Tekstweergave van EC_1914_01_27_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No.
11.
Eerste
Blad.
Vijf
en
veertigste
Jaargang.
Intern.
Telephoon
No,
1.
1914.
ENKHUIZER
COURANT.
ALGEMEEN
nieuws
voor
HOLLANDS
Dinsdag
Dit
blad
verschijnt
DINSDAG-,
DONDERDAG-
en
ZATERDAGNAMIDDAG,
Westerstraat
4
Nr.
3.
Prijs
per
kwartaal:
voor
Enkhuizen
ƒ
1.—,
daarbuiten
f
1.20.
Voor
het
Buitenland
(bij
vooruitbetaling)
ƒ
7.80
per
jaar.
Abonnementen
en
Advertentiën
worden
aangenomen
bij
den
Uitgever
A.
EGMOND
te
ENKHUIZEN
en
bij
de
Agenten,
Boekhandelaars
en
Brievengaarders.
EN
ADVERTENTIEBLAD
NOORDERKWARTIER.
27
Januari
Losse
nummers
van
dit
blad
5
cents-
Advertentieprijs:
1-4
gewone
regels
40
cents,
eiken
regel
méér
10
cents.
Direct
drie
of
meermalen
ter
plaatsing
opgegeven
o
ets.
per
regel.
Groote
letters
en
randen
naar
plaatsruimte.
Voor
abonnement
extra
voorwaarden.
Bewijsnummers
gratis
Vóór
s
morgens
10
uur
gelieve
men
Advertentiën
in
té
zenden,
groote
Advertentiën
en
Ingezonden
stukken
een
dag
te
voren.
Bij
bestelling
van
de
ENKHUIZER
COURANT
in
den
loop
van
een
kwartaal,
betaalt
men
sl
echts
de
nummers
die
nog
verschijnen.
Politiek
Overzicht.
Bij
de
begrooting
van
Marine
is,
zooals
van
zelf
spreekt,
de
geest
onder
onze
„Jantjes"
een
onderwerp
van
ampele
be¬
spreking
geweest.
Wat
natuurlijk
is,
de
doode
strijdkrachten
zijn
absoluut
waarde¬
loos,
als
de
levende
strijdkrachten,
die.daar-
mee
moeten
ageeren,
niet
deugen,
en
hun
deugdelijkheid
staat
of
valt
met
den
geest
die
ze
bezielt.
En
over
dien
geest
valt
zeker
niet
te
roemen,
waar
er
meer
dan
honderd
tegelijk
uit
den
dienst
moesten
worden
ge¬
zonden,
en
waar
zoo
ergerlijke
voorvallen
van
insubordinatie
en
sabotage
voorkwamen
als
het
verruilen
van
de
nationale
vlag
voor
de
roode
dito
en
het
overboord
werpen
van
den
stoel
van
den
commandant.
Een
deel
der
Kamerleden
als
de
H.H.
van
Vlijmen
en
Nierstrasz,
noemt
dit
een
gevolg
van
de
opruiende
actie
van
den
Matrozen-
bond
en
diens
orgaan
Het
Anker,
welke
actie
in
de
Kamer
wordt
gesteund
door
de
sociaal-democraten,
in
de-eerste
plaats
door
hun
marinespecialiteit
Hugenholtz,
thans
gesecundeerd
door
het
nieuwgekozen
lid
voor
Schoterland,
Mr.
Mendels,
die
in
heftigheid
van
toon
voor
zijn
collega
in
Weststelling¬
werf
de
vlag
moet
strijken
(als
het
tenmin¬
ste
pas
geeft
een
sociaal-democraat
te
be¬
trekken
in
beeldspraak,
waarin
eene
vlag
voorkomt),
maar
die
hem
zeker
in
bekwaam¬
heid
verre
overtreft.
En
de
Kamerleden,
die
er
zoo
over
denken,
zeggen:
Verbied
die
bon¬
den
en
ge
zijt
klaar.
Wil
men
daarentegen
de
H.H.
Hugenholtz
en
Mendels
gelooven,
dan
is
het
geheel
an¬
dersom,
en
zal
men
juist
den
goeden
geest
herstellen
als
men
terdege
naar
den
Matro¬
zenbond
luistert,
en
het
Anker
als
wetboek
neemt,
waarmee
men
zeker
een
wetboek
zou
aanvaarden
in
alles
behalve
gekuischte
taal
geschreven.
En
de
Hr.
Hugenholtz
heeft
zich
zelfs
aangeboden
om
met
den
Minister
samen
de
middelen
te
overwegen
om
onze
Jantjes
weer
tot
goede
militairen
te
maken.
Het
is
goed
—
dit
tusschen
haakies
—
dat
men
in
de
Kamer
spoedig
afleert
zich
te
verbazen,
want
anders
was
er
allicht
op
dit
genereus
aanbod
van
den
man,
die
nu
al
jarenlang
alles
behalve
opbouwend
in
deze
materie
te
werk
ging,
een
of
ander
lid
van
zijn
stokje
gevallen.
En
eindelijk
is
er
eene
categorie
Kamer¬
leden
als
de
H.H.
de
Meester,
Ruys
de
Bee-
renbrouck,
Jansen
en
anderen,
die
den
gul¬
den
middenweg
willen
bewandelen
en
kras
optreden
tegen
alle
uitspattingen
van
den
Bond
van
Matrozen,
maar
daarnaast
wen-
schen
dat
de
Regeering
ter
dege
kennis
zal
FEUILLETON.
DE
KLEINE)
BLAUWE.
(Naar
het
Fransch
door
D.
v.
V.).
Het
huis,
dat
door
de
weduwe
Jacobé
be¬
woond
werd,
stond
op
den
hoek
van
twee
straten
en
zag
uit
op
het
spoorwegemplace¬
ment.
Het
was
een
recht,
nieuw
gebouw,
dat
nog
eenzaam
zijn
vier
arduinsteenen
mu¬
ren
en
zijn,
met
roode
pannen
bedekt
dak,
tusschen
de
moestuinen
verhief.
De
weduwe
Jaoobé
was
hier
eerst
in
Juli
1870
komen
wonen,
sinds
de
oorlogsverklaring
en
nadat
haar
jongste
zoon
Aristide
Jacobé
met
de
mobiele
garde
van
de
Maas
naar
Verdun
was
vertrokken.
Zij
had
deze
woning
uitgezocht
omdat
ze
het
voordeel
had
dicht
bij
het
station
te
liggen.
Het
scheen
zoo
het
oude
moedertje
toe
of
ze
dichter
bij
haar
jongen
was,
want
—
als
hij
terugkwam,
zou
ze
maar
twee
stap¬
pen
hebben
te
doen
om
hem
in
hare
armen
te
sluiten.
Aristide
was
haar
lieveling;
haar
andere
zoon,
de
oudste,
woonde
in
Parijs,
waar
hij
tegen
den
zin
van
zijne
moeder
getrouwd
was.
Sinds
dien
tijd
was
men
van
elkander
vervreemd
en
had
de
weduwe
al
haar
liefde
op
den
jongsten
zoon
terugge¬
bracht.
Wat
een
verdriet
toen
de
Benjamin
vertrokken
was,
zijn
wang
vochtig
van
kus¬
sen,
zijn
ransel
vol
leeftocht,
om
zich
bij
zijn
bataillon
te
voegen.
Eerst
kreeg
de
arme
vrouw,
als
om
haar
te
troosten,
brieven,
die
geregeld
waren
ver¬
zonden.
Maar
toen
het
departement
door
het
Duitsche
leger
overmeesterd
en
de
stad
door
twee
Beiersche
regimenten
bezet
was,
was
de
verbinding
verbroken
en
de
brieven
waren
zeldzaam
geworden,
meegenomen
door
boodschappers,
die
ze
in
't
geheim
vervoer¬
den.
Den
laatsten
brief
had
ze
den
dertig-
Bten
Augustus
gekregen;
die
was
geschreven
in
een
dorp,
dicht
bij
Sedan.
Toen,
niets
meer;
een
algeheel
zwijgen.
nemen
van
de
wenschen,
die
onder
het
scheepsvolk
leven,
om
ze
in
te
willigen
als
ze
billijk
zijn.
•
.
Ook
wij
staan
ten
deze
op
het
laatste
standpunt.
En
als
generaal
van
Vlijmen
zegt:
Militaire
bonden
zijn
onbestaanbaar
met
de
militaire
eischen,
omdat
men
hier
niet
te
doen
heeft
met
werkgevers
tegenover
werknemers,
maar
met
meerderen
tegenover
minderen,
die
op
onvoorwaardelijke
gehoor¬
zaamheid
zijn
aangewezen,
dan
heeft
hij
slechts
ten
deele
gelijk.
Zeker,
niemand,
we
durven
wel
zeggen
ook
de
felste
sociaal-de¬
mocraat
niet,
acht
een
vakverbond
van
mili¬
tairen
mogelijk,
met
recht
van
werkstaking
en
wat
dies
meer
zij.
Maar
wel
is
mogelijk
een
verbond
van
matrozen,
die,
langs
orde¬
lijken
en
yoorgeschreven
hierarchischen
weg,
kenbaar
maakt
welke
grieven
hij.
heeft
te¬
gen
de
bestaande
inrichting
van
den
dienst,
welke
wenschen
hij
omtrent
verandering
koestert.
Dat
is
niet
alleen
in
het
belang
van
de
matrozen,
maar
ook
van
de
Regee¬
ring,
die
daarin
een
middel
heeft
om
nog
eens
op
een
andere
manier
te
vernemen
hoe
de
geest
onder
het
marine-personeel
is,
dan
uit
de
rapporten
der
autoriteiten,
In
En¬
geland,
het
vlootland
bij
uitnemendheid,
be¬
staat
dan
ook
zulk
een
bond,
en
deze
onder¬
vindt
van
de
Regeering
aldaar
geen
last.
Het
is
waar
dat
deze
dan
ook
heel
wat
cor¬
recter
optreedt
dan
de
Hollandsche
dito.
Maar
iedere
bond,
die
het
er
op
zet
de
krijgstucht
te
ondermijnen,
is
natuurlijk
op
den
verkeerden
weg.
Onmiddelijke
en
onver¬
biddelijke
gehoorzaamheid
is
de
eerste
voor¬
waarde
voor
het
defensie-instrument,
dat
zonder
deze
waardeloos
wordt,
en
verzet,
be¬
drijvend
of
lijdend,
kan
niet
worden
geduld.
Waarbij
niet
vergeten
mag
worden,
dat
te-
gein
willekeur
gewaakt
is
door
het
recht
van
beklag,
dat
de
militair
heeft
over
iedere
on¬
rechtvaardige
behandeling,
over
iedere
op¬
gelegde
straf,
tot
in
de
hoogste
instantie
toe.
We
willen
er
aan
herinneren
in
dit
ver¬
band,
hoe
het
oud-Kamerlid
Thomson,
die
thans
als
majoor
de
gendarmerie
in
Albanië
op
pooten
helpt
zetten,
indertijd
als
kapitein
in
het
leger
door
sommige
autoriteiten
„ge¬
pest"
werd,
om
het
ware
woord
maar
eens
te
gebruiken.
Hij,
één
van
onze
verdienste¬
lijkste
en
ontwikkeldste
officieren,
was
als
man
van
het
nieuwe
licht,
als
voorstander
van
een
volksleger
al
wat
„oude
sok"
was,
onder
de
gezaghebbers
van
toen
een
doorn
in
het
oog
—
Colijn
is
de
eerste
geweest,
die
Thomson
recht
heeft
laten
wedervaren
—
en
tot
tweemalen
toe
werd
hij
geheel
ten
on¬
rechte
tot
de
straf
van
arrest
veroordeeld,
maar
werd
die
straf
door
het
Hoog
Mili¬
tair
Gerechtshof
vernietigd.
Thomson
had
Was
Aristide
gedood,
of
bij
de
capitulatie
van
Sedan
gevangen
genomen?
Mevrouw
Jacobé
had
geen
enkele
juiste
inlichting
kunnen
inwinnen.
Het
eenige,
dat
ze
zeker
wist,
was
dat
ze
sedert
30
Augustus
niets
gehoord
had;
maar
er
was
geen
akte
van
overlijden
gezonden
en
de
weduwe
kón
noch
wilde
gelooven,
dat
Aristide
dood
was.
Ze
maakte
zich
wijs
dat
hij
vast
in
Duitsch-
land
gevangen
zat,
in
een
of
andere
verster¬
king,
van
waaruit
hij
onmogelijk
kon
schrij¬
ven,
maar
dat
hij
terugkomen
zou,
zoodra
deze
verschrikkelijke
oorlog
geëindigd
was
—
en
ze
wachtte
altoos.
H.
Na
al
de
angst
van
de
lange
wintermaan¬
den,
hoorde
men
eindelijk
van
de
capitula¬
tie
van
Parijs,
de
onderteekening
van
de
vredespreleminairen,
en
het
hart
van
de
we¬
duwe
begon
weer
sneller
te
kloppen,
doo"r
heimelijke,
levendige
hoop
verontrust.
De
gevangenen
werden
uitgeleverd;
ze
wa¬
ren
op
weg.
Eenige
van
de
kinderen
van
het
land
wa¬
ren
reeds
teruggekomen.
Men
zag
ze
op
het
station
uitstappen,
bleek,
lijdend,
met
ge¬
scheurde
kleederen,
maar
de
holle
oogen
schitterend
van
een
vroolijk
licht
bij
het
zien
van
de
vaderlandsche
wijngaarden.
Mevrouw
Jacobé
ontbrak
nooit
als
er
een
Duitsche
trein
binnenstoomde;
scherp
nam
ze
de
pas-aangekomenen
op
en
hardnekkig
ondervroeg
ze
hen,
die
uit
Sedan
kwamen.
Maar
niemand
kon
haar
tijding
van
Aristi¬
de
brengen.
Sinds
den
dag
van
de
capitula¬
tie
van
Sedan
had
niemand
hem
terug
ge¬
zien.
„Maar
daarom
was
alles
nog
niet
verlo¬
ren"
—
voegden
eenige
jonge
soldaten
er¬
aan
toe
—
Aristide
was
misschien
ginds
achtergebleven
in
een
of
andere
Pruisische
gevangenis,
omdat
hij
in
het
vijandelijk
land
misschien
een
of
andere
dwaasheid
be¬
gaan
had."
En
mevrouw
Jacobé
schreef
opnieuw
aan
de
Duitsche
overheid
en
klemde
zich
iederen
bij
dit
alles
dit
zeer
zeker
voor,
dat
hij
eene
1
ze'fbeheersching
had,
die
hem
bij
de
onrecht¬
vaardigste
behandeling
correct
kon
doen
blijven.
Maar
de
Matrozenbond
is
niet
cor¬
rect
in
zijn
optreden.
En
dat
eischen
wij
ook
niet;
we
zijn
het
met
Mr.
Mendels*bens,
dat
het
milieu
waaruit
onze
matrozen
voor¬
komen
geen
recht
geeft
op
het
stellen
van
hooge
eischen,
maar
die
mag
men
zeker
wel
stellen
aan
hen
die
in
de
Kamer
voor
den
Bond
opkomen,
den
bekwamen
advocaat¬
kamerlid
Mendels
en
aan
den
Hr.
Hugen¬
holtz,
ex-predikant-kamerlid,
en
dan
moet
het
ons
van
het
hart,
dat
deze
twee
heeren
niets
doen
om
correctheid
van
optreden
bi;
hunne
beschermelingen
te
bevorderen,
maar
wel
het
tegendeel.
Om
van
het
Anker
maar
heelemaal
te
zwijgen,
door
den
Hr.
Mendels
nog
wel
een
uitstekend
blad
ge¬
noemd.
Wanneer
is,
zoo
zouden
wij
willen
vragen,
door
het
Anker
ooit
gewezen
op
de
belang¬
rijke
verbeteringen,
die
voor
het
Marine¬
personeel
in
de
laatste
jaren
zijn
aange¬
bracht,
of
wanneer
deed
de
sociaal-democra¬
tische
woordvoerder
van
den
Matrozenbond
in
de
Kamer
daarvoor
een
woord
van
lof
hooren?
Het
antwoord
daarop
is:
nooit.
Menig
arbeider,
maar
ook
menig
midden¬
stander
zou
oproerig
worden,
als
hij
wist
welk
uitnemend
voedsel
aan
onze
matrozen
wordt
verstrekt,
voedsel
dat
in
qualiteit
en
hoeveelheid
verre
buiten
het
bereik
van
hen
en
zijn
gezin
valt,
en
dat
er
dan
nog
direct
geklaagd
wordt
als
een
enkele
erwt
niet
aan
de
100
percent
eisch
van
zachtheid
beant¬
woordt
of
als
een
enkele
maal
de
toeberei¬
ding
te
wenschen
overliet.
En
toch
vinden
zulke
klachten
altijd
woordvoerders
in
de
Kamer;
moeten
de
betrokkenen
daardoor
niet
in
den
waan
komen,
dat
zij
er
recht
op
hebben,
dat
in
hun
groote
huishouden
nooit
zal
voorkomen,
waaraan
zelfs
het
kleinste
huishouden
niet
kan
ontsnappen,
namelijk,
dat
alle
baksels
en
braadsels
niet
altijd
luk¬
ken,
en
dat
zelfs
van
den
besten
leverancier
de
eene
zending
wel
eens
in
qualiteit
kan
achterstaan
bij
de
andere?
jin
moet
zulks,
vooral
waar
men
in
dit
geval
met
niet
zeer
ontwikkelde
personen
te
doen
heeft,
niet
zeer
storend
op
het
begrip,
wat
plicht
en
recht
is,
werken?
Wij
hebben
ons
oordeel
óver
de
voeding
aan
boord
niet
uit
den
tweeden
mond
uit
te
spreken,
maar
doen
dit
uit
eigen
ervaring.
Herhaalde
malen
zijn
wij
op
het
onver¬
wachtst
—
deze
bijvoeging
voor
den
sociaal¬
democraat,
die
lust
zou
-gevoelen
om
te
zeg¬
gen:
O,
men
wist,
dat
ge
zoudt
komen
—
aan
boord
van
een
oorlogsschip
gekomen
op
het
etensuur,
en
we
konden
steeds
zeggen
het
dag
angstig
aan
een
stroohalm
vast.
Alle
avonden
bereidde
ze
in
de
kleine
eet¬
kamer
van
het
huis
een
kouden
maaltijd;
ze
spreidde
het
tafellaken,
dekte
voor
één
persoon
met
een
fijne
fleach
ouden
wijn;
en
dan
wachtte
zij,
sidderend
bij
het
scherpe
gefluit
van
de
locomotieven,
terwijl
haar
hart
ineenkromp
als
ze
de
Maartsche
buien
de
ruiten
hoorde
geeselen
Op
zekeren
regenachtigen,
stikdonkeren
avond
kwam
de
laatste
trein
uit
Straats¬
burg
het
station
binnen.
Hij
ging
dien
nacht
niet
verder
door
en
zette
al
zijne
reizigers
af.
Uit
de
laatste
coupé
derde
klas
stapte
met
veel
moeite
een
jong
soldaat,
die
de
uniform
van
de
mobiele
garde
droeg.
Hij
liet
zijn
ééne
been
sleepen,
scheen
uitgeput
van
vermoeidheid
en
bij
het
schijnsel
der
gaslantaarns
zag
men
zijn
lang,
bleek
gezicht,
zijn
lange
baard
en
magere
schouders.
Daar
hij
eerst
den
volgenden
dag
verder
kon,
zag
hij
uit
naar
een
herberg
en
men
weies
er
hem
een
aan,
die
niet
ver
van
het
stationsplein
stond.
Hij
vertrok
het
laatst.
Alle
reizigers,
die
de
stad
ingingen,
wa¬
ren
reeds
in
de
duisternis
verdwenen
en
hij
dwaalde
nog
rond,
zoekend
naar
de
herberg.
Zijne
pijnlijke
voeten
bleven
in
het
slijk
steken
en
stootten
tegen
oneffenheden,
die
hij
niet
zien
kon,
terwijl
bij
iederen
misstap
zijn
tinnen
kroes
tegen
de
leêge
veldflesch
kletterde,
die
aan
zijn
ransel
hing.
Eindelijk
onderscheidde
hij
in
de
duister¬
nis
een
dof-wit,
eenzaam
huis,
voor
welks
venster
nog
een
lamp
brandde;
denkende
dat
dat
het
toevluchtsoord
was,
waarvan
men
hem
gesproken
had,
liep
hij
er
heen
en
tastte
in
het
donker
rond
tot
hij
een
schel¬
koord
vond
waar
hij
heftig
aan
trok.
Even
heftig
ging
het
verlichte
venster
open,
een
vrouwenhoofd
kwam
naar
buiten
en
een
van
ontroering
verstikte
stem
riep
uit:
„Och,
mijn
jongen,
ben
je
daar
eindelijk?"
eten
is
uitstekend,
en
ook
de
ligging,
enz.
En
de
behandeling
is
ook
goed.
Daarmee
willen
wij
niet
zeggen,
dat
in
alle
gevallen
alle
officieren
steeds
van
die
tact
en
huma¬
niteit
blijk
gaven,
die
wenschelijk
kan
ge¬
noemd
worden,
maar
dat
gaat
in
zoo'n
groot
corps
natuurlijk
niet;
wij
menschen
zijn
al¬
len
feilbaar,
en
de
officieren
per
slot
van
rekening
evenmin
zonder
gebreken
als
de
matrozen.
Maar
wie
het
nu
nooit
heeft
over
de
be¬
handeling
in
het
algemeen,
en
zich
liever
den
tong
uit
den
mond
laat
trekken
dan
daarover
een
woord
van
lof
over
te
hebben,
maar
smult
aan
het
uitzonderingsgeval,
en
het
dan
in
de
Tweede
Kamer
voorstelt
alsof
dat
regel
is,
en
het
dan
uitgalmt,
dat
het
zoo
bij
de
Marine
toegaat,
wij
vragen
af¬
weer:
Gaat
hij
opvoedend
te
\Eerk
tegenover
den
Matrozenbond,
om
dezen
in
goede
ba¬
nen
te
brengen,
of
brengt
hij
den
onontwik-
kelden
leden
daarvan,
zooals
Mr.
Mendels
ze
noemt,
niet
in
den
waan,
dat
zij
eene
cor¬
poratie
zijn,
waar
geen
onrecht
mag
voor¬
komen?
Wat
hamer,
de
duizenden
burger¬
lijke
ambtenaren
hebben
bij
gemis
van
ad¬
ministratieve
rechtspraak
geen
enkel
middel
om
redres
te
krijgen
van
geleden
onrecht,
en
wie,
die
autoriteiten
boven
zich
had,
weet
niet,
dat
sommige
menschen
niet
tegen
het
hebben
van
gezag
kunnen,
en
dat
ze
onrecht
plegen,
niet
uit
onrechtvaardigheidszin,
maar
uit
praalzucht,
die
wil
toonen
baas
te
wezen
?
De
geest
van
het
personeel
vervult
ons
met
grooten
zorg,
in
de
eerste
plaats
om
onze
vloot,
maar
niet
minder
om
de
Nederland-
sche
natie.
Gaat
het
verloop
van
het
perso¬
neel
op
de
vloot
door,
dan
zullen
wij
niet
kunnen
ontkomen
aan
de
Marine-militie,
die
wel
het
zwaarste
offer
zal
wezen,
dat
ooit
op
defensie-gebied
van
ons
volk
is
ge¬
vraagd.
Wij
zullen
onze
jongens
op
de
oor¬
logsschepen
naar
Indië
moeten
zien
vertrek¬
ken.
Wat
Colijn
reeds
in
uitzicht
heeft
ge¬
steld,
tracht
Rambonnet
nog
te
voorkomen
door
de
lust
voor
den
dienst
aan
te
wakke¬
ren
door
korter
dienstverband.
Moge
het
helpen;
moge
daarnaast
ernstig
worden
overwogen
of
het
personeel
nog
gerechte
en
gegronde
grieven
heeft.
En
mogen
ook
zij,
die
invloed
hebben
op
den
Matrozenbond
en
het
door
den
Bond
Zoo
hoog
geschatte
An¬
ker,
dezen
gebruiken
om
te
maken
dat
er
kentering
komt;
dat
daarin
niet
meer
ae
ergste
daden
van
insubordinatie
worden
joorgestelcf
als
een
grapje;
dat
daarin
de
daden
van
sabotage
niet
langer
afgekeurd
worden,
enkel
omdat
ze
de
organisatie
kwaad
doen,
maar
wel
degelijk
omdat
ze
het
ergste
vergrijp
uitmaken,
waaraan
de
mili-
Toen
weerklonken
haastige
stappen
in
de
vestibule,
grendels
werden
weggeschoven
en
v
de
verblufte
soldaat
stond
tegenover
een
oude,
grijze
dame
die
hem,
toen
ze
de
lamp
m
de
hoogte
hield,
verbaasd
aankeek
en
dof
mompelde:
„O
God,
hij
is
het
niet
"
„Verontschuldig
me,
mevrouw,"
gaf
de
soldaat
ten
antwoord,
die
de
teleurstelling
begreep
en
er
geheel
van
onder
den
indruk
kwam.
„Ik
zie
dat
ik
me
vergist
heb
Men
had
me
over
een
herberg
gesproken,
die
dicht
bij
moest
zijn
en
nu
heb
ik
me
in
de
deur
vergist
Ik
had
dadelijk
moeten
zien
dat
uw
huis
niet
dat
was,
wat
ik
zocht,
maar
ik
ben
zoo
moe,
dat
ik
er
duizelig
van
ben......"
Mevrouw
Jacobé
stond
als
verlamd
door
den
terugslag
van
haar
groote
teleurstel¬
ling;
toch
voelde
ze,
toen
ze
dezen
jongen,
uitgeputten
soldaat,
die
ongeveer
even
oud
moest
zijn
als
Aristide,
zag,
en
groot
mede¬
lijden
en
tranen
welden
in
haar
oogen.
.
mKöm
toch
maar
binnen!"
zei
ze
einde¬
lijk..
...
„Men
zal
niet
van
me
kunnen
zeg¬
gen
dat
ik
in
zulk
een
hondenweer
een
mensch
buiten
heb
laten
staan
Wie
weet
of
mijn
arme
jongen
op
dit
oogenblik
ook
niet
naar
een
schuilplaats
zoekt
in
een
of
andere
onbekende
stad
?
Zij
liet
hem
binnenkomen,
ontdeed
hem
van
zijn
ransel,
diende
hem
schreiende
den
kouden
maaltijd
voor,
die
vast
eiken
avond
voor
haar
Aristide
werd
klaargemaakt
en,
terwijl
ze
hem
van
alles
voorzag,
vertelde
ze
hem
yan
haar
vermisten
zoon.
,
^Ü
klaar
was
met
eten
en-
ze
zag
dat
hij
bijna
omviel
van
slaap,
bracht
ze
hem
naar
de
nette
kamer
van
haar
jongen
Den
volgenden
morgen,
toen
de
soldaat
van
de
mobile
garde
zich
gekleed
had
en
zich
gereed
maakte
om
te
vertrekken,
zette
ze
hem
nog
een
heerlijk
ontbijt
voor
en
be¬
gon
hem
weer
de
geschiedenis
van
Aristide
tc
vertellen.
„Die
ongelukkige
jongen!"
zuchtte
ze
—
tair
schuldig
kan
staan.
Zal
het
zoover
komen
?
Wij
hopen
het,
de
marine-militie
hangt
als
een
sombere
wolk
boven
ons
hoofd,
maar
als
die
losbreekt,
zal
het
niet
de
schuld
zijn
van
hen,
die
aan
de
uitspattingen
van
den
Matrozenbond
een
einde
wilden
maken
en
deze
in
rechte
banen
leiden.
PRINS
JORIS.
Algemeene
vergadering
van
de
vereeniging
tot
veredeling
van
het
rundvee
„Twisk"
te
Twisk,
ten
huize
van
K.
Ham.
De
voorzitter
Jb.
Pijper
opent
de
verg.,
noemt
hierbij
het
afgeloopen
jaar
voor
de
veehouders
zeer
gunstig,
ook
wat
betreft
de
prijzen
en
hoopt
al
is
de
opkomst
niet
heel
groot,
dat
de
vergadering
in
't
belang
der
vereeniging
mag
werkzaam
zijn.
De
notulen
worden
door
den
Secr.
E.
Huijnink
gelezen,
in
orde
bevonden,
goedge¬
keurd
en
geteckend.
Voorz.
deelt
mede
dat
het
.proces
tegen
3
exleden
der
vereeniging
ten
gunste
der
ver¬
eeniging
is
beslist.
Onder
t
ingekomene
is
een
verzoek
om
deel
te
nemen
in
't
waarborgfonds
voor
eene
te
Schagen
-gehouden
landbouwtentoonstel-
ling,
waarop
afwijzend
wordt
beschikt.
Ver¬
der
een
verzoek
van
het
lid
G.
Blokker,
om
een
paar
zijner
ingeschreven
koeien
bij
ande¬
re
stieren
dan
die
der
vereeniging
te
mogen
laten
dekken.
Na
eenige
discussie
blijkt
volgens
reglement
de
beslissing
in
deze
aan
t
bestuur,
t
welk
het
verzoek
toestaat,
on¬
der
voorwaarde
dat
deze
stieren
door
't
bestuur
worden
waardig
gekeurd.
Namens
de
finantieele
commissie
bestaan¬
de
uit
D.
Zee,
P.
Wijdenes
en
K.
Kaij
wordt
door
eerstgenoemde
rapport
uitgebracht
over
de
rekening
1913.
Alles
blijkt
in
orde,
met
dank
aan
den
penningmeester,
wordt
de
de
rekening
goedgekeurd.
De
gewone
uit¬
gaven,
waaronder
nadeelig
saldo
1912
a
ƒ
249,20
\
hebben
bedragen
/
758,44
$
.
De
gewone
ontvangsten
/
384,00
gevende
een
na¬
deelig
saldo
a
ƒ
374,44
£
.
De
ontvangsten
afdeeling
stieren,
waar¬
onder
batig
saldo
1912
a
/
678,601
hebben
bedragen
/
4061,20
i
de
uitgaven
/
2689,64
J
gevende
een
batig
saldo
f
1371,56.
De
totale
ontvangsten
waren
f
4445,20
J
De
totale
uitgaven
waren
ƒ
3448,09
Totaal
batig
saldo
ƒ
997,11
4
Het
vorig
jaar
was
dit
f
430,00.
Uit
het
kranige
jaarverslag
van
den
secr.
blijkt
dat
het
ledental
bedraagt
37
en
dus
vrijwel
stationair
blijft.
139
koeien
kwamen
in
controle
waarvan
121
tot
aan
't
ednde
der
periode.
In
't
register
werden
ingeschre¬
ven
32
koeien
en
de
stier
Wilhelm
behaalde
2
eerste
prijzen
en
werd
No
1
geplaatst.
Jammer
dat
deze
7
Juni
zijn
geleider
aan¬
viel
en
vreeselijk
verwondde,
waardoor
al
de
schitterende
vooruitzichten
te
niet
gingen
Gelukkig
is
de
geleider
Bollema
volkomen
hersteld.
Over
het
succes
behaald
op
de
tentoonstelling
te
den
Haag
valt
niet
te
roe¬
men.
N.-Holland
heeft
er
kunnen
leeren
„wat
moet
hij
daarginds,
in
het
vreemde
land
een
verdriet
hebben
en
wat
zal
hij
veel
moeten
ontberen!.
Na
alles
wat
ge
me
gezegd
hebt,
begrijp
ik
dat
daar
dikwijls
ge¬
brek
is
aan
het
noodzakelijkste
en
hij
was
thuis
zoo
verwend
en
vertroeteld!
Toen
hij
weg
moest,
heb
ik
zelf
een
muts
voor
hem
gebreid
van
blauwe
wol,
opdat
zijn
hals
en
zijn
ooren
beschermd
zouden
zijn
tegen
de
kou,
want
hij
lijdt
vreeselijk
aan
zenuwpijnen...
Als
hij
er
nu
maar
aan
neert
gedacht
die
in
de
koude
winternachten
op
te
zetten!
"
De
soldaat
kon
niet
verder
eten:
de
stuk¬
ken
bleven
hem
in
de
keel
steken.
Plotseling
herinnerde
hij
zich
dat,
toen
hij
met
zijne
makkers
ingesloten
was
in
de
vlakte
van
Sedan,
waar
de
Duitsche
schild-
w
achten
hen
als
eene
kudde
bewaakten,
naast
hem
liep
een
jonge
soldaat
van
de
mobiele
garde,
die
beantwoordde
aan
get
signalement
van
Aristide
en
die
ook
een
blauw-wollen
muts
droeg;
niettegenstaande
hun
ellende
hadden
ze
hartelijk
om
art
hoofddeksel
gelachen
en
den
soldaat
„de
kleme
blauwe"
gedoopt.
Op
zekeren
avond
had
de
kleine
blauwe
geprobeerd
om
te
vluchten.
Hij
was
nau-
w
elijks
twintig
pas
van
den
vestingwal
ver¬
wijderd,
toen
een
schildwacht
afvuurde
en
hem
neerschoot.
De
képi
was
op
den
grond
gevallen
en
men
zag
het
bleeke
gelaat
van
den
jongen
soldaat,
omlijst
door
de
blauw¬
wollen
muts
De
soldaat
stond
op,
dankte
de
weduwe
omhelsde
haar
en
zei
dat
men
niet
moest
wanhopen
en
dat
er
meer
dan
een
Fransch
soldaat
achtergebleven
was
in
de
Duitsche
versterkingen...
Aristide
zou
zeker
nog
wei
terugkeeren!
Toen
nam
hij
zijn
ransel
en
ging
heen.
Als
hij
buiten
was,
snoot
hij
heftig
zijn
neus
en
veegde
met
zijn
zakdoek
over
ziin
vochtige
oogen
^
Hij
wist
immers
dat
de
kleine
blauwe
nooit
terugkomen
zou
k
'
1
'