Tekstweergave van EC_1904_04_24_0001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No.
50.
Eerste
Blad.
Vijf
en
Dertigste
Jaargang.
Interc.
Teiephoon
:
Lett.
A.
1904.
ENKHUIZE
ALGEMEEN
NIEUWS-
voor
HOLLANDS
Zondag
en
ZATERDAG-
Dit
blad
wordt
DINSDAG-,
DONDERDAG¬
AVOND
uitgegeven.
Aibonnementsprijs
voor
3
maanden
f
j
Franco
per
post
door
het
geheele
Rijk
voor
3
maanden
„
1.20
Naar
N.-Amerika,
Transvaal,
Indië,
enz.,
ƒ
6.60
per
jaar
Men
abonneert
zich
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postadmini-
■
tra
ties
of
rechtstreeks
bij
den
uitgever
A.
EGMOND.
COURANT.
EN
ADVERTENTIEBLAD
NOORDERKWARTIER.
24
April.
Afzonderlijke
Ns.
dezer
Courant
5
Cents,
de
3
Ns.
10
Cents.
De
prijs
der
Advertentiën
van
1—5
regels
is
50
eiken
regel
méér
10
cents.
Groote
letters
en
randen
worden
naar
plaateruiaatn
Bewijsnummers
gratis.
Vóór
Dinsdag-,
Donderdag-
en
Zaterdagmorgen
10
i
men
de
Advertentiën
in
te
zenden.
Ingezonden
stukken
mins
tens
één
dag
vr<
Bjj
bestelling
van
de
EMvHMZfiR
COURANT
in
dep
loop
van
een
kwg,rtaal
betaalt
men
slechte
de
Ns.
die
neg
venei*»».
JACHT
en
VISS(
II
EB
ij.
Burgemeester
der
Gemeente
ENK¬
HUIZEN,
brengt
ter
kennisse
van
belang¬
hebbenden,
dat
de
blanco
aanvragen
tot
het
erlangen
van
JACHT-
en
VISCHACTEN,
bedoeld
bg
de
wet
van
13
Juni
1857,
(Staats¬
lot
f',
82lKen
.zulIende
gelden
van
1
Juli
1904
tot
30
Juni
1905,
kosteloos
verkrijg¬
baar
zullen
zijn
ter
Stedelijke
Secretarie,
van
heden
tot
den
29
April
aanstaande.
Enkhuizen,
den
31
Maart
1904.
De
Burgemeester
HARTKAMP.
Voor
jaar*-Veemarkt.
Burgemeester
en
Wethouders
van
ENK¬
HUIZEN,
brengen
ter
kennis
van
belang¬
hebbenden,
dat
de
Voorjaars-Veemarkt
alda..
(vrij
van
alle
marklgelden),
zal
gehouden
worden
op
DONDERDAG
28
APRIL
1904.
Enkhuizen
den
8
April
1904.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
HARTKAMP.
De
Secretaris,
H.
VLASVELD.
het
torpedomagazijn
en
aan
den
ingang
der
haven
borden
zullen
worden
geplaatst,
waar-
«Pis
aangegeven
de
beteekenis
der
boven¬
bedoelde
gekleurde
vlaggen,
als
volgt:
rood
en
witte
vlag
beteekent
Noord,
wit
en
zwarte
\^ag
N.
O.
zwarte
vlag
Oost.
De
data
der
schietoefeningen
zullen
nader
in
enkele
plaatselijke
bladen
aangekondigd
worden.
„Schietproef
van
hel
fort
Erfprins.
Den
Helder,
'.'de
District.
Op
16
Mei
aanstaande
en
zoo
noodig
op
de
volgende
4
dagen
zal
een
gchietproef
plaats
hebben
uit
een
vuurmond,
opgesteld
op
de
evenwijdige
batterij
van
het
fort
Erf¬
prins
te
den
Helder.
Op
de
dagen,
dat
gevuurd
wordt,
zal
van
genoemd
fort
een
roode
vlag
waaien
van
minstens
eén
uur
vóór
den
aanvang
der
schietproef
alsmede
gekleurde
vlaggen,
aan¬
gevende
de
richting,
waarin
gevuurd
zal
worden.
Bovendien
zullen
op
die
dagen
groote
waarschuwingsborden
worden
geplaatst
aan
den
ingang
der
haven
en
op
de
batterij
Vischmarkt,
vermeldende
de
plaats
waarvan
en
in
welke
richting
dien
dag
gevuurd
zal
worden
terwijl
nabij
de
haven
en
nabg
het
torpedomagazijn
borden
zullen
worden
ge¬
plaatst,
waarop
is
aangegeven
de
beteekenis
der
gekleurde
vlaggen
als
volgt,
een
rood
en
witte
vlag
beteekent
Noord,
zwarte
vlag
Oost,
wit
en
zwarte
vlag
N
O.
rood
en
zwarte
vlag
Z,
O.
zwart
en
witte
vlag
Z.
W.
zwart
en
roode
vlug
N.
W.
Indien
een
stoomvaartuig
tot
waarschu-
INRICHTINGEN,
welke
GEVAAR,
SCHADE
of
HINDER
kunnen
veroorzaken.
Burgemeester
en
Wethouders
der
Ge¬
meente
ENKHUIZEN
brengen
ter
openbare
kennis,
dat
ter
Gemeentesecretarie
ter
in¬
zage
ligt
een
verzoek
met
bijlagen
van
C.
STAPEL,
beheerend
Vennoot
der
Scheeps¬
werf
„Vooruit"
te
Enkhuizen,
om
VERGUN¬
NING
tot
het
uitbreiden
der
Scheepstim¬
merwerf
tot
het
maken
en
herstellen
van
IJzeren
Vaartuigen
aan
de
Paktuinen
te
Enkhuizen
en
aldaar
kadastraal
hekend
in
Sectie
F.,
No.
2385.
Op
DONDERDAG
den
ö.len
MEI
1904,
des
namiddags
te
een
uren,
zal
ten
Raad-
huize
gelegenheid
bestaan
om
bezwaren
te¬
gen
dit
verzoek
in
te
brengen
en
deze
mondeling
en
schriftelijk
toe
te
lichten.
Zoowel
de
verzoeker,
als
zij,
die
bezwa¬
ren
hebben,
kunnen
gedurende
drie
dagen,
vóór
het
bovengemelde
tijdstip,
op
de
Sec¬
retarie
der
Gemeente
kennis
nemen
van
de
ter
zake
ingekomen
schrifturen.
Enkhuizen,
den
21
April
1904.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
De
Burgemeester
HARTKAMP.
De
Secretaris
H.
VLASVELD.
Iets
over
land
en
volk
van
Japan.
Ik
'I*
L
-J
tT
I
wen
of
sleepen
aanwezig
is
en
indien
het
unveiligneid
van
Vaarwater-.
vuren
zulks
toelaat,
zaï
door
dit
vaartuig
I
de
gewenschte
hulp
worden
verleend
aan
kleine
zeilvaartuigeD
om
uit
den
onveiligen
sector
te
komen.
De
Burgemeester
van
Enkhuizen
breDgt
hiermede
ter
kennis
van
belanghebbenden,
dat
de
volgende
berichten
aan
zeevarenden
zijn
uitgevaardigd.
„Schietoefeningen
op
de
Harssens
Reede
van
Texel,
3de
District.
Op
16
Mei
aanstaande,
en
zoo
noodig
op
volgende
dagen
zullen
schietoefeningen
worden
gehouden
van
het
fort
op
de
Hars¬
sens.
Er
zal
gevuurd
worden
met
kanonnen
groot
kaliber
(30
cM),
bij
welk
vuur
de
reede
tot
op
een
afstand
van
9000
M
van
het
fort
als
onveilig
moet
worden
beschouwd,
en
waarbij
geen
vaartuigen
ten
behoeve
van
de
veiligheid
worden
uitgelegd.
Op
de
dagen,
waarop
gevuurd
wordt,
zal
eene
roode
vlag
van
het
fort
waaien
van
minstens
eén
uur
vóór
den
aanvang
der
oefening,
alsmede
gekleurde
vlaggen,
aange¬
vende
de
richtingen,
waarin
gevuurd
zal
worden,
terwijl
een
stoomboot,
voor
zoover
mogelijk,
de
schepen
zal
waarschuwen
en
desgewenscht
hulp
verleenen
aan
kleinere
(zeil-)vaartuigen
om
buiten
het
onveilige
gedeelte
van
het
vaarwater
te
komen.
Bovendien
zullen
op
die
dagen
groote
waarschuwingsborden
worden
geplaatst
aan
den
ingang
der
haven
en
op
de
batterij
Vischmarkt,
vermeldende,
in
welke
richting
dien
dag
gevuurd
zal
worden,
terwijl
nabij
Enkhuizen,
22
April
1904.
De
Burgemeester
voornoemd,
HARTKAMP.
De
Burgemeester
van
Enkhuizen
brengt
hiermede
ter
kennis
van
belangheb¬
benden,
dat
het
volgende
bericht
aan
zee¬
varenden
is
uitgevaardigd
:
Schietoefeningen
te
IJmuiden
Me
District.
Op
26
April
aanstaande
en
zoo
noodig
op
volgende
dagen
zullen
van
het
fort
bij
IJmui¬
den
schietoefeningen
worden
gehouden.
De
sector,
welke
tot
op
9000
M
van
het
fort
als
onveilig
moet
worden
aangemerkt,
wordt
aangegeven
aan
de
Noordzijde
door
het
fort
en
de
richting
N.
N.
W.
en
aan
de
Zuidzijde
door
het
fort
en
de
richtine
W.
N.
W.
Op
de
dagen,
dat
gevuurd
zal
worden,
zal
van
het
fort
eene
roode
vlag
waaien
van
minstens
één
uur
vóór
den
aanvang
der
schietoefeningen
tot
aan
het
einde
daar¬
van.
Enkhuizen,
21
April
1904.
De
Burgemeester
voornoemd
HARTKAMP.
Burgemeester^en
Wethouders
van
Enkhui¬
zen
brengen
ter
kennis,
dat
vergunning
is
verleend
aan
G.
SCHILD,
tot
de
oprichting
eener
werkplaats
voor
het
construeeren
van
Ijzerwerken,
op
perceel
Sectie
E.
nr.
2166.
en
aan
C
SLUIJS
tot
de
oprichting
eener
zouterij
en
kuiperij
in
perceel
Sectie
F.
nr.
2064.
Enkhuizen,
21
April
1904.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
HARTKAMP,
de
Secretaris,
H.
VLASVELD.
IsplÉg
Drugmi
i
Burgemeester
en
Wethouders
van
ENK¬
HUIZEN
zullen
op
Donderdag
28
April
1904
ten
Raadhuize
aldaar
in
het
openbaar
verpachten
voor
den
tijd
van
één
jaar
het
grasgewas
lar.gs
verschillende
wegen
en
van
het
Matrozenkerkhof.
De
voorwaarden
liggen
ter
Secretarie
ter
inzage.
Enkhuizen,
21
April
1904.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd,
HARTKAMP.
De
Secretaris
H.
VLASVELD.
FEUILLETON.
»
POOR
Maud
Kiepnty
it
a
yvnoii.
I.
1)
Toen
de
nieuwe
Groothertog
voor
het
eerst
de
hoofdstad
en
over
de
ophaalbrug
zijn
burcht
bij
het
meer
binnenreed,
kon
men
reeds
dadelijk
zien,
dat
hij
een
man
was,
waarmede
niet
te
spotten
viel.
Dit
is
niet
bedoeld
als
een
bijzonder
compli¬
mentje
aan
het
doorzicht
zijner
onderdanen;
want
een
man,
die,
omringd
door
talrijke
vijandige
vorstendommen,
zijn
ouderen
broe¬
der
stoutmoedig
uit
den
weg
ruimt
en
dan
onbeschroomd
naar
de
hand
dingt
van
de
verloofde
zijns
broeders,
is
nu
juist
nkt
een
persoon,
wien
het
aan
beslistheid
ont¬
breekt.
Maar
er
waren
verschillende
kleine
las
tige
aangelegenheden,
die
eerst
in
het
reine
gebracht
moesten
worden,
en
daar
uit
Rome
een
formeel
protest
was
gekomen,
onder¬
steund
door
bedreigingen,
zag
de
Hertog
in,
dat
verzoening
hoogst
noodzakelijk
was.
Daartoe
scheen
niets
meer
aan
te
bevelen,
dan
dat
één
of
meer
personen
ten
offer
werden
gebracht,
in
de
hoop,
dat
daardoor
niet
alleen
de
schuld
van
den
broedermoord
zou
worden
gedelgd,
doch
tevens
een
zegen
op
zijn
huwelijk
met
het
vroolijke
Oosten-
rij
ksche
prinsesje
zou
worden
verkregen.
Te
meer
was
dit
noodzakelijk,
aangezien
dit
huwelijk
niet
lang
meer
kon
worden
uit¬
gesteld,
daar
haar
bruidschat
onmisbaar
was
voor
het
op
den
been
houden
der
troepen
van
den
Groothertog
ter
beveiliging
zijner
grenzen.
Daarom
was
het
buitengewoon
gelukkig,
dat
zich
de
aanvang
van
het
jaar
zijner
troonbestijging
kenmerkte
door
een
vernieuwde
jacht
op
duivelskunstenaars;
dit
wekte
zoo
makkelijk
den
overdreven
ijver
op
ten
koste
van
anderen.
En
wie
was
meer
welkom,
als
een
geitenbokje,
aan
de
verspieders
des
hertogen,
die
er
op
uit
waren
in
zijne
gunst
te
dringen,
dan
de
acrobaat
en
kunstenmaker
„Professor
Sam
son"
—
Jean
Marie
(ex-Henry)
Samson
—
de
zoon
van
den
leerlooier,
die
totaal
be¬
rooid
uit
de
speelholen
en
kroegen
der
groote
steden
was
teruggekeerd
om
in
zijn
geboorteplaats
zijn
geld
terug
te
verdienen
door
zijne
buitengewone
toeren
en
dansen
op
de
groote
kermissen
?
Arme
Samson!
Hij
had
zich
een
al
te
gemakkelijke
prooi
betoond.
Nu,
reeds
het
voorkomen
van
den
man
was
voldoende,
om
zijne
vervolgers
in
het
gelijk
te
stellen.
Ruim
zes
voet
lang
met
een
haviksneus,
die
hij
in
zijn
jongenstijd
gebroken
had,
bleek
tengevolge
van
het
leven
in
kroegen
en
van
te
veel
zuren
wijn
en
te
weinig
goed
voedsel,
met
lang,
voch-
tig,
zwart
haar,
dat
zich
als
draden
om
zijn
hoofd
wond
en
als
slangen
zwierden,
wan¬
neer
hij
in
opgewonden
toestand
verkeerde,
zag
Jean-Marie
er
fantastisch
genoeg
uit.
Zijne
diepe,
zwaarmoedige,
doordringende
zwarte
oogen,
zagen
erg
scheel.
Men
zeide,
dat
een
gebroken
rug
en
een
scheel
oog
het
werk
van
dezelfde
klauw
waren,
daar
de
duivel,
toen
hjj
nog
een
zuigeling
was,
schrijlings
op
zijn
neus
was
gaan
zitten
en
in
één
van
zijne
oogen
had
geprikt
vóór
de
moeder
van
het
kind
een
kruis
had
kunnen
slaan.
Bovendien
werden
zijne
dubbele
gewrichten
en
zonderlinge
lenig¬
heid
aan
denzelfden
bron
toegeschreven.
Zelfs
als
jongen
kon
hij
zijne
gewrichten
als
niemand
anders
laten
kraken
en
dit
kwam
eenvoudig,
omdat
hij
afschuwwek¬
kend,
bovenaardsch
vocht
in
zijne
aderen
had
en
niet
gewoon
bloed
als
andere
jon¬
gens.
Zij
waren
allen
jaloersch
op
zijne
streken,
zijn
vlugheid,
zijne
wilde
manieren,
die
niemand
in
staat
scheen
te
beteugelen.
Zij
beschouwden
hem
als
een
verworpene
®n
toch
benijdden
allen
den
knaap,
toen
hij
zijn
gehucht
voor
goed
vaarwel
zei
en
de
berghellingjafhuppelde
om,
naar
hij
zeide,
aan
zijne
reislust
te
voldoen
en
rijk
terug
te
keeren.
Het
laatst
had
men
hem
op
de
piek
van
een
zwarte
rots
gezien,
belicht
door
flikkerende
bliksemstralen.
Binnen
een
paar
jaar
kwam
hij
terug.
Bagage
had
hij
niet,
behalve
eene
kist,
die
een
viool
bevatte
en
een
tooneelcostuum,
het
eenige,
wat
hij
niet
verpand
had.
Het
was
zomer
en
er
waren
verscheidene
ker¬
missen
en
feesten,
waarop
hij
de
algemeene
aandacht
op
zich
wist
te
doeD
vestigen.
Aanvankelijk
was
het
niet
bij
hem
opge¬
komen,
dat
hij
uit
zijne
reputatie
als
dui¬
velskunstenaar
geld
zou
kunnen
slaan,
doch
thans
had
zijn
aangeboren
practische
zin
hem
dit
middel
doen
aangrijpen.
Praatjes¬
makers
hadden
hem
dikwijls
gevraagd
of
de
duivel
hem
werkelijk
de
kunst
geleerd
had
zich
op
een
koord
in
evenwicht
te
houden
en
dan
had
hij
lachend
„wie
an¬
ders?"
geantwoord.
En
wat
zgn
danskunst
Na
den
lezers
van
de
„Enkhuizer
Courant"
in
een
vorig
artikel
in
korte
trekken
de
geschiedenis
van
Japan
gemaald
te
hebben,
acht
ik
het
niet
van
belang
ontbloot
iets
van
dat
belangwekkende
land
en
volk
mede
te
deelen,
die
zich
in
de
algemeene
belang¬
stelling
verheugen.
Het
Japansche
rijk
bestaat
uit
vier
groote
en
ruim
drieduizend
kleine
eilanden,
vele
van
de
laatste
zijn
niet
meer
dan
rotsen,
die
door
vulkanisch
werken
naar
boven
getild,
in
een
wijden
boog
tegenover
de
noordoostelijke
kust
van
Azië
uit
de
wate¬
ren
van
den
Grooten
Oceaan
verrijzen.
Ja¬
pan
is
dus,
evenals
Groot
Brittannië
een
eilandenrijk
en
draagt
daarvan
in
zijn
maatschappelijke
instelling
en
zijn
volks¬
karakter
den
eigenaardigen
stempel.
De
Japansche
eilanden
liggen
in
de
Noordelijk
gematigde
luchtstreek.
Het
klimaat
schijnt
er
vooral
aan
de
Westkust
kouder
en
ruwer
te
zijn,
dan
in
de
landen,
die
in
Zuid-
Europa
en
Noord-Afrika
op
gelijke
breedte
liggen.
De
oorzaak
van
dit
verschil
moet
voor
een
deel
gezocht
worden
in
den
in¬
vloed
der
koude
winden,
die
van
de
nabij¬
gelegen
hooge
vlakten
van
het
vasteland
van
Azië
over
de
kusten
van
Japan
heen-
waaien
en
de
temperatuur
verlagen.
Van¬
daar
dan
ook,
dat
aan
de
Oostelijke
kusten,
die
door
de
bergketenen
van
het
binnen¬
land
tegen
den
invloed
der
winden
zijn
beschermd,
een
veel
zachter
klimaat
wordt
aangetroffen.
Intusschen
is
het
land
rijk
aan
voortbrengselen
van
allerlei
aard.
In
de
lage
landen
vindt
ge
heerlijke
rijstvel¬
den
:
koren
en
maïs,
vlas,
hennep,
peul
vruchten
en
allerlei
groenten
worden
alom
in
de
dalen
en
langs
de
berghellingen
ver¬
bouwd.
Geheel
Japan
is
bijna
één
gaard
;
overal,
waar
slechts
de
grond
bearbeiding
toelaat,
heeft
de
nijvere
Japannees
hem
ook
schatting
afgedwongen.
Was
de
bodem
te
dor
en
te
schraal
voor
akker-
of
tuinbouw,
dan
plantte
hij
bosschen
van
ceders,
den¬
nenhof
cypressen,
wier
liefelijk
groen
het
oog
bekoort,
en
onder
wier
welriekend
lom
mer
de
wandelaar
rusten
kan.
In
de
heerlijke
bosschen
wuift
de
slanke
palm
zijn
bladerkroon,
en
breidt
de
konink¬
lijke
ceder
zijn
machtige
armen
uit,
daar
stijgen
de
pijnboomen
als
pilaren
ten
he¬
mel,
en
buigt
de
weemoedige
cypres
haar
twijgen
naar
de
aarde
;
daar
prijkt
de
prach¬
tige
vernisboom,
wier
sap
de
grondstof
levert
voor
het
beroemde
Japansche
lak¬
werk
;
daar
verheft
de
kamferboom
zgn
breeden
stam
en
schieten
de
bamboessten¬
gels
omhoog,
u
herinnerend
aan
de
tropische
wouden.
En
nevens
dezen
rijkdom
aan
boomen
en
heesters,
roemt
Japan
op
een
schat
van
bloemen,
bloemen
overal,
in
de
velden
en
langs
de
wegen,
op
de
heuvel¬
klingen
en
langs
de
snelvlietende
wateren.
In
waarheid,
Japan
is
een
schoon
land,
dat
om
strijd
door
de
reizigers
geroemd
wordt.
Japan
kan,
wat
zgn
vruchtbaarheid
aangaat,
met
de
meest
gezegende
landen
wedijveren.
En
niet
minder,
waar
er
sprake
is
van
de
nog
maar
weinig
ontgonnen
schatten,
die
het
in
zijn
schoot
verborgen
houdt.
De
bergen
van
Japan
zgn
rijk
aan
goud-,
zilver-,
en
kopermijnen
;
zij
bevatten
bovendien
lood,
tin,
kwikzilver
en
gzer,
marmer
en
kostbare
gesteenten;
ook
zwa¬
vel
en
steenkolen
worden
hier
gevonden.
De
mijnen
zijn
nog
maar
ten
deele
be¬
werkt.
Niet
minder
merkwaardig
dan
het
land
zijn
de
bewoners.
In
menig
opzicht
onderscheiden
zich
de
Japanneezen
niet
alleen
van
hunne
naburen,
de
Chineezen,
die
zij
trouwens
van
harte
verachten,
maar
ook
van
vele
andere
Aziatische
volken.
En
dit
onderscheid
ligt
niet
alleen
in
hunne
fijnere
beschaving
en
wellevende
manieren,
niet
enkel
in
hunne
arbeidzaamheid
en
ma¬
tigheid,
maar
vooral
in
hun
vatbaarheid
tot
ontwikkeling,
in
hun
tact
en
ijver,
om
de
vruchten
van
vreemde
beschaving
en
weten¬
schap
over
te
nemen,
en
zich
toe
te
eige¬
nen.
De
eeuwenlange
afsluiting
van
Japan
was
niet,
zooals
die
van
China,
een
gevolg
van
den
bekrompen
waan
eener
aangeboren
meerderheid
boven
andere
volken,
m..,
van
de
innige
overtuiging,
dat
het
geluk
en
de
welvaart
des
lands
niet
konden
worden
bevorderd
door
de
invoering
van
vreemden
smaak
en
zeden.
Japan
had
door
zijn
vruchtbaarheid
en
rijkdom
volstrekt
geen
vreemden
noodig,
het
bevatte
alles,
wat"
zijne
vele
millioeneu
talrijke
bevolking
noodig
had.
De
bevolking
bedraagt
46.000.000
zielen,
zoodat
het
Japansche
rijk
tot
de
dicht
be-
volkte
staten
behoort.
Uitgezonderd
in
de
noordelijke
streken
is
dan
ook
bijna
geen
plek
onbewoond.
De
dorpen
raken
elkan¬
der,
en
vormen
straten
van
vele
uren
lengte
;
de
steden
zijn
overbevolkt:
de
hoofd-
Tokio
is
bewoond
door
1.440.000
zielen.
Andere
volkrijke
steden
zijn
:
Osaka
(821.000
zielen)
Kioto
(353.000
zielen),
Nagoja
(244.000
zielen),
Jokohama
(194.000
zielen)
en
Naga¬
saki
(127.000
zielen).
En
ondanks
deze
dichte
bevolking
heerscht
overal
betrekke-
betreft,
was
men
het
er
algemeen
over
eens,
dat,
wie
niet
onder
den
invloed
des
boozen
stond,
onmogelijk
zulke
sprongen
kon
ten
uitvoerbrengen
als
hij.
Waarom
zou
Jean
Marie
aan
die
armzalige
botteriken
het
be¬
staan
van
die
mooie
stalen
veeren
meedee-
len,
die
in
zijn
zwarte
spitstoeloopende
schoenen,
welke
alleen
van
Satan
zelf
af
komstig
konden
zijn,
verborgen
waren
?
Geruimen
tijd
vóór
den
feestdag
der
geboorte
van
Onze
Lieve
Vrouwe
was
Jean
Marie
reeds
voor
een
stadsraad
ge¬
bracht,
waaraan
men
de
rechtspraak
had
toevertrouwd,
zoolang
Zijne
Genade
te
Wee
nen
zou
vertoeven,
waar
zijne
huwelijks
feesten
werden
gevierd.
Na
diens
plechti
gen
intocht
zou
hij
dan
zgn
eerste
recht¬
spraak
houden.
Getuigen
waren
er
bij
de
vleet.
„Wat
het
kraken
zijner
beenderen
betreft,"
zeide
er
een,
„heb
ik
zelf
gezien,
dat
blauwe
vonken
vuur
uit
ieder
zijner
gewrichten
vlogen.
Dat
hij
overal
twee
gewrichten
bezit,
waar
een
gewoon
mensch
het
met
één
af
moet,
heeft
zijn
meester
na¬
tuurlijk
uit
vrees
gedaan,
dat
de
andere
eens
mochten
breken
onder
al
zijn
heleche
buitelingen
en
kronkelingen
en
verdere
fratsen."
„Hij
heeft
vast
en
zeker
het
blauwe
duivelsvuur
in
zich,"
verzekerde
een
ander,
„want
het
stroomt
zijn
haar
uit,
als
hij
het
kamt.
Op
een
avond
klom
ik
het
venster
binnen
om
het
te
zien.
Ieder
haar
van
zijn
hoofd
stond
stijf
naar
boven
en
de
vlammen
sloegen
er
uit".
De
abt
deed
er
het
zwijgen
aan
toe;
het
was
reeds
vol-
doende.
De
feiten
tegen
Jean
Marie
waren
zoo
talrijk
en
alles
klopte
als
een
bus.
De
uitspraak
luidde,
dat
hij
op
de
gewone
wijze
den
dood
zon
sterven
—
niet
aan
de
brandpaal.
De
hertog
kon
zich
nog
niet
geheel
en
al
verlaten
op
den
geest
van
het
stadsgepeupel;
zijne
hertogelijke
waardig¬
heid
was
ook
nog
van
zoo
jongen
datum.
En
daar
alleen
militaire
gevangenen
den
kogel
konden
krijgen,
zou
de
„professor"
gehangen
worden,
evenals
andere
ongeloo-
vigen
van
gemengden
stand.
II.
De
cipier
trok
de
deur
der
cel
met
ge¬
wichtig
gebaar
open.
„Wilt
u
maar
bin¬
nen
gaan,
professor",
zeide
hij
zeer
plechtig.
En
Samson,
anders
bekend
in
zijn
kan¬
ton
onder
den
naam
Jean
Marie,
(ex-Henry),
zoon
van
een
leerlooier,
sukkelde
naar
binnen
tusschen
een
rij
schildwachten
door,
die
den
gevangene
met
breeden
grijnslach
groetten.
Alles
zag
hij
en
alles
hoorde
h^j
-
hoe
zij
elkaar
aanstieten
en
pret
had-
den,
den
spottenden
groet,
het
vuile
refrein
van
het
liedje,
dat
de
dochter
van
den
ci¬
pier
hem
van
uit
haar
venster
toezong,
toen
hij
het
hofplein
overstak.
Zijne
lede¬
maten
werden
door
pijnen
gekweld,
zgn
maag
was
ledig,
zijn
brein
verward.
Lang
geleden
—
was
het
vier
weken,
vier
maan¬
den
of
vier
jaar
?
—
zag
hg
heel
duide¬
lijk,
dat
de
Groothertog
en
zijn
abt
zijn
dood
beoogden
en
hij
kon
maar
niet
begrij¬
pen
waarom
ze
hem
zoo
lang
in
afwachting
hadden
gehouden.
Dat
was
geen
om
een
kunstenaar,
een
heer,
een
professor
in
de
verheven
danskunst
te
behandelen!
Toen
zij
hem
zooeven
zijn
doodvonnis
in
de
Groothertogelijke
zaal
hadden
toege-
donderd,
voelde
hg
een
onweerstaanbare
begeerte
tot
lachen.
Hjj
wist,
dat
hg
zgne