Tekstweergave van EC_1910_01_01_0002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No. 1. Eerste Blad. Een en veertigste Jaargang. Intern. Telephoon No. 1. 1910. ËNKHUIZER COURANT. ALGEMEEN NIEUWS- voor HOLLANDS Zaterdag Dit blad verschijnt DINSDAG-, DONDER DA O-en ZATERDAGNAMIDDAG, WesterBtraat 4 Nr. 3. Prijs per kwartaal: voor Enkhuizen / 1.—, daarbuiten f 1.80. Voor het Buitenland (bij vooruitbetaling) / 7.00 per jaar. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen bij den Uitgever A. EGMOND te Enkhüizin en bij de Agenten, Boekhandelaars en Brievengaarders. EN ADVERTENTIEBLAD NOORDERKWARTIER. 1 Januari, Lotte nummert van blad 5 eenti. Advertentieprijs: 1—4 gewone regels 40 cents, eiken regel méér 10 cents. Direct drie of meermalen ter plaatsing opgegeven 6 ets. per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. Voor abonnement extra voorwaarden. Bewijsnummers gratis. Vóór 's morgens 10 uur gelieve men Advertentiën in te zenden, groote Advertentiën en Ingezonden stukken een dag te voren. Bij bestelling van de ENKHUIZER COURANT in den loop vaa een kwartaal, betaalt men slechts de nummers die nog verschijnen. Sen Kruis met Kozen. Een Kruis met rozen Is 't Menschenlot, Is 't rijke leven, Uw gave, o God ! Niet enkel rozen! Geen Kruis alleen: Do Liefde voegt ze Getrouw bijeen. Mijne vrienden, laten we een oogenblikje toeven in uw binnenkamer, stil en afgezon¬ derd van de wereld. Dat mogen we toch wel eenmaal in 't jaar doen. Legt uw Kruis daar neder en rust een poosje. Hè, hè, zegt ge, dat was een zware, een moeilijke gang, zoo n heel jaar lang (jat kruis te torsen. Wel zeker, dat was het ook, en daarom zet u een wijle neder. Maar kijk eens! Bezie nu eens goed dat kruis, hetwelk u zwaar drukt; doch bezie 't met een onbeneveld gezicht en vaag weg, die droeve trek om den mond, die traan daar in uw oog. Ziet ge daar die heerlijk bloeiende roos? Hoe zij daar kwam? 't Is een bloem der Liefde. Herinnert ge 't u nog, een spanne tijds geleden, hoe de koude, de onverbidde¬ lijke dood haar van uwe zijde wegnam, c ie gij bovenal bemindet? Hoe zwaar viel 't u toen, dat kruis te dragen. Maar zie, daar kwamen uwe kinde¬ ren, uwe familie, uwe vrienden, uwe kennis¬ sen. En zij treurden met u en verlichtten uw smart. Zij zetten hunne schouders met u onder 't gewicht van wee en ellende. En wat gij vroeger nooit ervoert, dat maakte n thans het harte week, dat stemde u dank¬ baar jegens God en de menschen, nu ge on dervondt, dat nog niet alles u onti men was. De bloem der Liefde schoot öp uit "üv kruis en bloeide, zóó heerlijk, zóó rein, dat 't uw verwondering wekte haar vroeger niet ontdekt te hebben. En gij, droeve weduwe, droog uwe tra¬ nen en zie naar deze bloem, de roos At menschenmin, der weldadigheid. Zaagt gij haar nooit te voren 1 <•, Een vreeselijke ziekte waarde . loc _ ste¬ den en dorpen. Met koude, rjskille land greep zij rondom zich en voerde uw nan, de kostwinner uwer kinderer, verre ^ \n li weg, naar de onbekende gewesten, van\ aar nooit.iemand terugkeert. Loodzwaar drukte 't kruis, u op de zwak- kelcRÓuders gelegd. Maar xie-wffaom u. Vriendenhanden schoten toe, warme harten openden zich, en waar gij waandet uwen weg voortaan al¬ leen te moeten gaan, daar waren zij dade¬ lijk gereed uwe zorgen te deelen, niet alleen met raad, want daar hadt ge weinig aan, maar met de daad. En thans? Ge zijt in staat gesteld niet alleen uwe plichten als Moeder, maar ook die van Vader te ver¬ vullen en uwen kinderen een opvoeding te geven, overeenkomstig hun stand en aan¬ leg. O, de bloem der weldadigheid, der al- gemeene menschenliefde, die zich strengel- Van Week tot Week. Dag in de neev'len der toekomst gehuld, Zeg ons, o zeg wat ge brengen zult. Zwaait ge den kelk der geneugt in het [rond? Brengt ge ons den beker der smart aan [den mond? Is het een bloemenkrans, waarmee gij ons [tooit? Zullen het distelen zijn, die ge strooit? De films, waarop 1909 voorbij trok, zijn nagenoeg afgeloopen en de rol van 1910 ligt al te wachten, nog eenige oogenblik- ken en de moment-indrukken volgen, in bonte mengeling, elkaar weer rusteloos op, nu eens vroolijke dan weer sombere tafe¬ reeltjes, want de bioscoop van het leven kent geen rust. 't Is, zooals de Grieksche Wijsgeer Heroclitus reeds 500 jaar voor Chr. leerde, alles stroomt voorbij en keert ook weder; daar is .niets bestendiger dan het onbeh stendige; daar is geen nieuws onder de zon; de mensch ervaart het gevoelig aan den ei¬ gen lijve; hij wordt geboren, is kind, wordt jongeling, man, grijsaard en sterft maar niet, dan nadat hij een generatie nalaat, hetwelk langs dienzelfden weg zich weer op¬ waarts beweegt en straks langs dienzelfden weg weer benedenwaarts zal gaan. Toch, die ebbe- en vloedbeweging wordt niet door een- zelfden bril altijd bekeken. Het leven is niet zoo saai als horretjes-kijksters ons wel willen doen gelooven. Het leven concur¬ reert en met succes, met fantasie en verdichting. Het leven weeft en spint en die de draad hanteert kan zich zelf rozen door 't aardsch leven vlechten. De toe¬ komst belooft al vast iets. Groote feesten rijzen aan den horizon in 't verre verschiet. Als het vredespaleis klaar is, krijgen wij een wereldtentoonstel¬ ling, een internationale, voor den land¬ bouw, het troetelkind van de hooge regee¬ ring en het modeartikel van onze hoogere belangstelling. En als die pret achter den rug is, dan krijgen we in 1913 een feest, waarvan de wereld daveren zal: de berden- de om uw kruis, laat haar nooit verwelken. Verzorg haar tot aan uwen laatsten snik en laat haar, in onverwelkbaren glans, aan uwe kinderen na. En gij, jongeling of jonge maagd, die meent, dat uw kruis nog het zwaarst is van al, bespeurt gij daar die eenvoudige, zacht gekleurde roos, welke zich zedig achter uw kruis schijnt'té willen verbergen? 't Is de bloem der tevredenheid, kweek haar op tot een schitterende roos, die hare geuren en kleuren tot op verren afstand verbreidt. Hoog waren uwe eischen aan dit leven; groot- uwe verwachtingen. En toen zij niet in vervulling overgingen, werd uwe ziel ont¬ roerd en mordet gij tegen uw lot. Maar zie, daar verscheen u een, verstandige Vader, een liefhebbende Moeder. Met zachte woor¬ den trachtten zij u te overreden te berusten in uw lot. O, ja, dat gij streeft naar 't hoogste, het meest bereikbare, 't is u te prij¬ zen, 't is de wil van een Wijze Voorzienig¬ heid Nieit hij, die veel heeft, is gelukkig; slechts hij, die tevreden is met het luttele, dat hij heeft, hij is zoo rijk als een koning. En hoewel gij nog weerstreefdet, zij plant¬ ten op uw kruis 't nederig bloempje der te¬ vredenheid en zie nu eens, hoe 't u tegen¬ lacht. Wat zoekt- gijdaar, mijn droeve vriend? Is er aan uw kruis geen onnoozel bloempje te vinden ? En zie dan eens hier. Gij waart ongelukkig in uwe zaken, hetzij door eigen of door anderer schuld. Gij stondt aan den rand van uwen onder¬ gang. Doch zie, daar kwam één uwer schuid- eischers Hij gaf u uitstel van betaling. Gij kwaamt er weer bovenop en met God en met eere zult ge eens als eerlijk man schei¬ den van deze wereld. O, kweek haar aan die roos der hulp¬ vaardigheid en laat zij ook wortel schieten in uw eigen hart. En gij allen, mijne vrienden, die hier een oogenblik kwaamt rusten, beziet eens allen uw kruis.Wat 'n schat van bloemen! Hier -éénje.n daar nog één en nog één. Uw kruis is er bijna onder bedolven. Vertreedt ze niet, maar verzorgt ze als uw grootste schat. Hoort, daar galmt 't twaalf done slagen door de lucht. Het Oudejaar is vergaderd tot zijne Vaderen. Neemt allen weer op uw kruis! Zet de reize voort naar uw Eeudig Vaderland, de onbekende Toekomst tegen. En mocht- de tocht uw zwaar en bang val¬ len, en 't kruis u drukken, ziet dan naar de bloemen, die het omgeven en weest dank¬ baar en tevreden; dankbaar jegens God en de menschen; tevreden met uw lot. Ja, kweek nog dankbaar Den kleensten knop, En neem met liefde Uw last weer op. De bloeme lacht u, O, lach haar toe ! En vloek het kruis© Nooit, levensmoe. Moóg elke bloeme Der aard vergaan, De vrucht des levens, Die rijpt eraan. FRISO. king van onze honderdjarige onafhankelijk¬ heid. Doch zooals gezegd 't zijn nog fata-morgaina's en daar heb je voor 't heden weinig aan. Aan de werkelijkheid heb je meer, redeneert een prozaisch aangelegd mensch. Door dit soort naturen kwam het, dat Kees, een eerzaam konijnenfokkertje in de MAASSTAD, op zekeren, dag, toen hij z'n lievelingen nog eens met welgevallen wilde . aanschouwen, moest- constateeren dat de le¬ pelaars er tusschen uit waren. Groote con¬ sternatie bij Kees! Had hij daarvoor maan¬ denlang blaartjes gezocht op de markt, koolbladeren gebedeld bij vrienden en bu¬ ren? Oom Bertus en tante Trui, die door Kees heel royaal ten eten waren gevraagd bij 't konijnemmaal, dat op de Kerstdagen door Kees' ega zou aangericht worden, zou¬ den afgeschreven moeten worden. Maar 't ergste zou nog komen Een paar dagen na het feit, toen de eerste woede al iets bedaard was, ontving Kees met eenige ansichtkaarten met konijntjes van de die¬ ven ook een pakje, dat, geopend, de afge¬ kloven beentjes en pootjes der vier gestolen konijnen, bevatte. Als men nu aan Kees vraag,t hoe de konijnen gesmaakt hebben en hoe tante Trui ze heeft gevonden, trekt hij onmiddellijk zijn, Buldogrevolver. Intus- schen weet héél Rotterdam van den konijn¬ diefstal en „men" zegt, dat men 't van z'n vrienden maar moet hebben. 'n Kleine terechtwijzing aan koning „men", den tyran onzer samenleving, 'n veelhoof¬ dig, 'n veeltongig monster, dat de daden van den mensrn onder zijn microscoop der critiek legt. „Men" vindt het zóó beter, „men" keurt af, „men" acht dit te ordi¬ nair, dat te ouderwetsch of te modern, naar het uitkomt; dien mijnheer de stijf en die juffrouw te royaal of van 'n andere te zuinig. „Men" oordeelt, „men" veroor¬ deelt, „men" worgt, „men" brandschat figuurlijk gesproken asjeblieft „men" loopt er doorgaans zelf de kantjes af. Er zijn velen, die tegen het monster met ontzag opzien ? Men zet z'n daden niet onder de controle van eigen zedelijkheidsbegrippen, peen, angstvallig dringt vraag naar vo- HOE STAAT HET MET DE LAND- BOUVVONGE VALLEN VERZEKERING. Wie zullen gesteund worden, wanneer een landbouwerzich bij de Centrale. Landbouw- Onderlinge aansluit? lo. De inwonende knechts en dienstbo¬ den; 2o. De vaste en losse arbeiders, ook al zijn het vreemdelingen, die b.v. hier komen maai. en of oogsten; 3o. De kinderen van den landbouwer, zoo zij boven de 12 jaar zijn en in het bedrijf behulpzaam. Natuurlijk worden zij alleen dan gesteund wanneer zij een ongeval in 't bedrijf krijgen Wanneer de meid of knecht een ongeval overkomt terwijl zij b.v. voor pleizier naai¬ de kermis gaan, dan wordt geen uitkeering gegeven, dat spreekt van zelf. Wel wordt ook een uitkeering gegeven, als de meid ofknecht in de huishouding van den landbouwer werkzaam js en een ongeval krijgt. Een melkknecht, die' bij het hakken van hout voor de kachel van den boer zich b. v. in 't been hakt, krijgt wel ondersteu¬ ning. Ieder, die op de boerderij voor loon werkt valt dus onder deze verzekering. Wat kan men ontvangen na een ongeval ? lo. Vrije genees- en heelkundige behande¬ ling en wat daarbij behoort, dus ook vrij medicijnen. 2o. Ren tijdelijke uitkeering, zoo de ge¬ volgen van t ongeval slechts van tijdelijken duur zijn, gedurende degeheele ongesteld¬ heid. 3o. Een blijvende uitkeering. zoo de ge¬ troffene voor een deel of geheel invalide wordt, voor zijn. geheele leven lang. Is een getroffene ten gevolge van een bedrijfsongei- val gestorven en heeft hij nagelaten betrek¬ kingen (vrouw, kinderen in sommige ge¬ vallen de ouders of grootouders) die door zijn loon werden onderhouden, dan krijgen dje nagelaten hetreksyen een blijvende uitkeering. De geneeskundige hulp ontvangt men ter¬ stond, zoodra een ongeval gebeurt; deze hulp wordt gratis verleend wanneer de ar¬ beider niet in een bus of doktersfonds is. Kan een arbeider tengevolge van een on¬ geval niet werken, dan krijgt hij 70 % van zijn loon en natuurlijk vrije geneeskundige hulp. Verdiende de knecht b.v. / 10 in de week, dan ontvangt hij ƒ 7 uitkeering. Kan de arbeider evenwel nog wat werk doen, dan krijgt hij niet de volle 70 %, doch een deel er van. Treedt tengevolge van 't ongeval een ge¬ heele of gedeeltelijke ongeschiktheid tot werke.n op, dan krijgt de knecht levenslang 70 % of een deel er van. Een knecht, wien b.v. de beenen zijn af¬ gereden toen hij met het paard op hol sloeg, krijgt levenslang / 7 per week, zoo hij ten minste ƒ 10 verdiende. Voor eiken gulden, dien hij verdiende, krijgt hij f 0,70 uitge¬ keerd. In sommige gevallen kan, op verzoek van een arbeider, de blijvende uitkeering ver¬ anderd worden in een uitkeering in eens. Gaat een arbeider, tengevolge van een landbouwongeval dood, dan komen de na¬ ren: „wat zou „men" er van zeggen? Hecht deze er z'n on misbaren zegen aan, dan is de zaak gezond. De tegenwoordige minister van B. Z. heeft maling aan die haarklove¬ rijen. Zijne Exc. gaat, trots alle pessimisti¬ sche critiek door, zijn parlementaire kost humoristisch te sausen. Hij weet als ervaren parlementariër natuurlijk, dat deze eigen¬ schap niet in zijn voordeel is in ons lieve vaderland, waar de dikke spekpannekoek in hooger eere staat dan het luchtige flens¬ je, maar hij is zoo verstandig, er niet tegen te strijden, 't Is onzen landaard nu eenmaal eigen dat we liever een zwarte rok dan een witte das aan den horizont zien verschij¬ nen. De Genestet drukte dit zoo juist uit in z'n versje: Maar één ding is streng verboon, Doodlijkster aller zonden: Wee u, zoo ge in taal of toon Aardig wordt- bevonden ! Geestigheid heet spotternij, Ongodisme, ketternij; „Deftig, vormlijk, waardig" Blijft de leus en, heil den man, Die het vroom verklaren kan: ,,'k Ben volstrekt niet aardig!" Om 't elk naar den zin te maken, is, voor¬ al als men aan den weg timmert, onmoge¬ lijk. Die 't wel kon, zou een genie zijn en mocht, als de redacteur van 't Handelsblad minister van financiën was en z'n idee er door kon krijgen, rechtop pensioen hebben, want hij zou een kraan zijn van 't bovenste plankje. De heer Boissevain zou tweehonderd 'dui¬ zend gulden per jaar beschikbaar stellen om daaruit pensioenen te verleenen aan geme¬ en. Zulk een pensioen zou als eerebewijs bo¬ ven den Neaerlandschen Leeuw gesteld worden en „Nederland's roem" kunnen wor¬ den genoemd. De ROTTERDAMSCHE brievenbesteller, die onlangs 't examen deed M. O. en slaagde voor Staatsinrichting zou dan, tevens een bescheiden deel van de twee- ton mogen opeischen, want twee jaar lang de vrije uren op te offeren, is afge¬ zien van de risico een kranig stukje gelaten betrekkingen in aanmerking voor steun. Deze uitkeering gaat in op den dag na het overlijden. Nemen wij weer het geval, dat ƒ 10 per week werd verdiend, dan bedragen die uit- keeringen: a. voor de vrouw, met wie de overlede¬ ne ten tijde van het ongeval gehuwd was, tot haren dood of haar opvolgend huwelijk, 30 % of f 3.—; b. voor elk kind van den overledene 15 % (= f 1,50) en bijaldien dit kind ou¬ derloos is of wordt 20 % (= f 2); c. voor de ouders of ontstentenis van deze voor de grootouders van den overle¬ dene, zooveel als hij in den regol tot hun levensonderhoud bijdroeg, doch niet meer dan 30 % ( = / 3.—) van zijn loon en, wel tot den dood van den langstlevende; (/. voor elk ouderloos kleinkind van den overledene, zooveel als hij in den regel tot diens levensonderhoud bijdroeg, doch niet meer dan 20 % (= f 2.—) van het loon; e. %voor de schoonouders van den overle¬ dene, zooveel als hij in den regel tot hun levensonderhoud bijdroeg, doch niet meer dan 30 % (= / 3) van het loon en wel tot den dood van den langstlevende, Zoo wij reeds zeiden, namen wij als maat¬ staf aan / 10.— per week* loon. Wordt er meer verdiend dan is ook de uitkeering hoo¬ ger; zijn de verdiensten lager, dan is ook de uitkeering minder. Daarom wordt in 't bo¬ venstaande dan ook telkens gesproken van procenten. Hertrouwt een weduwe, die een uitkee¬ ring ontvangt, dan houdt de uitkeering op, en ontvangen zij een afkooptom van 2 maal de haar toegekende jaarlijksche uitkeering. Voor de kinderen en kleinkinderen, die een uitkeering krijgen houdt deze op, zoo¬ dra zij 16 jaar zijn geworden. Heeft een weduwe meer dan twee kin¬ deren beneden de 16 jaar, dan ontvangt zij voor die kinderen te samen niet meer dan 30 %, zoodat het hoogste bedrag, dat aan de nagelaten 'betrekkingen wordt uit¬ gekeerd, bedraagt 60 % van het loon van den getroffene. Onze lezers zien uit het bovenstaande, dat door de uitkeeringen van. de Centrale Land- bouw-Onderlinge heel wat ellende op het platteland zal worden gelenigd, heel wat ar¬ moede zal worden voorkomen. Op het oogenblik worden de getroffen arbeider en diens gezin geheel overgelaten a.an de liefdadigheid, die al te dikwijls niet toereikend is de nood te verhelpen. Is de landbouwer evenwel aangesloten bij de Centrale Landbouw-Onderlinge, dan zijn de arbeider en diens gezin verzekerd en krij¬ gen zij steun in nood, als 't noodig is, le¬ venslang. Voorwaar een schoone instelling! In een laatste artikeltje zullen wij uiteen¬ zetten wat deze verzekering aan de land¬ bouwers vermoedelijk zal kosten en op wel¬ ke wijze de landbouwers deze verzekering eenvoudig, doelmatig en goedkoop in el¬ kaar hebben gezet. EinnenlanüJ werk. In elk geval, een ridderorde, zoo groot als een tafellaken, heeft ie wol ver¬ diend. Zoo de lezer weet, zijn onlangs op het Binnenhof stemmen opgegaan om de „lint¬ jesregen", tot beperkter . afmetingen terug te brengen; want 't bleek ook hierin dat de paarden die de haver verdienden, deze al¬ tijd niet kregen. Denk maar eens aan VEENHUIZÈN. Daar drinken de rijks- logé's „Gouvernement» Java Koffie, Pro- bolingo of Malang, groen of groenachtig". De marktwaarde van deze koffie is op het oogenblik 41 et. per halve K.G. Voor het Rijks-Universiteitsziekenhuis te LEIDEN wordt dit jaar gevraagd „gestorte superior uitgezochte San tos-kof f ie goed smakend". Op het oogenblik is van deze koffie de marktwaarde circa 26 cent per halve K.G. Opmerkelijk is echter dat de koffie voor Veenhuizen dit jaar is aanbesteed voor 27 ct. per pond. Hoe dit mogelijk is snappen we niet, maar zeker gaat het den leveran¬ cier als den marktschreeuwer, die op elk stuk een cent of wat verloor, maar toch nog winst maakte „door den grooten omzet, zie je!" Zaken, schitterende zaken heeft de „pool¬ reiziger" Cook gemaakt met zijn bedrog. Men berekend dat hij ongeveer f 360,000 „verdiend" heeft. Gelukkig dat hij enkelen een beter tikker¬ tje boven het linker vestzakje klopt. Bij een brand te AMSTERDAM vond een ma¬ troos een kistje waarin papieren van waar¬ de. De eigenares had dit-, bij dn haast om de kinderen te redden, laten vallen. Jan¬ maat zag dit en nam het mee. Den volgen¬ den morgen bracht hij 't reeds verloren ge¬ waande hij de eigenares terug, 't Spreekt dat de dankbaarheid in klinkende munt werd vertolkt. Overigens: bij de meesten maakt eerlijk¬ heid het zwaartepunt niet uit. 't Achtste gebod is Voor hen niet geschreven, denken ze, een meening waar de politie niet homo¬ geen in is e een jongmensch te AMSTER¬ DAM ondervinden. Als zeventienjarig jong¬ mensch presteerde hij zijn diensten bij een manufacturier. Maar de uitgaven over. TER NAVOLGING. Ia de „Hollandsche Lelie", het tijdschrift van freule Lobman, geeft een der medewerkende lelietjes het volgende citaat'uit Herodotus, dat wij gaarne onder de aandacht brengen van belanghebbenden : „Watnuhun levengewoonten betreft, zoo is de verstandigste van alle naar mijn meening die weike, n*ar ik gehoord heb ook e gens, in Illyrië in zwang is. In ieder dorp wordt telken jare eenmaal aldus ge¬ daan. De meisjes, die huwbaar geworden zijn, worden ailen samengebracht. Rondom staan de mannen. De afslager beveelt de meisjes een voor een naar voren te komen en biadt ze te koop aan. Eerst de allerschoon¬ ste. Daarna, zoodra deze voor veel geld verkocht is, roept hg een ander meisje, dat in schoonheid op het eerste volgt. Zoo ver¬ koopt hg ze, maar onder voorwaarde, dat de koopers met ze trouwen. De rijken, of die huwen willen, bieden tegen elkander op om de schoonste te krijgen. Arme men¬ schen, wien het niet om de schoonheid te doen is, krijgen de leelgke meisjes, msar krijgen nog geld toe. Want wanneer de afslager alle mooie meisjes verkocht heeft, dan laat hg de leelgkste voorkomen, af een, die kreupel is, en dan vraagt hg, wie het minst toe wil hebben om haar tot vrouw te nemen, en dan wordt zij aan den minst- vragende toegewezen. Het geld, dat de leelgke meisjes toekrggen, wordt betaald uit opbrengst van de mooie meisjes sa zoo brengen de schoonen de ieelgken en kreu¬ pelen aan den man. Niemand mag zgn dochter ten huweiijk geven aan wien hij verkiest En niemand van degenen, aan wie een meisjes is toegewezen, mag haar naar huis medenemen, voordat hij een borg gesteld heeft. Eerst moet hg waarborgen, dat hij haar werkelijk tot vrouw zal nemen. Indien hg niet met haar ais man en vrouw leeft, dan moet hij hei geil terugge¬ ven. Dat is de verstandigste gewoonte, die bij hen in zwaDg is." NAAR HUIS TERUG. De reislustigen jongelieden, van wie een te Zaandam en een te Koog aan de Zaan woonachtig is die naar wij onlangs mede¬ deelden hun ouderlijk huis waren ontloopen vermoedelijk met het doel een reisje naar Brussel te maken en die daarvoor van hun patroon zi) werkten beiden op een fa¬ briek te Wormerveer twee weken loon vooruit hadden opgenomen zgn te Botterdam aangehouden en door bemiddeling van de politie aldaar weer naar hun ouders terug¬ gezonden. OP SCHOOL. „Piet, als je vader 100 appelen heeft en er 14 weg moet smijten, omdat ze rot zgn, troffen z'n inkomsten. Een middel om 't ontbrekende aan te vullen had hij ras ge¬ vonden. Bij oome Jan bracht hij dekens, rollen goed en meer courante artikelen. De winkelier merkte al gauw dat 't stijgende debiet niet een van t beste soort was. Ruim ƒ 600 was hem reeds ontstolen, De controle werd verscherpt en spoedig was de vogel ge¬ knipt. De tuchtschool telt hem weldra nu onder hare bewoners. Zoo'n veelbelovend jongmensch heeft te UTRECHT heel wat herrie veroorzaakt. Een 10-jarige bengel kreeg van papa een roffel op zeker lichaamsdeel, onder luid protest natuurlijk. Ook 't verzet was krachtig, zoo krachtig zelfs dat de bengel ontkwam. Pa¬ pa, woedend dat de zoon hem ontglipte, zette den vluchteling als een ja-chthond ach¬ terna. Zoonlief hoort papa op de trappen. Krijgt 't benauwd. Opent- het dakvenster en kruipt naar buiten. Denkt: zie zoo, dat lap je me niet na. Maar papa wringt zich óók door het dakvenster. Volgt een wed¬ loop over de daken. De zoon verbergt zich in een vergaarbak van de göot. Een huur¬ man hoort gerucht op z'n dak. Denkt na¬ tuurlijk aan niets minder dan inbrekers. Sluipt voorzichtig naar buiten en dijkt naar boven. Zit me waarachtig een kerel in de goot. De angstige buurman roept om de politie. Maar tegelijkertijd bezwijkt de ver¬ gaarbak plus de bijbehoorende afvoerpijp. De heele zaak glitst naar beneden, pl. m. de gevluchte jongen. Buurman wordt rade¬ loos. Breken ze me daar z'n dak hoven z'n hoofd af! Hij vliegt naar buiten bons jongen plus looden afvoerpijp, plus ver¬ gaarbak ploffen op s buurmans hoofd. On¬ beschrijflijk kabaal en gegil in de steeg. Buurman is verwond, jongen. mankeert niets. Komt politie aangehold, rent weer terug. Komt de brancard aangerateld. Buurman d'r in. Huilende buurvrouwen er achter aan. Brancard naar de klinieken. Jongen wandelt naar huis, komt papa te¬ gen, die perplex is. En nu steken we voor 't laatst in dit jaar de groote „spoelkom" 13^ eens over, 't Is bekend tfe geschi ^ het trouwens dot groot* I