAM IDDAG, Westerstraat 4 Nr. 3. i WartLl voor Enkhuiwn / 1.15, daarbui^n /1», Jt M to duurte toes Lag. W^kabon~tol afgehaald «» tot Bureau 12 i ot., huis bezorgd 15 cent. -i a *r» 'x Lni (V-»ii vrtfkrmthfiitftilll -vr "" fsosse mummers van dit Abomrrm/enten kwmen mcmvangtn blad 5 cents. 0it7ft vdde Ihj k COURANT. EN ADVERTENTIEBLAD NOORDERKWARTIER. 25 Februari lA^^rimtirmbr 1—6 gewon# regel» 60 cent, #lke* reg»l - Z Direct drie of meermalen ter plaatsing opge^ve», " Bij «r billik. %t "f.»"** U-p **>««%£, * JXn, groot» Advertentiëri #n Iug**mdem «tukkw dag te voren. Officieel «emebnte centrale kehken. MENU DONDERDAG 27 F^ÉTSmtBOONEl VRIJDAG 28 FEBR : GROENTENSOhI. Inlevering voor Vrijdag alleen Bon 248. Baas verkrijgbaar tot 12 uur l::. t Ham de Koepoort; Doedes, Oude &*»; ■g&Stóm tf»W. W«ter«traat; Ooob, N.-Haven en op den dag vóór de kookdagen aan de keuken. Bii i»koo» boa# voor d# geheel# week; 12 ets. per portie; bij inkoop #■* #nk#l# 15011 M ets. p«r porti#. , .. .. Het sten kan tussehen half 12 enhalf één Min ée Keuken e* Munt werden afgehaald. -—)•( Levenimiddelen- bedrijf te Andijk. De Burgemeester in de gemeente ANDIJK maakt bekend, dat in de week vaB 24 FEBR. tot en met 3 MAART 191» »1 worden ver¬ strekt : Op bon : *0. 16 2Va cm» luiker. 17 1 «ns rijst. 18 1 ons kaas 10 f 19 P/s v v 30 f 20 2 ons peulvruchten 21 1 stukje kleizeep met 1 dubbel stukje Kalizeep niet afzonderlijk. 22 1 ons sagoofpakmeel voor zoover voorradig, v 23 2'/« ons melkpoeder. H 24 1lt KG. gec. melk. , 25 bij no. 5 der boterk. 28 Feb. Ie dag van afgifte. r 1 der kinderaaart Suiker. , 2 der kinderkaart kleizeep en kalizeep niet afzonderlijk. Audijk, 21 Febr. 1919. De Burgemeester voornoemd: f. KOOYMAN Politiek Overzicht. Professor Valckenier Kipa heeft niet zoo lang geleden geschreven, dat ieder Kamer¬ lid op den duur minister wil worden, en dat hij zelfs zijne politieke carrière gemankeerd vindt, als hij het nooit tot Excellentie brengt. Wij weten natuurlijk niet op welke gegevens deze hoogleeraar zijnen uitspraak heeft gedaan, maar dit willen wij wel zeg gen, dat men in dit land voor zijn pleiner zeker geen minister van Marine worden moet. Dat was al zoo vóór den oorlog, maar dat was nimmer meer dan thans. Wij hebben heel wat ministers van Ma¬ rine meegemaakt. Eerst Ellis, die zekei e kwaadste niet was, en die met den steun van de groote Rechteche meerderheid onder het ministerie-Kuyper, een tamelijk best le¬ ven had, al blijft het dan ook droevig, als men in het land van Tromp en de Ruyter aan het hoofd van het Departement van Ma¬ rine staat, dat men dan tevens wel over tuigd moet wezen, dat van eene vloot van beteekenis ten onzent geen sprake meer kan zijn. Toen kwarn Cohen Stuart, die m de Kamer zóó den kluts kwijtraakte, dat toj gewoonweg met zich liet sollen; daarop Wentholt, die de kunst van laveeren te veel machtig was, om veel achting van de Ka¬ mer te verwerven; toen Colijn ad-intenm, een man, voor wien wij evenveel achting als vriendschap koesteren, maar die uit den aard der zaak zijne hoofdtaak maak e van 'het Departement van Oorlog, en toen Ram- bonnet, een frissche figuur en man uit een stuk, wel wat al te gauw bereid om de Ka¬ mer zijne portefeuille toe te werpen, als zij niet met hem mee wilde, en die met inzag dat de aanschaffing van draednoughts iets was dat ons land, al wilde het nooit zou kunnen begapen. Hij leefde in de ongeluk kige omstandigheid, dat er geen materiaal was om schepen te bouwen, zoodat de krui sers hem in 1916 toegestaan, nog met gereed zijn Aan de moeilijkheid van zijne, positie schrijven wij het toe, dat de tegenwoordige Kabinetsformateur er met m kon slagen een dignitaris te vinden voor Marine, waarom het Kabinet dan ook is moeten optreden, zonder dat de desbetreffende portefem haar man had gevonden. Naudin ten Cate weifelde en bleef weifelen, tot eindelijk naar verluidt het verzoek van H. M. de Komn gin om persoonlijke wenschen achter te stel len bij de belangen van dezen lande, maakte, dat hij zich beschikbaar stelde. De ongelu - kige wist niet in wat muil hij het dige hoofd stak, en bleek, toen hij vóór be voetlicht der Kamer kwam. zóó aanBuhncm fieber (tooneelkoorte) te lijden, dat de Na mer Jonasje van hem maakte. Er waren drie hoofdquaesties: lo. Wat de Minister zich voorstelt, dat de Manne m het vervolg voor ons land zijn moet, 80. de vertrouwbaarheid van het mindere perso- ne,l en wat daaromtrent in de voehge No- vemherdagen gebleken is; 3o. welkehoudmg Z E. tegenover de bonden van genoemd per soneel wil aannemen. Men zou zoo^ge^ dat al is men geen redenaar, men toch a men vice-adrniraad is, en man van naam bij de Marine, wel kort en bondig zijne meem over deze dingen zeggen kan, maar dat bleek niet het geval; de Kamer moest het doen met de orakelspreuk, dat wij met geheel zonder vloot kunnen; de verbijsterende me- dedeeling kwam, dat de Minister niet ge¬ loofd had, dat het Marinepersoneel in de woelige Novemberdagen, revolutie had wil¬ len maken, waardoor dus alle maatregelen, om de schepen niet vaarbaar te maken, on¬ gerechtvaardigd waren gebleken, en de Mi¬ nister wilde wel met die bonden samenwer¬ ken, maar hoe dit wezen moest, ja, dat moest de Commissie maar zeggen, die hij daarvoor in het leven had beroepen. Na deze redevoering (1) was de Kanier ais een schip, dat voor het anker is wegge¬ slagen, of liever reeds daaronder, en toen de Minister, om aan te toonen hoe noodig de aanbouw van nieuwe schepen was, de leef¬ tijd van de bestaande opnoemde, en begon; de KoninginrRegentes 19 jaar, de Hertog Hendrik 17 jaar, de Heemskerck 13 jaar, was het één lachbui, waaraan onze 66-jarige minister van Justitie, toen zijn naam met zoo benijdenswaardige jeugd in verband werd gebracht, van harte deelnam. En ondertusschen was het politieke spel in vollen gang. De sociaal-democraten wa¬ ren razend, dat de vrijzinnig-democraten hun eene vlieg hadden afgevangen met hun¬ ne motie, om den aanbouw der kruisers stop te zetten, eene motie, die wel eenigszins ver¬ wondering wekt van eene partij, die indei- tijd hare stern tot den aanbouw daarvoor gaf. En zoo zon de S.D.A.P. op eene motie om de V.D. ,op hare beurt te overtroeven, en zij vond die, door algeheel© liquidatie van de Marine voor te stellen, eene, motie, die ook eigenlijk over alles heen was, waar hare voorsteller, de Hr. Hugenholtz, geen twee dagen van te voren verklaard had, dat hij zich by de droeve nood zakelijk herd van het voortbestaan der Marine had neer te hogen. , Droeve noodzakelijkheid, zoo is hek V ij zullen onzen lezers, na al wat wij in meer dan 25 jaren in dit blad schreven, met nog eens aan het verstand hebben te brengen, dat wij den dag zullen zegenen, waarop het laatste oorlogszwaard tot ploegijzer zal wor¬ den omgesmeed. En wij hebben nooit geaar¬ zeld in de Tweede Kamer onze stem uit te brengen tegen oorlogsuitgaven, die ons niet gerechtvaardigd schenen, wij deden dit zelfs tegenover bevriende ministers, want om dit te doen, als men in de oppositie en dus in de minderheid is, achten wij povere vertoo¬ ning. Zoo onthielden wij b.v. onze stem aan de eerste begrooting van Staal, omdat daar¬ in de belofte van het verkiezingsprogram der L. U. voor 1905 niet was vervuld, zoo behoorden wij tot de zes Unie-Liberalen, die aan van Rappard de gelden weigerden voor de afwerking van de Stelling Amsterdam, en die daarbij den doorslag gaven tot de weigering van eene uitgave, waarvan deze oorlog geleerd heeft, dat ze finaal wegge¬ gooid geld zou geweest zijn. Maar - we hebben nooit gehouden van eene politiek, die geene rekening hield met de werkelijk¬ heid, en de staatsman kan helaas ,K>°ltu"a" gen hoe hij de dingen zou willen hebben, maar alleen hoe ze zijn. En die werkelijk¬ heid leert ons, dat wij op dit oogenblik er nog niet aan denken kunnen ons ter zee ge¬ heel te ontwapenen. In de eerste plaate met, omdat wij, al zijn wij een klein land, eene groote koloniale mogendheid zijn, wat ons den plicht oplegt, om naar de mate van onze krachten, in Insulinde bij voorkomende ge¬ legenheid onze neutraliteit tje kunnen hand¬ haven. Het moge voor een deel waar zijn, dat het belang van Amerika en Engeland met zich brengt onze koloniën te behoeden voor de begeerige handen van het „gele gevaar ; het is licht te begrijpen, dat wij nooit in den volkerenbond zullen kunnen treden, zon. der ook zeiven iets aan de verdediging van dat kostbare bezit te doen. En het verbaast ons wel eens, dat in zoo mercantile natie als wij buiten kijf zijn, er toch nog zoo velen leven, die zich er geen rekenschap van geven, wat enorme economische ramp het verlies van onze Indische koloniën voor ons zijn zou. Maar zoo is het helaas altijd geweest, reeds Vondel moest in zijn tijd zijn hart luchten over de onverantwoordelijke wijze, waarop onze Republiek zich Brazi ie had laten ontnemen, in zijn bekenden treur¬ zang- Het verzuimd Braziel! Mogen dezul¬ ken nooit aan den lijve ondervinden wat het zeggen wil, als Nederland zou ophouden ko¬ loniale mogendheid te wezen; de koloniën zijn zeker niet meer de melkkoe, waaruit wij de batige sloten persen, maar het land dat wij tot ontwikkeling en beschaving en vrij¬ heid willen brengen, en waarin de Holland- sohe ondernemingsgeest het terrein kan vin den tot het stichten van cultures, die en het Moederland èn de Koloniën tot zegen zu - len kunnen zijn. In de tweede plaats kunnen wij slechts herhalen wat wij zoo vaak hebben gezegd, n 1. dat eene kleine mogendheid nooit met de ontwapening kan voorgaan, en het ziet er om ons heen op dit oogenblik althans met naar uit, of het met de vloten gedaan is. De \merikaansche minister van Marine Daniels, heeft nog op 30 Januari 1.1. ver klaard, dat de eerste jaren nog geene ver¬ mindering kunnen geven van den «fnbouw van de vloot; in Japan wordt aangedrongen cm de bouw van twee groote vloten, elk be¬ staande uit 8 slagschepen en 4 slagkruisers, en al blijven wij natuurlijk er op hopen, dat Wilsons vredesidealen en ontwapenmgs-i e- alen het zullen winnen, alle staatsmansbe- leid zou zoek zijn bij de natie, die nu a feuilleton. kapitein satan. Avonturen van Cyrano de. Bergerac, van Louts Gallet, naverteld door E. Th. Chappuis. —~)o(— XXXIV. Dit een en ander greep plaats, terwijl Cvrano te Toulouse werd gevangen gehou¬ den, Castillan op zijn post bleef, «1 Ben Joel het aan de. hoede van l.onguepfe u^ vertrouwde document te vergeefs in handen trachtte te krijgen. Toen de zigeuner, zeer blij, dat toj aan Taeoues' geduchte vuist was ontkomen, eenooz van de pastorie was verwijderd om te kunnen veronderstellen, hat hu^hans m veilie-heid was, ging hij aan den kant van den weg over den toestand zitten Zijn toekomst scheen tamehik l Geld bezat hij bijna niet meer. Van Rmal do had hij geen tijding; en mocht hij ton toevallig ontmoeten, dan zou1 tol moeten hooren over zijn onhandigtieiO. Dat de echte Castillan zich te Samt-Ser nin bevond, was hem ten slotte onbekend. Eindelijk kwam hij tot de rioteom dat terugkeeren naar Parijs en zich zoo mogriijk inet Rinaldo vereenigen onder de gegeven omstandigheden het r-uadzamnstezou weMn. TV voorzichtige lakei had voor het scnei den ?ijn^mèdepfichtige den weg opgegeven, dien deze terugkeerende, volgen moest. Ben-Joël 'toog dus op marsch en rekende m 't minste niet. op de aangenapie veirassing, welke hem wachtte. . Nog geen twee uuar toch was hij op weg, S? kreeg^die m SeTgate? ^erUam. nstinctmatig weei mj - - er nog circa vijftig T>a» van ffd v^d«rd, slaakt# hij «en vreugdekreet De lXt van Lembrat had na zijn be 7oek aan Goligoac zijn reis voortg^et jwi Zn was eerst naar üiiss als toekomstig eigenaar gaarne blfin1Joela vreugdekreet beantwoordde hij met een luiden Sreeu^ * af en stak zijn makker de h^dto0- VM!tan5'r had je zoo'n haast te makeiri 'ko^n ^ andftrs Ieder oogenblik kon Cyrano komen. De pastoor is hem waeh- sTS aasi „maar ik hf?b mezelien n . , Ber&e'- i.n >> i;et hii er op volgen. „Da-t de öerge ±fls aan'; ditoaal, hoop ik met ^ Van avond gaan we op marsch naar Saint 8 Demannen traden ren herberg binnen en bet volstegMrd^^e^C^d^oo^nbhk^trok- d^d^^E. deed, alsof wat zij wenscht in deze-, inder¬ daad reeds in vervalling was gegaan, hu het leelijke van de zaak i#, dat iD het ge¬ zicht van de provinciale stembus de ver¬ schillende partijen met moties kwamen aan¬ zetten, die meer op kiezersvangst dan op 's Lands belang het oog hadden. Als zoodanig bestempelen wij de motie van den K^thohe- ken Hr. Bomans, die echter later ingetrok¬ ken werd, dat de tijd voor ontwapening was gekomen, de motie-Hugenholtz om tot liqui¬ datie van de Marine over te gaan, niettegen¬ staande deze afgevaardigde twee dagen vroeger had verklaard, dat liquidatie van de Marine voorbarig zou wezen, en de mo¬ tie-Oud dat de sinds 1916 op stapel staand# kruisers, niet moeten worden afgewerkt, niettegenstaande zijne partij de gelden voor die schepen indertijd heeft gevoteerd. Ont¬ wapening willen wij, als het kan, maar als de politiek van de laagste soort, d. 1. de kiezersvangst daarin haar woord gaat mee spreken, wordt dit voor ons kleine land bij uitstek gewichtig vraagstuk totaal ver¬ troebeld, en nooit is er verderfelijker woord gesproken dan door den Hr. Marchant, fa*a hij zeide, dat wie zijn weg niet uit wil, werj door de kiezers tot rede zal worden ge¬ bracht. Wij zijn volbloed voorstander van Algemeen Mannen en Vrouwenkiesrecht, maar de beteekenis daarvan wordt met wei¬ nig verzwakt, als de stemming onder da vet- tegenwoordigers deze zon worden, dat ae niet meer hebben te handelen naar hunne over¬ tuiging, in verband met het door hen aan¬ vaarde partijprogram, maar dat zij voorde kiezers met den hoed in de hand temde* moeten staan, gedachtig aan het oude rijmp¬ je; Met den hoed in de hand, komt men door het gansche land. Het is natuurlijk eene eer, gekozen te worden, maar als nwe kiezers bet geene eer vinden u te kiezen, de zaëk mis, en als gij niet tegen hen durft ingaan, als dat uwe eerlijke overtuiging is, zal het met het Parlementarisme ten onzent weldra gedaan zijn. De zaak van onze Marine heeft nog geene oplossing gekregen door het heengaan van Minister Naudin ten Cate; wij zonden haast zeggen; Wat deed de arme in de kou, ca wat zal hij een spijt hebben, dat hij zte« lange aarzeling eindelijk heeft teten vinden voor eene betrekking, waarvan hij blijkbaar de moeilijkheden niet heeft overzien, en dte hij zich ten slotte in 's Lands belang heef laten welgevallen. Zelfs is het voor ons vraag, of dit heengaan de goede oplossing in de hand werkt. De erVaring Wt toek dat als de Kamer eenmaal minister e o cen zag, zij voor geen timeden moord terugdeinst Zoo viel Eland in 1901 op eene quaestie, di* zijn opvolger Kool niet andere opkwte, da» hij had gewild; zoo wefd de Minister Cool m 1917 naar huis gezonden; omdat hij met te- stalten gewaar, die, op den hals van hun ros gebogen, die tot nog mrer spoed aan- zi tten^ hebb<;n haast, zou ik zeggen, ; merk te Rinaldo onder het ledigen van zijn teat- «ten beker op. „Wij zullen hun voorbeeld totom kammaad. Tijd is geld. Onderweg zal ik ie wel vertellen hoe ik dit zaakje denk OTDe lake^Xn den zigeuner achter zmh op het paard en sloeg den weg m naar Sam Sernin. Dit plaatsje kon in een uur tijd met TwatTfiii r jro- teM gezegd. Ji.i kent het huis van dien pastoor, 1116Vanonder tot boven tot i.n de kleinste wref™ dat stuk van de Lembrat i8 getogenT ^ ^ Vx,d vaJ1 LOnMom!CDa,n behoeven wij dien pastoor maar uit zijn huis te lokkenen™ zqnaD wezigheid gebruik te maken, om bedoewe D»* «•' dail gten verj nlichtingen tegenover zijn gemeentel Aal hij dan „dank je" zeggen, als hij tej_een van dézen aan 't ziekbed wordt geroepen . Om dat plannetje uitvoerbaar te maken zouden wij te Saint-Sermn iemand dmmeo to Sen, en wij kennen er gren sterveling. Er is toch een herberg; niet! ,, "ja zeker; maar ik zie niet in wat . "Voordat wij aan die herberg komen ro ik'je in mijn mantel; j ij opent d^motonu en dan alleen om een pijnlijken zucht te lo zen Ik laat je naar béd dragen en vertel dat ik ie hier dichtbij zieltogend op den weg heb vinden liggen. Wens, verzoek ik om een geestelijke, .ten einde je «l laatste POgepblikkw hij te *tean Ik begrijp er reeds alles van. Vol q\er komt de pastoor aanloopen; wij wachten htm op achter de deur van de kamer en ste- keÜHalt even! Die pastoor is een stevige baas; nietl" Een echte Hercules. , "in dat geval blijft bet mes buiten to schouwing. We behoeven maar mis te steken om alles te bederven. Oogenblikkehjk mret hem het schreeuwen en het. alarm maken worden belet. Laat mij dit zaakjemaar eens behandelen. Bovendien heb ik geen lust alles te bederven door het vergieten 1 bloed, waarvan mij later retonschap^ou ge. vraagd kunnen worden; want dit zou mij zeer ongelegen komen, vooral omdat ik plan heb mij hier in deze streek te gaan vest)gen•_ Doe dan maar wat je goeddunkt. Met genoegen zag Ben-Joel Rinaldo de le ding op zich nemen. Qa;„i 't Was tien uur, toen de avonturiers Sam 8eT^».VATv,o«Ri«i^ «t,«. voör menscthen, die hoe eer hoe beter een on¬ derkomen zoeken, te dichtbij met het oog op de woning van den geestelijke. Is er mets Haters t»6 vinden 1 t Ben-Joël gaf geen antwoord; zijn oog peil¬ de de duisternis om hem heen. Klik!" zeide hij weldra, terwijl hij wees naar ren flauw flikkerend schijnsel in de nabijheid. .„ "laf dat'komt van een alleen staand, huis^ ginds op den kant van den weg. Verder KaRtealdoa'hield zijn paard in en stteg^af om voor de te spelen comedie de noodage SdS"mantel gerold en dwars over het paard gelegd. De tete1 nam dit daarop bij den. teugel, leidde, het naai bovenbedoelde woning, een armzalig, laag huisje met gespleten muren «h waarvan de pannen dik■ m«t-moa waren be¬ groeid en begon op de deur to bonfflt „Als gij een braaf christen sfljt, maak dan % 1 ife bewoner was zóó arm, dat hij ven niets had te duchten. Dat eenigem^ bevelende geroep joeg hem dus aan Hij ging naar de voordeur en hield de walmende, lamp, welke zijn spelonk verlicht¬ te, in de hoogte. „Wat moet jet »> Ik zoek een onderkomen voor den luutfit, antwoordde Rinaldo. „IkmoetnaAj Fou- gerolles; ren half uur van toer heb ik ctomi armen duivel midden op den wee liggen. Is hij nog niet dood, dan sohëelt dit toch niet veel." u ..Kom binnen. ' ... j„ Met deze woorden bood de man ïtmaldo de behulpzame hand, nam den totenschpm lijk stervenden Ben-Joel in de armen, droeg hem de hut binnen en legde hem voorzichtig neder on een bod van boombladeren. Op dltXgvnbUk slaakte Ben-Joel. vol¬ maakt in zijn rol, een flauwen zucht. „Dood is hij nog niet Er moet hulp ko. men. Weet u wat hij heeft '? Is hij gekwetst. Gekwek is hij niet. Denkelijk 3toief!t toj een-beroerte gehad. Voor t meen ik, het beste, dat et een geretelijfce wordt gehaald. Maar heb je fiven toter tod voor hem ? Ik zal je dit wel vergoeden. ,,'t Spijt my, maar ren ander baat ik nie\jrocd, vriendje. D.an zal ik rekening hom den met je goeden wil. Laten wtj nu aan zieleheil van dezen man denken. „Juist! Ik zal den pastoor gaan waar- schuwen ^ Ar. ebl seide Bi n aid o, ter¬ wijl hij zich over Ben-Joel hrenboog. „Voort¬ maken, hoor! 't Doopt hier at. De boer deed wat hem werd Nauwelijks was tor verdwenen, of Ben-Jó«l ging rechtop ritten.