Tekstweergave van EC_1919_02_25_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
f
b
t*
No.
P#steh«qu#
e«
Gir#du»at
N#.
3343.
T#l#pbo«
N#
1.
....
ENKHUIZER
algemeen
nieuws-
voor
HOLLANDS
Dinsdag
i
u"
t
n
t
"V
^
D
A
O-
-D
O
N
D
E
R
D
A
Ö"
y
Ab%
R
D
AGNAM
IDDAG,
Westerstraat
4
Nr.
3.
i
WartLl
voor
Enkhuiwn
/
1.15,
daarbui^n
/1»,
Jt
M
to
duurte
toes
Lag.
W^kabon~tol
afgehaald
«»
tot
Bureau
12
i
ot.,
huis
bezorgd
15
cent.
—
-i
a
*r»
'x
Lni
(V-»ii
vrtfkrmthfiitftilll
-vr
""
fsosse
mummers
van
dit
Abomrrm/enten
kwmen
mcmvangtn
blad
5
cents.
0it7ft
vdde
Ihj
k
COURANT.
EN
ADVERTENTIEBLAD
NOORDERKWARTIER.
25
Februari
lA^^rimtirmbr
1—6
gewon#
regel»
60
cent,
#lke*
reg»l
-
Z
Direct
drie
of
meermalen
ter
plaatsing
opge^ve»,
"
Bij
«r
billik.
%t
"f.»"**
U-p
**>««%£,
*
JXn,
groot»
Advertentiëri
#n
Iug**mdem
«tukkw
dag
te
voren.
Officieel
«emebnte
centrale
kehken.
MENU
DONDERDAG
27
F^ÉTSmtBOONEl
VRIJDAG
28
FEBR
:
GROENTENSOhI.
Inlevering
voor
Vrijdag
alleen
Bon
248.
Baas
verkrijgbaar
tot
12
uur
l::.
t
Ham
bü
de
Koepoort;
Doedes,
Oude
&*»;
■g&Stóm
tf»W.
W«ter«traat;
Ooob,
N.-Haven
en
op
den
dag
vóór
de
kookdagen
aan
de
keuken.
Bii
i»koo»
boa#
voor
d#
geheel#
week;
12
ets.
per
portie;
bij
inkoop
#■*
#nk#l#
15011
M
ets.
p«r
porti#.
,
..
..
Het
sten
kan
tussehen
half
12
enhalf
één
Min
ée
Keuken
e*
Munt
werden
afgehaald.
-—)•(
Levenimiddelen-
bedrijf
te
Andijk.
De
Burgemeester
in
de
gemeente
ANDIJK
maakt
bekend,
dat
in
de
week
vaB
24
FEBR.
tot
en
met
3
MAART
191»
»1
worden
ver¬
strekt
:
Op
bon
:
*0.
16
2Va
cm»
luiker.
„
17
1
«ns
rijst.
„
18
1
ons
kaas
10
f
„
19
P/s
v
v
30
f
„
20
2
ons
peulvruchten
„
21
1
stukje
kleizeep
met
1
dubbel
stukje
Kalizeep
niet
afzonderlijk.
„
22
1
ons
sagoofpakmeel
voor
zoover
voorradig,
v
23
2'/«
ons
melkpoeder.
H
24
1lt
KG.
gec.
melk.
,
25
bij
no.
5
der
boterk.
28
Feb.
Ie
dag
van
afgifte.
r
1
der
kinderaaart
Suiker.
,
2
der
kinderkaart
kleizeep
en
kalizeep
niet
afzonderlijk.
Audijk,
21
Febr.
1919.
De
Burgemeester
voornoemd:
f.
KOOYMAN
Politiek
Overzicht.
Professor
Valckenier
Kipa
heeft
niet
zoo
lang
geleden
geschreven,
dat
ieder
Kamer¬
lid
op
den
duur
minister
wil
worden,
en
dat
hij
zelfs
zijne
politieke
carrière
gemankeerd
vindt,
als
hij
het
nooit
tot
Excellentie
brengt.
Wij
weten
natuurlijk
niet
op
welke
gegevens
deze
hoogleeraar
zijnen
uitspraak
heeft
gedaan,
maar
dit
willen
wij
wel
zeg
gen,
dat
men
in
dit
land
voor
zijn
pleiner
zeker
geen
minister
van
Marine
worden
moet.
Dat
was
al
zoo
vóór
den
oorlog,
maar
dat
was
nimmer
meer
dan
thans.
Wij
hebben
heel
wat
ministers
van
Ma¬
rine
meegemaakt.
Eerst
Ellis,
die
zekei
e
kwaadste
niet
was,
en
die
met
den
steun
van
de
groote
Rechteche
meerderheid
onder
het
ministerie-Kuyper,
een
tamelijk
best
le¬
ven
had,
al
blijft
het
dan
ook
droevig,
als
men
in
het
land
van
Tromp
en
de
Ruyter
aan
het
hoofd
van
het
Departement
van
Ma¬
rine
staat,
dat
men
dan
tevens
wel
over
tuigd
moet
wezen,
dat
van
eene
vloot
van
beteekenis
ten
onzent
geen
sprake
meer
kan
zijn.
Toen
kwarn
Cohen
Stuart,
die
m
de
Kamer
zóó
den
kluts
kwijtraakte,
dat
toj
gewoonweg
met
zich
liet
sollen;
daarop
Wentholt,
die
de
kunst
van
laveeren
te
veel
machtig
was,
om
veel
achting
van
de
Ka¬
mer
te
verwerven;
toen
Colijn
ad-intenm,
een
man,
voor
wien
wij
evenveel
achting
als
vriendschap
koesteren,
maar
die
uit
den
aard
der
zaak
zijne
hoofdtaak
maak
e
van
'het
Departement
van
Oorlog,
en
toen
Ram-
bonnet,
een
frissche
figuur
en
man
uit
een
stuk,
wel
wat
al
te
gauw
bereid
om
de
Ka¬
mer
zijne
portefeuille
toe
te
werpen,
als
zij
niet
met
hem
mee
wilde,
en
die
met
inzag
dat
de
aanschaffing
van
draednoughts
iets
was
dat
ons
land,
al
wilde
het
nooit
zou
kunnen
begapen.
Hij
leefde
in
de
ongeluk
kige
omstandigheid,
dat
er
geen
materiaal
was
om
schepen
te
bouwen,
zoodat
de
krui
sers
hem
in
1916
toegestaan,
nog
met
gereed
zijn
Aan
de
moeilijkheid
van
zijne,
positie
schrijven
wij
het
toe,
dat
de
tegenwoordige
Kabinetsformateur
er
met
m
kon
slagen
een
dignitaris
te
vinden
voor
Marine,
waarom
het
Kabinet
dan
ook
is
moeten
optreden,
zonder
dat
de
desbetreffende
portefem
haar
man
had
gevonden.
Naudin
ten
Cate
weifelde
en
bleef
weifelen,
tot
eindelijk
naar
verluidt
het
verzoek
van
H.
M.
de
Komn
gin
om
persoonlijke
wenschen
achter
te
stel
len
bij
de
belangen
van
dezen
lande,
maakte,
dat
hij
zich
beschikbaar
stelde.
De
ongelu
-
kige
wist
niet
in
wat
muil
hij
het
dige
hoofd
stak,
en
bleek,
toen
hij
vóór
be
voetlicht
der
Kamer
kwam.
zóó
aanBuhncm
fieber
(tooneelkoorte)
te
lijden,
dat
de
Na
mer
Jonasje
van
hem
maakte.
Er
waren
drie
hoofdquaesties:
lo.
Wat
de
Minister
zich
voorstelt,
dat
de
Manne
m
het
vervolg
voor
ons
land
zijn
moet,
80.
de
vertrouwbaarheid
van
het
mindere
perso-
ne,l
en
wat
daaromtrent
in
de
voehge
No-
vemherdagen
gebleken
is;
3o.
welkehoudmg
Z
E.
tegenover
de
bonden
van
genoemd
per
soneel
wil
aannemen.
Men
zou
zoo^ge^
dat
al
is
men
geen
redenaar,
men
toch
a
men
vice-adrniraad
is,
en
man
van
naam
bij
de
Marine,
wel
kort
en
bondig
zijne
meem
over
deze
dingen
zeggen
kan,
maar
dat
bleek
niet
het
geval;
de
Kamer
moest
het
doen
met
de
orakelspreuk,
dat
wij
met
geheel
zonder
vloot
kunnen;
de
verbijsterende
me-
dedeeling
kwam,
dat
de
Minister
niet
ge¬
loofd
had,
dat
het
Marinepersoneel
in
de
woelige
Novemberdagen,
revolutie
had
wil¬
len
maken,
waardoor
dus
alle
maatregelen,
om
de
schepen
niet
vaarbaar
te
maken,
on¬
gerechtvaardigd
waren
gebleken,
en
de
Mi¬
nister
wilde
wel
met
die
bonden
samenwer¬
ken,
maar
hoe
dit
wezen
moest,
ja,
dat
moest
de
Commissie
maar
zeggen,
die
hij
daarvoor
in
het
leven
had
beroepen.
Na
deze
redevoering
(1)
was
de
Kanier
ais
een
schip,
dat
voor
het
anker
is
wegge¬
slagen,
of
liever
reeds
daaronder,
en
toen
de
Minister,
om
aan
te
toonen
hoe
noodig
de
aanbouw
van
nieuwe
schepen
was,
de
leef¬
tijd
van
de
bestaande
opnoemde,
en
begon;
de
KoninginrRegentes
19
jaar,
de
Hertog
Hendrik
17
jaar,
de
Heemskerck
13
jaar,
was
het
één
lachbui,
waaraan
onze
66-jarige
minister
van
Justitie,
toen
zijn
naam
met
zoo
benijdenswaardige
jeugd
in
verband
werd
gebracht,
van
harte
deelnam.
En
ondertusschen
was
het
politieke
spel
in
vollen
gang.
De
sociaal-democraten
wa¬
ren
razend,
dat
de
vrijzinnig-democraten
hun
eene
vlieg
hadden
afgevangen
met
hun¬
ne
motie,
om
den
aanbouw
der
kruisers
stop
te
zetten,
eene
motie,
die
wel
eenigszins
ver¬
wondering
wekt
van
eene
partij,
die
indei-
tijd
hare
stern
tot
den
aanbouw
daarvoor
gaf.
En
zoo
zon
de
S.D.A.P.
op
eene
motie
om
de
V.D.
,op
hare
beurt
te
overtroeven,
en
zij
vond
die,
door
algeheel©
liquidatie
van
de
Marine
voor
te
stellen,
eene,
motie,
die
ook
eigenlijk
over
alles
heen
was,
waar
hare
voorsteller,
de
Hr.
Hugenholtz,
geen
twee
dagen
van
te
voren
verklaard
had,
dat
hij
zich
by
de
droeve
nood
zakelijk
herd
van
het
voortbestaan
der
Marine
had
neer
te
hogen.
,
Droeve
noodzakelijkheid,
zoo
is
hek
V
ij
zullen
onzen
lezers,
na
al
wat
wij
in
meer
dan
25
jaren
in
dit
blad
schreven,
met
nog
eens
aan
het
verstand
hebben
te
brengen,
dat
wij
den
dag
zullen
zegenen,
waarop
het
laatste
oorlogszwaard
tot
ploegijzer
zal
wor¬
den
omgesmeed.
En
wij
hebben
nooit
geaar¬
zeld
in
de
Tweede
Kamer
onze
stem
uit
te
brengen
tegen
oorlogsuitgaven,
die
ons
niet
gerechtvaardigd
schenen,
wij
deden
dit
zelfs
tegenover
bevriende
ministers,
want
om
dit
te
doen,
als
men
in
de
oppositie
en
dus
in
de
minderheid
is,
achten
wij
povere
vertoo¬
ning.
Zoo
onthielden
wij
b.v.
onze
stem
aan
de
eerste
begrooting
van
Staal,
omdat
daar¬
in
de
belofte
van
het
verkiezingsprogram
der
L.
U.
voor
1905
niet
was
vervuld,
zoo
behoorden
wij
tot
de
zes
Unie-Liberalen,
die
aan
van
Rappard
de
gelden
weigerden
voor
de
afwerking
van
de
Stelling
Amsterdam,
en
die
daarbij
den
doorslag
gaven
tot
de
weigering
van
eene
uitgave,
waarvan
deze
oorlog
geleerd
heeft,
dat
ze
finaal
wegge¬
gooid
geld
zou
geweest
zijn.
Maar
-
we
hebben
nooit
gehouden
van
eene
politiek,
die
geene
rekening
hield
met
de
werkelijk¬
heid,
en
de
staatsman
kan
helaas
,K>°ltu"a"
gen
hoe
hij
de
dingen
zou
willen
hebben,
maar
alleen
hoe
ze
zijn.
En
die
werkelijk¬
heid
leert
ons,
dat
wij
op
dit
oogenblik
er
nog
niet
aan
denken
kunnen
ons
ter
zee
ge¬
heel
te
ontwapenen.
In
de
eerste
plaate
met,
omdat
wij,
al
zijn
wij
een
klein
land,
eene
groote
koloniale
mogendheid
zijn,
wat
ons
den
plicht
oplegt,
om
naar
de
mate
van
onze
krachten,
in
Insulinde
bij
voorkomende
ge¬
legenheid
onze
neutraliteit
tje
kunnen
hand¬
haven.
Het
moge
voor
een
deel
waar
zijn,
dat
het
belang
van
Amerika
en
Engeland
met
zich
brengt
onze
koloniën
te
behoeden
voor
de
begeerige
handen
van
het
„gele
gevaar
;
het
is
licht
te
begrijpen,
dat
wij
nooit
in
den
volkerenbond
zullen
kunnen
treden,
zon.
der
ook
zeiven
iets
aan
de
verdediging
van
dat
kostbare
bezit
te
doen.
En
het
verbaast
ons
wel
eens,
dat
in
zoo
mercantile
natie
als
wij
buiten
kijf
zijn,
er
toch
nog
zoo
velen
leven,
die
zich
er
geen
rekenschap
van
geven,
wat
enorme
economische
ramp
het
verlies
van
onze
Indische
koloniën
voor
ons
zijn
zou.
Maar
zoo
is
het
helaas
altijd
geweest,
reeds
Vondel
moest
in
zijn
tijd
zijn
hart
luchten
over
de
onverantwoordelijke
wijze,
waarop
onze
Republiek
zich
Brazi
ie
had
laten
ontnemen,
in
zijn
bekenden
treur¬
zang-
Het
verzuimd
Braziel!
Mogen
dezul¬
ken
nooit
aan
den
lijve
ondervinden
wat
het
zeggen
wil,
als
Nederland
zou
ophouden
ko¬
loniale
mogendheid
te
wezen;
de
koloniën
zijn
zeker
niet
meer
de
melkkoe,
waaruit
wij
de
batige
sloten
persen,
maar
het
land
dat
wij
tot
ontwikkeling
en
beschaving
en
vrij¬
heid
willen
brengen,
en
waarin
de
Holland-
sohe
ondernemingsgeest
het
terrein
kan
vin
den
tot
het
stichten
van
cultures,
die
en
het
Moederland
èn
de
Koloniën
tot
zegen
zu
-
len
kunnen
zijn.
In
de
tweede
plaats
kunnen
wij
slechts
herhalen
wat
wij
zoo
vaak
hebben
gezegd,
n
1.
dat
eene
kleine
mogendheid
nooit
met
de
ontwapening
kan
voorgaan,
en
het
ziet
er
om
ons
heen
op
dit
oogenblik
althans
met
naar
uit,
of
het
met
de
vloten
gedaan
is.
De
\merikaansche
minister
van
Marine
Daniels,
heeft
nog
op
30
Januari
1.1.
ver
klaard,
dat
de
eerste
jaren
nog
geene
ver¬
mindering
kunnen
geven
van
den
«fnbouw
van
de
vloot;
in
Japan
wordt
aangedrongen
cm
de
bouw
van
twee
groote
vloten,
elk
be¬
staande
uit
8
slagschepen
en
4
slagkruisers,
en
al
blijven
wij
natuurlijk
er
op
hopen,
dat
Wilsons
vredesidealen
en
ontwapenmgs-i
e-
alen
het
zullen
winnen,
alle
staatsmansbe-
leid
zou
zoek
zijn
bij
de
natie,
die
nu
a
feuilleton.
kapitein
satan.
Avonturen
van
Cyrano
de.
Bergerac,
van
Louts
Gallet,
naverteld
door
E.
Th.
Chappuis.
—~)o(—
XXXIV.
Dit
een
en
ander
greep
plaats,
terwijl
Cvrano
te
Toulouse
werd
gevangen
gehou¬
den,
Castillan
op
zijn
post
bleef,
«1
Ben
Joel
het
aan
de.
hoede
van
l.onguepfe
u^
vertrouwde
document
te
vergeefs
in
handen
trachtte
te
krijgen.
Toen
de
zigeuner,
zeer
blij,
dat
toj
aan
Taeoues'
geduchte
vuist
was
ontkomen,
eenooz
van
de
pastorie
was
verwijderd
om
te
kunnen
veronderstellen,
hat
hu^hans
m
veilie-heid
was,
ging
hij
aan
den
kant
van
den
weg
over
den
toestand
zitten
Zijn
toekomst
scheen
tamehik
l
Geld
bezat
hij
bijna
niet
meer.
Van
Rmal
do
had
hij
geen
tijding;
en
mocht
hij
ton
toevallig
ontmoeten,
dan
zou1
tol
moeten
hooren
over
zijn
onhandigtieiO.
Dat
de
echte
Castillan
zich
te
Samt-Ser
nin
bevond,
was
hem
ten
slotte
onbekend.
Eindelijk
kwam
hij
tot
de
rioteom
dat
terugkeeren
naar
Parijs
en
zich
zoo
mogriijk
inet
Rinaldo
vereenigen
onder
de
gegeven
omstandigheden
het
r-uadzamnstezou
weMn.
TV
voorzichtige
lakei
had
voor
het
scnei
den
?ijn^mèdepfichtige
den
weg
opgegeven,
dien
deze
terugkeerende,
volgen
moest.
Ben-Joël
'toog
dus
op
marsch
en
rekende
m
't
minste
niet.
op
de
aangenapie
veirassing,
welke
hem
wachtte.
.
Nog
geen
twee
uuar
toch
was
hij
op
weg,
S?
kreeg^die
m
SeTgate?
^erUam.
nstinctmatig
weei
mj
-
-
er
nog
circa
vijftig
T>a»
van
ffd
v^d«rd,
slaakt#
hij
«en
vreugdekreet
De
lXt
van
d°
Lembrat
had
na
zijn
be
7oek
aan
Goligoac
zijn
reis
voortg^et
jwi
Zn
was
eerst
naar
üiiss
als
toekomstig
eigenaar
gaarne
blfin1Joela
vreugdekreet
beantwoordde
hij
met
een
luiden
Sreeu^
*
af
en
stak
zijn
makker
de
h^dto0-
VM!tan5'r
had
je
zoo'n
haast
te
makeiri
'ko^n
^
andftrs
Ieder
oogenblik
kon
Cyrano
komen.
De
pastoor
is
hem
waeh-
sTS
aasi
—
„maar
ik
hf?b
mezelien
n
.
,
Ber&e'-
i.n
>>
i;et
hii
er
op
volgen.
„Da-t
de
öerge
±fls
aan';
ditoaal,
hoop
ik
met
^
Van
avond
gaan
we
op
marsch
naar
Saint
8
Demannen
traden
ren
herberg
binnen
en
bet
volstegMrd^^e^C^d^oo^nbhk^trok-
d^d^^E.
deed,
alsof
wat
zij
wenscht
in
deze-,
inder¬
daad
reeds
in
vervalling
was
gegaan,
hu
het
leelijke
van
de
zaak
i#,
dat
iD
het
ge¬
zicht
van
de
provinciale
stembus
de
ver¬
schillende
partijen
met
moties
kwamen
aan¬
zetten,
die
meer
op
kiezersvangst
dan
op
's
Lands
belang
het
oog
hadden.
Als
zoodanig
bestempelen
wij
de
motie
van
den
K^thohe-
ken
Hr.
Bomans,
die
echter
later
ingetrok¬
ken
werd,
dat
de
tijd
voor
ontwapening
was
gekomen,
de
motie-Hugenholtz
om
tot
liqui¬
datie
van
de
Marine
over
te
gaan,
niettegen¬
staande
deze
afgevaardigde
twee
dagen
vroeger
had
verklaard,
dat
liquidatie
van
de
Marine
voorbarig
zou
wezen,
en
de
mo¬
tie-Oud
dat
de
sinds
1916
op
stapel
staand#
kruisers,
niet
moeten
worden
afgewerkt,
niettegenstaande
zijne
partij
de
gelden
voor
die
schepen
indertijd
heeft
gevoteerd.
Ont¬
wapening
willen
wij,
als
het
kan,
maar
als
de
politiek
van
de
laagste
soort,
d.
1.
de
kiezersvangst
daarin
haar
woord
gaat
mee
spreken,
wordt
dit
voor
ons
kleine
land
bij
uitstek
gewichtig
vraagstuk
totaal
ver¬
troebeld,
en
nooit
is
er
verderfelijker
woord
gesproken
dan
door
den
Hr.
Marchant,
fa*a
hij
zeide,
dat
wie
zijn
weg
niet
uit
wil,
werj
door
de
kiezers
tot
rede
zal
worden
ge¬
bracht.
Wij
zijn
volbloed
voorstander
van
Algemeen
Mannen
en
Vrouwenkiesrecht,
maar
de
beteekenis
daarvan
wordt
met
wei¬
nig
verzwakt,
als
de
stemming
onder
da
vet-
tegenwoordigers
deze
zon
worden,
dat
ae
niet
meer
hebben
te
handelen
naar
hunne
over¬
tuiging,
in
verband
met
het
door
hen
aan¬
vaarde
partijprogram,
maar
dat
zij
voorde
kiezers
met
den
hoed
in
de
hand
temde*
moeten
staan,
gedachtig
aan
het
oude
rijmp¬
je;
Met
den
hoed
in
de
hand,
komt
men
door
het
gansche
land.
Het
is
natuurlijk
eene
eer,
gekozen
te
worden,
maar
als
nwe
kiezers
bet
geene
eer
vinden
u
te
kiezen,
1»
de
zaëk
mis,
en
als
gij
niet
tegen
hen
durft
ingaan,
als
dat
uwe
eerlijke
overtuiging
is,
zal
het
met
het
Parlementarisme
ten
onzent
weldra
gedaan
zijn.
De
zaak
van
onze
Marine
heeft
nog
geene
oplossing
gekregen
door
het
heengaan
van
Minister
Naudin
ten
Cate;
wij
zonden
haast
zeggen;
Wat
deed
de
arme
in
de
kou,
ca
wat
zal
hij
een
spijt
hebben,
dat
hij
zte«
lange
aarzeling
eindelijk
heeft
teten
vinden
voor
eene
betrekking,
waarvan
hij
blijkbaar
de
moeilijkheden
niet
heeft
overzien,
en
dte
hij
zich
ten
slotte
in
's
Lands
belang
heef
laten
welgevallen.
Zelfs
is
het
voor
ons
vraag,
of
dit
heengaan
de
goede
oplossing
in
de
hand
werkt.
De
erVaring
Wt
toek
dat
als
de
Kamer
eenmaal
minister
e
o
cen
zag,
zij
voor
geen
timeden
moord
terugdeinst
Zoo
viel
Eland
in
1901
op
eene
quaestie,
di*
zijn
opvolger
Kool
niet
andere
opkwte,
da»
hij
had
gewild;
zoo
wefd
de
Minister
Cool
m
1917
naar
huis
gezonden;
omdat
hij
met
te-
stalten
gewaar,
die,
op
den
hals
van
hun
ros
gebogen,
die
tot
nog
mrer
spoed
aan-
zi
tten^
hebb<;n
haast,
zou
ik
zeggen,
;
merk
te
Rinaldo
onder
het
ledigen
van
zijn
teat-
«ten
beker
op.
„Wij
zullen
hun
voorbeeld
totom
kammaad.
Tijd
is
geld.
Onderweg
zal
ik
ie
wel
vertellen
hoe
ik
dit
zaakje
denk
OTDe
lake^Xn
den
zigeuner
achter
zmh
op
het
paard
en
sloeg
den
weg
m
naar
Sam
Sernin.
Dit
plaatsje
kon
in
een
uur
tijd
met
TwatTfiii
r
jro-
teM
gezegd.
Ji.i
kent
het
huis
van
dien
pastoor,
1116Vanonder
tot
boven
tot
i.n
de
kleinste
wref™
dat
stuk
van
de
Lembrat
i8
getogenT
^
^
Vx,d
vaJ1
LOnMom!CDa,n
behoeven
wij
dien
pastoor
maar
uit
zijn
huis
te
lokkenen™
zqnaD
wezigheid
gebruik
te
maken,
om
bedoewe
D»*
«•'
dail
gten
verj
nlichtingen
tegenover
zijn
gemeentel
Aal
hij
dan
„dank
je"
zeggen,
als
hij
tej_een
van
dézen
aan
't
ziekbed
wordt
geroepen
.
Om
dat
plannetje
uitvoerbaar
te
maken
zouden
wij
te
Saint-Sermn
iemand
dmmeo
to
Sen,
en
wij
kennen
er
gren
sterveling.
Er
is
toch
een
herberg;
niet!
,,
"ja
zeker;
maar
ik
zie
niet
in
wat
.
"Voordat
wij
aan
die
herberg
komen
ro
ik'je
in
mijn
mantel;
j
ij
opent
d^motonu
en
dan
alleen
om
een
pijnlijken
zucht
te
lo
zen
Ik
laat
je
naar
béd
dragen
en
vertel
dat
ik
ie
hier
dichtbij
zieltogend
op
den
weg
heb
vinden
liggen.
Wens,
verzoek
ik
om
een
geestelijke,
.ten
einde
je
«l
3°
laatste
POgepblikkw
hij
te
*tean
Ik
begrijp
er
reeds
alles
van.
Vol
q\er
komt
de
pastoor
aanloopen;
wij
wachten
htm
op
achter
de
deur
van
de
kamer
en
ste-
keÜHalt
even!
Die
pastoor
is
een
stevige
baas;
nietl"
■
Een
echte
Hercules.
,
"in
dat
geval
blijft
bet
mes
buiten
to
schouwing.
We
behoeven
maar
mis
te
steken
om
alles
te
bederven.
Oogenblikkehjk
mret
hem
het
schreeuwen
en
het.
alarm
maken
worden
belet.
Laat
mij
dit
zaakjemaar
eens
behandelen.
Bovendien
heb
ik
geen
lust
alles
te
bederven
door
het
vergieten
1
bloed,
waarvan
mij
later
retonschap^ou
ge.
vraagd
kunnen
worden;
want
dit
zou
mij
zeer
ongelegen
komen,
vooral
omdat
ik
plan
heb
mij
hier
in
deze
streek
te
gaan
vest)gen•_
Doe
dan
maar
wat
je
goeddunkt.
Met
genoegen
zag
Ben-Joel
Rinaldo
de
le
ding
op
zich
nemen.
Qa;„i
't
Was
tien
uur,
toen
de
avonturiers
Sam
8eT^».VATv,o«Ri«i^
«t,«.
voör
menscthen,
die
hoe
eer
hoe
beter
een
on¬
derkomen
zoeken,
te
dichtbij
met
het
oog
op
de
woning
van
den
geestelijke.
Is
er
mets
Haters
t»6
vinden
1
•
t
Ben-Joël
gaf
geen
antwoord;
zijn
oog
peil¬
de
de
duisternis
om
hem
heen.
Klik!"
zeide
hij
weldra,
terwijl
hij
wees
naar
ren
flauw
flikkerend
schijnsel
in
de
nabijheid.
.„
"laf
dat'komt
van
een
alleen
staand,
huis^
ginds
op
den
kant
van
den
weg.
Verder
KaRtealdoa'hield
zijn
paard
in
en
stteg^af
om
voor
de
te
spelen
comedie
de
noodage
SdS"mantel
gerold
en
dwars
over
het
paard
gelegd.
De
tete1
nam
dit
daarop
bij
den.
teugel,
leidde,
het
naai
bovenbedoelde
woning,
een
armzalig,
laag
huisje
met
gespleten
muren
e»
«h
waarvan
de
pannen
dik■
m«t-moa
waren
be¬
groeid
en
begon
op
de
deur
to
bonfflt
„Als
gij
een
braaf
christen
sfljt,
maak
dan
%
1
ife
bewoner
was
zóó
arm,
dat
hij
ven
niets
had
te
duchten.
Dat
eenigem^
bevelende
geroep
joeg
hem
dus
aan
Hij
ging
naar
de
voordeur
en
hield
de
walmende,
lamp,
welke
zijn
spelonk
verlicht¬
te,
in
de
hoogte.
„Wat
moet
jet
»>
Ik
zoek
een
onderkomen
voor
den
luutfit,
antwoordde
Rinaldo.
„IkmoetnaAj
Fou-
gerolles;
ren
half
uur
van
toer
heb
ik
ctomi
armen
duivel
midden
op
den
wee
liggen.
Is
hij
nog
niet
dood,
dan
sohëelt
dit
toch
niet
veel."
u
..Kom
binnen.
'
...
j„
Met
deze
woorden
bood
de
man
ïtmaldo
de
behulpzame
hand,
nam
den
totenschpm
lijk
stervenden
Ben-Joel
in
de
armen,
droeg
hem
de
hut
binnen
en
legde
hem
voorzichtig
neder
on
een
bod
van
boombladeren.
Op
dltXgvnbUk
slaakte
Ben-Joel.
vol¬
maakt
in
zijn
rol,
een
flauwen
zucht.
„Dood
is
hij
nog
niet
Er
moet
hulp
ko.
men.
Weet
u
wat
hij
heeft
'?
Is
hij
gekwetst.
Gekwek
is
hij
niet.
Denkelijk
3toief!t
toj
een-beroerte
gehad.
Voor
t
meen
ik,
het
beste,
dat
et
een
geretelijfce
wordt
gehaald.
Maar
heb
je
fiven
toter
tod
voor
hem
?
Ik
zal
je
dit
wel
vergoeden.
,,'t
Spijt
my,
maar
ren
ander
baat
ik
nie\jrocd,
vriendje.
D.an
zal
ik
rekening
hom
den
met
je
goeden
wil.
Laten
wtj
nu
aan
zieleheil
van
dezen
man
denken.
„Juist!
Ik
zal
den
pastoor
gaan
waar-
schuwen
■
^
Ar.
ebl
seide
Bi
n
aid
o,
ter¬
wijl
hij
zich
over
Ben-Joel
hrenboog.
„Voort¬
maken,
hoor!
't
Doopt
hier
at.
De
boer
deed
wat
hem
werd
Nauwelijks
was
tor
verdwenen,
of
Ben-Jó«l
ging
rechtop
ritten.