Tekstweergave van EC_1910_01_01_0002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No.
1.
Eerste
Blad.
Een
en
veertigste
Jaargang.
Intern.
Telephoon
No.
1.
1910.
ËNKHUIZER
COURANT.
ALGEMEEN
NIEUWS-
voor
HOLLANDS
Zaterdag
Dit
blad
verschijnt
DINSDAG-,
DONDER
DA
O-en
ZATERDAGNAMIDDAG,
WesterBtraat
4
Nr.
3.
Prijs
per
kwartaal:
voor
Enkhuizen
/
1.—,
daarbuiten
f
1.80.
Voor
het
Buitenland
(bij
vooruitbetaling)
/
7.00
per
jaar.
Abonnementen
en
Advertentiën
worden
aangenomen
bij
den
Uitgever
A.
EGMOND
te
Enkhüizin
en
bij
de
Agenten,
Boekhandelaars
en
Brievengaarders.
EN
ADVERTENTIEBLAD
NOORDERKWARTIER.
1
Januari,
Lotte
nummert
van
blad
5
eenti.
Advertentieprijs:
1—4
gewone
regels
40
cents,
eiken
regel
méér
10
cents.
Direct
drie
of
meermalen
ter
plaatsing
opgegeven
6
ets.
per
regel.
Groote
letters
en
randen
naar
plaatsruimte.
Voor
abonnement
extra
voorwaarden.
Bewijsnummers
gratis.
Vóór
's
morgens
10
uur
gelieve
men
Advertentiën
in
te
zenden,
groote
Advertentiën
en
Ingezonden
stukken
een
dag
te
voren.
Bij
bestelling
van
de
ENKHUIZER
COURANT
in
den
loop
vaa
een
kwartaal,
betaalt
men
slechts
de
nummers
die
nog
verschijnen.
Sen
Kruis
met
Kozen.
Een
Kruis
met
rozen
Is
't
Menschenlot,
Is
't
rijke
leven,
Uw
gave,
o
God
!
Niet
enkel
rozen!
Geen
Kruis
alleen:
Do
Liefde
voegt
ze
Getrouw
bijeen.
Mijne
vrienden,
laten
we
een
oogenblikje
toeven
in
uw
binnenkamer,
stil
en
afgezon¬
derd
van
de
wereld.
Dat
mogen
we
toch
wel
eenmaal
in
't
jaar
doen.
Legt
uw
Kruis
daar
neder
en
rust
een
poosje.
Hè,
hè,
zegt
ge,
dat
was
een
zware,
een
moeilijke
gang,
zoo
n
heel
jaar
lang
(jat
kruis
te
torsen.
Wel
zeker,
dat
was
het
ook,
en
daarom
zet
u
een
wijle
neder.
Maar
kijk
eens!
Bezie
nu
eens
goed
dat
kruis,
hetwelk
u
zwaar
drukt;
doch
bezie
't
met
een
onbeneveld
gezicht
en
vaag
weg,
die
droeve
trek
om
den
mond,
die
traan
daar
in
uw
oog.
Ziet
ge
daar
die
heerlijk
bloeiende
roos?
Hoe
zij
daar
kwam?
't
Is
een
bloem
der
Liefde.
Herinnert
ge
't
u
nog,
een
spanne
tijds
geleden,
hoe
de
koude,
de
onverbidde¬
lijke
dood
haar
van
uwe
zijde
wegnam,
c
ie
gij
bovenal
bemindet?
Hoe
zwaar
viel
't
u
toen,
dat
kruis
te
dragen.
Maar
zie,
daar
kwamen
uwe
kinde¬
ren,
uwe
familie,
uwe
vrienden,
uwe
kennis¬
sen.
En
zij
treurden
met
u
en
verlichtten
uw
smart.
Zij
zetten
hunne
schouders
met
u
onder
't
gewicht
van
wee
en
ellende.
En
wat
gij
vroeger
nooit
ervoert,
dat
maakte
n
thans
het
harte
week,
dat
stemde
u
dank¬
baar
jegens
God
en
de
menschen,
nu
ge
on
dervondt,
dat
nog
niet
alles
u
onti
men
was.
De
bloem
der
Liefde
schoot
öp
uit
"üv
kruis
en
bloeide,
zóó
heerlijk,
zóó
rein,
dat
't
uw
verwondering
wekte
haar
vroeger
niet
ontdekt
te
hebben.
En
gij,
droeve
weduwe,
droog
uwe
tra¬
nen
en
zie
naar
deze
bloem,
de
roos
At
menschenmin,
der
weldadigheid.
Zaagt
gij
haar
nooit
te
voren
1
<•,
Een
vreeselijke
ziekte
waarde
.
loc
_
ste¬
den
en
dorpen.
Met
koude,
rjskille
land
greep
zij
rondom
zich
en
voerde
uw
nan,
de
kostwinner
uwer
kinderer,
verre
^
\n
li
weg,
naar
de
onbekende
gewesten,
van\
aar
nooit.iemand
terugkeert.
Loodzwaar
drukte
't
kruis,
u
op
de
zwak-
kelcRÓuders
gelegd.
Maar
xie-wffaom
u.
Vriendenhanden
schoten
toe,
warme
harten
openden
zich,
en
waar
gij
waandet
uwen
weg
voortaan
al¬
leen
te
moeten
gaan,
daar
waren
zij
dade¬
lijk
gereed
uwe
zorgen
te
deelen,
niet
alleen
met
raad,
want
daar
hadt
ge
weinig
aan,
maar
met
de
daad.
En
thans?
Ge
zijt
in
staat
gesteld
niet
alleen
uwe
plichten
als
Moeder,
maar
ook
die
van
Vader
te
ver¬
vullen
en
uwen
kinderen
een
opvoeding
te
geven,
overeenkomstig
hun
stand
en
aan¬
leg.
O,
de
bloem
der
weldadigheid,
der
al-
gemeene
menschenliefde,
die
zich
strengel-
Van
Week
tot
Week.
Dag
in
de
neev'len
der
toekomst
gehuld,
Zeg
ons,
o
zeg
wat
ge
brengen
zult.
Zwaait
ge
den
kelk
der
geneugt
in
het
[rond?
Brengt
ge
ons
den
beker
der
smart
aan
[den
mond?
Is
het
een
bloemenkrans,
waarmee
gij
ons
[tooit?
Zullen
het
distelen
zijn,
die
ge
strooit?
De
films,
waarop
1909
voorbij
trok,
zijn
nagenoeg
afgeloopen
en
de
rol
van
1910
ligt
al
te
wachten,
nog
eenige
oogenblik-
ken
en
de
moment-indrukken
volgen,
in
bonte
mengeling,
elkaar
weer
rusteloos
op,
nu
eens
vroolijke
dan
weer
sombere
tafe¬
reeltjes,
want
de
bioscoop
van
het
leven
kent
geen
rust.
't
Is,
zooals
de
Grieksche
Wijsgeer
Heroclitus
reeds
500
jaar
voor
Chr.
leerde,
alles
stroomt
voorbij
en
keert
ook
weder;
daar
is
.niets
bestendiger
dan
het
onbeh
stendige;
daar
is
geen
nieuws
onder
de
zon;
de
mensch
ervaart
het
gevoelig
aan
den
ei¬
gen
lijve;
hij
wordt
geboren,
is
kind,
wordt
jongeling,
man,
grijsaard
en
sterft
—
maar
niet,
dan
nadat
hij
een
generatie
nalaat,
hetwelk
langs
dienzelfden
weg
zich
weer
op¬
waarts
beweegt
en
straks
langs
dienzelfden
weg
weer
benedenwaarts
zal
gaan.
Toch,
die
ebbe-
en
vloedbeweging
wordt
niet
door
een-
zelfden
bril
altijd
bekeken.
Het
leven
is
niet
zoo
saai
als
horretjes-kijksters
ons
wel
willen
doen
gelooven.
Het
leven
concur¬
reert
—
en
met
succes,
—
met
fantasie
en
verdichting.
Het
leven
weeft
en
spint
en
die
de
draad
hanteert
kan
zich
zelf
rozen
door
't
aardsch
leven
vlechten.
De
toe¬
komst
belooft
al
vast
iets.
Groote
feesten
rijzen
aan
den
horizon
in
't
verre
verschiet.
Als
het
vredespaleis
klaar
is,
krijgen
wij
een
wereldtentoonstel¬
ling,
een
internationale,
voor
den
land¬
bouw,
het
troetelkind
van
de
hooge
regee¬
ring
en
het
modeartikel
van
onze
hoogere
belangstelling.
En
als
die
pret
achter
den
rug
is,
dan
krijgen
we
—
in
1913
—
een
feest,
waarvan
de
wereld
daveren
zal:
de
berden-
de
om
uw
kruis,
laat
haar
nooit
verwelken.
Verzorg
haar
tot
aan
uwen
laatsten
snik
en
laat
haar,
in
onverwelkbaren
glans,
aan
uwe
kinderen
na.
En
gij,
jongeling
of
jonge
maagd,
die
meent,
dat
uw
kruis
nog
het
zwaarst
is
van
al,
bespeurt
gij
daar
die
eenvoudige,
zacht
gekleurde
roos,
welke
zich
zedig
achter
uw
kruis
schijnt'té
willen
verbergen?
't
Is
de
bloem
der
tevredenheid,
kweek
haar
op
tot
een
schitterende
roos,
die
hare
geuren
en
kleuren
tot
op
verren
afstand
verbreidt.
Hoog
waren
uwe
eischen
aan
dit
leven;
groot-
uwe
verwachtingen.
En
toen
zij
niet
in
vervulling
overgingen,
werd
uwe
ziel
ont¬
roerd
en
mordet
gij
tegen
uw
lot.
Maar
zie,
daar
verscheen
u
een,
verstandige
Vader,
een
liefhebbende
Moeder.
Met
zachte
woor¬
den
trachtten
zij
u
te
overreden
te
berusten
in
uw
lot.
O,
ja,
dat
gij
streeft
naar
't
hoogste,
het
meest
bereikbare,
't
is
u
te
prij¬
zen,
't
is
de
wil
van
een
Wijze
Voorzienig¬
heid
Nieit
hij,
die
veel
heeft,
is
gelukkig;
slechts
hij,
die
tevreden
is
met
het
luttele,
dat
hij
heeft,
hij
is
zoo
rijk
als
een
koning.
En
hoewel
gij
nog
weerstreefdet,
zij
plant¬
ten
op
uw
kruis
't
nederig
bloempje
der
te¬
vredenheid
en
zie
nu
eens,
hoe
't
u
tegen¬
lacht.
Wat
zoekt-
gijdaar,
mijn
droeve
vriend?
Is
er
aan
uw
kruis
geen
onnoozel
bloempje
te
vinden
?
En
zie
dan
eens
hier.
Gij
waart
ongelukkig
in
uwe
zaken,
hetzij
door
eigen
of
door
anderer
schuld.
Gij
stondt
aan
den
rand
van
uwen
onder¬
gang.
Doch
zie,
daar
kwam
één
uwer
schuid-
eischers
Hij
gaf
u
uitstel
van
betaling.
Gij
kwaamt
er
weer
bovenop
en
met
God
en
met
eere
zult
ge
eens
als
eerlijk
man
schei¬
den
van
deze
wereld.
O,
kweek
haar
aan
die
roos
der
hulp¬
vaardigheid
en
laat
zij
ook
wortel
schieten
in
uw
eigen
hart.
En
gij
allen,
mijne
vrienden,
die
hier
een
oogenblik
kwaamt
rusten,
beziet
eens
allen
uw
kruis.Wat
'n
schat
van
bloemen!
Hier
-éénje.n
daar
nog
één
en
nog
één.
Uw
kruis
is
er
bijna
onder
bedolven.
Vertreedt
ze
niet,
maar
verzorgt
ze
als
uw
grootste
schat.
Hoort,
daar
galmt
't
twaalf
done
slagen
door
de
lucht.
Het
Oudejaar
is
vergaderd
tot
zijne
Vaderen.
Neemt
allen
weer
op
uw
kruis!
Zet
de
reize
voort
naar
uw
Eeudig
Vaderland,
de
onbekende
Toekomst
tegen.
En
mocht-
de
tocht
uw
zwaar
en
bang
val¬
len,
en
't
kruis
u
drukken,
ziet
dan
naar
de
bloemen,
die
het
omgeven
en
weest
dank¬
baar
en
tevreden;
dankbaar
jegens
God
en
de
menschen;
tevreden
met
uw
lot.
Ja,
kweek
nog
dankbaar
Den
kleensten
knop,
En
neem
met
liefde
Uw
last
weer
op.
De
bloeme
lacht
u,
O,
lach
haar
toe
!
En
vloek
het
kruis©
Nooit,
levensmoe.
Moóg
elke
bloeme
Der
aard
vergaan,
De
vrucht
des
levens,
Die
rijpt
eraan.
FRISO.
king
van
onze
honderdjarige
onafhankelijk¬
heid.
Doch
—
zooals
gezegd
—
't
zijn
nog
fata-morgaina's
en
daar
heb
je
voor
't
heden
weinig
aan.
Aan
de
werkelijkheid
heb
je
meer,
redeneert
een
prozaisch
aangelegd
mensch.
Door
dit
soort
naturen
kwam
het,
dat
Kees,
een
eerzaam
konijnenfokkertje
in
de
MAASSTAD,
op
zekeren,
dag,
toen
hij
z'n
lievelingen
nog
eens
met
welgevallen
wilde
.
aanschouwen,
moest-
constateeren
dat
de
le¬
pelaars
er
tusschen
uit
waren.
Groote
con¬
sternatie
bij
Kees!
Had
hij
daarvoor
maan¬
denlang
blaartjes
gezocht
op
de
markt,
koolbladeren
gebedeld
bij
vrienden
en
bu¬
ren?
Oom
Bertus
en
tante
Trui,
die
door
Kees
heel
royaal
ten
eten
waren
gevraagd
bij
't
konijnemmaal,
dat
op
de
Kerstdagen
door
Kees'
ega
zou
aangericht
worden,
zou¬
den
afgeschreven
moeten
worden.
Maar
't
ergste
zou
nog
komen
Een
paar
dagen
na
het
feit,
toen
de
eerste
woede
al
iets
bedaard
was,
ontving
Kees
met
eenige
ansichtkaarten
met
konijntjes
van
de
die¬
ven
ook
een
pakje,
dat,
geopend,
de
afge¬
kloven
beentjes
en
pootjes
der
vier
gestolen
konijnen,
bevatte.
Als
men
nu
aan
Kees
vraag,t
hoe
de
konijnen
gesmaakt
hebben
en
hoe
tante
Trui
ze
heeft
gevonden,
trekt
hij
onmiddellijk
zijn,
Buldogrevolver.
Intus-
schen
weet
héél
Rotterdam
van
den
konijn¬
diefstal
en
„men"
zegt,
dat
men
't
van
z'n
vrienden
maar
moet
hebben.
'n
Kleine
terechtwijzing
aan
koning
„men",
den
tyran
onzer
samenleving,
'n
veelhoof¬
dig,
'n
veeltongig
monster,
dat
de
daden
van
den
mensrn
onder
zijn
microscoop
der
critiek
legt.
„Men"
vindt
het
zóó
beter,
„men"
keurt
af,
„men"
acht
dit
te
ordi¬
nair,
dat
te
ouderwetsch
of
te
modern,
naar
het
uitkomt;
dien
mijnheer
de
stijf
en
die
juffrouw
te
royaal
of
van
'n
andere
te
zuinig.
„Men"
oordeelt,
„men"
veroor¬
deelt,
„men"
worgt,
„men"
brandschat
—
figuurlijk
gesproken
asjeblieft
—
„men"
loopt
er
doorgaans
zelf
de
kantjes
af.
Er
zijn
velen,
die
tegen
het
monster
met
ontzag
opzien
?
Men
zet
z'n
daden
niet
onder
de
controle
van
eigen
zedelijkheidsbegrippen,
peen,
angstvallig
dringt
dë
vraag
naar
vo-
HOE
STAAT
HET
MET
DE
LAND-
BOUVVONGE
VALLEN
VERZEKERING.
Wie
zullen
gesteund
worden,
wanneer
een
landbouwerzich
bij
de
Centrale.
Landbouw-
Onderlinge
aansluit?
lo.
De
inwonende
knechts
en
dienstbo¬
den;
2o.
De
vaste
en
losse
arbeiders,
ook
al
zijn
het
vreemdelingen,
die
b.v.
hier
komen
maai.
en
of
oogsten;
3o.
De
kinderen
van
den
landbouwer,
zoo
zij
boven
de
12
jaar
zijn
en
in
het
bedrijf
behulpzaam.
Natuurlijk
worden
zij
alleen
dan
gesteund
wanneer
zij
een
ongeval
in
't
bedrijf
krijgen
Wanneer
de
meid
of
knecht
een
ongeval
overkomt
terwijl
zij
b.v.
voor
pleizier
naai¬
de
kermis
gaan,
dan
wordt
geen
uitkeering
gegeven,
dat
spreekt
van
zelf.
Wel
wordt
ook
een
uitkeering
gegeven,
als
de
meid
ofknecht
in
de
huishouding
van
den
landbouwer
werkzaam
js
en
een
ongeval
krijgt.
Een
melkknecht,
die'
bij
het
hakken
van
hout
voor
de
kachel
van
den
boer
zich
b.
v.
in
't
been
hakt,
krijgt
wel
ondersteu¬
ning.
Ieder,
die
op
de
boerderij
voor
loon
werkt
valt
dus
onder
deze
verzekering.
Wat
kan
men
ontvangen
na
een
ongeval
?
lo.
Vrije
genees-
en
heelkundige
behande¬
ling
en
wat
daarbij
behoort,
dus
ook
vrij
medicijnen.
2o.
Ren
tijdelijke
uitkeering,
zoo
de
ge¬
volgen
van
t
ongeval
slechts
van
tijdelijken
duur
zijn,
gedurende
degeheele
ongesteld¬
heid.
3o.
Een
blijvende
uitkeering.
zoo
de
ge¬
troffene
voor
een
deel
of
geheel
invalide
wordt,
voor
zijn.
geheele
leven
lang.
Is
een
getroffene
ten
gevolge
van
een
bedrijfsongei-
val
gestorven
en
heeft
hij
nagelaten
betrek¬
kingen
(vrouw,
kinderen
in
sommige
ge¬
vallen
de
ouders
of
grootouders)
die
door
zijn
loon
werden
onderhouden,
dan
krijgen
dje
nagelaten
hetreksyen
een
blijvende
uitkeering.
De
geneeskundige
hulp
ontvangt
men
ter¬
stond,
zoodra
een
ongeval
gebeurt;
deze
hulp
wordt
gratis
verleend
wanneer
de
ar¬
beider
niet
in
een
bus
of
doktersfonds
is.
Kan
een
arbeider
tengevolge
van
een
on¬
geval
niet
werken,
dan
krijgt
hij
70
%
van
zijn
loon
en
natuurlijk
vrije
geneeskundige
hulp.
Verdiende
de
knecht
b.v.
/
10
in
de
week,
dan
ontvangt
hij
ƒ
7
uitkeering.
Kan
de
arbeider
evenwel
nog
wat
werk
doen,
dan
krijgt
hij
niet
de
volle
70
%,
doch
een
deel
er
van.
Treedt
tengevolge
van
't
ongeval
een
ge¬
heele
of
gedeeltelijke
ongeschiktheid
tot
werke.n
op,
dan
krijgt
de
knecht
levenslang
70
%
of
een
deel
er
van.
Een
knecht,
wien
b.v.
de
beenen
zijn
af¬
gereden
toen
hij
met
het
paard
op
hol
sloeg,
krijgt
levenslang
/
7
per
week,
zoo
hij
ten
minste
ƒ
10
verdiende.
Voor
eiken
gulden,
dien
hij
verdiende,
krijgt
hij
f
0,70
uitge¬
keerd.
In
sommige
gevallen
kan,
op
verzoek
van
een
arbeider,
de
blijvende
uitkeering
ver¬
anderd
worden
in
een
uitkeering
in
eens.
Gaat
een
arbeider,
tengevolge
van
een
landbouwongeval
dood,
dan
komen
de
na¬
ren:
„wat
zou
„men"
er
van
zeggen?
Hecht
deze
er
z'n
on
misbaren
zegen
aan,
dan
is
de
zaak
gezond.
De
tegenwoordige
minister
van
B.
Z.
heeft
maling
aan
die
haarklove¬
rijen.
Zijne
Exc.
gaat,
trots
alle
pessimisti¬
sche
critiek
door,
zijn
parlementaire
kost
humoristisch
te
sausen.
Hij
weet
als
ervaren
parlementariër
natuurlijk,
dat
deze
eigen¬
schap
niet
in
zijn
voordeel
is
in
ons
lieve
vaderland,
waar
de
dikke
spekpannekoek
in
hooger
eere
staat
dan
het
luchtige
flens¬
je,
maar
hij
is
zoo
verstandig,
er
niet
tegen
te
strijden,
't
Is
onzen
landaard
nu
eenmaal
eigen
dat
we
liever
een
zwarte
rok
dan
een
witte
das
aan
den
horizont
zien
verschij¬
nen.
De
Genestet
drukte
dit
zoo
juist
uit
in
z'n
versje:
Maar
één
ding
is
streng
verboon,
Doodlijkster
aller
zonden:
Wee
u,
zoo
ge
in
taal
of
toon
Aardig
wordt-
bevonden
!
Geestigheid
heet
spotternij,
Ongodisme,
ketternij;
„Deftig,
vormlijk,
waardig"
Blijft
de
leus
en,
heil
den
man,
Die
het
vroom
verklaren
kan:
,,'k
Ben
volstrekt
niet
aardig!"
Om
't
elk
naar
den
zin
te
maken,
is,
voor¬
al
als
men
aan
den
weg
timmert,
onmoge¬
lijk.
Die
't
wel
kon,
zou
een
genie
zijn
en
mocht,
als
de
redacteur
van
't
Handelsblad
minister
van
financiën
was
en
z'n
idee
er
door
kon
krijgen,
rechtop
pensioen
hebben,
want
hij
zou
een
kraan
zijn
van
't
bovenste
plankje.
De
heer
Boissevain
zou
tweehonderd
'dui¬
zend
gulden
per
jaar
beschikbaar
stellen
om
daaruit
pensioenen
te
verleenen
aan
geme¬
en.
Zulk
een
pensioen
zou
als
eerebewijs
bo¬
ven
den
Neaerlandschen
Leeuw
gesteld
worden
en
„Nederland's
roem"
kunnen
wor¬
den
genoemd.
De
ROTTERDAMSCHE
brievenbesteller,
die
onlangs
't
examen
deed
M.
O.
en
slaagde
voor
Staatsinrichting
zou
dan,
tevens
een
bescheiden
deel
van
de
twee-
ton
mogen
opeischen,
want
twee
jaar
lang
de
vrije
uren
op
te
offeren,
is
—
afge¬
zien
van
de
risico
—
een
kranig
stukje
gelaten
betrekkingen
in
aanmerking
voor
steun.
Deze
uitkeering
gaat
in
op
den
dag
na
het
overlijden.
Nemen
wij
weer
het
geval,
dat
ƒ
10
per
week
werd
verdiend,
dan
bedragen
die
uit-
keeringen:
a.
voor
de
vrouw,
met
wie
de
overlede¬
ne
ten
tijde
van
het
ongeval
gehuwd
was,
tot
haren
dood
of
haar
opvolgend
huwelijk,
30
%
of
f
3.—;
b.
voor
elk
kind
van
den
overledene
15
%
(=
f
1,50)
en
bijaldien
dit
kind
ou¬
derloos
is
of
wordt
20
%
(=
f
2);
c.
voor
de
ouders
of
ontstentenis
van
deze
voor
de
grootouders
van
den
overle¬
dene,
zooveel
als
hij
in
den
regol
tot
hun
levensonderhoud
bijdroeg,
doch
niet
meer
dan
30
%
(
=
/
3.—)
van
zijn
loon
en,
wel
tot
den
dood
van
den
langstlevende;
(/.
voor
elk
ouderloos
kleinkind
van
den
overledene,
zooveel
als
hij
in
den
regel
tot
diens
levensonderhoud
bijdroeg,
doch
niet
meer
dan
20
%
(=
f
2.—)
van
het
loon;
e.
%voor
de
schoonouders
van
den
overle¬
dene,
zooveel
als
hij
in
den
regel
tot
hun
levensonderhoud
bijdroeg,
doch
niet
meer
dan
30
%
(=
/
3)
van
het
loon
en
wel
tot
den
dood
van
den
langstlevende,
Zoo
wij
reeds
zeiden,
namen
wij
als
maat¬
staf
aan
/
10.—
per
week*
loon.
Wordt
er
meer
verdiend
dan
is
ook
de
uitkeering
hoo¬
ger;
zijn
de
verdiensten
lager,
dan
is
ook
de
uitkeering
minder.
Daarom
wordt
in
't
bo¬
venstaande
dan
ook
telkens
gesproken
van
procenten.
Hertrouwt
een
weduwe,
die
een
uitkee¬
ring
ontvangt,
dan
houdt
de
uitkeering
op,
en
ontvangen
zij
een
afkooptom
van
2
maal
de
haar
toegekende
jaarlijksche
uitkeering.
Voor
de
kinderen
en
kleinkinderen,
die
een
uitkeering
krijgen
houdt
deze
op,
zoo¬
dra
zij
16
jaar
zijn
geworden.
Heeft
een
weduwe
meer
dan
twee
kin¬
deren
beneden
de
16
jaar,
dan
ontvangt
zij
voor
die
kinderen
te
samen
niet
meer
dan
30
%,
zoodat
het
hoogste
bedrag,
dat
aan
de
nagelaten
'betrekkingen
wordt
uit¬
gekeerd,
bedraagt
60
%
van
het
loon
van
den
getroffene.
Onze
lezers
zien
uit
het
bovenstaande,
dat
door
de
uitkeeringen
van.
de
Centrale
Land-
bouw-Onderlinge
heel
wat
ellende
op
het
platteland
zal
worden
gelenigd,
heel
wat
ar¬
moede
zal
worden
voorkomen.
Op
het
oogenblik
worden
de
getroffen
arbeider
en
diens
gezin
geheel
overgelaten
a.an
de
liefdadigheid,
die
al
te
dikwijls
niet
toereikend
is
de
nood
te
verhelpen.
Is
de
landbouwer
evenwel
aangesloten
bij
de
Centrale
Landbouw-Onderlinge,
dan
zijn
de
arbeider
en
diens
gezin
verzekerd
en
krij¬
gen
zij
steun
in
nood,
als
't
noodig
is,
le¬
venslang.
Voorwaar
een
schoone
instelling!
In
een
laatste
artikeltje
zullen
wij
uiteen¬
zetten
wat
deze
verzekering
aan
de
land¬
bouwers
vermoedelijk
zal
kosten
en
op
wel¬
ke
wijze
de
landbouwers
deze
verzekering
eenvoudig,
doelmatig
en
goedkoop
in
el¬
kaar
hebben
gezet.
EinnenlanüJ
werk.
In
elk
geval,
een
ridderorde,
zoo
groot
als
een
tafellaken,
heeft
ie
wol
ver¬
diend.
Zoo
de
lezer
weet,
zijn
onlangs
op
het
Binnenhof
stemmen
opgegaan
om
de
„lint¬
jesregen",
tot
beperkter
.
afmetingen
terug
te
brengen;
want
't
bleek
ook
hierin
dat
de
paarden
die
de
haver
verdienden,
deze
al¬
tijd
niet
kregen.
Denk
maar
eens
aan
VEENHUIZÈN.
Daar
drinken
de
rijks-
logé's
„Gouvernement»
Java
Koffie,
Pro-
bolingo
of
Malang,
groen
of
groenachtig".
De
marktwaarde
van
deze
koffie
is
op
het
oogenblik
41
et.
per
halve
K.G.
Voor
het
Rijks-Universiteitsziekenhuis
te
LEIDEN
wordt
dit
jaar
gevraagd
„gestorte
superior
uitgezochte
San
tos-kof
f
ie
goed
smakend".
Op
het
oogenblik
is
van
deze
koffie
de
marktwaarde
circa
26
cent
per
halve
K.G.
Opmerkelijk
is
echter
dat
de
koffie
voor
Veenhuizen
dit
jaar
is
aanbesteed
voor
27
ct.
per
pond.
Hoe
dit
mogelijk
is
snappen
we
niet,
maar
zeker
gaat
het
den
leveran¬
cier
als
den
marktschreeuwer,
die
op
elk
stuk
een
cent
of
wat
verloor,
maar
toch
nog
winst
maakte
„door
den
grooten
omzet,
zie
je!"
Zaken,
schitterende
zaken
heeft
de
„pool¬
reiziger"
Cook
gemaakt
met
zijn
bedrog.
Men
berekend
dat
hij
ongeveer
f
360,000
„verdiend"
heeft.
Gelukkig
dat
hij
enkelen
een
beter
tikker¬
tje
boven
het
linker
vestzakje
klopt.
Bij
een
brand
te
AMSTERDAM
vond
een
ma¬
troos
een
kistje
waarin
papieren
van
waar¬
de.
De
eigenares
had
dit-,
bij
dn
haast
om
de
kinderen
te
redden,
laten
vallen.
Jan¬
maat
zag
dit
en
nam
het
mee.
Den
volgen¬
den
morgen
bracht
hij
't
reeds
verloren
ge¬
waande
hij
de
eigenares
terug,
't
Spreekt
dat
de
dankbaarheid
in
klinkende
munt
werd
vertolkt.
Overigens:
bij
de
meesten
maakt
eerlijk¬
heid
het
zwaartepunt
niet
uit.
't
Achtste
gebod
is
Voor
hen
niet
geschreven,
denken
ze,
een
meening
waar
de
politie
niet
homo¬
geen
in
is
e
een
jongmensch
te
AMSTER¬
DAM
ondervinden.
Als
zeventienjarig
jong¬
mensch
presteerde
hij
zijn
diensten
bij
een
manufacturier.
Maar
de
uitgaven
over.
TER
NAVOLGING.
Ia
de
„Hollandsche
Lelie",
het
tijdschrift
van
freule
Lobman,
geeft
een
der
medewerkende
lelietjes
het
volgende
citaat'uit
Herodotus,
dat
wij
gaarne
onder
de
aandacht
brengen
van
belanghebbenden
:
„Watnuhun
levengewoonten
betreft,
zoo
is
de
verstandigste
van
alle
naar
mijn
meening
die
weike,
n*ar
ik
gehoord
heb
ook
e
gens,
in
Illyrië
in
zwang
is.
In
ieder
dorp
wordt
telken
jare
eenmaal
aldus
ge¬
daan.
De
meisjes,
die
huwbaar
geworden
zijn,
worden
ailen
samengebracht.
Rondom
staan
de
mannen.
De
afslager
beveelt
de
meisjes
een
voor
een
naar
voren
te
komen
en
biadt
ze
te
koop
aan.
Eerst
de
allerschoon¬
ste.
Daarna,
zoodra
deze
voor
veel
geld
verkocht
is,
roept
hg
een
ander
meisje,
dat
in
schoonheid
op
het
eerste
volgt.
Zoo
ver¬
koopt
hg
ze,
maar
onder
voorwaarde,
dat
de
koopers
met
ze
trouwen.
De
rijken,
of
die
huwen
willen,
bieden
tegen
elkander
op
om
de
schoonste
te
krijgen.
Arme
men¬
schen,
wien
het
niet
om
de
schoonheid
te
doen
is,
krijgen
de
leelgke
meisjes,
msar
krijgen
nog
geld
toe.
Want
wanneer
de
afslager
alle
mooie
meisjes
verkocht
heeft,
dan
laat
hg
de
leelgkste
voorkomen,
af
een,
die
kreupel
is,
en
dan
vraagt
hg,
wie
het
minst
toe
wil
hebben
om
haar
tot
vrouw
te
nemen,
en
dan
wordt
zij
aan
den
minst-
vragende
toegewezen.
Het
geld,
dat
de
leelgke
meisjes
toekrggen,
wordt
betaald
uit
opbrengst
van
de
mooie
meisjes
sa
zoo
brengen
de
schoonen
de
ieelgken
en
kreu¬
pelen
aan
den
man.
Niemand
mag
zgn
dochter
ten
huweiijk
geven
aan
wien
hij
verkiest
En
niemand
van
degenen,
aan
wie
een
meisjes
is
toegewezen,
mag
haar
naar
huis
medenemen,
voordat
hij
een
borg
gesteld
heeft.
Eerst
moet
hg
waarborgen,
dat
hij
haar
werkelijk
tot
vrouw
zal
nemen.
Indien
hg
niet
met
haar
ais
man
en
vrouw
leeft,
dan
moet
hij
hei
geil
terugge¬
ven.
Dat
is
de
verstandigste
gewoonte,
die
bij
hen
in
zwaDg
is."
NAAR
HUIS
TERUG.
De
reislustigen
jongelieden,
van
wie
een
te
Zaandam
en
een
te
Koog
aan
de
Zaan
woonachtig
is
die
naar
wij
onlangs
mede¬
deelden
hun
ouderlijk
huis
waren
ontloopen
vermoedelijk
met
het
doel
een
reisje
naar
Brussel
te
maken
en
die
daarvoor
van
hun
patroon
—
zi)
werkten
beiden
op
een
fa¬
briek
te
Wormerveer
—
twee
weken
loon
vooruit
hadden
opgenomen
zgn
te
Botterdam
aangehouden
en
door
bemiddeling
van
de
politie
aldaar
weer
naar
hun
ouders
terug¬
gezonden.
OP
SCHOOL.
„Piet,
als
je
vader
100
appelen
heeft
en
er
14
weg
moet
smijten,
omdat
ze
rot
zgn,
troffen
z'n
inkomsten.
Een
middel
om
't
ontbrekende
aan
te
vullen
had
hij
ras
ge¬
vonden.
Bij
oome
Jan
bracht
hij
dekens,
rollen
goed
en
meer
courante
artikelen.
De
winkelier
merkte
al
gauw
dat
't
stijgende
debiet
niet
een
van
t
beste
soort
was.
Ruim
ƒ
600
was
hem
reeds
ontstolen,
De
controle
werd
verscherpt
en
spoedig
was
de
vogel
ge¬
knipt.
De
tuchtschool
telt
hem
weldra
nu
onder
hare
bewoners.
Zoo'n
veelbelovend
jongmensch
heeft
te
UTRECHT
heel
wat
herrie
veroorzaakt.
Een
10-jarige
bengel
kreeg
van
papa
een
roffel
op
zeker
lichaamsdeel,
onder
luid
protest
natuurlijk.
Ook
't
verzet
was
krachtig,
zoo
krachtig
zelfs
dat
de
bengel
ontkwam.
Pa¬
pa,
woedend
dat
de
zoon
hem
ontglipte,
zette
den
vluchteling
als
een
ja-chthond
ach¬
terna.
Zoonlief
hoort
papa
op
de
trappen.
Krijgt
't
benauwd.
Opent-
het
dakvenster
en
kruipt
naar
buiten.
Denkt:
zie
zoo,
dat
lap
je
me
niet
na.
Maar
papa
wringt
zich
óók
door
het
dakvenster.
Volgt
een
wed¬
loop
over
de
daken.
De
zoon
verbergt
zich
in
een
vergaarbak
van
de
göot.
Een
huur¬
man
hoort
gerucht
op
z'n
dak.
Denkt
na¬
tuurlijk
aan
niets
minder
dan
inbrekers.
Sluipt
voorzichtig
naar
buiten
en
dijkt
naar
boven.
Zit
me
waarachtig
een
kerel
in
de
goot.
De
angstige
buurman
roept
om
de
politie.
Maar
tegelijkertijd
bezwijkt
de
ver¬
gaarbak
plus
de
bijbehoorende
afvoerpijp.
De
heele
zaak
glitst
naar
beneden,
pl.
m.
de
gevluchte
jongen.
Buurman
wordt
rade¬
loos.
Breken
ze
me
daar
z'n
dak
hoven
z'n
hoofd
af!
Hij
vliegt
naar
buiten
—
bons
—
jongen
plus
looden
afvoerpijp,
plus
ver¬
gaarbak
ploffen
op
s
buurmans
hoofd.
On¬
beschrijflijk
kabaal
en
gegil
in
de
steeg.
Buurman
is
verwond,
jongen.
mankeert
niets.
Komt
politie
aangehold,
rent
weer
terug.
Komt
de
brancard
aangerateld.
Buurman
d'r
in.
Huilende
buurvrouwen
er
achter
aan.
Brancard
naar
de
klinieken.
Jongen
wandelt
naar
huis,
komt
papa
te¬
gen,
die
perplex
is.
En
nu
steken
we
—
voor
't
laatst
in
dit
jaar
—
de
groote
„spoelkom"
13^
eens
over,
't
Is
bekend
—
tfe
geschi
^
het
trouwens
dot
groot*
I